Skip to Main Content
 

Beroepskwalificatie

Elektromecanicien

 
BK-0024-3
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Elektromecanicien

In de industrie specifieert men het onderhoudsberoep op basis van het technisch subdomein:
- Elektromecanicien (wanneer zowel mechanische als elektrische systemen worden onderhouden)
- Onderhoudselektricien (wanneer de nadruk ligt op elektrische systemen)
- Onderhoudsmecanicien (wanneer de nadruk ligt op mechanische systemen)
- (Onderhouds)technicus industriële automatisering (wanneer vooral sturingen met de daarbij horende sensoren en actuatoren worden onderhouden)
- Onderhoudstechnicus (multidisciplinair onderhoud van industriële machines en/of installaties)

Definitie

Het plannen en uitvoeren van correctieve en preventieve acties teneinde de functionaliteit (prestaties, betrouwbaarheid, beschikbaarheid, veiligheid,…) van industriële machines, installaties of systemen te behouden en de verwachte levensduur ervan te verzekeren

Niveau (VKS en EQF)

4

Jaar van erkenning

versie 3, 2020

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Werkt in teamverband
    • Wisselt informatie uit met collega’s en gebruikers van de machine of installatie
    • Volgt aanwijzingen van collega’s van ondersteunende diensten
    • Volgt aanwijzingen op van verantwoordelijken
    • Rapporteert aan leidinggevenden
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis terminologie
  • Competentie 2:
    Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
    • Houdt zich aan de regels over veiligheid, gezondheid en milieu
    • Gaat zuinig om met materialen, gereedschappen, tijd en vermijdt verspilling
    • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten, materialen en gereedschappen
    • Werkt correct met hef- en hijswerktuigen volgens voorschriften
    • Sorteert afval en voert het af volgens de richtlijnen
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s) volgens de specifieke voorschriften
    • Neemt gepaste maatregelen volgens de veiligheidsvoorschriften bij ongevallen
    • Gebruikt gevaarlijke stoffen
    • Beoordeelt risico's met het oog op het nemen van de nodige voorzorgsmaatregelen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van gevaarlijke stoffen
    • Basiskennis van hef- en hijswerktuigen
    • Basiskennis van kwaliteitsnormen
    • Basiskennis van veiligheidsregels
    • Basiskennis van voorraadbeheer
    • Kennis van interne procedures inzake veiligheid, milieu en risicobeoordeling, machinerichtlijn, EMC-richtlijn
  • Competentie 3:
    Gebruikt machines en gereedschappen
    • Controleert de staat van machines en gereedschappen voor gebruik
    • Reinigt de machines en gereedschappen na gebruik
    • Controleert de machines en gereedschappen op zichtbare gebreken en degelijkheid na gebruik
    • Signaleert defecten of gebreken
    • Gebruikt machines en gereedschappen op een veilige en efficiënte manier
    • Gebruikt handgereedschap en draagbaar elektrisch gereedschap
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van hulpmiddelen (gereedschappen, vervangingscomponenten, onderhouds- en reinigingsproducten….) voor onderhoud
    • Kennis van visuele en auditieve kenmerken van slijtage en defecten
  • Competentie 4:
    Raadpleegt vaktechnische informatie in een vreemde taal
    • Raadpleegt handleidingen en lijsten van wisselstukken van de leverancier in het Engels of de taal van de fabrikant
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van het technisch Engels of de taal van de leverancier: raadplegen van technische documentatie
  • Competentie 5:
    Voert voorbereidende werkzaamheden uit rekening houdend met situationele elementen (in werking stellen, productiewijzigingen, ...) of de onderhoudshistoriek
    • Analyseert de vraag/ opdracht/probleem of storing
    • Verzamelt mondelinge en schriftelijke informatie door bevraging of het raadplegen van technische bronnen (handleidingen, schema’s, logboeken…)
    • Schat de omvang en de duur van de interventie in
    • Gaat na of alle werkzaamheden conform de technische plannen en afspraken uitgevoerd kunnen worden
    • Legt een werkvolgorde vast
    • Verzamelt gereedschappen en materialen
    • Houdt zich aan het onderhoudsplan en de onderhoudsrichtlijnen en -procedures
    • Stelt de machine of installatie in veiligheid
    • Beveiligt de machine tegen ongecontroleerd herinschakelen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis terminologie
    • Basiskennis van veiligheidsregels
    • Kennis van de productspecificaties van producten geproduceerd op machines of installaties die gebruikt worden in het bedrijf of de sector
    • Kennis van systeem- en bedrijfsspecifieke onderhoudsinstructies
  • Competentie 6:
    Vult opvolgdocumenten van de werkzaamheden in en geeft de informatie door aan de betrokken dienst
    • Gebruikt onderhoudsspecifieke beheerssoftware (machinegebonden en dienstgebonden)
    • Houdt gegevens bij over het verloop van de werkzaamheden
    • Houdt gegevens bij over de vaststellingen tijdens het onderhoud (de aard van de storing, afwijking, het tijdstip, de oplossing,…)
    • Houdt gegevens bij over het gebruik van materiaal
    • Rapporteert aan zijn leidinggevende en/of de betrokken dienst
    • Gebruikt kantoorsoftware (tekstverwerking, rekenblad,...)
    • Adviseert gebruikers met het oog op het correct gebruik van de machines en het voorkomen van storingen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van kantoorsoftware
    • Kennis van algemene en bedrijfsspecifieke opvolgsystemen
    • Kennis van de productspecificaties van producten geproduceerd op machines of installaties die gebruikt worden in het bedrijf of de sector
  • Competentie 7:
    Controleert de werking van het materiaal, de instrumentengegevens (druk, debiet, temperatuur, ...) en de kritieke slijtagepunten, smeringspunten, ...
    • Gebruikt zintuigen om afwijkingen in de werking en staat van de machine op te sporen
    • Gebruikt meetinstrumenten om slijtage of afwijkingen te detecteren
    • Beoordeelt de slijtage of afwijking van de onderdelen aan de hand van onderhoudsdocumentatie
    • Rapporteert de vaststellingen van de schade
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van algemene en bedrijfsspecifieke opvolgsystemen
    • Kennis van de werking van de machines of installaties die gebruikt worden in het bedrijf of de sector
    • Kennis van meetgereedschappen voor elektrisch en mechanisch onderhoud
    • Kennis van meetmethoden
    • Kennis van meettechniek in het kader van onderhoudswerkzaamheden
    • Kennis van visuele en auditieve kenmerken van slijtage en defecten
  • Competentie 8:
    Onderhoudt de systemen preventief aan de hand van een voorgelegde takenkaart
    • Houdt zich aan het preventief onderhoudsplan en de onderhoudsrichtlijnen
    • Voert preventieve onderhoudsacties uit zoals reinigen, smeren, onderdelen vervangen en vloeistofreservoirs bijvullen,…
    • Merkt de nood aan correctief onderhoud op
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van hulpmiddelen (gereedschappen, vervangingscomponenten, onderhouds- en reinigingsproducten….) voor onderhoud
    • Kennis van systeem- en bedrijfsspecifieke onderhoudsinstructies
    • Kennis van visuele en auditieve kenmerken van slijtage en defecten
  • Competentie 9:
    Lokaliseert en diagnosticeert een defect of storing
    • Controleert de installatie visueel en auditief en beoordeelt de staat van onderdelen
    • Gebruikt meetinstrumenten (multimeter, schuifmaat, ampèretang, aardingstester, temperatuurmeter, drukmeter...)
    • Gebruikt software om defecten op te sporen
    • Interpreteert foutcodes op displays van deelsystemen
    • Sluit mogelijke oorzaken van fouten één voor één uit
    • Lokaliseert de storing door het combineren van informatie
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de werking van de machines of installaties die gebruikt worden in het bedrijf of de sector
    • Kennis van diagnosetechnieken
    • Kennis van meetmethoden
    • Kennis van meettechniek in het kader van onderhoudswerkzaamheden
    • Kennis van visuele en auditieve kenmerken van slijtage en defecten
  • Competentie 10:
    Vervangt, herstelt en test de defecte mechanische, pneumatische hydraulische en elektrische onderdelen en stelt ze af
    • Beoordeelt de schade
    • Beslist tot herstelling of vervanging van mechanische, pneumatische, hydraulische of elektrische onderdelen (originele of gelijkwaardige componenten)
    • Zoekt en kiest eventueel vervangonderdelen
    • Vervangt elektrische onderdelen en componenten en stelt ze af
    • Vervangt hydraulische en pneumatische componenten en onderdelen en stelt ze af
    • Vervangt mechanische onderdelen en stelt ze af
    • Brengt markeringen of codes aan
    • Regelt onderdelen en stelt parameters van de machine, installatie of uitrusting bij
    • Controleert de herstelling of vervanging
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van automatisering: schema’s lezen en begrijpen, componenten kennen
    • Basiskennis van elektrische veiligheidsnormen
    • Basiskennis van elektronica: schema’s lezen en begrijpen, componenten kennen
    • Basiskennis van verbindingstechnieken
    • Basiskennis van verspanings- en plaatbewerkingstechnieken
    • Kennis van borgingstechnieken
    • Kennis van de werking van de machines of installaties die gebruikt worden in het bedrijf of de sector
    • Kennis van diagnosetechnieken
    • Kennis van elektriciteit: installaties, machines en sturingen
    • Kennis van hersteltechnieken (mechanisch, elektrisch, pneumatisch, hydraulisch)
    • Kennis van hydraulica: schema’s lezen en begrijpen, componenten kennen
    • Kennis van machine- en installatiecomponenten (elektrisch, mechanisch, pneumatisch, hydraulisch)
    • Kennis van mechanica: machineonderdelen, constructieleer, materialenleer,…
    • Kennis van mechanisch, elektrisch, pneumatisch en hydraulisch schemalezen
    • Kennis van meetmethoden
    • Kennis van meettechniek in het kader van onderhoudswerkzaamheden
    • Kennis van montage en -demontagetechnieken
    • Kennis van pneumatica: schema’s lezen en begrijpen, componenten kennen
  • Competentie 11:
    Voert voorbereidende tests uit vóór het vrijgeven van de machine of installatie
    • Controleert de werking van de installaties of van de onderdelen na herstelling of vervanging
    • Stelt het onderhouden systeem in werking
    • Regelt mechanische componenten af
    • Gebruikt meetapparaten
    • Vergelijkt gemeten waarden met richtwaarden
    • Geeft de machine of installatie terug vrij volgens gegeven procedures
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van diagnosetechnieken
    • Kennis van elektriciteit: installaties, machines en sturingen
    • Kennis van hydraulica: schema’s lezen en begrijpen, componenten kennen
    • Kennis van mechanica: machineonderdelen, constructieleer, materialenleer,…
    • Kennis van meetmethoden
    • Kennis van meettechniek in het kader van onderhoudswerkzaamheden
    • Kennis van pneumatica: schema’s lezen en begrijpen, componenten kennen
    • Kennis van de procedures voor vrijgave

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis terminologie
  • Basiskennis van automatisering: schema’s lezen en begrijpen, componenten kennen
  • Basiskennis van elektrische veiligheidsnormen
  • Basiskennis van elektronica: schema’s lezen en begrijpen, componenten kennen
  • Basiskennis van gevaarlijke stoffen
  • Basiskennis van hef- en hijswerktuigen
  • Basiskennis van het technisch Engels of de taal van de leverancier: raadplegen van technische documentatie
  • Basiskennis van kantoorsoftware
  • Basiskennis van kwaliteitsnormen
  • Basiskennis van veiligheidsregels
  • Basiskennis van verbindingstechnieken
  • Basiskennis van verspanings- en plaatbewerkingstechnieken
  • Basiskennis van voorraadbeheer
  • Kennis van algemene en bedrijfsspecifieke opvolgsystemen
  • Kennis van borgingstechnieken
  • Kennis van de procedures voor vrijgave
  • Kennis van de productspecificaties van producten geproduceerd op machines of installaties die gebruikt worden in het bedrijf of de sector
  • Kennis van de werking van de machines of installaties die gebruikt worden in het bedrijf of de sector
  • Kennis van diagnosetechnieken
  • Kennis van elektriciteit: installaties, machines en sturingen
  • Kennis van hersteltechnieken (mechanisch, elektrisch, pneumatisch, hydraulisch)
  • Kennis van hulpmiddelen (gereedschappen, vervangingscomponenten, onderhouds- en reinigingsproducten….) voor onderhoud
  • Kennis van hydraulica: schema’s lezen en begrijpen, componenten kennen
  • Kennis van interne procedures inzake veiligheid, milieu en risicobeoordeling, machinerichtlijn, EMC-richtlijn
  • Kennis van machine- en installatiecomponenten (elektrisch, mechanisch, pneumatisch, hydraulisch)
  • Kennis van mechanica: machineonderdelen, constructieleer, materialenleer,…
  • Kennis van mechanisch, elektrisch, pneumatisch en hydraulisch schemalezen
  • Kennis van meetgereedschappen voor elektrisch en mechanisch onderhoud
  • Kennis van meetmethoden
  • Kennis van meettechniek in het kader van onderhoudswerkzaamheden
  • Kennis van montage en -demontagetechnieken
  • Kennis van pneumatica: schema’s lezen en begrijpen, componenten kennen
  • Kennis van systeem- en bedrijfsspecifieke onderhoudsinstructies
  • Kennis van visuele en auditieve kenmerken van slijtage en defecten

Cognitieve vaardigheden

  • Adviseert gebruikers met het oog op het correct gebruik van de machines en het voorkomen van storingen
  • Analyseert de vraag/ opdracht/probleem of storing
  • Beslist tot herstelling of vervanging van mechanische, pneumatische, hydraulische of elektrische onderdelen (originele of gelijkwaardige componenten)
  • Beveiligt de machine tegen ongecontroleerd herinschakelen
  • Controleert de herstelling of vervanging
  • Controleert de installatie visueel en auditief en beoordeelt de staat van onderdelen
  • Controleert de machines en gereedschappen op zichtbare gebreken en degelijkheid na gebruik
  • Controleert de staat van machines en gereedschappen voor gebruik
  • Controleert de werking van de installaties of van de onderdelen na herstelling of vervanging
  • Gaat na of alle werkzaamheden conform de technische plannen en afspraken uitgevoerd kunnen worden
  • Gaat zuinig om met materialen, gereedschappen, tijd en vermijdt verspilling
  • Gebruikt kantoorsoftware (tekstverwerking, rekenblad,...)
  • Gebruikt meetapparaten
  • Gebruikt meetinstrumenten (multimeter, schuifmaat, ampèretang, aardingstester, temperatuurmeter, drukmeter...)
  • Gebruikt meetinstrumenten om slijtage of afwijkingen te detecteren
  • Gebruikt onderhoudsspecifieke beheerssoftware (machinegebonden en dienstgebonden)
  • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s) volgens de specifieke voorschriften
  • Gebruikt software om defecten op te sporen
  • Gebruikt zintuigen om afwijkingen in de werking en staat van de machine op te sporen
  • Geeft de machine of installatie terug vrij volgens gegeven procedures
  • Houdt gegevens bij over de vaststellingen tijdens het onderhoud (de aard van de storing, afwijking, het tijdstip, de oplossing,…)
  • Houdt gegevens bij over het gebruik van materiaal
  • Houdt gegevens bij over het verloop van de werkzaamheden
  • Houdt zich aan de regels over veiligheid, gezondheid en milieu
  • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten, materialen en gereedschappen
  • Houdt zich aan het onderhoudsplan en de onderhoudsrichtlijnen en -procedures
  • Houdt zich aan het preventief onderhoudsplan en de onderhoudsrichtlijnen
  • Interpreteert foutcodes op displays van deelsystemen
  • Legt een werkvolgorde vast
  • Merkt de nood aan correctief onderhoud op
  • Raadpleegt handleidingen en lijsten van wisselstukken van de leverancier in het Engels of de taal van de fabrikant
  • Rapporteert aan leidinggevenden
  • Rapporteert aan zijn leidinggevende en/of de betrokken dienst
  • Rapporteert de vaststellingen van de schade
  • Regelt mechanische componenten af
  • Regelt onderdelen en stelt parameters van de machine, installatie of uitrusting bij
  • Schat de omvang en de duur van de interventie in
  • Sorteert afval en voert het af volgens de richtlijnen
  • Stelt de machine of installatie in veiligheid
  • Stelt het onderhouden systeem in werking
  • Vergelijkt gemeten waarden met richtwaarden
  • Vervangt elektrische onderdelen en componenten en stelt ze af
  • Vervangt hydraulische en pneumatische componenten en onderdelen en stelt ze af
  • Verzamelt mondelinge en schriftelijke informatie door bevraging of het raadplegen van technische bronnen (handleidingen, schema’s, logboeken…)
  • Volgt aanwijzingen op van verantwoordelijken
  • Volgt aanwijzingen van collega’s van ondersteunende diensten
  • Wisselt informatie uit met collega’s en gebruikers van de machine of installatie
  • Zoekt en kiest eventueel vervangonderdelen

Probleemoplossende vaardigheden

  • Beoordeelt de schade
  • Beoordeelt de slijtage of afwijking van de onderdelen aan de hand van onderhoudsdocumentatie
  • Beoordeelt risico's met het oog op het nemen van de nodige voorzorgsmaatregelen
  • Lokaliseert de storing door het combineren van informatie
  • Neemt gepaste maatregelen volgens de veiligheidsvoorschriften bij ongevallen
  • Signaleert defecten of gebreken
  • Sluit mogelijke oorzaken van fouten één voor één uit

Motorische vaardigheden

  • Brengt markeringen of codes aan
  • Gebruikt gevaarlijke stoffen
  • Gebruikt handgereedschap en draagbaar elektrisch gereedschap
  • Gebruikt machines en gereedschappen op een veilige en efficiënte manier
  • Reinigt de machines en gereedschappen na gebruik
  • Vervangt mechanische onderdelen en stelt ze af
  • Verzamelt gereedschappen en materialen
  • Voert preventieve onderhoudsacties uit zoals reinigen, smeren, onderdelen vervangen en vloeistofreservoirs bijvullen,…
  • Werkt correct met hef- en hijswerktuigen volgens voorschriften

Omgevingscontext

  • De elektromecanicien is soms lichamelijk blootgesteld aan omgevingsrisico’s: chemische producten, stof, warmte, koude, droogte, vochtigheid, temperatuurschommelingen, dampen, rook, stank, lawaai, trillingen, hitte-uitstraling, slechte verlichting, beperkte ruimte, onaangename beschermingsmiddelen,… Deze blootstelling hangt sterk af van bedrijf tot bedrijf en hangt samen met specifieke onderhoudsacties aan delen van een installatie. De blootstelling blijft in tijd meestal beperkt tot de duur van een specifieke onderhoudsactie of interventie.
  • De onderhoudscontext evolueert voortdurend door aanpassingen aan de productie-installaties, veranderingen in het productieproces, technische evoluties, veranderingen in de verhoudingen tussen bedrijfsinterne en uitbestede onderhoudsdiensten,…
  • De periodieke en predictieve onderhoudsactiviteiten die vaak een belangrijk deel vormen van het preventief onderhoud hebben een herhalend patroon met variabele frequenties: sommige acties moeten dagelijks, wekelijks, maandelijks, jaarlijks of na een bepaald aantal bedrijfsuren gebeuren. Curatieve onderhoudsacties vertonen een minder voorspelbaar verloop. De volgorde voor de uitvoering van de activiteiten ligt voor het preventieve onderhoud vaak vast in werkinstructies met een gestructureerd verloop. Deze zijn bepaald door voorschriften van machineconstructeurs of werden in het bedrijf zelf opgebouwd door analyse en ervaring. Er is bij de onderhoudsplanning evenwel vaak flexibiliteit nodig om een afstemming met de productieplanning te realiseren. Het proces van storingen zoeken verloopt via een proces van stelselmatige eliminatie. Onderhoudsacties omvatten soms deelprocedures die heel sterk omschreven verlopen zoals bijvoorbeeld het opvolgen van veiligheidsinstructies, procedures voor inbedrijfname,…
  • De werkmethodes van de elektromecanicien worden deels bepaald door algemene praktijkregels voor elektromechanisch onderhoud en deels door contextspecifieke elementen zoals de aanwezige machines/installaties, kenmerken van grondstoffen/halffabricaten die verwerkt worden in de productie-installatie, bedrijfs- of sectorspecifieke gegevens, de productieplanning,…
  • Er is binnen een productie-installatie vaak een grote variatie aan soorten machines, toestellen en merken.
  • Naargelang de schaalgrootte en/of professionalisering van de onderhoudswerking in industriële bedrijven verloopt het onderhoudsproces eerder ongepland (voornamelijk correctief en ad hoc) tot sterk gestructureerd (meer nadruk op periodiek en preventief onderhoud en een sterk gerationaliseerde verhouding tussen bedrijfsintern onderhoud en uitbesteed onderhoud). De elektromecanicien moet bij curatieve acties kunnen omgaan met tijdsdruk om de beschikbaarheid van de productie-installatie maximaal te houden.
  • Sommige onderhoudsmedewerkers functioneren in wachtdiensten en zijn oproepbaar buiten de werkuren bij storingen in het productieapparaat.

Handelingscontext

  • Acties kunnen grote gevolgen hebben voor de machine- en omgevingsveiligheid, productiviteit en productiekwaliteit.
  • De activiteiten van de elektromecanicien zijn over het algemeen eerder gevarieerd en niet eentonig.
  • De elektromecanicien gaat vaak ook om met gevaarlijke stoffen.
  • De elektromecanicien gaat veelal om met mechanische en elektrische installaties die in werking zijn.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het bepalen hoe hij/zij tot een oplossing komt en het defect gaat verhelpen
  • het bepalen in welke mate hij/zij de werkzaamheden gedetailleerd beschrijft: technische documentatie van machines of installaties actualiseren, logboek van onderhouds-werkzaamheden, historiek van defecten…
  • het communiceren met leidinggevenden, collega’s en machinegebruikers met het oog op het optimaliseren van het onderhoud
  • het registreren van eigen werkzaamheden
  • het uitvoeren van de opdracht volgens de gangbare regels van goed vakmanschap
  • het verzamelen van de volgens hem/haar relevante informatie
Is gebonden aan
  • de rapportage aan de hiërarchische meerdere omtrent de werkwijze en kost van de interventie
  • het afstemmen van preventief onderhoud op de productieplanning
  • veiligheids- en milieuvoorschriften
  • veiligheidsprocedures bij het uitvoeren van specifieke onderhoudsacties
  • voorschriften van machineconstructeurs of van de onderhoudswerking in het bedrijf
  • werkinstructies bij het uitvoeren van preventief onderhoud
Doet beroep op
  • de leidinggevende (onderhoudstechnicus, werkleider, werkvoorbereider/planner, onderhoudsingenieur…) voor overleg omtrent de analyse van de interventie, voor ingrijpende en/of tijdrovende interventies aan de machine of installatie en voor keuzes van niet-originele vervangingsonderdelen

Verantwoordelijkheid

  • Controleert de werking van het materiaal, de instrumentengegevens (druk, debiet, temperatuur, ...) en de kritieke slijtagepunten, smeringspunten, ...
  • Gebruikt machines en gereedschappen
  • Lokaliseert en diagnosticeert een defect of storing
  • Onderhoudt de systemen preventief aan de hand van een voorgelegde takenkaart
  • Raadpleegt vaktechnische informatie in een vreemde taal
  • Vervangt, herstelt en test de defecte mechanische, pneumatische hydraulische en elektrische onderdelen en stelt ze af
  • Voert voorbereidende tests uit vóór het vrijgeven van de machine of installatie
  • Voert voorbereidende werkzaamheden uit rekening houdend met situationele elementen (in werking stellen, productiewijzigingen, ...) of de onderhoudshistoriek
  • Vult opvolgdocumenten van de werkzaamheden in en geeft de informatie door aan de betrokken dienst
  • Werkt in teamverband
  • Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.

Bijkomende attesten

  • VCA-attest
  • Werken op hoogte zoals bepaald in KB van 31 augustus 2005 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte