Skip to Main Content
 

Beroepskwalificatie

Spuiter carrosserie

 
BK-0122-3
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Spuiter carrosserie

Definitie

De spuiter carrosserie realiseert afwerkingsoperaties volgens de veiligheidsvoorschriften en de regelgeving (oppervlakken voorbereiden, schilderen, ...) teneinde deze in de oorspronkelijke of een nieuwe kleur te spuiten.

Niveau (VKS en EQF)

3

Jaar van erkenning

versie 3, 2019

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
    • Houdt zich aan de regels over veiligheid, gezondheid, milieu- en kwaliteitszorg
    • Sorteert afval en voert het af volgens de voorschriften
    • Sorteert en/of stockeert gevaarlijke en ontvlambare producten volgens voorschriften
    • Recupereert materialen
    • Gaat zuinig om met materialen, gereedschappen, tijd en vermijdt verspilling
    • Gebruikt hef- en hijswerktuigen volgens voorschriften
    • Controleert de aanwezigheid van en gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s) volgens de specifieke voorschriften
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van persoonlijke beschermingsmiddelen
    • Kennis van veiligheidsregels
    • Kennis van milieuvoorschriften
    • Kennis van ergonomie
    • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
    • Kennis van eigenschappen van de gebruikte materialen
    • Kennis van het gebruik van apparatuur en gereedschap
    • Kennis van kwaliteitsnormen
  • Competentie 2:
    Voert de werkzaamheden uit op basis van een werkfiche of aanwijzingen van een verantwoordelijke
    • Treft voorbereidingen om de opdracht optimaal uit te voeren
    • Bepaalt de werkmethode en legt benodigde producten, gereedschap en materiaal klaar
    • Raadpleegt technische bronnen (werkplaatshandboek, werkfiches, constructeursvoorschriften)
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van bedrijfseigen software
    • Kennis van constructeursvoorschriften of het opzoeken ervan
  • Competentie 3:
    Bereidt de werkplek en het voertuig voor
    • Interpreteert de werkfiche
    • Identificeert het voertuig
    • Zorgt dat voertuig verplaatst wordt naar de werkzone
    • Bereidt het gereedschap en de producten voor en zet ze klaar
    • Beschermt het voertuig (stoelhoes, stuurhoes, tapijtbescherming, …) en eventuele andere voertuigen in de buurt (gordijnen, …)
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van voertuigtypes
    • Kennis van persoonlijke beschermingsmiddelen
    • Kennis van veiligheidsregels
    • Kennis van milieuvoorschriften
    • Kennis van ergonomie
    • Kennis van eigenschappen van de gebruikte materialen
    • Kennis van eigenschappen van de te bewerken materialen
    • Kennis van het gebruik van apparatuur en gereedschap
    • Kennis van kwaliteitsnormen
  • Competentie 4:
    Vult de opvolgdocumenten van de interventie in en geeft de informatie door aan de betrokkenen
    • Vult de werkfiche in voor facturatie of verduidelijking van de uitgevoerde werkzaamheden
    • Registreert gebruikte hoeveelheden materialen
    • Wisselt mondeling en schriftelijk informatie uit met collega’s en verantwoordelijke
    • Gebruikt bedrijfseigen software
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van bedrijfseigen software
    • Kennis van constructeursvoorschriften of het opzoeken ervan
  • Competentie 5:
    Ruimt de werkzone op, maakt ze schoon en voert een basisonderhoud uit aan gereedschappen en installaties
    • Legt gereedschap en grondstoffen op de juiste plaats terug
    • Reinigt gereedschap vooraleer het op te bergen
    • Houdt de werkvloer ordelijk en proper (verwijderen van vodden, olievlekken, …)
    • Zorgt dat filters (spuitcabine) periodiek vervangen worden
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van het gebruik van apparatuur en gereedschap
    • Kennis van onderhoudsproducten
    • Kennis van schoonmaaktechnieken
  • Competentie 6:
    Bepaalt de grootte van de reparatiezone en de kleurtinten van verven en lakken
    • Houdt zich aan de voorschriften van de fabrikant
    • Bepaalt de grootte van de reparatiezone en de aan te maken hoeveelheid
    • Bepaalt de haalbaarheid van de kleur
    • Bepaalt desgevallend uitspuitzones
    • Bepaalt de lakmethode en het laksysteem volgens de aard van ondergrond
    • Kiest een tint grondverf die de afwerkingslaag voldoende dekkracht geeft
    • Zoekt de juiste kleur voor de afwerkingslaag met een kleurenindex, kleurendetector en kleurendatabank
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van plaatwerk
    • Basiskennis van bedrijfseigen software
    • Kennis van de kenmerken van verf
    • Kennis van schilder- en spuittechnieken
    • Kennis van de lakmethode en het laksysteem
    • Kennis van kleurmeting
    • Kennis van principes van kleurenmenging
    • Kennis van de kenmerken van oplosmiddelen
    • Kennis van regels voor het hanteren van giftige producten
  • Competentie 7:
    Doseert de kleurtinten van verven en lakken en past ze aan (originele referentiepunten, veroudering, beoogde effecten,…)
    • Maakt kleuren aan met de verfmenginstallatie volgens de mengformule
    • Test de aangemaakte kleur aan de hand van een staal
    • Maakt de juiste hoeveelheden grondverf en lak aan
    • Controleert de temperatuur, viscositeit en de zuiverheid van grondstoffen en materieel
    • Filtert de verf met behulp van verffilters
    • Voegt nieuwe formules en basiskleuren toe aan de verfmenginstallatie zodat recente kleuren gemaakt kunnen worden
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de kenmerken van verf
    • Kennis van schilder- en spuittechnieken
    • Kennis van de lakmethode en het laksysteem
    • Kennis van kleurmeting
    • Kennis van principes van kleurenmenging
    • Kennis van de kenmerken van oplosmiddelen
    • Kennis van regels voor het hanteren van giftige producten
    • Kennis van de verfmenginstallatie
  • Competentie 8:
    Brengt de verven en lakken aan
    • Controleert de voorbereidende werkzaamheden (geschuurd, ontvet, afgekit, afgeplakt, …)
    • Stelt de verfspuitinstallatie en de spuitcabine af
    • Stoft het voertuig af als het zich in de spuitcabine bevindt
    • Brengt indien nodig een primer aan
    • Spuit de verf met een spuitpistool in een gelijkmatige, beheerste en loodrechte slag
    • Respecteert de droogtijd van de eerste laag
    • Brengt een tweede laag aan in overeenstemming met de uitdamp-/droogtijden
    • Bepaalt een droogtechniek (drogen door oxidatie, moffelen in een convectie- of radiatie-oven, drogen buiten de droogcabine met infrarooddrogers, …)
    • Laat het voertuig drogen volgens de geschikte techniek, droogtijd en temperatuur
    • Verwijdert het afplakmateriaal
    • Poliert de uitspuitzones bij spot-repair
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de kenmerken van verf
    • Kennis van schilder- en spuittechnieken
    • Kennis van de lakmethode en het laksysteem
    • Kennis van principes van kleurenmenging
    • Kennis van de kenmerken van oplosmiddelen
    • Kennis van regels voor het hanteren van giftige producten
    • Kennis van droogtechnieken
    • Kennis van de werking en het onderhoud van de spuitcabine
    • Kennis van de werking en het onderhoud van de droogoven en andere droogtoestellen (bv. IRT)
    • Kennis van afplaktechnieken
    • Kennis van het interne herstelproces
    • Kennis van schuurtechnieken
    • Kennis van de principes van uitspuitzones
    • Kennis van spot-repairtechnieken
  • Competentie 9:
    Herstelt spuitfouten
    • Controleert de aangebrachte laklaag na het droogproces
    • Bepaalt de foutoorzaak van spuitfouten en isoleert ze indien mogelijk
    • Schuurt of poliert spuitfouten uit
    • Brengt eventueel een nieuwe verf- of laklaag aan
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van plaatwerk
    • Kennis van de kenmerken van verf
    • Kennis van schilder- en spuittechnieken
    • Kennis van de lakmethode en het laksysteem
    • Kennis van kleurmeting
    • Kennis van principes van kleurenmenging
    • Kennis van de kenmerken van oplosmiddelen
    • Kennis van regels voor het hanteren van giftige producten
    • Kennis van het interne herstelproces
    • Kennis van schuurtechnieken
    • Kennis van de principes van uitspuitzones

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van bedrijfseigen software
  • Basiskennis van plaatwerk
  • Kennis van afplaktechnieken
  • Kennis van constructeursvoorschriften of het opzoeken ervan
  • Kennis van de kenmerken van oplosmiddelen
  • Kennis van de kenmerken van verf
  • Kennis van de lakmethode en het laksysteem
  • Kennis van de principes van uitspuitzones
  • Kennis van de verfmenginstallatie
  • Kennis van de werking en het onderhoud van de droogoven en andere droogtoestellen (bv. IRT)
  • Kennis van de werking en het onderhoud van de spuitcabine
  • Kennis van droogtechnieken
  • Kennis van eigenschappen van de gebruikte materialen
  • Kennis van eigenschappen van de te bewerken materialen
  • Kennis van ergonomie
  • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
  • Kennis van het gebruik van apparatuur en gereedschap
  • Kennis van het interne herstelproces
  • Kennis van kleurmeting
  • Kennis van kwaliteitsnormen
  • Kennis van milieuvoorschriften
  • Kennis van onderhoudsproducten
  • Kennis van persoonlijke beschermingsmiddelen
  • Kennis van principes van kleurenmenging
  • Kennis van regels voor het hanteren van giftige producten
  • Kennis van schilder- en spuittechnieken
  • Kennis van schoonmaaktechnieken
  • Kennis van schuurtechnieken
  • Kennis van spot-repairtechnieken
  • Kennis van veiligheidsregels
  • Kennis van voertuigtypes

Cognitieve vaardigheden

  • Bepaalt de grootte van de reparatiezone en de aan te maken hoeveelheid
  • Bepaalt de haalbaarheid van de kleur
  • Bepaalt de lakmethode en het laksysteem volgens de aard van ondergrond
  • Bepaalt de werkmethode en legt benodigde producten, gereedschap en materiaal klaar
  • Bepaalt desgevallend uitspuitzones
  • Controleert de aangebrachte laklaag na het droogproces
  • Controleert de aanwezigheid van en gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s) volgens de specifieke voorschriften
  • Controleert de temperatuur, viscositeit en de zuiverheid van grondstoffen en materieel
  • Gebruikt bedrijfseigen software
  • Houdt zich aan de regels over veiligheid, gezondheid, milieu- en kwaliteitszorg
  • Houdt zich aan de voorschriften van de fabrikant
  • Identificeert het voertuig
  • Interpreteert de werkfiche
  • Kiest een tint grondverf die de afwerkingslaag voldoende dekkracht geeft
  • Laat het voertuig drogen volgens de geschikte techniek, droogtijd en temperatuur
  • Maakt de juiste hoeveelheden grondverf en lak aan
  • Maakt kleuren aan met de verfmenginstallatie volgens de mengformule
  • Raadpleegt technische bronnen (werkplaatshandboek, werkfiches, constructeursvoorschriften)
  • Registreert gebruikte hoeveelheden materialen
  • Respecteert de droogtijd van de eerste laag
  • Sorteert en/of stockeert gevaarlijke en ontvlambare producten volgens voorschriften
  • Stelt de verfspuitinstallatie en de spuitcabine af
  • Test de aangemaakte kleur aan de hand van een staal
  • Treft voorbereidingen om de opdracht optimaal uit te voeren
  • Voegt nieuwe formules en basiskleuren toe aan de verfmenginstallatie zodat recente kleuren gemaakt kunnen worden
  • Vult de werkfiche in voor facturatie of verduidelijking van de uitgevoerde werkzaamheden
  • Wisselt mondeling en schriftelijk informatie uit met collega’s en verantwoordelijke
  • Zoekt de juiste kleur voor de afwerkingslaag met een kleurenindex, kleurendetector en kleurendatabank

Probleemoplossende vaardigheden

  • Bepaalt de foutoorzaak van spuitfouten en isoleert ze indien mogelijk
  • Bepaalt een droogtechniek (drogen door oxidatie, moffelen in een convectie- of radiatie-oven, drogen buiten de droogcabine met infrarooddrogers, …)

Motorische vaardigheden

  • Bereidt het gereedschap en de producten voor en zet ze klaar
  • Beschermt het voertuig (stoelhoes, stuurhoes, tapijtbescherming, …) en eventuele andere voertuigen in de buurt (gordijnen, …)
  • Brengt een tweede laag aan in overeenstemming met de uitdamp-/droogtijden
  • Brengt eventueel een nieuwe verf- of laklaag aan
  • Brengt indien nodig een primer aan
  • Controleert de voorbereidende werkzaamheden (geschuurd, ontvet, afgekit, afgeplakt, …)
  • Filtert de verf met behulp van verffilters
  • Gaat zuinig om met materialen, gereedschappen, tijd en vermijdt verspilling
  • Gebruikt hef- en hijswerktuigen volgens voorschriften
  • Houdt de werkvloer ordelijk en proper (verwijderen van vodden, olievlekken, …)
  • Legt gereedschap en grondstoffen op de juiste plaats terug
  • Poliert de uitspuitzones bij spot-repair
  • Recupereert materialen
  • Reinigt gereedschap vooraleer het op te bergen
  • Schuurt of poliert spuitfouten uit
  • Sorteert afval en voert het af volgens de voorschriften
  • Spuit de verf met een spuitpistool in een gelijkmatige, beheerste en loodrechte slag
  • Stoft het voertuig af als het zich in de spuitcabine bevindt
  • Verwijdert het afplakmateriaal
  • Zorgt dat filters (spuitcabine) periodiek vervangen worden
  • Zorgt dat voertuig verplaatst wordt naar de werkzone

Omgevingscontext

  • Bij het uitvoeren van de werkzaamheden kan lawaaihinder voorkomen
  • De activiteiten vinden plaats in de werkplaats zelf, hij gaat niet ter plaatse
  • De spuitcabine is een sterk verlichte, zeer sterk geventileerde omgeving
  • De spuiter carrosserie situeert zich in de autosector bij de schadeherstelbedrijven
  • De spuiter dient efficiënt te werken zodat de planning en het gehele herstelproces geen vertraging oploopt.
  • Enkel tijdens de spuitfase bevindt de spuiter zich in de cabine. De duur hiervan hangt van de organisatie maar bedraagt ongeveer een halve werkdag
  • Het beroep is vrij gestructureerd, er is een logische volgorde bij het herstellen van de schade
  • Het beroep wordt uitgeoefend binnen een aaneenschakeling van activiteiten in een herstelproces, waarbij de spuiter een duidelijk afgebakende plaats inneemt
  • Het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen is vereist
  • Hij werkt alleen of samen met collega’s spuiters en/of voorbewerkers

Handelingscontext

  • Als spuiter heeft hij ook een controlefunctie. Hij dient na te gaan of de voorbewerker zijn werk correct uitgevoerd heeft.
  • De spuiter carrosserie dient oog hebben voor kwaliteit en de tevredenheid van de klant door met zorg, precisie en toewijding te werken.
  • Hij dient zorgvuldig en nauwkeurig gebruik te maken van machines, gereedschappen en materialen.
  • Hij moet aandacht hebben voor gevaarlijke situaties
  • Hij moet omzichtig omgaan met grondstoffen en producten, rekening houdend met veiligheidsvoorschriften.
  • Indien hij als spuiter een spuitfout maakt, moet de wagen terug een deel van het proces doorlopen. Dit kost tijd, producten, energie, vervangend vervoer,…
  • Tijdens het spuiten zelf dient hij dus een verhoogde aandacht te hebben.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het aanbrengen van kleuren en lakken
  • het bepalen van de kleurtinten van verven en lakken
  • het bepalen van een gepaste aanpak bij het spuiten van de onderdelen
  • het doseren en aanpassen van de kleurtinten van verven en lakken
  • het herstellen van spuitfouten
  • het invullen van opvolgdocumenten en het doorgeven van informatie aan de betrokkenen
  • het opruimen en reinigen van de werkplek en het gereedschap
  • het plannen van de eigen werkzaamheden binnen een voorgeschreven volgorde en werkfiche
  • het sorteren van afval
  • het voorbereiden van zijn werkplek en het voertuig
Is gebonden aan
  • de richtlijnen van zijn verantwoordelijke
  • de voorschriften van de constructeur en de leverancier
  • milieu- en veiligheidsvoorschriften
  • zijn werkfiche
Doet beroep op
  • zijn verantwoordelijke om samen met hem te bepalen welke onderdelen gespoten dienen te worden indien zijn mening verschilt van de opdracht op de werkfiche

Verantwoordelijkheid

  • Bepaalt de grootte van de reparatiezone en de kleurtinten van verven en lakken
  • Bereidt de werkplek en het voertuig voor
  • Brengt de verven en lakken aan
  • Doseert de kleurtinten van verven en lakken en past ze aan (originele referentiepunten, veroudering, beoogde effecten,…)
  • Herstelt spuitfouten
  • Ruimt de werkzone op, maakt ze schoon en voert een basisonderhoud uit aan gereedschappen en installaties
  • Voert de werkzaamheden uit op basis van een werkfiche of aanwijzingen van een verantwoordelijke
  • Vult de opvolgdocumenten van de interventie in en geeft de informatie door aan de betrokkenen
  • Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.