Aspirant-stuurman binnenscheepvaart

 
BK-0581-1
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Aspirant-stuurman binnenscheepvaart

Definitie

De aspirant-stuurman voert onder toezicht van de verantwoordelijke verplaatsingsmanoeuvres van een vaartuig uit, ziet toe op het laden en lossen conform de geldende regelgeving, voert onder supervisie het onderhoud van het schip uit conform de opgelegde normering en assisteert hierbij onder toezicht de matro(os)(zen) teneinde de schipper/stuurman te ondersteunen bij het commercialiseren van het (vracht)vervoer

Afbakening

De aspirant-stuurman staat steeds onder toezicht van de verantwoordelijke (schipper of stuurman).

Niveau (VKS en EQF)

4

Jaar van erkenning

versie 1, 2022

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Werkt in teamverband
    • Communiceert efficiënt met alle actoren (bemanningsleden, schipper, reder, personeel laad en losplekken, …)
    • Voert het bevel over het vaartuig en de matro(os)(zen) onder supervisie van de verantwoordelijke
    • Wisselt informatie uit met collega’s en andere actoren
    • Past zich flexibel aan (verandering van bemanningsleden, weersomstandigheden, …)
    • Houdt zich aan de interne regels met betrekking tot het verspreiden van informatie
    • Rapporteert aan de verantwoordelijke
    • Volgt aanwijzingen van de verantwoordelijke op
    • Past zich aan de reglementering aan en zorgt dat de orde en de tucht aan boord gevrijwaard is
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van communicatietechnieken en sociale vaardigheden
    • Kennis van scheepvaartterminologie in Nederlands, Engels, Frans en Duits (SINCP: dagelijkse onderwerpen en specifiek woordgebruik en terminologie gebruikt in de scheepvaart in Engels, Duits en Frans
  • Competentie 2:
    Handelt volgens de professionele gedragscode
    • Respecteert de omgangsvormen
    • Verzorgt de persoonlijke hygiëne en zorgt voor een verzorgd voorkomen
    • Handelt volgens de professionele, reglementaire(gedrags)code
    • Past zijn/haar kledij aan conform de taakuitvoering
    • Ziet toe op de toepassing van de professionele gedragscode door de bemanningsleden
    • Voorkomt calamiteiten
    • Rapporteert een calamiteit aan de schipper
    • Geeft zelf het goede voorbeeld in alle handelingen die hij stelt en in het volgen van (wettelijke) richtlijnen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de wettelijke en arbeidsreglementering
    • Kennis van communicatietechnieken en sociale vaardigheden
    • Kennis van de wettelijke bepalingen aangaande de binnenvaart (goederentransport, regels vaar- en rusttijden, …)
    • Kennis van de hygiënische basisregels
  • Competentie 3:
    Houdt toezicht op en bekwaamt zich onder begeleiding van een verantwoordelijke om de matrozen op te leiden in vaktechnieken
    • Volgt de instructies van de verantwoordelijke op
    • Evolueert om de instructies om te zetten in uit te voeren werkzaamheden
    • Geeft onder supervisie instructies aan de matro(os)(zen) voor de uitvoering van de opdrachten
    • Geeft zelf het goede voorbeeld
    • Volgt de werkzaamheden van de matrozen op onder supervisie
    • Geeft onder supervisie van de verantwoordelijke feedback aan de matroos indien nodig
    • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
    • Leidt de matroos op onder supervisie van de verantwoordelijke
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de wettelijke en arbeidsreglementering
    • Basiskennis van opleidingstechnieken
    • Kennis van communicatietechnieken en sociale vaardigheden
    • Kennis van de wettelijke bepalingen aangaande de binnenvaart (goederentransport, regels vaar- en rusttijden, …)
    • Kennis van veiligheidsprocedures en -regels in de binnenscheepvaart
    • Kennis van (inter)nationale milieuvoorschriften
  • Competentie 4:
    Werkt met oog voor veiligheid, kwaliteit en welzijn
    • Werkt ergonomisch
    • Werkt economisch
    • Werkt ecologisch
    • Consulteert en interpreteert handleidingen/technische bronnen en past ze toe onder supervisie van de verantwoordelijke
    • Past de veiligheids-, kwaliteits- en welzijnsvoorschriften toe
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Ziet er op toe dat de matrozen de collectieve beschermingsmiddelen aanwenden indien nodig
    • Meldt problemen aan de verantwoordelijke
    • Leert nieuwe opgelegde technieken en past ze toe onder supervisie van de verantwoordelijke
    • Volgt (verplichte) opleidingen op vraag van de reder of eigenaar van het schip
    • Ziet er op toe dat de matrozen de richtlijnen voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn naleven onder supervisie van de verantwoordelijke
    • Controleert of de nieuw opgelegde technieken worden toegepast door de matrozen onder toezicht van de verantwoordelijke
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de wettelijke en arbeidsreglementering
    • Basiskennis van kwaliteitsnormen
    • Basiskennis van noodprocedures van het schip
    • Basiskennis van ergonomische principes
    • Kennis van vaarregels
    • Kennis van signalisatie
    • Kennis van maritieme veiligheidsniveaus
    • Kennis van veiligheidsprocedures en -regels in de binnenscheepvaart
    • Kennis van gebruik van handleidingen
    • Kennis van preventiemaatregelen
    • Kennis van vakterminologie
    • Kennis van ergonomie in de scheepvaart
    • Kennis van kostenbewust omgaan met materialen en infrastructuur
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van basisveiligheid
    • Kennis van en arbeidsveiligheid
  • Competentie 5:
    Beschermt het milieu conform de (inter-)nationale milieuvoorschriften
    • Controleert of afval en ladingsresten gesorteerd en afgevoerd worden volgens de voorschriften
    • Controleert of gevaarlijke en ontvlambare producten volgens de voorschriften gestockeerd worden
    • Controleert de recuperatie van materialen
    • Controleert de verzameling en sortering van gerecupereerde vloeistoffen
    • Ziet er op toe dat het afvoeren van ladingsresten en afval conform de voorschriften plaatsvindt
    • Gebruikt beschikbare documentatie en informatiesystemen op milieugebied overeenkomstig de instructies
    • Neemt (voorzorgs-)maatregelen om het milieu te vrijwaren
    • Neemt algemene voorzorgsmaatregelen conform de procedures om op veilige wijze te bunkeren
    • Neemt maatregelen bij een aanvaring overeenkomstig de procedures
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van procedures voor aan- en afsluiten van brandstof en koppelstukken en slangen
    • Basiskennis van bunkersystemen
    • Kennis van (inter)nationale milieuvoorschriften
    • Kennis van CDNI (Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de rijn- en binnenvaart)
    • Kennis van veiligheidsregels voor gevaarlijke producten
    • Kennis van de gevolgen van mogelijke lekken en lozingen van verontreinigende stoffen in het milieu.
    • Kennis van gevaarlijke goederen en classificaties met betrekking tot milieuaspecten
  • Competentie 6:
    Volgt de vooropgestelde vaarroute en bestuurt het schip onder begeleiding van de verantwoordelijke
    • Bepaalt de vaarroute onder begeleiding
    • Bestuurt het schip onder begeleiding
    • Stelt de parameters voor de besturing van het schip onder begeleiding op
    • Houdt constant toezicht op de vaarweg met alle ter beschikking staande navigatiemiddelen
    • Gebruikt navigatiemateriaal (GPS, VHF, radar, dieptemeter, veiligheidssystemen, automatische piloot, …)
    • Houdt rekening met externe factoren (weersverwachting, andere schepen, stremmingen, …)
    • Interpreteert onder begeleiding signalen (verkeerslicht aan sluis, …)
    • Volgt het vaarschema conform de regelgeving (geldende vaar- en rusttijden)
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de classificatiekarakteristieken van rivieren, kanalen en maritieme waterwegen
    • Basiskennis van de belangrijkste nationale en internationale waterwegen
    • Basiskennis van de belangrijkste havens en terminals in het Europese IWT-netwerk
    • Basiskennis van weerkunde
    • Kennis van vaarregels
    • Kennis van signalisatie
    • Kennis van nautische hulpmiddelen
    • Kennis van navigatiemiddelen en navigatietechnieken
    • Kennis van regels voor het houden van de wacht
  • Competentie 7:
    Voert de manoeuvres met het schip uit en navigeert onder begeleiding van de verantwoordelijke
    • Vaart onder begeleiding met het schip en maakt daarbij gebruik van de hem ter beschikking staande navigatiemiddelen
    • Voert onder begeleiding manoeuvres (passeren van kunstwerken, ankeren, manoeuvres bij slecht weer, averij, …) uit met het schip en maakt daarbij gebruik van de hem ter beschikking staande navigatiemiddelen
    • Gebruikt nautische hulpmiddelen (radar, stuurpiloot, …)
    • Houdt rekening met externe factoren (weersverwachtingen, andere schepen, …)
    • Communiceert onder begeleiding met alle actoren (collega’s, wal, bemanning, …) bij het uitvoeren van de manoeuvres
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de verschillende constructies en faciliteiten van kunstwerken
    • Kennis van signalisatie
    • Kennis van nautische hulpmiddelen
    • Kennis van navigatiemiddelen en navigatietechnieken
    • Kennis van schiemanswerk
  • Competentie 8:
    Voert de manoeuvres voor af- en aanmeren uit onder begeleiding van de verantwoordelijke
    • Voert op bevel en onder begeleiding manoeuvres en het nemen van ligplaatsen uit
    • Gebruikt onder begeleiding de nodige technieken en hulpmiddelen om het vaartuig veilig af- en aan te meren
    • Geeft aanwijzingen aan de bemanning voor, aan- afmeren onder begeleiding van de verantwoordelijke
    • Houdt rekening met externe factoren (waterstand, getijden, breedte van rivieren en sluizen, …) onder supervisie van de verantwoordelijke
    • Geeft instructies onder begeleiding bij gebruik van het aan-en afmeren trossen, meerlijnen, … onder supervisie van de verantwoordelijke
    • Communiceert onder begeleiding met de bemanningsleden bij aan-en afmeren
    • Communiceert onder begeleiding met de wal bij het aan- en afmeren
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de effecten van de waterverplaatsing rondom schepen
    • Kennis van vaarregels
    • Kennis van signalisatie
    • Kennis van nautische hulpmiddelen
    • Kennis van navigatiemiddelen en navigatietechnieken
    • Kennis van de functies en types van verschillende voortstuwing en besturingssystemen
    • Kennis van aan- en afmeertechnieken
    • Kennis van schiemanswerk
  • Competentie 9:
    Voert de manoeuvres voor het koppelen van schepen uit onder begeleiding van de verantwoordelijke
    • Geeft aanwijzingen aan de bemanning voor het koppelen van het schip onder begeleiding van de verantwoordelijke
    • Houdt rekening met externe factoren (waterstand, getijden, breedte van rivieren en sluizen, …)
    • Geeft instructies onder begeleiding van de verantwoordelijke voor het gebruik van koppellieren bij het koppelen
    • Communiceert onder begeleiding met de bemanningsleden bij het koppelen
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van vaarregels
    • Kennis van signalisatie
    • Kennis van nautische hulpmiddelen
    • Kennis van navigatiemiddelen en navigatietechnieken
    • Kennis van regels voor het houden van de wacht
    • Kennis van koppeltechnieken
    • Kennis van schiemanswerk
  • Competentie 10:
    Coördineert, controleert en assisteert het laden en lossen van schepen onder supervisie van de verantwoordelijke
    • Coördineert het laden en lossen onder supervisie van de verantwoordelijke
    • Kijkt de scheepsuitrusting na op defecten
    • Hanteert de scheepsuitrusting conform de voorschriften
    • Controleert de lading
    • Controleert de goede werking van installaties
    • Lost courante problemen op en doet beroep op de verantwoordelijke indien het om niet courante problemen gaat en/of hij/zij ze zelf niet kan oplossen
    • Communiceert duidelijk met andere actoren betreffende het laden en lossen
    • Rapporteert de schade van de lading aan de verantwoordelijke
    • Plaatst lekbakken of haalt ze weg
    • (Ont)koppelt de laadslangen, gasretourleidingen en laadarmen en bedient de afsluiters
    • Gebruikt gespecialiseerd materiaal voor het manipuleren van lasten (autokraan, luikenwagen, bunkermast,…)
    • Legt de luiken open of dicht
    • Controleert buikdenning op lekkage
    • Voorziet de containers eventueel van een elektrische aansluiting en plaatst ‘corner points’ op de aangewezen plaats
    • Verzekert de vrije doorgang van het walpersoneel
    • Pompt restanten in slobtanks
    • Handelt bij het behandelen van gevaarlijke stoffen (ADN) onder supervisie van een gecertificeerd persoon
    • Reinigt de laadruimtes, tanks en lenskorven door ontgassen, uitstomen of droogdweilen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van OVOCOM (hygiëne-code binnenvaart)
    • Basiskennis van de reglementering voor het goederentransport
    • Basiskennis van probleemoplossende strategieën
    • Basiskennis van stuwplannen
    • Basiskennis van ontsmettingsproducten
    • Kennis van scheepvaartterminologie in Nederlands, Engels, Frans en Duits (SINCP: dagelijkse onderwerpen en specifiek woordgebruik en terminologie gebruikt in de scheepvaart in Engels, Duits en Frans
    • Kennis van veiligheidsprocedures en -regels in de binnenscheepvaart
    • Kennis van CDNI (Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de rijn- en binnenvaart)
    • Kennis van laad- en stouwtechnieken
    • Kennis van de verschillende types van lading
    • Grondige kennis van onderhoudsprocedures en producten
  • Competentie 11:
    Voert taken uit en controleert het passagierstransport aan boord van het schip onder supervisie van de verantwoordelijke
    • Voert het passagierstransport uit conform der regelgeving
    • Controleert onder supervisie de plaatsing van de uitrusting conform de procedure om passagiers te laten in- en ontschepen met inclusie van mindervaliden
    • Controleert de maximumbezetting van het schip bij het inschepen van de passagiers
    • Ziet toe op de aanwezigheid en welbevinden van de passagiers op het schip
    • Begeleidt de matrozen om het passagierstransport en welbevinden van de passagiers vlot te laten verlopen onder supervisie van de verantwoordelijke
    • Assisteert de verantwoordelijke bij het leiden van de passagiers tijdens noodtoestanden (verzamelen van passagiers, voorkomen van paniek, aangeven van lifejackets, …)
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de technische voorschriften m.b.t. de stabiliteit van passagiersschepen in geval van averij
    • Basiskennis van de modaliteiten voor de in- en ontscheping van passagiers
    • Kennis van communicatietechnieken en sociale vaardigheden
    • Kennis van signalisatie
    • Kennis van veiligheidsprocedures en -regels in de binnenscheepvaart
    • Kennis van basisveiligheid
  • Competentie 12:
    Voert het onderhoud uit van het dek en de dekintallaties van het schip en ziet toe op het onderhoud ervan onder supervisie van de verantwoordelijke
    • Volgt het onderhoudsprogramma op
    • Voert onder supervisie het onderhoud uit en/of ziet toe op het uitvoeren van het onderhoudsprogramma van het schip (schoonmaken, schuren, ontroesten, schilderen, lakken, …)
    • Voert een visuele controle uit van de staat van de meertouwen, -trossen en koppelmaterieel onder supervisie van de verantwoordelijke
    • Voert het onderhoud uit van de meertouwen, -trossen en koppelmaterieel en/of ziet toe op het uitvoeren hiervan
    • Ontvangt de lijst van de courante gebruiksgoederen en geeft tekorten door
    • Houdt onder begeleiding toezicht op de uitvoering het onderhoud aan dek en dekinstallaties
    • Doet onder supervisie controlerondes
    • Gebruikt onder supervisie eventueel software voor de registratie van de werkzaamheden
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de meest voorkomende binnenschepen aangaande scheepsconstructie, eigenschappen, afmetingen, tonnage, …
    • Basiskennis van de kenmerken, constructie en werking van scheepsinstallaties
    • Kennis van nautische hulpmiddelen
    • Kennis van schiemanswerk
    • Kennis van veiligheidsprocedures en -regels in de binnenscheepvaart
    • Grondige kennis van onderhoudsprocedures en producten
    • Grondige kennis verftypes en het gebruik van verf
  • Competentie 13:
    Loopt een veilige wacht
    • Maakt onder toezicht het wachtschema op
    • oopt wacht op de brug volgens wachtschema
    • Voert controles uit op het vaartuig
    • Herkent gevaarlijke situaties en incidenten aan boord
    • Volgt de vooropgestelde procedures bij gevaarlijke situaties en incidenten
    • Brieft bij wachtwissel aan de collega
    • Rapporteert aan de verantwoordelijke
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van communicatietechnieken en sociale vaardigheden
    • Kennis van regels voor het houden van de wacht
    • Kennis van gebruik van communicatiemiddelen
    • Kennis van gebruik van procedures (werk, controle, onderhoud, …)
    • Kennis van preventiemaatregelen
    • Kennis van en arbeidsveiligheid
  • Competentie 14:
    Bedient de hoofd-, hulp- en scheepsspecifieke installaties en de handhaving van de werking en de veiligheid ervan onder begeleiding
    • Voert onder supervisie de procedures voor de opstart en de werking van de motor, turbines, … (oliepeilen controleren, de motor doorblazen en voorsmeren, de brandstoftoevoer voorzien, …)
    • start de scheepsmotor(en) en laat ze warmdraaien
    • start de pompen (lenspompen, brandstofpompen, ballastpomp,…) op
    • start de compressoren, generators, ventilatiesystemen, …op
    • volgt onder supervisie de controlesystemen op
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de kenmerken, constructie en werking van scheepsinstallaties
    • Kennis van monitoringssystemen van machinekamer
    • Kennis van gebruik van procedures (werk, controle, onderhoud, …)
    • Kennis van veiligheidsprocedures en -regels in de binnenscheepvaart
    • Kennis van vakterminologie
    • Kennis van elektrische systemen (circuits, wisselstroomgenerator, ...)
    • Kennis van hydraulica
    • Kennis van hydraulische en pneumatische systemen
    • Kennis van elektrische veiligheidsnormen
    • Kennis van elektriciteit: machineonderdelen
    • Kennis van mechanica: machineonderdelen
    • Kennis van automatisering
  • Competentie 15:
    Voert onder supervisie van de verantwoordelijke preventief onderhoud van motoren en de uitrusting uit
    • Controleert de werking van het materiaal, de instrumentengegevens (druk, debiet, temperatuur, ...) en de kritieke slijtagepunten, smeringspunten, ...
    • Gebruikt zintuigen om afwijkingen in de werking en staat van de machine op te sporen
    • Controleert onder supervisie de uitvoering van het onderhoudsplan conform de richtlijnen van de verantwoordelijke
    • Doet onder supervisie controlerondes voor preventief onderhoud
    • Stelt de machine of installatie veilig en beveiligt ze tegen ongecontroleerd herinschakelen
    • Gebruikt handgereedschap en draagbaar elektrisch gereedschap voor de uitvoering van het preventief onderhoud
    • Controleert onder supervisie preventieve onderhoudsacties zoals reinigen, smeren, onderdelen vervangen (filters, riemen, vloeistofreservoirs bijvullen, …) en voert ze uit
    • Volgt de nood aan curatief en/of correctief onderhoud op en meldt dit aan de verantwoordelijke
    • Gebruikt onder supervisie controlehulpmiddelen en/of software voor het onderhoud (sensor, detector, …)
    • Gebruikt onder supervisie eventueel software voor de registratie van de werkzaamheden voor preventief onderhoud
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de kenmerken, constructie en werking van scheepsinstallaties
    • Basiskennis van verbindingstechnieken
    • Basiskennis van bedrijfseigen software
    • Kennis van gebruik van procedures (werk, controle, onderhoud, …)
    • Kennis van veiligheidsprocedures en -regels in de binnenscheepvaart
    • Kennis van vakterminologie
    • Kennis van elektrische systemen (circuits, wisselstroomgenerator, ...)
    • Kennis van de kenmerken van smeeroliën, brandstof, koelingsvloeistoffen, chemicaliën, …
    • Kennis van hydraulica
    • Kennis van hydraulische en pneumatische systemen
    • Kennis van elektrische veiligheidsnormen
    • Kennis van elektriciteit: machineonderdelen
    • Kennis van gebruik van het correcte gereedschap
    • Kennis van automatisering
    • Grondige kennis van onderhoudsprocedures en producten
  • Competentie 16:
    Lokaliseert en diagnosticeert onder supervisie van een verantwoordelijke een defect of storing
    • Begrijpt foutcodes en alarmen bij een storing of een defect
    • Plaatst indien nodig de machine of installatie in veiligheid en beveiligt ze tegen ongecontroleerd herinschakelen
    • Raadpleegt technische bronnen voor de lokalisatie van een defect of storing
    • Controleert onder supervisie de installatie visueel en auditief en bekijkt de staat van onderdelen op een defect of storing
    • Gebruikt onder supervisie meetinstrumenten (multimeter, schuifmaat, ampèretang, aardingstester, temperatuurmeter, drukmeter...) voor het lokaliseren van een defect of storing
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de kenmerken, constructie en werking van scheepsinstallaties
    • Basiskennis van elektronica: schema’s lezen en begrijpen, componenten kennen
    • Basiskennis van verbindingstechnieken
    • Basiskennis van noodprocedures van het schip
    • Kennis van elektrische systemen (circuits, wisselstroomgenerator, ...)
    • Kennis van de kenmerken van smeeroliën, brandstof, koelingsvloeistoffen, chemicaliën, …
    • Kennis van hydraulica
    • Kennis van hydraulische en pneumatische systemen
    • Kennis van elektrische veiligheidsnormen
    • Kennis van gebruik van het correcte gereedschap
    • Kennis van automatisering
    • Kennis van veiligheidsprocedures en -regels in de binnenscheepvaart
  • Competentie 17:
    Voert courante vervangingen en herstellingen uit onder supervisie van de verantwoordelijke
    • Raadpleegt technische bronnen (handleidingen van de constructeur, schema’s, …) voor courante vervangingen en herstellingen
    • Gebruikt handgereedschap en draagbaar elektrisch gereedschap voor courante vervangingen en herstellingen
    • Gebruikt onder supervisie meetinstrumenten (multimeter, schuifmaat, ampèretang, aardingstester, temperatuurmeter, drukmeter...) voor courante vervangingen en herstellingen
    • Herstelt of vervangt onder supervisie het defecte onderdeel indien mogelijk
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de kenmerken, constructie en werking van scheepsinstallaties
    • Basiskennis van elektronica: schema’s lezen en begrijpen, componenten kennen
    • Basiskennis van verbindingstechnieken
    • Basiskennis van bedrijfseigen software
    • Basiskennis van noodprocedures van het schip
    • Kennis van elektrische systemen (circuits, wisselstroomgenerator, ...)
    • Kennis van de kenmerken van smeeroliën, brandstof, koelingsvloeistoffen, chemicaliën, …
    • Kennis van hydraulica
    • Kennis van hydraulische en pneumatische systemen
    • Kennis van elektrische veiligheidsnormen
    • Kennis van automatisering
    • Kennis van veiligheidsprocedures en -regels in de binnenscheepvaart
  • Competentie 18:
    Controleert de veiligheid van het vaartuig onder begeleiding van de verantwoordelijke
    • Controleert de werking van de installaties en de uitrusting (reddingsmaterieel, reddingssloepen, …)
    • Identificeert mogelijke risico’s op averij onder supervisie van de verantwoordelijke
    • Controleert de elementen (brandmelders, brandblusapparaten, afsluiting van laadruimte, …) ‘die belangrijk zijn voor de veiligheid van het schip
    • Neemt deel aan reddingsoefeningen (gebruik van reddingsmaterieel, EHBO, …) en volgt deze op onder supervisie van de verantwoordelijke
    • Werkt volgens de vastgelegde procedures, richtlijnen en afspraken aangaande het hanteren van de veiligheidsuitrusting
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van ADN
    • Kennis van scheepvaartterminologie in Nederlands, Engels, Frans en Duits (SINCP: dagelijkse onderwerpen en specifiek woordgebruik en terminologie gebruikt in de scheepvaart in Engels, Duits en Frans
    • Kennis van signalisatie
    • Kennis van (inter)nationale milieuvoorschriften
    • Kennis van basisveiligheid
  • Competentie 19:
    Voert de urgentiemaatregelen in geval van nood uit en controleert de bemanning onder supervisie van de verantwoordelijke
    • Superviseert onder begeleiding de bemanning aangaande een noodgeval of urgentie
    • Voert de gedelegeerde urgentiemaatregelen onder supervisie uit
    • Gebruikt nood- en reddingsuitrusting in geval van nood
    • Draagt beschermings- en reddingsmaterieel
    • Leest het veiligheidsplan en voert het uit indien nodig (man over boord, gewonden, schip verlaten, brandplan…)
    • Past het evacuatieplan toe
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van noodprocedures van het schip
    • Kennis van scheepvaartterminologie in Nederlands, Engels, Frans en Duits (SINCP: dagelijkse onderwerpen en specifiek woordgebruik en terminologie gebruikt in de scheepvaart in Engels, Duits en Frans
    • Kennis van signalisatie
    • Kennis van gebruik van communicatiemiddelen
    • Kennis van gebruik van procedures (werk, controle, onderhoud, …)
    • Kennis van veiligheidsprocedures en -regels in de binnenscheepvaart
    • Kennis van (inter)nationale milieuvoorschriften
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van basisveiligheid
  • Competentie 20:
    Doet aan brandpreventie en brandbestrijding
    • Neemt brandpreventiemaatregelen
    • Herkent de verschillende types van brand
    • Voert verschillende methodes van brandbestrijding uit
    • Hanteert de branduitrusting volgens de richtlijnen
    • Blust de brand indien mogelijk
    • Volgt de noodprocedures
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van noodprocedures van het schip
    • Kennis van gebruik van communicatiemiddelen
    • Kennis van gebruik van procedures (werk, controle, onderhoud, …)
    • Kennis van veiligheidsprocedures en -regels in de binnenscheepvaart
    • Kennis van brandpreventie en brandbestrijding
  • Competentie 21:
    Voert EHBO uit
    • Brengt zichzelf in veiligheid
    • Past BLS toe
    • Controleert bloedingen
    • Neemt basisvoorzorgen bij shock
    • Positioneert het slachtoffer conform de voorschriften
    • Voert basishandelingen uit bij brandwonden en ongevallen door elektriciteit
    • Brengt het slachtoffer in veiligheid
    • Gebruikt het materiaal uit de EHBO-koffer
    • Legt eerste hulp verbanden aan
    • Redt en vervoert het slachtoffer
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van veiligheidsprocedures en -regels in de binnenscheepvaart
    • Kennis van BLS
    • Kennis van EHBO
    • Kennis van het beoordelen van de lichaamsstructuur en -functies
  • Competentie 22:
    Voert administratieve taken uit onder supervisie
    • Maakt een verslag op onder toezicht
    • Houdt onder toezicht de administratie bij van de toegewezen taken (nautisch, veiligheids, onderhoud, hand-over, passagierslijst, questionaires, meetbrief, …)
    • Houdt de persoonlijke administratie in orde (paspoort, vaarbevoegdheidsbewijs, medische keuring, …) en houdt ze bij
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van bedrijfseigen software
    • Basiskennis van de administratie verplichtingen
    • Basiskennis van documentatie in samenhang met (inter)nationale voorschriften en wetgeving te verklaren
    • Basiskennis van digitale tools
    • Kennis van de verplichte documenten van het vaartuig, de bemanning
  • Competentie 23:
    Controleert onder supervisie en voert de huishoudelijke taken uit
    • Bereidt of ziet toe op het bereiden van eenvoudige gerechten
    • Houdt zich aan de richtlijnen voor hygiëne en voedselveiligheid
    • Controleert onder supervisie of de bemanningsleden zich houden aan de richtlijnen voor hygiëne en voedselveiligheid
    • Reinigt de accommodatie en het dek
    • Controleert onder supervisie de reiniging van de accommodatie en het dek
    • Controleert onder supervisie het was- en droogproces van textiel
    • Voert het was- en droogproces van textiel machinaal uit
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis HACCP-normen
    • Kennis van basisbereidingstechnieken van maaltijden
    • Kennis van schoonmaaktechnieken
    • Kennis van schoonmaakmiddelen, -producten en – materialen
    • Kennis van wastechnieken
    • Kennis van voorraadbeheer
  • Competentie 24:
    Volgt onder supervisie de voorraden op, stelt tekorten vast en geeft de bestellingen door aan de verantwoordelijke
    • Gebruikt eventueel software voor voorraadbeheer
    • Houdt de gegevens bij over het verbruik van het materiaal
    • Inventariseert de voorraad van wisselstukken, producten en materieel
    • Lijst onder supervisie de bestellingen van de tekorten op en geeft ze door aan de verantwoordelijke
    • Ontvangt onder supervisie de bestelling en controleert of ze voldoet aan de gestelde vereisten
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van bedrijfseigen software
    • Basiskennis van inventarisatietechnieken
    • Kennis van voorraadbeheer

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van de wettelijke en arbeidsreglementering
  • Basiskennis van opleidingstechnieken
  • Basiskennis van kwaliteitsnormen
  • Basiskennis van procedures voor aan- en afsluiten van brandstof en koppelstukken en slangen
  • Basiskennis van bunkersystemen
  • Basiskennis van de verschillende constructies en faciliteiten van kunstwerken
  • Basiskennis van de meest voorkomende binnenschepen aangaande scheepsconstructie, eigenschappen, afmetingen, tonnage, …
  • Basiskennis van de kenmerken, constructie en werking van scheepsinstallaties
  • Basiskennis van de effecten van de waterverplaatsing rondom schepen
  • Basiskennis van de classificatiekarakteristieken van rivieren, kanalen en maritieme waterwegen
  • Basiskennis van de belangrijkste nationale en internationale waterwegen
  • Basiskennis van de belangrijkste havens en terminals in het Europese IWT-netwerk
  • Basiskennis van weerkunde
  • Basiskennis van OVOCOM (hygiëne-code binnenvaart)
  • Basiskennis van de reglementering voor het goederentransport
  • Basiskennis van probleemoplossende strategieën
  • Basiskennis van stuwplannen
  • Basiskennis van de technische voorschriften m.b.t. de stabiliteit van passagiersschepen in geval van averij
  • Basiskennis van de modaliteiten voor de in- en ontscheping van passagiers
  • Basiskennis van elektronica: schema’s lezen en begrijpen, componenten kennen
  • Basiskennis van verbindingstechnieken
  • Basiskennis van bedrijfseigen software
  • Basiskennis van ontsmettingsproducten
  • Basiskennis van ADN
  • Basiskennis van de administratie verplichtingen
  • Basiskennis van documentatie in samenhang met (inter)nationale voorschriften en wetgeving te verklaren
  • Basiskennis HACCP-normen
  • Basiskennis van inventarisatietechnieken
  • Basiskennis van noodprocedures van het schip
  • Basiskennis van ergonomische principes
  • Basiskennis van digitale tools
  • Kennis van communicatietechnieken en sociale vaardigheden
  • Kennis van de wettelijke bepalingen aangaande de binnenvaart (goederentransport, regels vaar- en rusttijden, …)
  • Kennis van de hygiënische basisregels
  • Kennis van scheepvaartterminologie in Nederlands, Engels, Frans en Duits (SINCP: dagelijkse onderwerpen en specifiek woordgebruik en terminologie gebruikt in de scheepvaart in Engels, Duits en Frans
  • Kennis van vaarregels
  • Kennis van signalisatie
  • Kennis van nautische hulpmiddelen
  • Kennis van navigatiemiddelen en navigatietechnieken
  • Kennis van regels voor het houden van de wacht
  • Kennis van de functies en types van verschillende voortstuwing en besturingssystemen
  • Kennis van aan- en afmeertechnieken
  • Kennis van koppeltechnieken
  • Kennis van schiemanswerk
  • Kennis van monitoringssystemen van machinekamer
  • Kennis van gebruik van communicatiemiddelen
  • Kennis van gebruik van procedures (werk, controle, onderhoud, …)
  • Kennis van maritieme veiligheidsniveaus
  • Kennis van veiligheidsprocedures en -regels in de binnenscheepvaart
  • Kennis van gebruik van handleidingen
  • Kennis van preventiemaatregelen
  • Kennis van (inter)nationale milieuvoorschriften
  • Kennis van vakterminologie
  • Kennis van ergonomie in de scheepvaart
  • Kennis van kostenbewust omgaan met materialen en infrastructuur
  • Kennis van CDNI (Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de rijn- en binnenvaart)
  • Kennis van veiligheidsregels voor gevaarlijke producten
  • Kennis van de gevolgen van mogelijke lekken en lozingen van verontreinigende stoffen in het milieu.
  • Kennis van gevaarlijke goederen en classificaties met betrekking tot milieuaspecten
  • Kennis van laad- en stouwtechnieken
  • Kennis van de verschillende types van lading
  • Kennis van elektrische systemen (circuits, wisselstroomgenerator, ...)
  • Kennis van de kenmerken van smeeroliën, brandstof, koelingsvloeistoffen, chemicaliën, …
  • Kennis van hydraulica
  • Kennis van hydraulische en pneumatische systemen
  • Kennis van elektrische veiligheidsnormen
  • Kennis van elektriciteit: machineonderdelen
  • Kennis van mechanica: machineonderdelen
  • Kennis van gebruik van het correcte gereedschap
  • Kennis van automatisering
  • Kennis van BLS
  • Kennis van EHBO
  • Kennis van het beoordelen van de lichaamsstructuur en -functies
  • Kennis van de verplichte documenten van het vaartuig, de bemanning
  • Kennis van basisbereidingstechnieken van maaltijden
  • Kennis van schoonmaaktechnieken
  • Kennis van schoonmaakmiddelen, -producten en – materialen
  • Kennis van wastechnieken
  • Kennis van voorraadbeheer
  • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Kennis van basisveiligheid
  • Kennis van veiligheidsprocedures en -regels in de binnenscheepvaart
  • Kennis van en arbeidsveiligheid
  • Kennis van brandpreventie en brandbestrijding
  • Grondige kennis van onderhoudsprocedures en producten
  • Grondige kennis verftypes en het gebruik van verf

Cognitieve vaardigheden

  • Communiceert efficiënt met alle actoren (bemanningsleden, schipper, reder, personeel laad en losplekken, …)
  • Voert het bevel over het vaartuig en de matro(os)(zen) onder supervisie van de verantwoordelijke
  • Wisselt informatie uit met collega’s en andere actoren
  • Past zich flexibel aan (verandering van bemanningsleden, weersomstandigheden, …)
  • Houdt zich aan de interne regels met betrekking tot het verspreiden van informatie
  • Rapporteert aan de verantwoordelijke
  • Volgt aanwijzingen van de verantwoordelijke op
  • Past zich aan de reglementering aan en zorgt dat de orde en de tucht aan boord gevrijwaard is
  • Respecteert de omgangsvormen
  • Handelt volgens de professionele, reglementaire(gedrags)code
  • Ziet toe op de toepassing van de professionele gedragscode door de bemanningsleden
  • Rapporteert een calamiteit aan de schipper
  • Geeft zelf het goede voorbeeld in alle handelingen die hij stelt en in het volgen van (wettelijke) richtlijnen
  • Volgt de instructies van de verantwoordelijke op
  • Evolueert om de instructies om te zetten in uit te voeren werkzaamheden
  • Geeft onder supervisie instructies aan de matro(os)(zen) voor de uitvoering van de opdrachten
  • Geeft zelf het goede voorbeeld
  • Volgt de werkzaamheden van de matrozen op onder supervisie
  • Geeft onder supervisie van de verantwoordelijke feedback aan de matroos indien nodig
  • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
  • Leidt de matroos op onder supervisie van de verantwoordelijke
  • Werkt ergonomisch
  • Werkt economisch
  • Werkt ecologisch
  • Consulteert en interpreteert handleidingen/technische bronnen en past ze toe onder supervisie van de verantwoordelijke
  • Past de veiligheids-, kwaliteits- en welzijnsvoorschriften toe
  • Ziet er op toe dat de matrozen de collectieve beschermingsmiddelen aanwenden indien nodig
  • Leert nieuwe opgelegde technieken en past ze toe onder supervisie van de verantwoordelijke
  • Volgt (verplichte) opleidingen op vraag van de reder of eigenaar van het schip
  • Ziet er op toe dat de matrozen de richtlijnen voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn naleven onder supervisie van de verantwoordelijke
  • Controleert of de nieuw opgelegde technieken worden toegepast door de matrozen onder toezicht van de verantwoordelijke
  • Controleert of afval en ladingsresten gesorteerd en afgevoerd worden volgens de voorschriften
  • Controleert of gevaarlijke en ontvlambare producten volgens de voorschriften gestockeerd worden
  • Controleert de recuperatie van materialen
  • Controleert de verzameling en sortering van gerecupereerde vloeistoffen
  • Ziet er op toe dat het afvoeren van ladingsresten en afval conform de voorschriften plaatsvindt
  • Gebruikt beschikbare documentatie en informatiesystemen op milieugebied overeenkomstig de instructies
  • Neemt (voorzorgs-)maatregelen om het milieu te vrijwaren
  • Neemt algemene voorzorgsmaatregelen conform de procedures om op veilige wijze te bunkeren
  • Neemt maatregelen bij een aanvaring overeenkomstig de procedures
  • Bepaalt de vaarroute onder begeleiding
  • Bestuurt het schip onder begeleiding
  • Stelt de parameters voor de besturing van het schip onder begeleiding op
  • Houdt constant toezicht op de vaarweg met alle ter beschikking staande navigatiemiddelen
  • Houdt rekening met externe factoren (weersverwachting, andere schepen, stremmingen, …)
  • Interpreteert onder begeleiding signalen (verkeerslicht aan sluis, …)
  • Volgt het vaarschema conform de regelgeving (geldende vaar- en rusttijden)
  • Vaart onder begeleiding met het schip en maakt daarbij gebruik van de hem ter beschikking staande navigatiemiddelen
  • Voert onder begeleiding manoeuvres (passeren van kunstwerken, ankeren, manoeuvres bij slecht weer, averij, …) uit met het schip en maakt daarbij gebruik van de hem ter beschikking staande navigatiemiddelen
  • Gebruikt nautische hulpmiddelen (radar, stuurpiloot, …)
  • Houdt rekening met externe factoren (weersverwachtingen, andere schepen, …)
  • Communiceert onder begeleiding met alle actoren (collega’s, wal, bemanning, …) bij het uitvoeren van de manoeuvres
  • Voert op bevel en onder begeleiding manoeuvres en het nemen van ligplaatsen uit
  • Gebruikt onder begeleiding de nodige technieken en hulpmiddelen om het vaartuig veilig af- en aan te meren
  • Geeft aanwijzingen aan de bemanning voor, aan- afmeren onder begeleiding van de verantwoordelijke
  • Houdt rekening met externe factoren (waterstand, getijden, breedte van rivieren en sluizen, …) onder supervisie van de verantwoordelijke
  • Geeft instructies onder begeleiding bij gebruik van het aan-en afmeren trossen, meerlijnen, … onder supervisie van de verantwoordelijke
  • Communiceert onder begeleiding met de bemanningsleden bij aan-en afmeren
  • Communiceert onder begeleiding met de wal bij het aan- en afmeren
  • Coördineert het laden en lossen onder supervisie van de verantwoordelijke
  • Kijkt de scheepsuitrusting na op defecten
  • Hanteert de scheepsuitrusting conform de voorschriften
  • Controleert de lading
  • Controleert de goede werking van installaties
  • Communiceert duidelijk met andere actoren betreffende het laden en lossen
  • Rapporteert de schade van de lading aan de verantwoordelijke
  • Gebruikt gespecialiseerd materiaal voor het manipuleren van lasten (autokraan, luikenwagen, bunkermast,…)
  • Controleert buikdenning op lekkage
  • Voorziet de containers eventueel van een elektrische aansluiting en plaatst ‘corner points’ op de aangewezen plaats
  • Verzekert de vrije doorgang van het walpersoneel
  • Handelt bij het behandelen van gevaarlijke stoffen (ADN) onder supervisie van een gecertificeerd persoon
  • Voert het passagierstransport uit conform der regelgeving
  • Controleert onder supervisie de plaatsing van de uitrusting conform de procedure om passagiers te laten in- en ontschepen met inclusie van mindervaliden
  • Controleert de maximumbezetting van het schip bij het inschepen van de passagiers
  • Begeleidt de matrozen om het passagierstransport en welbevinden van de passagiers vlot te laten verlopen onder supervisie van de verantwoordelijke
  • Assisteert de verantwoordelijke bij het leiden van de passagiers tijdens noodtoestanden (verzamelen van passagiers, voorkomen van paniek, aangeven van lifejackets, …)
  • Volgt het onderhoudsprogramma op
  • Voert onder supervisie het onderhoud uit en/of ziet toe op het uitvoeren van het onderhoudsprogramma van het schip (schoonmaken, schuren, ontroesten, schilderen, lakken, …)
  • Voert het onderhoud uit van de meertouwen, -trossen en koppelmaterieel en/of ziet toe op het uitvoeren hiervan
  • Houdt onder begeleiding toezicht op de uitvoering het onderhoud aan dek en dekinstallaties
  • Gebruikt onder supervisie eventueel software voor de registratie van de werkzaamheden
  • oopt wacht op de brug volgens wachtschema
  • Voert controles uit op het vaartuig
  • Volgt de vooropgestelde procedures bij gevaarlijke situaties en incidenten
  • Brieft bij wachtwissel aan de collega
  • Rapporteert aan de verantwoordelijke
  • Voert onder supervisie de procedures voor de opstart en de werking van de motor, turbines, … (oliepeilen controleren, de motor doorblazen en voorsmeren, de brandstoftoevoer voorzien, …)
  • volgt onder supervisie de controlesystemen op
  • Controleert de werking van het materiaal, de instrumentengegevens (druk, debiet, temperatuur, ...) en de kritieke slijtagepunten, smeringspunten, ...
  • Gebruikt zintuigen om afwijkingen in de werking en staat van de machine op te sporen
  • Controleert onder supervisie de uitvoering van het onderhoudsplan conform de richtlijnen van de verantwoordelijke
  • Doet onder supervisie controlerondes voor preventief onderhoud
  • Controleert onder supervisie preventieve onderhoudsacties zoals reinigen, smeren, onderdelen vervangen (filters, riemen, vloeistofreservoirs bijvullen, …) en voert ze uit
  • Volgt de nood aan curatief en/of correctief onderhoud op en meldt dit aan de verantwoordelijke
  • Gebruikt onder supervisie controlehulpmiddelen en/of software voor het onderhoud (sensor, detector, …)
  • Gebruikt onder supervisie eventueel software voor de registratie van de werkzaamheden voor preventief onderhoud
  • Raadpleegt technische bronnen voor de lokalisatie van een defect of storing
  • Controleert onder supervisie de installatie visueel en auditief en bekijkt de staat van onderdelen op een defect of storing
  • Raadpleegt technische bronnen (handleidingen van de constructeur, schema’s, …) voor courante vervangingen en herstellingen
  • Herstelt of vervangt onder supervisie het defecte onderdeel indien mogelijk
  • Controleert de werking van de installaties en de uitrusting (reddingsmaterieel, reddingssloepen, …)
  • Identificeert mogelijke risico’s op averij onder supervisie van de verantwoordelijke
  • Controleert de elementen (brandmelders, brandblusapparaten, afsluiting van laadruimte, …) ‘die belangrijk zijn voor de veiligheid van het schip
  • Werkt volgens de vastgelegde procedures, richtlijnen en afspraken aangaande het hanteren van de veiligheidsuitrusting
  • Neemt brandpreventiemaatregelen
  • Hanteert de branduitrusting volgens de richtlijnen
  • Volgt de noodprocedures
  • Positioneert het slachtoffer conform de voorschriften
  • Maakt een verslag op onder toezicht
  • Houdt onder toezicht de administratie bij van de toegewezen taken (nautisch, veiligheids, onderhoud, hand-over, passagierslijst, questionaires, meetbrief, …)
  • Houdt de persoonlijke administratie in orde (paspoort, vaarbevoegdheidsbewijs, medische keuring, …) en houdt ze bij
  • Houdt zich aan de richtlijnen voor hygiëne en voedselveiligheid
  • Controleert onder supervisie of de bemanningsleden zich houden aan de richtlijnen voor hygiëne en voedselveiligheid
  • Controleert onder supervisie de reiniging van de accommodatie en het dek
  • Controleert onder supervisie het was- en droogproces van textiel
  • Houdt de gegevens bij over het verbruik van het materiaal
  • Inventariseert de voorraad van wisselstukken, producten en materieel
  • Ontvangt onder supervisie de bestelling en controleert of ze voldoet aan de gestelde vereisten
  • Doet onder supervisie controlerondes
  • Maakt onder toezicht het wachtschema op
  • Gebruikt eventueel software voor voorraadbeheer
  • Ziet toe op de aanwezigheid en welbevinden van de passagiers op het schip

Probleemoplossende vaardigheden

  • Voorkomt calamiteiten
  • Meldt problemen aan de verantwoordelijke
  • Lost courante problemen op en doet beroep op de verantwoordelijke indien het om niet courante problemen gaat en/of hij/zij ze zelf niet kan oplossen
  • Herkent gevaarlijke situaties en incidenten aan boord
  • Begrijpt foutcodes en alarmen bij een storing of een defect
  • Plaatst indien nodig de machine of installatie in veiligheid en beveiligt ze tegen ongecontroleerd herinschakelen
  • Superviseert onder begeleiding de bemanning aangaande een noodgeval of urgentie
  • Voert de gedelegeerde urgentiemaatregelen onder supervisie uit
  • Leest het veiligheidsplan en voert het uit indien nodig (man over boord, gewonden, schip verlaten, brandplan…)
  • Past het evacuatieplan toe
  • Herkent de verschillende types van brand
  • Voert verschillende methodes van brandbestrijding uit
  • Controleert bloedingen
  • Neemt basisvoorzorgen bij shock
  • Brengt het slachtoffer in veiligheid
  • Voert een visuele controle uit van de staat van de meertouwen, -trossen en koppelmaterieel onder supervisie van de verantwoordelijke
  • Stelt de machine of installatie veilig en beveiligt ze tegen ongecontroleerd herinschakelen
  • Brengt zichzelf in veiligheid

Motorische vaardigheden

  • Verzorgt de persoonlijke hygiëne en zorgt voor een verzorgd voorkomen
  • Past zijn/haar kledij aan conform de taakuitvoering
  • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Gebruikt navigatiemateriaal (GPS, VHF, radar, dieptemeter, veiligheidssystemen, automatische piloot, …)
  • Plaatst lekbakken of haalt ze weg
  • (Ont)koppelt de laadslangen, gasretourleidingen en laadarmen en bedient de afsluiters
  • Legt de luiken open of dicht
  • Pompt restanten in slobtanks
  • Reinigt de laadruimtes, tanks en lenskorven door ontgassen, uitstomen of droogdweilen
  • Ontvangt de lijst van de courante gebruiksgoederen en geeft tekorten door
  • start de scheepsmotor(en) en laat ze warmdraaien
  • start de pompen (lenspompen, brandstofpompen, ballastpomp,…) op
  • start de compressoren, generators, ventilatiesystemen, …op
  • Gebruikt handgereedschap en draagbaar elektrisch gereedschap voor de uitvoering van het preventief onderhoud
  • Gebruikt onder supervisie meetinstrumenten (multimeter, schuifmaat, ampèretang, aardingstester, temperatuurmeter, drukmeter...) voor het lokaliseren van een defect of storing
  • Gebruikt onder supervisie meetinstrumenten (multimeter, schuifmaat, ampèretang, aardingstester, temperatuurmeter, drukmeter...) voor courante vervangingen en herstellingen
  • Gebruikt nood- en reddingsuitrusting in geval van nood
  • Draagt beschermings- en reddingsmaterieel
  • Blust de brand indien mogelijk
  • Past BLS toe
  • Voert basishandelingen uit bij brandwonden en ongevallen door elektriciteit
  • Gebruikt het materiaal uit de EHBO-koffer
  • Legt eerste hulp verbanden aan
  • Redt en vervoert het slachtoffer
  • Bereidt of ziet toe op het bereiden van eenvoudige gerechten
  • Reinigt de accommodatie en het dek
  • Voert het was- en droogproces van textiel machinaal uit
  • Lijst onder supervisie de bestellingen van de tekorten op en geeft ze door aan de verantwoordelijke
  • Gebruikt handgereedschap en draagbaar elektrisch gereedschap voor courante vervangingen en herstellingen
  • Neemt deel aan reddingsoefeningen (gebruik van reddingsmaterieel, EHBO, …) en volgt deze op onder supervisie van de verantwoordelijke

Omgevingscontext

  • Dit beroep wordt uitgeoefend in het nautisch milieu. De activiteiten kunnen overal op het schip plaatsvinden
  • Dit beroep wordt uitgeoefend met flexibele werktijden (volcontinu, tijdens de nachts, , het weekend en tijdens feestdagen)
  • De werktijd aan boord moeten gevolgd worden conform de wettelijke vaar- en rusttijden
  • Dit beroep wordt uitgeoefend in teamverband, waarbij de nodige flexibiliteit belangrijk is om zich aan te passen aan wijzigingen van planning, omgeving, weersomstandigheden en soort lading
  • De scheepvaart kent veel nationale en internationale reglementeringen, normen, aanbevelingen en technische voorlichtingsfiches inzake kwaliteit, veiligheid, gezondheid, hygiëne, welzijn en milieu
  • Het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen is verplicht
  • Het respecteren van tijdschema’s is noodzakelijk voor bepaalde opdrachten
  • De situatie aan boord kan het dragen van lasten en werken in moeilijke houdingen en omstandigheden impliceren
  • Dit beroep houdt in dat men zich 24 op 24 u aan boord bevindt waarbij men moet kunnen leven en werken op een beperkte oppervlakte en dit gedurende een langere periode wat invloed heeft op de privacy van alle bemanningsleden
  • De aspirant-stuurman is verantwoordelijk over het schip en bemanning tijdens de eigen wacht
  • De aspirant-stuurman werkt onder supervisie van de verantwoordelijke
  • De organisatie van de werkzaamheden wordt deels bepaald door context specifieke elementen zoals infrastructuur, de steeds wisselende praktijksituaties en de aspirant-stuurman moet onder supervisie van de verantwoordelijke hier adequaat mee kunnen omgaan
  • Het bedrijfsteam waarvan hij/zij deel uitmaakt, kan leden van het gezin bevatten

Handelingscontext

  • De aspirant-stuurman moet steeds de veiligheids- en kwaliteitsvoorschriften respecteren
  • De aspirant-stuurman gaat op constructieve en transparante wijze informatie uitwisselen met de andere bemanningsleden
  • De aspirant-stuurman geeft leiding aan de matrozen onder supervisie van de verantwoordelijke
  • De aspirant-stuurman handelt volgens de professionele, reglementaire(gedrags-)code en de regelgeving
  • De aspirant-stuurman kan zich aanpassen en flexibel opstellen bij wisselende omgevingsfactoren
  • De aspirant-stuurman moet zorgvuldig gebruik maken van materieel en materiaal
  • De aspirant-stuurman moet aandacht hebben voor de voor de voedselveiligheid en hygiëne
  • De aspirant-stuurman kan gericht reageren bij gevaarlijke situaties (zoals storm, man-over-boord , …)
  • De aspirant-stuurman draagt persoonlijke beschermingskledij
  • De aspirant-stuurman moet bijblijven met de ontwikkelingen binnen de sector, dit vergt leergierigheid en het volgen van (verplichte) opleidingen
  • De aspirant-stuurman loopt wacht
  • De aspirant-stuurman werkt onder supervisie van de verantwoordelijke
  • De aspirant-stuurman moet in normale omstandigheden kunnen navigeren en manoeuvres onder toezicht van de verantwoordelijke
  • De aspirant-stuurman moet initiatief nemen binnen zijn bevoegdheid
  • De aspirant-stuurman moet in courante situaties oplossingsgericht kunnen werken
  • De aspirant-stuurman moet onder supervisie de werkzaamheden kunnen organiseren
  • De aspirant-stuurman kan het werk van de matrozen verdelen en controleren onder supervisie van de verantwoordelijke
  • De aspirant-stuurman moet discreet zijn in de omgang gevoelige informatie

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het voorbereiden, uitvoeren en controleren van eigen werkzaamheden
  • het wacht lopen op de brug
  • het geven van opdrachten binnen zijn bevoegdheid
  • het controleren van de werking van de installaties en het reddingsmaterieel
  • het opvolgen van de voorraden
  • het reinigen van het materieel
  • het uitvoeren van het onderhoud en van het vaartuig en de uitrusting
  • het herstellen en/of zeewaardig maken van het materieel
  • het sorteren van afval
Is gebonden aan
  • Instructies en afspraken met betrekking tot de eigen werkzaamheden
  • Opdrachten onder supervisie van de verantwoordelijke (vaartuig besturen, af- en aanmeren, controle bij laden en lossen, toepassen van het evacuatieplan, …) opgelegd door de verantwoordelijke
  • De werkopdracht en tijdsplanning
  • Veiligheids-, gezondheids-, kwaliteits- en milieuvoorschriften en procedures
  • De nationale en internationale wetgeving
  • Aan de orde en tuchtregeling op het schip
Doet beroep op
  • De bemanningsleden voor het ondersteunen van de activiteiten
  • De verantwoordelijke voor de werkopdracht, gegevens, melden van problemen, gevaarlijke situaties en bijkomende instructies

Verantwoordelijkheid

  • Werkt in teamverband
  • Handelt volgens de professionele gedragscode
  • Houdt toezicht op en bekwaamt zich onder begeleiding van een verantwoordelijke om de matrozen op te leiden in vaktechnieken
  • Werkt met oog voor veiligheid, kwaliteit en welzijn
  • Beschermt het milieu conform de (inter-)nationale milieuvoorschriften
  • Volgt de vooropgestelde vaarroute en bestuurt het schip onder begeleiding van de verantwoordelijke
  • Voert de manoeuvres met het schip uit en navigeert onder begeleiding van de verantwoordelijke
  • Voert de manoeuvres voor af- en aanmeren uit onder begeleiding van de verantwoordelijke
  • Voert de manoeuvres voor het koppelen van schepen uit onder begeleiding van de verantwoordelijke
  • Coördineert, controleert en assisteert het laden en lossen van schepen onder supervisie van de verantwoordelijke
  • Voert taken uit en controleert het passagierstransport aan boord van het schip onder supervisie van de verantwoordelijke
  • Voert het onderhoud uit van het dek en de dekintallaties van het schip en ziet toe op het onderhoud ervan onder supervisie van de verantwoordelijke
  • Loopt een veilige wacht
  • Bedient de hoofd-, hulp- en scheepsspecifieke installaties en de handhaving van de werking en de veiligheid ervan onder begeleiding
  • Voert onder supervisie van de verantwoordelijke preventief onderhoud van motoren en de uitrusting uit
  • Lokaliseert en diagnosticeert onder supervisie van een verantwoordelijke een defect of storing
  • Voert courante vervangingen en herstellingen uit onder supervisie van de verantwoordelijke
  • Controleert de veiligheid van het vaartuig onder begeleiding van de verantwoordelijke
  • Voert de urgentiemaatregelen in geval van nood uit en controleert de bemanning onder supervisie van de verantwoordelijke
  • Doet aan brandpreventie en brandbestrijding
  • Voert EHBO uit
  • Voert administratieve taken uit onder supervisie
  • Controleert onder supervisie en voert de huishoudelijke taken uit
  • Volgt onder supervisie de voorraden op, stelt tekorten vast en geeft de bestellingen door aan de verantwoordelijke

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Voor de beroepsuitoefening van ‘Aspirant-stuurman binnenscheepvaart’ is het beschikken van volgende attesten en/of voldoen aan volgende voorwaarden wettelijk verplicht:
  • Dienstboekje zoals bepaald in KB van 9 maart 2007 houdende de bemanningsvoorschriften op de scheepvaartwegen van het Koninkrijk
  • Medisch attest zoals bepaald in KB van 9 maart 2007 houdende de bemanningsvoorschriften op de scheepvaartwegen van het Koninkrijk