Skip to Main Content
 

Beroepskwalificatie

Bouwplaatsmachinist

 
BK-0116-3
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Bouwplaatsmachinist

Deze benaming wordt gebruikt in het beroepscompetentieprofiel van het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid fvb - ffc constructiv. Deze benaming wordt algemeen gebruikt door de sector. De Competent-fiche van SERV (F161101) gebruikt de benaming ‘Bestuurder van bouwplaatsmachines (m/v)’. De Competent-fiche geeft ook andere benamingen aan zoals ‘Bestuurder van bouwmachines’, ‘Bestuurder van machines voor openbare werken’, …

Definitie

Een bouwplaatsmachinist bestuurt en bedient een bouwplaatsmachine teneinde graafwerken, grondverzet, verdichtingen, kleine hijsopdrachten en/of verplaatsingen van materialen (aarde, grint, rotsen, stenen, zand, geprefabriceerde bouwelementen, buizen,…) uit te voeren op bouwplaatsen.

Niveau (VKS en EQF)

4

Deelkwalificaties

De beroepskwalificatie 'Bouwplaatsmachinist' omvat de volgende deelkwalificatie(s)
  • 'Bestuurder van een wiellader' (BK-0116-3-DBK-01) die bestaat uit de competentie(s) 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 18 en 19.
  • 'Bestuurder van een graafmachine' (BK-0116-3-DBK-02) die bestaat uit de competentie(s) 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18 en 19.
  • 'Bestuurder van een bulldozer' (BK-0116-3-DBK-03) die bestaat uit de competentie(s) 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 14 en 19.
  • 'Bestuurder van een dumper' (BK-0116-3-DBK-04) die bestaat uit de competentie(s) 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 11 en 19.

Jaar van erkenning

versie 3, 2019

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Werkt in teamverband
    • Communiceert effectief en efficiënt
    • Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
    • Rapporteert aan leidinggevenden
    • Werkt efficiënt samen met collega's
    • Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
    • Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, …)
    • Communiceert tijdens de werkopdracht (met seinen en/of radio)
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van communicatietechnieken
    • Kennis van vakterminologie
    • Kennis van het gebruik van communicatiemiddelen
    • Kennis van de genormaliseerde hand- en armseinen
  • Competentie 2:
    Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
    • Herkent en signaleert gevaarlijke situaties, neemt gepaste maatregelen bij ongelukken en meldt ongevallen en incidenten volgens interne procedures
    • Herkent, voorkomt en beschermt tegen specifieke risico’s
    • Maakt onderscheid tussen gevaarlijk en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
    • Vraagt om informatie in geval van twijfel over afvalstoffen
    • Sorteert afval volgens de richtlijnen
    • Herkent asbesthoudende producten en reageert passend
    • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
    • Werkt ergonomisch
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Past de voorschriften met betrekking tot netheid en hygiëne toe
    • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
    • Rijdt en werkt zuinig en defensief met een bouwplaatsmachine op de werkplek
    • Evalueert zijn eigen werkzaamheden kwalitatief en kwantitatief, en stuurt desnoods bij
    • Meldt problemen aan de verantwoordelijke
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van gevaren bij de werkzaamheden (instabiliteit van de ondergrond of de machine, aanwezigheid van boven- en ondergrondse leidingen, kabels, buizen, vallende brokstukken, …)
    • Kennis van specifieke risico’s van gevaarlijke en schadelijke stoffen (cement en hulpstoffen, kwartsstof, asbesthoudende producten, …), elektriciteit, lawaai, trillingen, brand, explosies, …
    • Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten (o.a. asbest, bodemsanering, …)
    • Kennis van elektrisch-, pneumatisch- en handgereedschap
    • Kennis veiligheids-, gezondheids-, hygiëne-, milieu- en welzijnsvoorschriften
    • Kennis van ergonomische hef- en til-technieken
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van controle- en meetmethoden en –instrumenten
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
    • Kennis van de principes van ecodriving en defensief rijden
  • Competentie 3:
    Organiseert zijn werkplek veilig en ordelijk
    • Organiseert zijn werkplaats rekening houdend met een logische werkvolgorde
    • Richt de werkplaats (ergonomisch) in
    • Plaatst de signalisatie en brengt waarschuwingstekens aan
    • Houdt de werkplek schoon
    • Bergt de eigen gereedschappen en hulpmiddelen op
    • Gebruikt collectieve beschermingsmiddelen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van opslag- en stapeltechnieken
    • Kennis van (interne) transportmiddelen
    • Kennis van signalisatievoorschriften
  • Competentie 4:
    Gebruikt stromen duurzaam en beperkt geluidshinder
    • Gebruikt water voor taken en schoonmaak efficiënt
    • Gebruikt machines en gereedschappen efficiënt
    • Beperkt het lawaai: implementeert preventiemaatregelen voor omgeving
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van een geoptimaliseerd verbruik en recuperatie van water, materialen en energie
  • Competentie 5:
    Vervult administratieve taken
    • Vult werkblad en andere administratieve documenten in
    • Bewaart en let op de aanwezigheid van keuringsdocumenten
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van werkdocumenten,een werkblad en andere administratieve documenten: persoonlijke documenten, boorddocumenten en machine-instructieboek
    • Kennis van de eisen en verantwoordelijkheden bij het uitvoeren van een veiligheidsfunctie
    • Kennis van het toepassingsgebied en de geldigheid van vergunningen en keuringen
    • Kennis van de reglementering inzake speciale controles door erkende controleorganismen.
  • Competentie 6:
    Bereidt de werkzaamheden met een bouwplaatsmachine voor
    • Ontvangt en begrijpt de uit te voeren opdracht
    • Verzamelt de nodige documenten voor de opdracht
    • Overlegt over de voorbereiding, uitvoering en afwerking van de opdracht
    • Kiest de geschikte machine en machine-uitrusting of past deze aan
    • Brengt de bouwplaatsmachine in werkpositie
    • Controleert of er zich binnen de werkzone geen voorwerpen, hoogspanningskabels of ander hindernissen bevinden
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van functionele berekeningen
    • Kennis van de bouwplaatsorganisatie
    • Kennis van de karakteristieken, de toepassingen en de voor- en nadelen van diverse aandrijvingen: rupsen en banden
    • Kennis van de verschillende uitrustingen voor de verschillende werkfuncties (graven, grijpen, hijsen, duwen, laden,…)
    • Kennis van de technieken voor het aanbrengen van de hulp- en uitrustingsstukken
    • Kennis van de eisen aan opstelplaatsen: horizontaal, stabiel, vaste grond, vrij van obstakels en buiten de verkeerscirculatie
    • Kennis van de invloed van de werkfunctie op de opstelling
    • Kennis van preventiemaatregelen tegen het risico op omkantelen
    • Kennis van de diverse bouwplaatsmachines en hun karakteristieken, meer bepaald hun wendbaarheid, verplaatsbaarheid, kracht, graaf- en laadvermogen, type en bereik van gieken
    • Grondige kennis van de draagkracht van de ondergrond en de bodemgesteldheid
    • Grondige kennis van de risico’s en preventiemaatregelen bij het werken in de buurt van uitgravingen, oevers, grachten, stapels, de aanwezigheid van mensen, verkeer, boven- en ondergrondse leidingen, kabels, buizen en andere obstakels
  • Competentie 7:
    Voert dagelijkse controles en onderhoud van de bouwplaatsmachine uit
    • Controleert de bouwplaatsmachine voor ingebruikname
    • Voert dagelijks onderhoud uit
    • Voert kleine herstellingen uit
    • Signaleert defecten
    • Signaleert de nood tot specifieke controles, herstellingen en onderhoud
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van technologie van hydraulische, pneumatische en elektrische systemen, dieselmotoren en bewegingsoverbrenging
    • Kennis van de start- en stopprocedures
    • Kennis van de normale werkingstoestand van de machine
    • Kennis van de positie en de werkingsnorm (normale peil) van elementen als motoroliepeil, oliepeil van hydraulische kringloop, koelvloeistofpeil, banden- of rupsspanning, brandstofpeil, luchtfilter, …
    • Kennis van de onderdelen waarbij zich op korte of lange termijn slijtageverschijnselen voordoen
    • Kennis van de technieken, de producten en het materieel gebruikt bij klein onderhoud
    • Kennis van de preventieve veiligheids- en milieumaatregelen bij tanken en de maatregelen bij vervuiling door tanken of lekken
    • Kennis van wie voor welke herstellingen verantwoordelijk is
    • Kennis van het werkblad en meer specifiek de rubriek “defecten”
    • Grondige kennis van de onderdelen van de bouwplaatsmachine, de bedienings- en besturingsmechanismen (hendels, pedalen, instrumenten) en hun respectievelijke functies
  • Competentie 8:
    Plaatst bouwplaatsmachines op een dieplader (graafmachine, wiellader, bulldozer, dumper)
    • Rijdt een dieplader op en af
    • Zekert de bouwplaatsmachine op een dieplader
    • Voorziet de nodige signalisatie
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de reglementering voor ladingzekeren
    • Kennis van wettelijke beperkingen bij (uitzonderlijk) vervoer over de openbare weg
    • Kennis van signalisatievoorschriften
  • Competentie 9:
    Bedient GPS of boordcomputer
    • Gebruikt GPS-machinebesturing of boordcomputer
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van planlezen
    • Kennis van de toepassingsmogelijkheden van GPS-machinebesturing bij grondverzet en graafwerken
    • Kennis van de bediening van een GPS
  • Competentie 10:
    Voert grondverzet en, indien van toepassing, graafwerken uit
    • Bedient de bouwplaatsmachine
    • Maakt het terrein bouwrijp
    • Graaft uit en graaft, indien van toepassing, af
    • Aardt de oppervlakte of uitgraving aan
    • Hoogt terreinen op
    • Verdicht gronden
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van karakteristieken van de bouwplaatsmachine, meer bepaald de wendbaarheid, verplaatsbaarheid, kracht, graaf- en laadvermogen en indien van toepassing type en bereik van gieken
    • Kennis van het doel en de betekenis van de topografische aanduidingen
    • Kennis van de toepassingsmogelijkheden van GPS-machinebesturing bij grondverzet en graafwerken
    • Grondige kennis van de onderdelen van de bouwplaatsmachine, de bedienings- en besturingsmechanismen (hendels, pedalen, instrumenten) en hun respectievelijke functies
  • Competentie 11:
    Vervoert het materiaal op de werf
    • Stelt de bouwplaatsmachine zo efficiënt mogelijk op voor het laden van het materiaal
    • Heft het materiaal zo efficiënt mogelijk op
    • Vervoert het materiaal/de ladingen
    • Stort de lading
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van karakteristieken van de bouwplaatsmachine, meer bepaald de wendbaarheid, verplaatsbaarheid, kracht, graaf- en laadvermogen en indien van toepassing type en bereik van gieken
    • Kennis van de laadcapaciteit van een bouwplaatsmachine
    • Kennis van de optimale zwenkhoek bij het vullen van een dumper / vrachtwagen / kipkar
    • Kennis van de optimale positie van een dumper / vrachtwagen / kipkar bij het laden
  • Competentie 12:
    Graaft sleuven en bouwputten
    • Graaft op basis van plaatsaanduiding
    • Graaft om hindernissen (o.m. nutsvoorzieningen) heen
    • Vult de sleuf of bouwput terug op
    • Nivelleert opgevulde sleuven of putten
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van karakteristieken van de bouwplaatsmachine, meer bepaald de wendbaarheid, verplaatsbaarheid, kracht, graaf- en laadvermogen en indien van toepassing type en bereik van gieken
    • Kennis van verschillende taludprofielen en profielen van sleuven en bouwputten
    • Kennis van de aanduidingen van nutsleidingen
    • Kennis van de opgelegde afmetingen en toegestane afwijkingen bij graaf- en nivelleerwerken
    • Kennis van nivellerings- en verdichtingseisen in het lastenkohier
  • Competentie 13:
    Voert graafwerken voor rioleringen uit
    • Graaft op basis van plaatsaanduiding
    • Graaft om hindernissen heen (o.m. nutsvoorzieningen)
    • Plaatst indien nodig beschoeiingen
    • Voert schoringen uit
    • Vult de rioleringssleuven terug op
    • Nivelleert opgevulde sleuven of putten
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van karakteristieken van de bouwplaatsmachine, meer bepaald de wendbaarheid, verplaatsbaarheid, kracht, graaf- en laadvermogen en indien van toepassing type en bereik van gieken
    • Kennis van de opgelegde afmetingen en toegestane afwijkingen bij graaf- en nivelleerwerken
    • Kennis van nivellerings- en verdichtingseisen in het lastenkohier
    • Kennis van specifieke schoringstechnieken / beschoeiing bij het uitvoeren van rioleringswerken
    • Kennis van de gepaste werkvolgorde bij rioleringen
  • Competentie 14:
    Profileert het bouwterrein
    • Zet taludprofielen uit
    • Graaft taluds af volgens profiel
    • Schoont sloten op
    • Nivelleert met de bouwplaatsmachine
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van verschillende taludprofielen en profielen van sleuven en bouwputten
    • Kennis van de toepassingsmogelijkheden van GPS-machinebesturing bij grondverzet en graafwerken
    • Kennis van de opgelegde afmetingen en toegestane afwijkingen bij graaf- en nivelleerwerken
  • Competentie 15:
    Voert sloop- en afbraakwerken uit met de bouwplaatsmachine in overleg met de bouwplaatsleiding
    • Richt de aangepaste werkzone in en onderhoudt deze
    • Maakt gebruik van specifieke uitrusting (sloopsorteergrijper, pneumatische hamer, …)
    • Voert sloop- en afbraakwerken uit
    • Sorteert en stockeert oordeelkundig sloopafval volgens de richtlijnen
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van specifieke risico’s van gevaarlijke en schadelijke stoffen (cement en hulpstoffen, kwartsstof, asbesthoudende producten, …), elektriciteit, lawaai, trillingen, brand, explosies, …
    • Kennis van de bijzondere uitvoeringstechnieken eigen aan afbraakwerken
    • Kennis van inzichten in stabiliteit
  • Competentie 16:
    Slaat lasten aan met de bouwplaatsmachine bij hijswerkzaamheden
    • Controleert lasten op zichtbare gebreken
    • Controleert of een last opgetild kan worden
    • Kiest de hijsuitrusting
    • Controleert het hijsgereedschap
    • Slaat de lasten veilig aan
    • Balanceert de last uit
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de wettelijke vereisten voor hijstoestellen
    • Kennis van de lastentabel van machines die voor hijswerk ingezet worden
    • Kennis van keuze en gebruik van hijsmateriaal
  • Competentie 17:
    Voert hijswerkzaamheden uit met de bouwplaatsmachine
    • Bedient de bouwplaatsmachine met het oog op hijswerk
    • Bepaalt de plaats waar de elementen moeten komen
    • Plaatst elementen met een minimum aan uitzwaaien
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de wettelijke vereisten voor hijstoestellen
    • Kennis van de lastentabel van machines die voor hijswerk ingezet worden
    • Grondige kennis van de onderdelen van de bouwplaatsmachine, de bedienings- en besturingsmechanismen (hendels, pedalen, instrumenten) en hun respectievelijke functies
  • Competentie 18:
    Laadt het materiaal met een bouwplaatsmachine
    • Stelt de bouwplaatsmachine op en laadt het materiaal zo efficiënt mogelijk in een dumper / vrachtwagen / kipkar
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van karakteristieken van de bouwplaatsmachine, meer bepaald de wendbaarheid, verplaatsbaarheid, kracht, graaf- en laadvermogen en indien van toepassing type en bereik van gieken
    • Kennis van de laadcapaciteit van een dumper / vrachtwagen / kipkar
    • Kennis van de optimale zwenkhoek bij het vullen van een dumper / vrachtwagen / kipkar
    • Kennis van de optimale positie van een dumper / vrachtwagen / kipkar bij het laden
    • Kennis van de procedures om een vastgeraakt voertuig los te maken met oog op het voorkomen van beschadiging en het niet nodeloos laten slepen door een andere machine
  • Competentie 19:
    Rondt de werkzaamheden uitgevoerd met de bouwplaatsmachine af
    • Parkeert de bouwplaatsmachine
    • Zet de bouwplaatsmachine stop en schakelt de besturing uit
    • Verlaat de bedieningspost
    • Laat de bouwplaatsmachine veilig achter of maakt ze klaar voor de terugweg
    • Reinigt de bouwplaatsmachine
    • Laat de werkplaats proper achter
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de eisen aan opstelplaatsen: horizontaal, stabiel, vaste grond, vrij van obstakels en buiten de verkeerscirculatie
    • Kennis van de start- en stopprocedures
    • Kennis van de technieken, de producten en het materieel gebruikt bij reiniging

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van opslag- en stapeltechnieken
  • Kennis van communicatietechnieken
  • Kennis van controle- en meetmethoden en –instrumenten
  • Kennis van de aanduidingen van nutsleidingen
  • Kennis van de bediening van een GPS
  • Kennis van de bijzondere uitvoeringstechnieken eigen aan afbraakwerken
  • Kennis van de bouwplaatsorganisatie
  • Kennis van de diverse bouwplaatsmachines en hun karakteristieken, meer bepaald hun wendbaarheid, verplaatsbaarheid, kracht, graaf- en laadvermogen, type en bereik van gieken
  • Kennis van de eisen aan opstelplaatsen: horizontaal, stabiel, vaste grond, vrij van obstakels en buiten de verkeerscirculatie
  • Kennis van de eisen en verantwoordelijkheden bij het uitvoeren van een veiligheidsfunctie
  • Kennis van de genormaliseerde hand- en armseinen
  • Kennis van de gepaste werkvolgorde bij rioleringen
  • Kennis van de invloed van de werkfunctie op de opstelling
  • Kennis van de karakteristieken, de toepassingen en de voor- en nadelen van diverse aandrijvingen: rupsen en banden
  • Kennis van de laadcapaciteit van een bouwplaatsmachine
  • Kennis van de laadcapaciteit van een dumper / vrachtwagen / kipkar
  • Kennis van de lastentabel van machines die voor hijswerk ingezet worden
  • Kennis van de normale werkingstoestand van de machine
  • Kennis van de onderdelen waarbij zich op korte of lange termijn slijtageverschijnselen voordoen
  • Kennis van de opgelegde afmetingen en toegestane afwijkingen bij graaf- en nivelleerwerken
  • Kennis van de optimale positie van een dumper / vrachtwagen / kipkar bij het laden
  • Kennis van de optimale zwenkhoek bij het vullen van een dumper / vrachtwagen / kipkar
  • Kennis van de positie en de werkingsnorm (normale peil) van elementen als motoroliepeil, oliepeil van hydraulische kringloop, koelvloeistofpeil, banden- of rupsspanning, brandstofpeil, luchtfilter, …
  • Kennis van de preventieve veiligheids- en milieumaatregelen bij tanken en de maatregelen bij vervuiling door tanken of lekken
  • Kennis van de principes van ecodriving en defensief rijden
  • Kennis van de procedures om een vastgeraakt voertuig los te maken met oog op het voorkomen van beschadiging en het niet nodeloos laten slepen door een andere machine
  • Kennis van de reglementering inzake speciale controles door erkende controleorganismen.
  • Kennis van de reglementering voor ladingzekeren
  • Kennis van de start- en stopprocedures
  • Kennis van de technieken, de producten en het materieel gebruikt bij klein onderhoud
  • Kennis van de technieken, de producten en het materieel gebruikt bij reiniging
  • Kennis van de technieken voor het aanbrengen van de hulp- en uitrustingsstukken
  • Kennis van de toepassingsmogelijkheden van GPS-machinebesturing bij grondverzet en graafwerken
  • Kennis van de verschillende uitrustingen voor de verschillende werkfuncties (graven, grijpen, hijsen, duwen, laden,…)
  • Kennis van de wettelijke vereisten voor hijstoestellen
  • Kennis van een geoptimaliseerd verbruik en recuperatie van water, materialen en energie
  • Kennis van elektrisch-, pneumatisch- en handgereedschap
  • Kennis van ergonomische hef- en til-technieken
  • Kennis van functionele berekeningen
  • Kennis van gevaren bij de werkzaamheden (instabiliteit van de ondergrond of de machine, aanwezigheid van boven- en ondergrondse leidingen, kabels, buizen, vallende brokstukken, …)
  • Kennis van het doel en de betekenis van de topografische aanduidingen
  • Kennis van het gebruik van communicatiemiddelen
  • Kennis van het toepassingsgebied en de geldigheid van vergunningen en keuringen
  • Kennis van het werkblad en meer specifiek de rubriek “defecten”
  • Kennis van (interne) transportmiddelen
  • Kennis van inzichten in stabiliteit
  • Kennis van karakteristieken van de bouwplaatsmachine, meer bepaald de wendbaarheid, verplaatsbaarheid, kracht, graaf- en laadvermogen en indien van toepassing type en bereik van gieken
  • Kennis van keuze en gebruik van hijsmateriaal
  • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
  • Kennis van nivellerings- en verdichtingseisen in het lastenkohier
  • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Kennis van planlezen
  • Kennis van preventiemaatregelen tegen het risico op omkantelen
  • Kennis van signalisatievoorschriften
  • Kennis van specifieke risico’s van gevaarlijke en schadelijke stoffen (cement en hulpstoffen, kwartsstof, asbesthoudende producten, …), elektriciteit, lawaai, trillingen, brand, explosies, …
  • Kennis van specifieke schoringstechnieken / beschoeiing bij het uitvoeren van rioleringswerken
  • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
  • Kennis van technologie van hydraulische, pneumatische en elektrische systemen, dieselmotoren en bewegingsoverbrenging
  • Kennis van vakterminologie
  • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
  • Kennis van verschillende taludprofielen en profielen van sleuven en bouwputten
  • Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten (o.a. asbest, bodemsanering, …)
  • Kennis van werkdocumenten,een werkblad en andere administratieve documenten: persoonlijke documenten, boorddocumenten en machine-instructieboek
  • Kennis van wettelijke beperkingen bij (uitzonderlijk) vervoer over de openbare weg
  • Kennis van wie voor welke herstellingen verantwoordelijk is
  • Kennis veiligheids-, gezondheids-, hygiëne-, milieu- en welzijnsvoorschriften
  • Grondige kennis van de draagkracht van de ondergrond en de bodemgesteldheid
  • Grondige kennis van de onderdelen van de bouwplaatsmachine, de bedienings- en besturingsmechanismen (hendels, pedalen, instrumenten) en hun respectievelijke functies
  • Grondige kennis van de risico’s en preventiemaatregelen bij het werken in de buurt van uitgravingen, oevers, grachten, stapels, de aanwezigheid van mensen, verkeer, boven- en ondergrondse leidingen, kabels, buizen en andere obstakels

Cognitieve vaardigheden

  • Bepaalt de plaats waar de elementen moeten komen
  • Beperkt het lawaai: implementeert preventiemaatregelen voor omgeving
  • Bewaart en let op de aanwezigheid van keuringsdocumenten
  • Communiceert effectief en efficiënt
  • Communiceert tijdens de werkopdracht (met seinen en/of radio)
  • Controleert de bouwplaatsmachine voor ingebruikname
  • Controleert het hijsgereedschap
  • Controleert lasten op zichtbare gebreken
  • Controleert of een last opgetild kan worden
  • Controleert of er zich binnen de werkzone geen voorwerpen, hoogspanningskabels of ander hindernissen bevinden
  • Evalueert zijn eigen werkzaamheden kwalitatief en kwantitatief, en stuurt desnoods bij
  • Gebruikt collectieve beschermingsmiddelen
  • Gebruikt GPS-machinebesturing of boordcomputer
  • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Graaft om hindernissen (o.m. nutsvoorzieningen) heen
  • Graaft op basis van plaatsaanduiding
  • Heft het materiaal zo efficiënt mogelijk op
  • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
  • Kiest de geschikte machine en machine-uitrusting of past deze aan
  • Kiest de hijsuitrusting
  • Laat de bouwplaatsmachine veilig achter of maakt ze klaar voor de terugweg
  • Maakt gebruik van specifieke uitrusting (sloopsorteergrijper, pneumatische hamer, …)
  • Maakt het terrein bouwrijp
  • Ontvangt en begrijpt de uit te voeren opdracht
  • Organiseert zijn werkplaats rekening houdend met een logische werkvolgorde
  • Overlegt over de voorbereiding, uitvoering en afwerking van de opdracht
  • Past de voorschriften met betrekking tot netheid en hygiëne toe
  • Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, …)
  • Rapporteert aan leidinggevenden
  • Richt de aangepaste werkzone in en onderhoudt deze
  • Richt de werkplaats (ergonomisch) in
  • Rijdt en werkt zuinig en defensief met een bouwplaatsmachine op de werkplek
  • Sorteert afval volgens de richtlijnen
  • Sorteert en stockeert oordeelkundig sloopafval volgens de richtlijnen
  • Stelt de bouwplaatsmachine zo efficiënt mogelijk op voor het laden van het materiaal
  • Verzamelt de nodige documenten voor de opdracht
  • Voert dagelijks onderhoud uit
  • Voert kleine herstellingen uit
  • Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
  • Voorziet de nodige signalisatie
  • Vult werkblad en andere administratieve documenten in
  • Werkt efficiënt samen met collega's
  • Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
  • Zekert de bouwplaatsmachine op een dieplader
  • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd

Probleemoplossende vaardigheden

  • Herkent asbesthoudende producten en reageert passend
  • Herkent en signaleert gevaarlijke situaties, neemt gepaste maatregelen bij ongelukken en meldt ongevallen en incidenten volgens interne procedures
  • Herkent, voorkomt en beschermt tegen specifieke risico’s
  • Maakt onderscheid tussen gevaarlijk en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
  • Meldt problemen aan de verantwoordelijke
  • Signaleert de nood tot specifieke controles, herstellingen en onderhoud
  • Signaleert defecten
  • Vraagt om informatie in geval van twijfel over afvalstoffen

Motorische vaardigheden

  • Aardt de oppervlakte of uitgraving aan
  • Balanceert de last uit
  • Bedient de bouwplaatsmachine
  • Bedient de bouwplaatsmachine met het oog op hijswerk
  • Bergt de eigen gereedschappen en hulpmiddelen op
  • Brengt de bouwplaatsmachine in werkpositie
  • Gebruikt machines en gereedschappen efficiënt
  • Gebruikt water voor taken en schoonmaak efficiënt
  • Graaft om hindernissen heen (o.m. nutsvoorzieningen)
  • Graaft op basis van plaatsaanduiding
  • Graaft taluds af volgens profiel
  • Graaft uit en graaft, indien van toepassing, af
  • Hoogt terreinen op
  • Houdt de werkplek schoon
  • Laat de werkplaats proper achter
  • Nivelleert met de bouwplaatsmachine
  • Nivelleert opgevulde sleuven of putten
  • Parkeert de bouwplaatsmachine
  • Plaatst de signalisatie en brengt waarschuwingstekens aan
  • Plaatst elementen met een minimum aan uitzwaaien
  • Plaatst indien nodig beschoeiingen
  • Reinigt de bouwplaatsmachine
  • Rijdt een dieplader op en af
  • Schoont sloten op
  • Slaat de lasten veilig aan
  • Stelt de bouwplaatsmachine op en laadt het materiaal zo efficiënt mogelijk in een dumper / vrachtwagen / kipkar
  • Stort de lading
  • Verdicht gronden
  • Verlaat de bedieningspost
  • Vervoert het materiaal/de ladingen
  • Voert schoringen uit
  • Voert sloop- en afbraakwerken uit
  • Vult de rioleringssleuven terug op
  • Vult de sleuf of bouwput terug op
  • Werkt ergonomisch
  • Zet de bouwplaatsmachine stop en schakelt de besturing uit
  • Zet taludprofielen uit

Omgevingscontext

  • De bouwsector kent veel reglementeringen, normen, aanbevelingen, codes van goede praktijk en technische voorlichtingsfiches inzake kwaliteit, veiligheid, gezondheid, hygiëne, welzijn, milieu en duurzaam bouwen.
  • De situatie op de werkplek kan het dragen van lasten, contact met gevaarlijke producten en werken in moeilijke houdingen en omstandigheden impliceren.
  • De werkopdracht en het eindresultaat wordt strikt afgebakend en er heersen in veel gevallen strikte deadlines, wat resultaatgerichtheid, stressbestendigheid, concentratie, flexibiliteit en doorzettingsvermogen vraagt.
  • De werkplek kan impliceren dat er in de nabijheid van boven- en ondergrondse leidingen, het verkeer en andere gevaarlijke situaties gewerkt moet worden.
  • Dit beroep wordt meestal in team uitgeoefend, waarbij de nodige flexibiliteit belangrijk is om zich aan te passen aan wijzigingen van planning, omgeving, en klimatologische omstandigheden.
  • Dit beroep wordt uitgeoefend op bouwplaatsen (woningbouw, utiliteitsbouw, bruggen- en wegen-, spoor- en waterbouw)

Handelingscontext

  • Aandacht hebben voor gevaarlijke situaties, veiligheidssignalisatie op de bouwplaats respecteren en PBM’s en CBM’s met zorg plaatsen, gebruiken en onderhouden.
  • Gedurende de werkzaamheden de omgeving en de bewegingen van de bouwplaatsmachine zeer oplettend opvolgen.
  • Gedurende de werkzaamheden informatie uitwisselen en duidelijke instructies geven.
  • Het bijblijven met de (technologische) ontwikkelingen binnen de sector vergt leergierigheid en het volgen van (verplichte) opleidingen.
  • Het werken in een veiligheidsfunctie betekent een verhoogde aandacht voor de veiligheid en gezondheid van andere werknemers van de onderneming of van ondernemingen van buitenaf.
  • Omzichtig omgaan met grondstoffen en producten, rekening houdend met veiligheids-, en milieuvoorschriften..
  • Oog hebben voor kwaliteit en de tevredenheid van de klant door met zorg, precisie en toewijding te werken.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het afronden van de werkzaamheden
  • het controleren of er in veilige omstandigheden kan gewerkt worden
  • het controleren van de kwaliteit en kwantiteit van zijn werk
  • het opstarten van de bouwplaatsmachine
  • het reinigen en onderhouden van de bouwplaatsmachine
  • het signaleren van defecten
  • het uitstippelen van de meest efficiënte route
  • het veilig achterlaten van de bouwplaatsmachine
  • het veilig bedienen van de bouwplaatsmachine
  • het veilig opstellen van een bouwplaatsmachine
  • het veilig, zuinig en defensief rijden met een bouwplaatsmachine
  • het vervullen van administratieve taken
Is gebonden aan
  • afspraken met betrekking tot zijn eigen werkzaamheden met collega’s en derden
  • een ontvangen werkopdracht en tijdsplanning
  • instructies van de leidinggevende
  • veiligheids- , gezondheids- , kwaliteits- en milieuvoorschriften, codes van goede praktijk, technische voorschriften, productfiches en verkeersregels
Doet beroep op
  • de leidinggevende voor de werkopdracht, gegevens, planning, leveringen, melden van problemen en gevaarlijke situaties en bijkomende instructies.
  • een meer bevoegd persoon indien hij een probleem niet opgelost krijgt of te maken krijgt met werkzaamheden die buiten zijn bevoegdheid vallen.
  • helpers op de bouwplaats bij het aanslaan en loskoppelen van lasten bij hijswerkzaamheden
  • (onderhouds)technieker en/of derden bij storingen, technische interventies, controles en/of onderhoud aan de bouwplaatsmachine

Verantwoordelijkheid

  • Bedient GPS of boordcomputer
  • Bereidt de werkzaamheden met een bouwplaatsmachine voor
  • Gebruikt stromen duurzaam en beperkt geluidshinder
  • Graaft sleuven en bouwputten
  • Laadt het materiaal met een bouwplaatsmachine
  • Organiseert zijn werkplek veilig en ordelijk
  • Plaatst bouwplaatsmachines op een dieplader (graafmachine, wiellader, bulldozer, dumper)
  • Profileert het bouwterrein
  • Rondt de werkzaamheden uitgevoerd met de bouwplaatsmachine af
  • Slaat lasten aan met de bouwplaatsmachine bij hijswerkzaamheden
  • Vervoert het materiaal op de werf
  • Vervult administratieve taken
  • Voert dagelijkse controles en onderhoud van de bouwplaatsmachine uit
  • Voert graafwerken voor rioleringen uit
  • Voert grondverzet en, indien van toepassing, graafwerken uit
  • Voert hijswerkzaamheden uit met de bouwplaatsmachine
  • Voert sloop- en afbraakwerken uit met de bouwplaatsmachine in overleg met de bouwplaatsleiding
  • Werkt in teamverband
  • Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Voor de beroepsuitoefening van ‘Bouwplaatsmachinist’ is het beschikken van volgende attesten en/of voldoen aan volgende voorwaarden wettelijk verplicht:
  • Gezondheidsbeoordeling voor het uitvoeren van een veiligheidsfunctie zoals bepaald in Codex over het welzijn op het werk. (BS 2 juni 2017)
Voor de deelkwalificatie ‘Bestuurder van een bulldozer’, gelden volgende wettelijke attesten en/of voorwaarden volgens bovenstaande categorisering:
  • Gezondheidsbeoordeling voor het uitvoeren van een veiligheidsfunctie zoals bepaald in Codex over het welzijn op het werk. (BS 2 juni 2017)
Voor de deelkwalificatie ‘Bestuurder van een dumper’, gelden volgende wettelijke attesten en/of voorwaarden volgens bovenstaande categorisering:
  • Gezondheidsbeoordeling voor het uitvoeren van een veiligheidsfunctie zoals bepaald in Codex over het welzijn op het werk. (BS 2 juni 2017)
Voor de deelkwalificatie ‘Bestuurder van een wiellader’, gelden volgende wettelijke attesten en/of voorwaarden volgens bovenstaande categorisering:
  • Gezondheidsbeoordeling voor het uitvoeren van een veiligheidsfunctie zoals bepaald in Codex over het welzijn op het werk. (BS 2 juni 2017)
Voor de deelkwalificatie ‘Bestuurder van een graafmachine’, gelden volgende wettelijke attesten en/of voorwaarden volgens bovenstaande categorisering:
  • Gezondheidsbeoordeling voor het uitvoeren van een veiligheidsfunctie zoals bepaald in Codex over het welzijn op het werk. (BS 2 juni 2017)