Matroos STCW II/4

 
BK-0507-1
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Matroos STCW II/4

Definitie

De matroos STCW II/4 ondersteunt de officier van dek bij operationele taken conform de regelgeving teneinde het schip veilig operationeel te houden

Afbakening

Het type, het voortstuwingsvermogen en de bruto tonnage van het schip bepalen:
- de lengte van de reis van het schip
- de maximumafstand van een haven
- het soort (hulp)navigatiemiddelen en navigatietechnieken (soort radarnavigatie, …)
- de kennis van meteorologische instrumenten en hun gebruik die voorkomen in het beperkt vaargebied
- het aan boord nemen van voorraad
- de kennis en het gebruik van de soorten communicatiemiddelen voor noodcommunicatie
- de beschikbaarheid van technische hulpmiddelen
Dit heeft tot gevolg dat er binnen de beroepenstructuur verschillende profielen worden voorzien.

Niveau (VKS en EQF)

3

Jaar van erkenning

versie 1, 2020

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Werkt in teamverband
    • Communiceert efficiënt met alle actoren
    • Gebruikt vakterminologie ook in het Engels
    • Gebruikt interne communicatiemiddelen
    • Wisselt informatie uit met alle actoren
    • Rapporteert aan de leidinggevende indien nodig
    • Werkt efficiënt samen met andere actoren
    • Stelt zich flexibel op (verandering van bemanningsleden)
    • Volgt aanwijzingen van leidinggevende(n) op
    • Handelt volgens inzicht in de organisatie
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van sociale vaardigheden
    • Basiskennis van gebruik van communicatiemiddelen
    • Kennis van communicatie in het Engels in functie van de taakuitvoering
  • Competentie 2:
    Handelt volgens de bedrijfseigen reglementering
    • Respecteert de omgangsvormen
    • Verzorgt de persoonlijke hygiëne en zorgt voor een verzorgd voorkomen
    • Handelt volgens de bedrijfseigen reglementering
    • Past de kledij aan conform de taakuitvoering
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van sociale vaardigheden
    • Kennis van de bedrijfseigen reglementeringen in functie van zijn takkenpakket
  • Competentie 3:
    Werkt met oog voor kwaliteit
    • Werkt ergonomisch
    • Werkt economisch
    • Werkt ecologisch
    • Past de bedrijfseigen procedures toe
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Leert nieuwe opgelegde technieken en past ze toe
    • Ziet er op toe dat de bemanningsleden persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen aanwenden indien nodig
    • Respecteert rusttijden
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van ergonomie in de scheepvaart
    • Kennis van preventiemaatregelen
    • Kennis van arbeidsveiligheid
    • Kennis van vakterminologie in functie van de taakuitvoering
    • Kennis van gebruik van (werk)procedures
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Competentie 4:
    Ondersteunt bij de uitvoering van de maatregelen om het marien leefmilieu te beschermen
    • Past de bedrijfseigen milieuvoorschriften toe
    • Werkt conform de procedures om het marien leefmilieu te beschermen tegen operationele en accidentele vervuiling
    • Sorteert afval en voert het af volgens de procedures
    • Stockeert gevaarlijke en ontvlambare producten volgens de procedures
    • Recupereert materialen conform de procedures
    • Verwerkt afvalstoffen en reststoffen
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van gebruik van (werk)procedures
    • Kennis van beschikbaar materiaal
  • Competentie 5:
    Draagt bij tot de maritieme beveiliging
    • Herkent dreigingen en reageert gepast om de maritieme beveiliging te vrijwaren
    • Draagt bij tot het verbeteren van de maritieme beveiliging door alert te zijn
    • Houdt zich aan de richtlijnen voor beveiliging
    • Herkent verdacht gedrag van bemanningsleden, nakende vaartuigen, …en rapporteert dit
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de bedrijfseigen reglementeringen in functie van zijn takkenpakket
    • Kennis van gebruik van (werk)procedures
  • Competentie 6:
    Staat op uitkijk en meldt eventuele gebeurtenissen op het traject
    • Staat op uitkijk
    • Identificeert gebeurtenissen (hindernissen, brand, aanvaringskoers, …) en meldt deze aan de wachtoverste
    • Stuurt het schip onder toezicht van de wachtoverste
    • Houdt zich aan de stuurinstructies
    • Gebruikt nautische hulpmiddelen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van gebruik van communicatiemiddelen
    • Basiskennis van nautische hulpmiddelen
    • Basiskennis van navigatietechnieken
    • Basiskennis van vaarregels
    • Basiskennis van noodsleeptechnieken
    • Kennis van regels voor het houden van de wacht
    • Kennis van schiemanswerk
    • Kennis van vakjargon
    • Kennis van signalisatie
  • Competentie 7:
    Ondersteunt bij het vastmaken van schepen, aan- en afmeren,…
    • Ondersteunt bij het af- of aanmeren onder toezicht
    • Bereidt onder toezicht de uitrusting van het schip voor op aanmeren, afmeren en slepen
    • Hanteert bij het aan- en afmeren trossen,… onder toezicht
    • Ondersteunt bij het vastmaken en losmaken van te slepen of assisteren van vaartuigen
    • Staat op uitkijk voor de wachtoverste bij het uitvoeren van de manoeuvres
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van nautische hulpmiddelen
    • Basiskennis van navigatietechnieken
    • Basiskennis van vaarregels
    • Basiskennis van het besturen van een schip
    • Basiskennis van uitvoeren van manoeuvres
    • Basiskennis van aan- en afmeertechnieken
    • Kennis van regels voor het houden van de wacht
    • Kennis van schiemanswerk
    • Kennis van signalisatie
  • Competentie 8:
    Ondersteunt bij het onderhoud van het schip
    • Houdt de werkplek ordelijk
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van hygiëne- en netheidsregels
    • Basiskennis van schoonmaakproducten en schoonmaaktechnieken
  • Competentie 9:
    Hanteert de veiligheidsuitrusting en -procedures volgens de richtlijnen en oefent de veiligheidsprocedures op het schip
    • Doet controlerondes in functie van de veiligheid
    • Neemt deel aan veiligheidsoefeningen (brand, schip verlaten, man over boord, stranding, aanvaring,…)
    • Oefent het gebruik van het veiligheidsmateriaal
    • Oefent EHBO
    • Meldt afwijkingen van de veiligheidsuitrusting aan de leidinggevende
    • Oefent de hem toegewezen taken vanuit de Monsterrol
    • Werkt volgens de vastgelegde procedures, richtlijnen en afspraken aangaande het hanteren van de veiligheidsuitrusting
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van gebruik van communicatiemiddelen
    • Kennis van communicatie in het Engels in functie van de taakuitvoering
    • Kennis van veiligheidstechnieken
    • Kennis van veiligheidssignalisatie
    • Kennis van gebruik van veiligheidsuitrustingen
    • Kennis van brandpreventie en brandbestrijding
    • Kennis van EHBO
    • Kennis van persoonlijke overlevingstechnieken en persoonlijke veiligheid
    • Kennis van samenwerking in nood en gebruik reddingsvlot
  • Competentie 10:
    Waarschuwt de leidinggevende bij incidenten/accidenten en voert de urgentiemaatregelen uit
    • Meldt het incident/accident aan de leidinggevende
    • Voert de urgentiemaatregelen uit
    • Past het evacuatieplan toe
    • Draagt beschermings- en reddingsmateriaal
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van gebruik van communicatiemiddelen
    • Kennis van communicatie in het Engels in functie van de taakuitvoering
    • Kennis van gebruik van veiligheidsuitrustingen
    • Kennis van brandpreventie en brandbestrijding
    • Kennis van EHBO
    • Kennis van persoonlijke overlevingstechnieken en persoonlijke veiligheid
    • Kennis van samenwerking in nood en gebruik reddingsvlot
  • Competentie 11:
    Doet aan brandpreventie en brandbestrijding
    • Volgt de brandprocedures
    • Neemt brandpreventiemaatregelen
    • Hanteert de branduitrusting volgens de richtlijnen
    • Blust de brand indien mogelijk
    • Loopt brandrondes
    • Doet aan brandwacht
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van gebruik van communicatiemiddelen
    • Kennis van brandpreventie en brandbestrijding
    • Kennis van signalisatie
    • Kennis van persoonlijke veiligheidsmiddelen
    • Kennis van veiligheidsprocedures
  • Competentie 12:
    Voert EHBO uit
    • Brengt zichzelf in veiligheid
    • Past BLS toe
    • Controleert bloedingen
    • Neemt basisvoorzorgen bij shock
    • Positioneert het slachtoffer conform de voorschriften
    • Voert basishandelingen uit bij brandwonden en ongevallen door elektriciteit
    • Brengt het slachtoffer in veiligheid
    • Gebruikt het materiaal uit de EHBO-koffer
    • Legt eerste hulp verbanden aan
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van EHBO
    • Kennis van BLS
  • Competentie 13:
    Gebruikt en bedient reddingsvaartuigen en hulpverleningsboten onder supervisie van de officier
    • Bedient de hulpverleningsboot en het reddingsvaartuig bij het te water laten en de reddingsactie
    • Gebruikt locatiebepalingsapparaten en -technieken
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de constructie en uitrusting van de hulpverleningsboten (gewone en snelle)
    • Basiskennis van de specifieke eigenschappen van de hulpverleningsboten
    • Basiskennis van de verschillende noodcommunicatiemiddelen
    • Kennis van de methoden om de reddingsboten te water te laten en te bedienen
    • Kennis van de procedures voor het gebruik van de reddingsboten
    • Kennis van de reddingsprocedures aangaande overlevingstechnieken
  • Competentie 14:
    Past persoonlijke overlevingstechnieken toe
    • Past persoonlijke overlevingstechnieken toe in geval van schipbreuk
    • Gebruikt overlevingsmateriaal en technieken
    • Gebruikt positiebepalend noodmateriaal en noodcommunicatie
    • Coördineert het overleven op zee in de reddingsboot in geval van schipbreuk
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van uitrusting- en reddingsmateriaal
    • Kennis van reddingsprocedures
    • Kennis van plaatsbepalend noodmateriaal en noodcommunicatie
  • Competentie 15:
    Helpt bij het uitvoeren van de huishoudelijke taken
    • Houdt zich aan de richtlijnen voor hygiëne en voedselveiligheid
    • Reinigt de accommodatie
    • Voert het was- en droogproces van textiel machinaal uit
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van schoonmaaktechnieken
    • Kennis van schoonmaakmiddelen en – materialen
    • Kennis van wastechnieken
  • Competentie 16:
    Volgt de eigen administratie op
    • Houdt de persoonlijke administratie (paspoort, vaarbevoegdheidsbewijs, medische keuring, …) in orde en houdt ze bij
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van eigen administratie

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van sociale vaardigheden
  • Basiskennis van gebruik van communicatiemiddelen
  • Basiskennis van ergonomie in de scheepvaart
  • Basiskennis van nautische hulpmiddelen
  • Basiskennis van navigatietechnieken
  • Basiskennis van vaarregels
  • Basiskennis van noodsleeptechnieken
  • Basiskennis van het besturen van een schip
  • Basiskennis van uitvoeren van manoeuvres
  • Basiskennis van aan- en afmeertechnieken
  • Basiskennis van hygiëne- en netheidsregels
  • Basiskennis van schoonmaakproducten en schoonmaaktechnieken
  • Basiskennis van de constructie en uitrusting van de hulpverleningsboten (gewone en snelle)
  • Basiskennis van de specifieke eigenschappen van de hulpverleningsboten
  • Basiskennis van de verschillende noodcommunicatiemiddelen
  • Kennis van communicatie in het Engels in functie van de taakuitvoering
  • Kennis van de bedrijfseigen reglementeringen in functie van zijn takkenpakket
  • Kennis van preventiemaatregelen
  • Kennis van arbeidsveiligheid
  • Kennis van vakterminologie in functie van de taakuitvoering
  • Kennis van gebruik van (werk)procedures
  • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Kennis van beschikbaar materiaal
  • Kennis van regels voor het houden van de wacht
  • Kennis van schiemanswerk
  • Kennis van vakjargon
  • Kennis van veiligheidstechnieken
  • Kennis van veiligheidssignalisatie
  • Kennis van gebruik van veiligheidsuitrustingen
  • Kennis van brandpreventie en brandbestrijding
  • Kennis van EHBO
  • Kennis van persoonlijke overlevingstechnieken en persoonlijke veiligheid
  • Kennis van samenwerking in nood en gebruik reddingsvlot
  • Kennis van signalisatie
  • Kennis van persoonlijke veiligheidsmiddelen
  • Kennis van veiligheidsprocedures
  • Kennis van de methoden om de reddingsboten te water te laten en te bedienen
  • Kennis van de procedures voor het gebruik van de reddingsboten
  • Kennis van de reddingsprocedures aangaande overlevingstechnieken
  • Kennis van uitrusting- en reddingsmateriaal
  • Kennis van reddingsprocedures
  • Kennis van plaatsbepalend noodmateriaal en noodcommunicatie
  • Kennis van schoonmaaktechnieken
  • Kennis van schoonmaakmiddelen en – materialen
  • Kennis van wastechnieken
  • Kennis van eigen administratie
  • Kennis van BLS

Cognitieve vaardigheden

  • Communiceert efficiënt met alle actoren
  • Gebruikt vakterminologie ook in het Engels
  • Wisselt informatie uit met alle actoren
  • Rapporteert aan de leidinggevende indien nodig
  • Werkt efficiënt samen met andere actoren
  • Stelt zich flexibel op (verandering van bemanningsleden)
  • Volgt aanwijzingen van leidinggevende(n) op
  • Handelt volgens inzicht in de organisatie
  • Respecteert de omgangsvormen
  • Handelt volgens de bedrijfseigen reglementering
  • Werkt ergonomisch
  • Werkt economisch
  • Werkt ecologisch
  • Past de bedrijfseigen procedures toe
  • Leert nieuwe opgelegde technieken en past ze toe
  • Ziet er op toe dat de bemanningsleden persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen aanwenden indien nodig
  • Respecteert rusttijden
  • Past de bedrijfseigen milieuvoorschriften toe
  • Houdt zich aan de richtlijnen voor beveiliging
  • Staat op uitkijk
  • Identificeert gebeurtenissen (hindernissen, brand, aanvaringskoers, …) en meldt deze aan de wachtoverste
  • Ondersteunt bij het af- of aanmeren onder toezicht
  • Staat op uitkijk voor de wachtoverste bij het uitvoeren van de manoeuvres
  • Doet controlerondes in functie van de veiligheid
  • Neemt deel aan veiligheidsoefeningen (brand, schip verlaten, man over boord, stranding, aanvaring,…)
  • Meldt afwijkingen van de veiligheidsuitrusting aan de leidinggevende
  • Oefent de hem toegewezen taken vanuit de Monsterrol
  • Werkt volgens de vastgelegde procedures, richtlijnen en afspraken aangaande het hanteren van de veiligheidsuitrusting
  • Past het evacuatieplan toe
  • Volgt de brandprocedures
  • Neemt brandpreventiemaatregelen
  • Loopt brandrondes
  • Doet aan brandwacht
  • Positioneert het slachtoffer conform de voorschriften
  • Brengt het slachtoffer in veiligheid
  • Gebruikt locatiebepalingsapparaten en -technieken
  • Houdt zich aan de richtlijnen voor hygiëne en voedselveiligheid
  • Houdt de persoonlijke administratie (paspoort, vaarbevoegdheidsbewijs, medische keuring, …) in orde en houdt ze bij

Probleemoplossende vaardigheden

  • Werkt conform de procedures om het marien leefmilieu te beschermen tegen operationele en accidentele vervuiling
  • Herkent dreigingen en reageert gepast om de maritieme beveiliging te vrijwaren
  • Draagt bij tot het verbeteren van de maritieme beveiliging door alert te zijn
  • Herkent verdacht gedrag van bemanningsleden, nakende vaartuigen, …en rapporteert dit
  • Meldt het incident/accident aan de leidinggevende
  • Voert de urgentiemaatregelen uit
  • Blust de brand indien mogelijk
  • Brengt zichzelf in veiligheid
  • Controleert bloedingen
  • Neemt basisvoorzorgen bij shock
  • Past persoonlijke overlevingstechnieken toe in geval van schipbreuk
  • Gebruikt overlevingsmateriaal en technieken
  • Coördineert het overleven op zee in de reddingsboot in geval van schipbreuk

Motorische vaardigheden

  • Gebruikt interne communicatiemiddelen
  • Verzorgt de persoonlijke hygiëne en zorgt voor een verzorgd voorkomen
  • Past de kledij aan conform de taakuitvoering
  • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Sorteert afval en voert het af volgens de procedures
  • Stockeert gevaarlijke en ontvlambare producten volgens de procedures
  • Recupereert materialen conform de procedures
  • Verwerkt afvalstoffen en reststoffen
  • Stuurt het schip onder toezicht van de wachtoverste
  • Houdt zich aan de stuurinstructies
  • Gebruikt nautische hulpmiddelen
  • Bereidt onder toezicht de uitrusting van het schip voor op aanmeren, afmeren en slepen
  • Hanteert bij het aan- en afmeren trossen,… onder toezicht
  • Ondersteunt bij het vastmaken en losmaken van te slepen of assisteren van vaartuigen
  • Houdt de werkplek ordelijk
  • Oefent het gebruik van het veiligheidsmateriaal
  • Oefent EHBO
  • Draagt beschermings- en reddingsmateriaal
  • Hanteert de branduitrusting volgens de richtlijnen
  • Past BLS toe
  • Voert basishandelingen uit bij brandwonden en ongevallen door elektriciteit
  • Gebruikt het materiaal uit de EHBO-koffer
  • Legt eerste hulp verbanden aan
  • Bedient de hulpverleningsboot en het reddingsvaartuig bij het te water laten en de reddingsactie
  • Gebruikt positiebepalend noodmateriaal en noodcommunicatie
  • Reinigt de accommodatie
  • Voert het was- en droogproces van textiel machinaal uit

Omgevingscontext

  • De scheepvaart kent veel nationale en internationale reglementeringen, normen, aanbevelingen waaraan voldaan moet worden
  • Dit beroep wordt uitgeoefend in het maritiem milieu. De activiteiten kunnen overal op het schip plaatsvinden
  • Dit beroep wordt uitgeoefend met flexibele werktijden, in shift (volcontinu, tijdens de nachts, het weekend en tijdens feestdagen)
  • De tijd aan boord wordt contractueel overeengekomen
  • Dit beroep wordt uitgeoefend in teamverband, waarbij de nodige flexibiliteit belangrijk is om zich aan te passen aan wijzigingen van planning, omgeving, weersomstandigheden en soort lading
  • Het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen is verplicht
  • Het respecteren van tijdschema’s is noodzakelijk voor bepaalde opdrachten
  • De situatie aan boord kan het dragen van lasten en werken in moeilijke houdingen en omstandigheden impliceren
  • Dit beroep houdt in dat men zich 24 op 24 u aan boord bevindt waarbij men moet kunnen leven en werken op een beperkte oppervlakte en dit gedurende een langere periode waarbij een continu contact met de teamleden (verschillende nationaliteiten, culturen, karakters , …) onontbeerlijk is
  • Op een schip geldt een hiërarchische structuur die door alle teamleden gerespecteerd moet worden

Handelingscontext

  • De matroos moet steeds de veiligheids- en kwaliteitsvoorschriften respecteren
  • De matroos gaat op constructieve en transparante wijze informatie uitwisselen met de andere bemanningsleden
  • De matroos kan zich aanpassen en flexibel opstellen bij wisselende omgevingsfactoren en werkzaamheden
  • De matroos moet zorgvuldig voorbereidingen treffen en gebruik maken van materieel en materiaal voor het slepen, af-en aanmeren, … van het schip
  • De matroos dient planmatig te denken en zijn taken te organiseren
  • De matroos moet aandacht hebben voor de voedselveiligheid en hygiëne
  • De matroos kan gericht reageren bij gevaarlijke situaties (zoals storm, man-over-boord , …)
  • De matroos draagt persoonlijke beschermingskledij
  • De matroos moet bijblijven met de ontwikkelingen binnen de sector, dit vergt leergierigheid en het volgen van (verplichte) opleidingen
  • De matroos loopt wacht

Autonomie

Is zelfstandig in
  • Het uitvoeren van beroepsspecifieke handelingen conform de wettelijke* bepalingen
  • Het voorbereiden, uitvoeren en controleren van de opgelegde werkzaamheden
  • Het sorteren en stockeren van afval
  • Het toepassen van het veiligheidsplan conform de procedures
Is gebonden aan
  • De door de regelgeving beschreven beroepsspecifieke competenties
  • De werkopdracht en tijdsplanning
  • Veiligheids-, gezondheids-, kwaliteits- en milieuvoorschriften
  • Instructies en afspraken met betrekking tot de eigen werkzaamheden
  • Instructies met betrekking tot het zeewaardig maken van het materieel
  • Instructies met betrekking tot het wacht lopen op de brug
  • Instructies met betrekking tot het besturen van het schip
  • De nationale en internationale wetgeving
  • De bedrijfseigen reglementering
Doet beroep op
  • De bemanningsleden voor het ondersteunen van de activiteiten
  • De leidinggevende voor de werkopdracht, gegevens, melden van problemen, gevaarlijke situaties en bijkomende instructies, DPA , …
* "STCW-Verdrag" : het Internationaal Verdrag betreffende de normen voor zeevarenden inzake opleiding, brevettering en wachtdienst, opgemaakt te Londen op 7 juli 1978 en goedgekeurd bij de wet van 16 augustus 1982;

Verantwoordelijkheid

  • Werkt in teamverband
  • Handelt volgens de bedrijfseigen reglementering
  • Werkt met oog voor kwaliteit
  • Ondersteunt bij de uitvoering van de maatregelen om het marien leefmilieu te beschermen
  • Draagt bij tot de maritieme beveiliging
  • Staat op uitkijk en meldt eventuele gebeurtenissen op het traject
  • Ondersteunt bij het vastmaken van schepen, aan- en afmeren,…
  • Ondersteunt bij het onderhoud van het schip
  • Hanteert de veiligheidsuitrusting en -procedures volgens de richtlijnen en oefent de veiligheidsprocedures op het schip
  • Waarschuwt de leidinggevende bij incidenten/accidenten en voert de urgentiemaatregelen uit
  • Doet aan brandpreventie en brandbestrijding
  • Voert EHBO uit
  • Gebruikt en bedient reddingsvaartuigen en hulpverleningsboten onder supervisie van de officier
  • Past persoonlijke overlevingstechnieken toe
  • Helpt bij het uitvoeren van de huishoudelijke taken
  • Volgt de eigen administratie op

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Voor de beroepsuitoefening van ‘Matroos STCW II/4’ is het beschikken van volgende attesten en/of voldoen aan volgende voorwaarden wettelijk verplicht:
  • Vaarbevoegdheidsbewijs zoals bepaald in Koninklijk besluit inzake vaarbevoegdheidsbewijzen voor zeevarenden (24 mei 2006)