Natuurbeheerder
BK-0345-2
Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.
Globaal
Titel
Natuurbeheerder
Definitie
Begeleidt en stuurt één of meerdere medewerkers natuurbeheer operationeel aan en voert bos- en natuurbeheer taken uit volgens ontvangen opdracht teneinde natuurlijke omgevingen en landschappen in stand te houden of te laten ontwikkelen volgens de beheerdoelstellingen.
Niveau (VKS en EQF)
4
Jaar van erkenning
versie 2, 2020
Competenties
Opsomming competenties
- Competentie 1:
Werkt op een gezonde, veilige en milieubewuste manier
- Past de veiligheidsvoorschriften toe
- Gebruikt materialen, handgereedschap, machines en producten op een veilige manier
- Vermijdt risico’s voor zichzelf, medewerkers, klanten en andere personen
- Gebruikt de persoonlijke beschermingsmiddelen op een correcte manier
- Werkt op een ergonomisch verantwoorde manier
- Plaatst waarschuwingsborden
- Plaatst rijplaten indien van toepassing
- Past hef- en tiltechnieken toe
- Waarborgt veiligheid en kwaliteit
- Voert werkzaamheden uit volgens instructie en/of opdracht
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van hef- en tiltechnieken
- Kennis van wet- en regelgeving in functie van uit te voeren taken natuurbeheer
- Grondige kennis van weersinvloeden op de activiteiten
- Grondige kennis van materialen en materieel
- Grondige kennis van verschillende werkmethoden en werkvolgorde
- Grondige kennis van veiligheids- en milieuvoorschriften
- Grondige kennis van handgereedschap (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Grondige kennis van machines die courant gebruikt worden in natuurbeheer (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, type brandstof, ….)
- Grondige kennis van het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
- Competentie 2:
Plant en organiseert de werkzaamheden
- Neemt kennis van de werkopdracht
- Stelt een werkplan op en organiseert de uitvoering ervan
- Bepaalt de soort grondstoffen, het nodige materieel, de noodzakelijke bijkomende bewerkingen
- Verzamelt de benodigde materialen en materieel op het bedrijf
- Bestelt, reserveert machines, materiaal, plantmateriaal en zorgt voor een tijdige levering op de gevraagde locatie
- Controleert de levering op locatie en tekent de bestelbon af
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van ontvangst van goederen en bijhorende (kwaliteits)controle
- Kennis van werkorganisatie
- Kennis van het opstellen en uitvoeren van een werkplan in functie van de eigen opdracht of de opdracht van het team
- Kennis van lezen van tekeningen en bestek
- Kennis van bestellings- en reservatieprocedures in functie van de werkopdracht
- Kennis van het lezen en interpreteren van een leveringsbon
- Kennis van organisatierichtlijnen
- Kennis van opvolging en controle van leveringen
- Grondige kennis van weersinvloeden op de activiteiten
- Grondige kennis van materialen en materieel
- Grondige kennis van handgereedschap (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Grondige kennis van machines die courant gebruikt worden in natuurbeheer (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, type brandstof, ….)
- Competentie 3:
Organiseert de verplaatsingen van en naar de locatie
- Raadpleegt de planning
- Informeert de medewerkers over de opdracht
- Controleert of de benodigde materialen , machines en gereedschappen aanwezig zijn en verifieert op basis van vaktechnisch inzicht of deze gebruiksklaar zijn
- Kijkt na of alles correct ingeladen is
- Zekert en beschermt de lading
- Overlegt tijdig en regelmatig met de medewerkers
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van communicatietechnieken
- Kennis van omgangsvormen met medewerkers, klanten en derden
- Kennis van werkorganisatie
- Kennis van organisatierichtlijnen
- Grondige kennis van materialen en materieel
- Grondige kennis van veiligheids- en milieuvoorschriften
- Grondige kennis van handgereedschap (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Grondige kennis van machines die courant gebruikt worden in natuurbeheer (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, type brandstof, ….)
- Grondige kennis van het laden en de zekering van de lading
- Competentie 4:
Coördineert de activiteiten van het team
- Maakt een planning voor de inzet van materieel en medewerkers
- Stemt de planning af op de vaardigheden van de medewerkers, de werkzaamheden en de beschikbare middelen
- Legt de meest efficiënte en logische werkvolgorde vast
- Past de planning aan indien noodzakelijk
- Deelt de taken mee en geeft concrete richtlijnen
- Bepaalt welk materieel en materiaal nodig is op welk moment om de taak uit te voeren
- Verleent hulp bij technische problemen
- Controleert de toepassing van de veiligheids- en milieuvoorschriften
- Komt tussen indien de medewerker foutief handelt of bij verkeerd gedrag
- Stuurt de werkzaamheden bij waar nodig
- Draagt bij aan een positieve werksfeer
- Controleert of de medewerkers functioneren volgens de gemaakte afspraken, procedures en richtlijnen
- Overlegt regelmatig met de medewerkers
- Draagt kennis en expertise op een begrijpelijke wijze over op de medewerker
- Treedt actief op bij onveilige situaties
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van delen van expertise en kennis
- Basiskennis van communicatietechnieken
- Kennis van omgangsvormen met medewerkers, klanten en derden
- Kennis van werkorganisatie
- Kennis van het opstellen en uitvoeren van een werkplan in functie van de eigen opdracht of de opdracht van het team
- Kennis van kwaliteitsnormen met betrekking tot de werkzaamheden
- Kennis van opvolging van werkzaamheden
- Kennis van organisatierichtlijnen
- Kennis van evaluatie van de werkzaamheden
- Grondige kennis van weersinvloeden op de activiteiten
- Grondige kennis van materialen en materieel
- Grondige kennis van verschillende werkmethoden en werkvolgorde
- Grondige kennis van vakterminologie
- Grondige kennis van veiligheids- en milieuvoorschriften
- Grondige kennis van handgereedschap (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Grondige kennis van machines die courant gebruikt worden in natuurbeheer (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, type brandstof, ….)
- Competentie 5:
Werkt met courante tuinbouwmachines en/of materieel
- Maakt de machines en werktuigen gebruiksklaar en/of past ze aan
- Hanteert courante tuinbouwmachines op correcte en veilige manier
- Zorgt, tijdens de werkzaamheden, dat er geen materiaalverlies is en dat de levensduur van machines en gereedschappen optimaal is
- met inbegrip van kennis:
- Grondige kennis van handgereedschap (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Grondige kennis van machines die courant gebruikt worden in natuurbeheer (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, type brandstof, ….)
- Competentie 6:
Bouwt eigen deskundigheid op
- Volgt de recente ontwikkelingen op van nieuwe machines, gereedschappen, technieken, ziektes en plagen,…
- Stelt zich op de hoogte van de (verplichte) beroepsgerichte nascholingen die relevant zijn voor zichzelf en voor de medewerkers
- Integreert de nieuwe ervaringen in de dagdagelijkse werksituatie
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van informatiekanalen m.b.t. ontwikkelingen en nascholing binnen de sector
- Kennis van het opleidingsaanbod
- Grondige kennis van vakterminologie
- Competentie 7:
Rondt de werkzaamheden af
- Controleert de werkzaamheden
- Verantwoordt afwijkingen ten opzichte van de geplande werken
- Meldt de afwijkingen aan de leidinggevende/diensthoofd
- Registreert de gevraagde gegevens zorgvuldig
- Verlaat de werkplek op een manier die voldoet aan de gestelde kwaliteitseisen
- Evalueert de uitvoering van de werkzaamheden na afloop
- Hanteert een kritische houding ten aanzien van de kwaliteit van de eigen werkzaamheden en die van de medewerker(s)
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van communicatietechnieken
- Kennis van mondeling en schriftelijk rapporteren
- Kennis van registratie van de gegevens m.b.t. de eigen werkzaamheden en verantwoordelijkheid
- Kennis van de administratieve documenten m.b.t. de eigen taak/werkopdracht
- Kennis van lezen van tekeningen en bestek
- Kennis van kwaliteitsnormen met betrekking tot de werkzaamheden
- Kennis van evaluatie van de werkzaamheden
- Competentie 8:
Controleert, reinigt en doet basisonderhoud van machines en materieel
- Reinigt na gebruik het materieel en de machines
- Bergt het materieel en de machines op een correcte en veilige manier op
- Meldt problemen aan de technicus of verantwoordelijke
- Controleert de werking van het materieel en de machines
- Gaat zorgvuldig met het materieel om en laat het gebruiksklaar achter
- Bewaakt het (preventief) onderhoud van machines en materieel
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van mechanisch onderhoud
- Grondige kennis van veiligheids- en milieuvoorschriften
- Grondige kennis van handgereedschap (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Grondige kennis van machines die courant gebruikt worden in natuurbeheer (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, type brandstof, ….)
- Competentie 9:
Gaat om met klanten en/of derden
- Gaat respectvol en beleefd om met de klanten en/of derden
- Stelt zich als aanspreekpunt op voor klanten en/of derden
- Beantwoordt de vragen van klanten en/of derden in een duidelijk begrijpbare taal
- Neemt preventieve maatregelen ter bescherming van derden
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van delen van expertise en kennis
- Basiskennis van communicatietechnieken
- Kennis van omgangsvormen met medewerkers, klanten en derden
- Grondige kennis van veiligheids- en milieuvoorschriften
- Competentie 10:
Signaleert en handelt klachten af
- Ontvangt specifieke klachten van klanten op het terrein
- Onderzoekt de oorzaak van de klacht
- Gaat na op welke manier de klacht kan worden opgelost
- Contacteert de leidinggevende/diensthoofd wanneer er geen oplossing gevonden wordt voor de klacht/het probleem
- Stelt een oplossing voor bij schade in samenspraak met de leidinggevende/diensthoofd
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van klachtenbehandeling
- Basiskennis van communicatietechnieken
- Kennis van mondeling en schriftelijk rapporteren
- Kennis van organisatierichtlijnen
- Competentie 11:
Volgt de voorraad op, stelt tekorten vast, plaatst bestellingen
- Berekent de nodige hoeveelheid materiaal in functie van de opdracht
- Houdt gegevens bij over het verbruik van de producten
- Berekent de hoeveelheid producten voor de bestelling
- Meldt tekorten en geeft bestellingen door aan de leidinggevende/diensthoofd
- Controleert periodiek de hoeveelheid aanwezige benodigde materialen en materieel
- Neemt eventueel goederen in ontvangst en controleert op aantallen en kwaliteit
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van mondeling en schriftelijk rapporteren
- Kennis van het gebruik van kantoorsoftware
- Kennis van functionele rekenvaardigheid
- Kennis van opvolging en controle van leveringen
- Kennis van opvolgen en controleren van de eigen voorraad
- Competentie 12:
Vervult de werkadministratie en rapporteert aan de leidinggevende/diensthoofd
- Houdt gegevens bij
- Vult nauwgezet de werkfiches in en controleert deze van de medewerkers: arbeidstijd per machine of gereedschap, verbruikte hoeveelheid grondstof, gepresteerde arbeidsuren, verplaatsingen, …
- Rapporteert het verloop van de werkzaamheden, het functioneren van de medewerker(s), eventuele klachten en problemen aan de leidinggevende/diensthoofd
- Meldt de reeds genomen maatregelen en/of oplossingen
- Communiceert efficiënt mondeling en/of schriftelijk
- Gebruikt kantoorsoftware
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van mondeling en schriftelijk rapporteren
- Kennis van registratie van de gegevens m.b.t. de eigen werkzaamheden en verantwoordelijkheid
- Kennis van de administratieve documenten m.b.t. de eigen taak/werkopdracht
- Kennis van het gebruik van kantoorsoftware
- Kennis van opvolging van werkzaamheden
- Kennis van organisatierichtlijnen
- Competentie 13:
Controleert, begeleidt en participeert aan de aanleg- en beheerwerken en ziet toe dat er gewerkt wordt op een gezonde, veilige en milieubewuste manier
- Controleert of de werkzaamheden uitgevoerd worden conform de opdracht
- Kiest de juiste materialen uit in functie van de opdracht
- Voert werkzaamheden uit volgens instructie en/of opdracht
- Begeleidt de werkzaamheden rekening houdend met mogelijke impact op de natuurwaarden en op basis van vaktechnisch inzicht en het bestek
- Gaat zorgvuldig om met materialen zodat schade voorkomen wordt en geen onnodig restmateriaal ontstaat
- Waakt erover dat de veiligheidsvoorschriften gerespecteerd worden tijdens de werkzaamheden
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van begrijpen van instructies en uitvoeren van de opdracht
- Basiskennis van de kenmerken van de bodem en grondsoorten
- Basiskennis van het gebruik van meet- en waterpasapparatuur
- Basiskennis van EHBO-technieken
- Basiskennis van delen van expertise en kennis
- Basiskennis van communicatietechnieken
- Kennis van risico’s
- Kennis van omgangsvormen met medewerkers, klanten en derden
- Kennis van werkorganisatie
- Kennis van de inzet van materieel i.f.v. de opdracht
- Kennis van lezen van tekeningen en bestek
- Kennis van begeleidingsmethodes van medewerkers
- Kennis van kwaliteitsnormen met betrekking tot de werkzaamheden
- Kennis van organisatierichtlijnen
- Kennis van evaluatie van de werkzaamheden
- Grondige kennis van weersinvloeden op de activiteiten
- Grondige kennis van verschillende werkmethoden en werkvolgorde
- Grondige kennis van vakterminologie
- Grondige kennis van veiligheids- en milieuvoorschriften
- Grondige kennis van handgereedschap (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Grondige kennis van machines die courant gebruikt worden in natuurbeheer (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, type brandstof, ….)
- Competentie 14:
Realiseert de functionele inrichting van het gebied en onderhoudt ze
- Verwijdert zwerfvuil
- Verwijdert kleine constructies, verhardingen en afsluitingen
- Plaatst en onderhoudt afrastering en/of hekwerk ter begrenzing van de percelen
- Plaatst vangkralen
- Legt aan- en afvoersystemen voor water (greppels, bevloeiingskanalen, …) aan
- Plaatst stuwen, dammen, sluisjes, peilbuizen,…
- Voert eenvoudig herstelwerk uit
- Meldt beschadigingen, afwijkingen en onvoorziene zaken
- Gebruikt het meest geschikte materieel en materiaal op een efficiënte en effectieve manier
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van grondwerken
- Basiskennis van het gebruik van meet- en waterpasapparatuur
- Basiskennis van kenmerken van biotopen en ecosystemen
- Basiskennis van gevolgen van activiteiten natuurbeheer
- Kennis van het plaatsen en herstellen van kleine beschermingselementen
- Kennis van het aanleggen en onderhoud van (natuurlijke) aan- en afvoersystemen voor water
- Kennis van de inzet van materieel i.f.v. de opdracht
- Kennis van lezen van tekeningen en bestek
- Grondige kennis van weersinvloeden op de activiteiten
- Grondige kennis van verschillende werkmethoden en werkvolgorde
- Grondige kennis van vakterminologie
- Grondige kennis van veiligheids- en milieuvoorschriften
- Grondige kennis van handgereedschap (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Grondige kennis van machines die courant gebruikt worden in natuurbeheer (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, type brandstof, ….)
- Competentie 15:
Legt de paden en natuureducatieve inrichting aan in een gebied en onderhoudt ze
- Legt natuureducatieve inrichting aan (paden, wegwijzer, infoborden, knuppelpaden, kijkwanden, observatiehutten, banken, brugjes, vlonders,…)
- Legt (half)verhardingen aan en onderhoudt ze
- Richt (dienst)paden in
- Onderhoudt verhardingen, wegen en paden
- Onderhoudt bouwkundige elementen
- Voert eenvoudig herstelwerk uit
- Meldt beschadigingen, afwijkingen en onvoorziene zaken
- Gebruikt het meest geschikte materieel en materiaal op een efficiënte en effectieve manier
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van grondwerken
- Basiskennis van kenmerken van biotopen en ecosystemen
- Basiskennis van gevolgen van activiteiten natuurbeheer
- Kennis van het plaatsen van functionele en natuur educatieve inrichtingen
- Kennis van het aanleggen van (half)verhardingen, wegen, (bos)paden
- Kennis van de inzet van materieel i.f.v. de opdracht
- Kennis van lezen van tekeningen en bestek
- Grondige kennis van weersinvloeden op de activiteiten
- Grondige kennis van verschillende werkmethoden en werkvolgorde
- Grondige kennis van vakterminologie
- Grondige kennis van veiligheids- en milieuvoorschriften
- Grondige kennis van handgereedschap (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Grondige kennis van machines die courant gebruikt worden in natuurbeheer (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, type brandstof, ….)
- Competentie 16:
Hanteert technieken en/of producten voor natuurbeheer
- Spoort problemen op
- Past een behandelings- of bestrijdingsmethode toe
- Zorgt dat de vigerende wetgeving wordt toegepast
- Vult documenten in en rapporteert aan de leidinggevende/diensthoofd
- Meldt de aanwezigheid van invasieve exoten aan de leidinggevende/diensthoofd
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van de verschillende vegetaties, planten en bomen
- Basiskennis van delen van expertise en kennis
- Kennis van mondeling en schriftelijk rapporteren
- Kennis van bestrijdingsmiddelen
- Kennis van behandelings- en bestrijdingsmethodes
- Kennis van wet- en regelgeving in functie van uit te voeren taken natuurbeheer
- Kennis van organisatierichtlijnen
- Grondige kennis van weersinvloeden op de activiteiten
- Grondige kennis van vakterminologie
- Competentie 17:
Onderhoudt vijvers en waterpartijen
- Onderhoudt water(partijen), sloten, oevers
- Schoont de water(partijen) en sloten op
- Voert kleine herstellingen uit aan taluds en oevers
- Verwijdert indien nodig, bladeren, planten en plantenresten uit en rond vijver en sloten
- Onderhoudt aan- en afvoersystemen
- Meldt de aanwezigheid van invasieve exoten aan de leidinggevende/diensthoofd
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van de verschillende vegetaties, planten en bomen
- Kennis van het aanleggen en onderhoud van (natuurlijke) aan- en afvoersystemen voor water
- Kennis van beheer van vijvers, water(partijen), sloten en oevers
- Grondige kennis van verschillende werkmethoden en werkvolgorde
- Grondige kennis van vakterminologie
- Competentie 18:
Plant aan volgens soort en vooraf bepaalde dichtheid (plaatsing, spreiding, bemesting, ...)
- Controleert de kwaliteit van het geleverde plantgoed
- Graaft een plantput volgens het beplantingsplan
- Maakt de kluit los en knipt het wortelgestel bij indien nodig
- Zet planten uit overeenkomstig de opdracht
- Dicht de plantput
- Snoeit indien nodig bij de aanplant de kroon op en snoeit beschadigde of gebroken takken
- Plaatst, indien nodig, steunpaal en/of vraatbeveiliging
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van de verschillende vegetaties, planten en bomen
- Basiskennis van de kenmerken van de bodem en grondsoorten
- Basiskennis van grondwerken
- Basiskennis van kenmerken van biotopen en ecosystemen
- Basiskennis van gevolgen van activiteiten natuurbeheer
- Kennis van verschillende plantmethoden
- Kennis van het plaatsen en herstellen van kleine beschermingselementen
- Kennis van lezen van tekeningen en bestek
- Kennis van snoeitechnieken
- Grondige kennis van handgereedschap (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Competentie 19:
Maait en keert vegetatie en voert deze af
- Maait de vegetatie manueel of machinaal
- Keert en verzamelt de vegetatie manueel en machinaal
- Perst of raapt het maaisel op
- Voert de gemaaide of gekeerde vegetatie af
- Gebruikt het meest geschikte materieel en materiaal op een efficiënte en effectieve manier
- Gebruikt machines die geen bodemverdichting veroorzaken, met aandacht voor de bodemdruk van de machines en de draagkracht van de bodem
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van de verschillende vegetaties, planten en bomen
- Kennis van restmaterialen en het verwerken van restmaterialen
- Kennis van de richtlijnen voor het sorteren van afval
- Kennis van maaitechnieken
- Kennis van de inzet van materieel i.f.v. de opdracht
- Grondige kennis van veiligheids- en milieuvoorschriften
- Grondige kennis van handgereedschap (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Grondige kennis van machines die courant gebruikt worden in natuurbeheer (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, type brandstof, ….)
- Competentie 20:
Snoeit volgens boom- en struiksoort en -grootte en gewenste doelstelling
- Voert een snoei uit volgens gewenste doelstelling
- Voert een achterstallige snoei uit (probleemtakken, schade aan takken, …)
- Voert een vormsnoei uit (knotten, bijsnoeien kroon, …)
- Verhakselt takken en snoeiafval
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van de verschillende vegetaties, planten en bomen
- Kennis van risico’s
- Kennis van restmaterialen en het verwerken van restmaterialen
- Kennis van snoeitechnieken
- Grondige kennis van veiligheids- en milieuvoorschriften
- Grondige kennis van handgereedschap (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Grondige kennis van machines die courant gebruikt worden in natuurbeheer (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, type brandstof, ….)
- Competentie 21:
Past doorkorttechnieken toe met kettingzaag
- Zorgt voor de eigen veiligheid en die van anderen in de werkzone (PBM, EHBO-kit, risicoanalyse /noodprocedure …)
- Onderhoudt en controleert de kettingzaag op de algemene conditie, scherpte en veiligheidsvoorzieningen
- Scherpt de hele ketting
- Gebruikt aangepaste, veilige doorkorttechnieken met gepast materiaal
- Zorgt bij het toepassen van doorkorttechnieken voor een correcte lichaamshouding en positie
- Zet kettingrem steeds op voor verplaatsing of als machine met één hand wordt gelost
- Kiest en gebruikt de geschikte hulpmiddelen om hout te verplaatsen
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van mechanisch onderhoud
- Basiskennis van EHBO-technieken
- Basiskennis van hout onder spanning en de mogelijke gevolgen
- Kennis over bouw en werking van de kettingzaag, de veiligheidsvoorzieningen en het vereiste onderhoud
- Kennis van de verschillende werkwijzen met correcte houding en zaagtechnieken met een kettingzaag
- Kennis van het correct gebruik van hulpmiddelen om hout te verplaatsen of vasthangende boom neer te halen
- Kennis van het onttakken en verzagen van gevelde bomen
- Kennis van veilig werken met kettingzaag
- Kennis van risico’s
- Kennis van restmaterialen en het verwerken van restmaterialen
- Kennis van wet- en regelgeving in functie van uit te voeren taken natuurbeheer
- Kennis van organisatierichtlijnen
- Grondige kennis van weersinvloeden op de activiteiten
- Grondige kennis van verschillende werkmethoden en werkvolgorde
- Grondige kennis van veiligheids- en milieuvoorschriften
- Competentie 22:
Velt gemarkeerde bomen met stam op velhoogte kleiner dan zaagbladlengte met een kettingzaag
- Controleert de werkplek en de toestand van de te vellen bomen
- Zorgt voor de eigen veiligheid en die van anderen in de werkzone (PBM, EHBO-kit, risicoanalyse /noodprocedure …)
- Bereidt voorafgaand aan de velling de boom voor door het veilig uitvoeren van een stamreiniging
- Verwijdert, indien nodig, wortelaanzetten
- Maakt correct een valkerf*, spintsnedes* en velsnede*
- Behoudt een breuklijst* van niet minder dan 10% van de stamdiameter op velhoogte
- Velt bomen met stam op velhoogte kleiner dan zaagbladlengte, op een veilige en ergonomische manier
- Onttakt en kort stam af op een veilige en ergonomische manier
- Haalt een (vasthangende) boom veilig en ergonomisch neer (keuze werkpositie, gepaste hulpmiddelen, vluchtroute,…)
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van mechanisch onderhoud
- Basiskennis van EHBO-technieken
- Basiskennis van hout onder spanning en de mogelijke gevolgen
- Kennis over bouw en werking van de kettingzaag, de veiligheidsvoorzieningen en het vereiste onderhoud
- Kennis van de verschillende werkwijzen met correcte houding en zaagtechnieken met een kettingzaag
- Kennis van aangepaste veltechnieken voor bomen met kleinere diameter dan zaagbladlengte (op velhoogte)
- Kennis van het correct gebruik van hulpmiddelen om hout te verplaatsen of vasthangende boom neer te halen
- Kennis van het onttakken en verzagen van gevelde bomen
- Kennis van veilig werken met kettingzaag
- Kennis van risico’s
- Kennis van restmaterialen en het verwerken van restmaterialen
- Kennis van wet- en regelgeving in functie van uit te voeren taken natuurbeheer
- Kennis van organisatierichtlijnen
- Grondige kennis van weersinvloeden op de activiteiten
- Grondige kennis van verschillende werkmethoden en werkvolgorde
- Grondige kennis van veiligheids- en milieuvoorschriften
* Valkerf: de spie die in de valrichting uit de boom gezaagd wordt
Spintsnede: ondiepe inkeping haaks op de valrichting boven de onderkant van de valkerf en rakend aan de valkerf
Velsnede: horizontale snede in de tegenovergestelde richting van de valkerf tot aan de breuklijst
Breuklijst: stuk in het zaagvlak dat niet doorgezaagd mag worden en dienst doet als scharnierpunt bij het vallen
- Competentie 23:
Houdt toezicht op de dieren
- Controleert de gegevens op het merkteken, de tatoeage,…
- Merkt op wanneer dieren zich anders gedragen dan gewoonlijk (algemene conditie, ziektebeelden, eetgedrag,…)
- Rapporteert onregelmatigheden (ziekte van dieren, …) aan de leidinggevende/diensthoofd
- Voert, indien nodig, een vaccinatie- en ontwormingsschema uit in samenwerking met de dierenarts
- Assisteert, indien nodig, de dierenarts en andere deskundigen bij specialistische verzorging
- Houdt zich aan de wetgeving voor dierenwelzijn
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van dieren
- Basiskennis van technieken voor het benaderen van, het vangen van en het werken met dieren
- Basiskennis van de wetgeving voor dierenwelzijn
- Kennis van mondeling en schriftelijk rapporteren
- Kennis van registratie van de gegevens m.b.t. de eigen werkzaamheden en verantwoordelijkheid
- Kennis van de administratieve documenten m.b.t. de eigen taak/werkopdracht
- Grondige kennis van vakterminologie
- Competentie 24:
Voedert de dieren
- Bewaakt de kwaliteit van het voeder en het water
- Geeft dieren voedsel en water volgens hun behoefte en planning
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van het assortiment voederproducten voor dieren
- Basiskennis van dieren
- Basiskennis van de wetgeving voor dierenwelzijn
- Competentie 25:
Verdeelt de dieren over de stallen of in openlucht
- Vangt de dieren op een manier die stress minimaliseert
- Hergroepeert dieren
- Gebruikt aangepast materiaal voor de verzorging van dieren
- Maakt gebruik van hulpmiddelen indien nodig
- Rapporteert onregelmatigheden aan de leidinggevende/diensthoofd
- Houdt zich aan de wetgeving voor dierenwelzijn
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van dieren
- Basiskennis van technieken voor het benaderen van, het vangen van en het werken met dieren
- Basiskennis van de wetgeving voor dierenwelzijn
- Kennis van mondeling en schriftelijk rapporteren
- Kennis van de inzet van materieel i.f.v. de opdracht
- Grondige kennis van materialen en materieel
- Competentie 26:
Reinigt en ontsmet installaties en materieel voor de dieren
- Verwijdert mest en afvalstoffen uit stallen en installaties
- Reinigt de stallen en installaties met water en/of een hogedrukreiniger
- Gebruikt reinigings- en ontsmettingsproducten volgens de richtlijnen
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van de wetgeving voor dierenwelzijn
- Basiskennis van hygiënenormen
- Kennis van schoonmaak- en ontsmettingsprocedures en -middelen
- Kennis van de richtlijnen voor het sorteren van afval
- Kennis van kwaliteitsnormen met betrekking tot de werkzaamheden
Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen
Kennis
- Basiskennis van begrijpen van instructies en uitvoeren van de opdracht
- Basiskennis van mechanisch onderhoud
- Basiskennis van de verschillende vegetaties, planten en bomen
- Basiskennis van de kenmerken van de bodem en grondsoorten
- Basiskennis van grondwerken
- Basiskennis van het assortiment voederproducten voor dieren
- Basiskennis van dieren
- Basiskennis van technieken voor het benaderen van, het vangen van en het werken met dieren
- Basiskennis van de wetgeving voor dierenwelzijn
- Basiskennis van het gebruik van meet- en waterpasapparatuur
- Basiskennis van kenmerken van biotopen en ecosystemen
- Basiskennis van gevolgen van activiteiten natuurbeheer
- Basiskennis van EHBO-technieken
- Basiskennis van hygiënenormen
- Basiskennis van hout onder spanning en de mogelijke gevolgen
- Basiskennis van klachtenbehandeling
- Basiskennis van ontvangst van goederen en bijhorende (kwaliteits)controle
- Basiskennis van delen van expertise en kennis
- Basiskennis van communicatietechnieken
- Kennis over bouw en werking van de kettingzaag, de veiligheidsvoorzieningen en het vereiste onderhoud
- Kennis van de verschillende werkwijzen met correcte houding en zaagtechnieken met een kettingzaag
- Kennis van aangepaste veltechnieken voor bomen met kleinere diameter dan zaagbladlengte (op velhoogte)
- Kennis van het correct gebruik van hulpmiddelen om hout te verplaatsen of vasthangende boom neer te halen
- Kennis van het onttakken en verzagen van gevelde bomen
- Kennis van veilig werken met kettingzaag
- Kennis van risico’s
- Kennis van hef- en tiltechnieken
- Kennis van schoonmaak- en ontsmettingsprocedures en -middelen
- Kennis van mondeling en schriftelijk rapporteren
- Kennis van registratie van de gegevens m.b.t. de eigen werkzaamheden en verantwoordelijkheid
- Kennis van verschillende plantmethoden
- Kennis van restmaterialen en het verwerken van restmaterialen
- Kennis van de richtlijnen voor het sorteren van afval
- Kennis van maaitechnieken
- Kennis van het plaatsen van functionele en natuur educatieve inrichtingen
- Kennis van het aanleggen van (half)verhardingen, wegen, (bos)paden
- Kennis van het plaatsen en herstellen van kleine beschermingselementen
- Kennis van het aanleggen en onderhoud van (natuurlijke) aan- en afvoersystemen voor water
- Kennis van informatiekanalen m.b.t. ontwikkelingen en nascholing binnen de sector
- Kennis van de administratieve documenten m.b.t. de eigen taak/werkopdracht
- Kennis van het gebruik van kantoorsoftware
- Kennis van omgangsvormen met medewerkers, klanten en derden
- Kennis van werkorganisatie
- Kennis van het opstellen en uitvoeren van een werkplan in functie van de eigen opdracht of de opdracht van het team
- Kennis van de inzet van materieel i.f.v. de opdracht
- Kennis van lezen van tekeningen en bestek
- Kennis van bestellings- en reservatieprocedures in functie van de werkopdracht
- Kennis van het lezen en interpreteren van een leveringsbon
- Kennis van begeleidingsmethodes van medewerkers
- Kennis van kwaliteitsnormen met betrekking tot de werkzaamheden
- Kennis van opvolging van werkzaamheden
- Kennis van bestrijdingsmiddelen
- Kennis van behandelings- en bestrijdingsmethodes
- Kennis van wet- en regelgeving in functie van uit te voeren taken natuurbeheer
- Kennis van organisatierichtlijnen
- Kennis van snoeitechnieken
- Kennis van beheer van vijvers, water(partijen), sloten en oevers
- Kennis van functionele rekenvaardigheid
- Kennis van opvolging en controle van leveringen
- Kennis van evaluatie van de werkzaamheden
- Kennis van het opleidingsaanbod
- Kennis van opvolgen en controleren van de eigen voorraad
- Grondige kennis van weersinvloeden op de activiteiten
- Grondige kennis van materialen en materieel
- Grondige kennis van verschillende werkmethoden en werkvolgorde
- Grondige kennis van vakterminologie
- Grondige kennis van veiligheids- en milieuvoorschriften
- Grondige kennis van handgereedschap (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Grondige kennis van machines die courant gebruikt worden in natuurbeheer (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, type brandstof, ….)
- Grondige kennis van het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
- Grondige kennis van het laden en de zekering van de lading
Cognitieve vaardigheden
- Past de veiligheidsvoorschriften toe
- Werkt op een ergonomisch verantwoorde manier
- Waarborgt veiligheid en kwaliteit
- Neemt kennis van de werkopdracht
- Stelt een werkplan op en organiseert de uitvoering ervan
- Bepaalt de soort grondstoffen, het nodige materieel, de noodzakelijke bijkomende bewerkingen
- Verzamelt de benodigde materialen en materieel op het bedrijf
- Bestelt, reserveert machines, materiaal, plantmateriaal en zorgt voor een tijdige levering op de gevraagde locatie
- Controleert de levering op locatie en tekent de bestelbon af
- Raadpleegt de planning
- Informeert de medewerkers over de opdracht
- Controleert of de benodigde materialen , machines en gereedschappen aanwezig zijn en verifieert op basis van vaktechnisch inzicht of deze gebruiksklaar zijn
- Kijkt na of alles correct ingeladen is
- Overlegt tijdig en regelmatig met de medewerkers
- Maakt een planning voor de inzet van materieel en medewerkers
- Stemt de planning af op de vaardigheden van de medewerkers, de werkzaamheden en de beschikbare middelen
- Legt de meest efficiënte en logische werkvolgorde vast
- Deelt de taken mee en geeft concrete richtlijnen
- Bepaalt welk materieel en materiaal nodig is op welk moment om de taak uit te voeren
- Controleert de toepassing van de veiligheids- en milieuvoorschriften
- Draagt bij aan een positieve werksfeer
- Controleert of de medewerkers functioneren volgens de gemaakte afspraken, procedures en richtlijnen
- Draagt kennis en expertise op een begrijpelijke wijze over op de medewerker
- Zorgt, tijdens de werkzaamheden, dat er geen materiaalverlies is en dat de levensduur van machines en gereedschappen optimaal is
- Volgt de recente ontwikkelingen op van nieuwe machines, gereedschappen, technieken, ziektes en plagen,…
- Stelt zich op de hoogte van de (verplichte) beroepsgerichte nascholingen die relevant zijn voor zichzelf en voor de medewerkers
- Integreert de nieuwe ervaringen in de dagdagelijkse werksituatie
- Controleert de werkzaamheden
- Registreert de gevraagde gegevens zorgvuldig
- Evalueert de uitvoering van de werkzaamheden na afloop
- Hanteert een kritische houding ten aanzien van de kwaliteit van de eigen werkzaamheden en die van de medewerker(s)
- Controleert de werking van het materieel en de machines
- Gaat zorgvuldig met het materieel om en laat het gebruiksklaar achter
- Gaat respectvol en beleefd om met de klanten en/of derden
- Stelt zich als aanspreekpunt op voor klanten en/of derden
- Beantwoordt de vragen van klanten en/of derden in een duidelijk begrijpbare taal
- Neemt preventieve maatregelen ter bescherming van derden
- Berekent de nodige hoeveelheid materiaal in functie van de opdracht
- Houdt gegevens bij over het verbruik van de producten
- Berekent de hoeveelheid producten voor de bestelling
- Controleert periodiek de hoeveelheid aanwezige benodigde materialen en materieel
- Neemt eventueel goederen in ontvangst en controleert op aantallen en kwaliteit
- Houdt gegevens bij
- Vult nauwgezet de werkfiches in en controleert deze van de medewerkers: arbeidstijd per machine of gereedschap, verbruikte hoeveelheid grondstof, gepresteerde arbeidsuren, verplaatsingen, …
- Communiceert efficiënt mondeling en/of schriftelijk
- Gebruikt kantoorsoftware
- Controleert of de werkzaamheden uitgevoerd worden conform de opdracht
- Kiest de juiste materialen uit in functie van de opdracht
- Begeleidt de werkzaamheden rekening houdend met mogelijke impact op de natuurwaarden en op basis van vaktechnisch inzicht en het bestek
- Gaat zorgvuldig om met materialen zodat schade voorkomen wordt en geen onnodig restmateriaal ontstaat
- Waakt erover dat de veiligheidsvoorschriften gerespecteerd worden tijdens de werkzaamheden
- Zorgt dat de vigerende wetgeving wordt toegepast
- Vult documenten in en rapporteert aan de leidinggevende/diensthoofd
- Controleert de kwaliteit van het geleverde plantgoed
- Zorgt voor de eigen veiligheid en die van anderen in de werkzone (PBM, EHBO-kit, risicoanalyse /noodprocedure …)
- Zorgt bij het toepassen van doorkorttechnieken voor een correcte lichaamshouding en positie
- Controleert de werkplek en de toestand van de te vellen bomen
- Zorgt voor de eigen veiligheid en die van anderen in de werkzone (PBM, EHBO-kit, risicoanalyse /noodprocedure …)
- Controleert de gegevens op het merkteken, de tatoeage,…
- Houdt zich aan de wetgeving voor dierenwelzijn
- Bewaakt de kwaliteit van het voeder en het water
- Houdt zich aan de wetgeving voor dierenwelzijn
- Verantwoordt afwijkingen ten opzichte van de geplande werken
- Overlegt regelmatig met de medewerkers
- Gebruikt de persoonlijke beschermingsmiddelen op een correcte manier
- Zekert en beschermt de lading
- Maakt de machines en werktuigen gebruiksklaar en/of past ze aan
- Meldt de afwijkingen aan de leidinggevende/diensthoofd
- Bewaakt het (preventief) onderhoud van machines en materieel
- Ontvangt specifieke klachten van klanten op het terrein
- Rapporteert het verloop van de werkzaamheden, het functioneren van de medewerker(s), eventuele klachten en problemen aan de leidinggevende/diensthoofd
- Meldt de reeds genomen maatregelen en/of oplossingen
- Verlaat de werkplek op een manier die voldoet aan de gestelde kwaliteitseisen
Probleemoplossende vaardigheden
- Merkt op wanneer dieren zich anders gedragen dan gewoonlijk (algemene conditie, ziektebeelden, eetgedrag,…)
- Rapporteert onregelmatigheden (ziekte van dieren, …) aan de leidinggevende/diensthoofd
- Voert, indien nodig, een vaccinatie- en ontwormingsschema uit in samenwerking met de dierenarts
- Vermijdt risico’s voor zichzelf, medewerkers, klanten en andere personen
- Verleent hulp bij technische problemen
- Komt tussen indien de medewerker foutief handelt of bij verkeerd gedrag
- Stuurt de werkzaamheden bij waar nodig
- Meldt problemen aan de technicus of verantwoordelijke
- Onderzoekt de oorzaak van de klacht
- Gaat na op welke manier de klacht kan worden opgelost
- Contacteert de leidinggevende/diensthoofd wanneer er geen oplossing gevonden wordt voor de klacht/het probleem
- Stelt een oplossing voor bij schade in samenspraak met de leidinggevende/diensthoofd
- Meldt beschadigingen, afwijkingen en onvoorziene zaken
- Meldt de aanwezigheid van invasieve exoten aan de leidinggevende/diensthoofd
- Meldt tekorten en geeft bestellingen door aan de leidinggevende/diensthoofd
- Spoort problemen op
- Past de planning aan indien noodzakelijk
- Treedt actief op bij onveilige situaties
Motorische vaardigheden
- Assisteert, indien nodig, de dierenarts en andere deskundigen bij specialistische verzorging
- Geeft dieren voedsel en water volgens hun behoefte en planning
- Vangt de dieren op een manier die stress minimaliseert
- Hergroepeert dieren
- Gebruikt aangepast materiaal voor de verzorging van dieren
- Maakt gebruik van hulpmiddelen indien nodig
- Verwijdert mest en afvalstoffen uit stallen en installaties
- Reinigt de stallen en installaties met water en/of een hogedrukreiniger
- Gebruikt reinigings- en ontsmettingsproducten volgens de richtlijnen
- Gebruikt materialen, handgereedschap, machines en producten op een veilige manier
- Plaatst waarschuwingsborden
- Plaatst rijplaten indien van toepassing
- Past hef- en tiltechnieken toe
- Voert werkzaamheden uit volgens instructie en/of opdracht
- Hanteert courante tuinbouwmachines op correcte en veilige manier
- Reinigt na gebruik het materieel en de machines
- Bergt het materieel en de machines op een correcte en veilige manier op
- Voert werkzaamheden uit volgens instructie en/of opdracht
- Verwijdert zwerfvuil
- Verwijdert kleine constructies, verhardingen en afsluitingen
- Plaatst en onderhoudt afrastering en/of hekwerk ter begrenzing van de percelen
- Plaatst vangkralen
- Legt aan- en afvoersystemen voor water (greppels, bevloeiingskanalen, …) aan
- Plaatst stuwen, dammen, sluisjes, peilbuizen,…
- Voert eenvoudig herstelwerk uit
- Gebruikt het meest geschikte materieel en materiaal op een efficiënte en effectieve manier
- Legt natuureducatieve inrichting aan (paden, wegwijzer, infoborden, knuppelpaden, kijkwanden, observatiehutten, banken, brugjes, vlonders,…)
- Legt (half)verhardingen aan en onderhoudt ze
- Richt (dienst)paden in
- Onderhoudt verhardingen, wegen en paden
- Onderhoudt bouwkundige elementen
- Gebruikt het meest geschikte materieel en materiaal op een efficiënte en effectieve manier
- Past een behandelings- of bestrijdingsmethode toe
- Onderhoudt water(partijen), sloten, oevers
- Schoont de water(partijen) en sloten op
- Voert kleine herstellingen uit aan taluds en oevers
- Verwijdert indien nodig, bladeren, planten en plantenresten uit en rond vijver en sloten
- Onderhoudt aan- en afvoersystemen
- Graaft een plantput volgens het beplantingsplan
- Maakt de kluit los en knipt het wortelgestel bij indien nodig
- Zet planten uit overeenkomstig de opdracht
- Dicht de plantput
- Snoeit indien nodig bij de aanplant de kroon op en snoeit beschadigde of gebroken takken
- Plaatst, indien nodig, steunpaal en/of vraatbeveiliging
- Maait de vegetatie manueel of machinaal
- Keert en verzamelt de vegetatie manueel en machinaal
- Perst of raapt het maaisel op
- Voert de gemaaide of gekeerde vegetatie af
- Gebruikt het meest geschikte materieel en materiaal op een efficiënte en effectieve manier
- Gebruikt machines die geen bodemverdichting veroorzaken, met aandacht voor de bodemdruk van de machines en de draagkracht van de bodem
- Voert een snoei uit volgens gewenste doelstelling
- Voert een achterstallige snoei uit (probleemtakken, schade aan takken, …)
- Voert een vormsnoei uit (knotten, bijsnoeien kroon, …)
- Verhakselt takken en snoeiafval
- Onderhoudt en controleert de kettingzaag op de algemene conditie, scherpte en veiligheidsvoorzieningen
- Scherpt de hele ketting
- Gebruikt aangepaste, veilige doorkorttechnieken met gepast materiaal
- Zet kettingrem steeds op voor verplaatsing of als machine met één hand wordt gelost
- Kiest en gebruikt de geschikte hulpmiddelen om hout te verplaatsen
- Bereidt voorafgaand aan de velling de boom voor door het veilig uitvoeren van een stamreiniging
- Verwijdert, indien nodig, wortelaanzetten
- Maakt correct een valkerf*, spintsnedes* en velsnede*
- Behoudt een breuklijst* van niet minder dan 10% van de stamdiameter op velhoogte
- Velt bomen met stam op velhoogte kleiner dan zaagbladlengte, op een veilige en ergonomische manier
- Onttakt en kort stam af op een veilige en ergonomische manier
- Haalt een (vasthangende) boom veilig en ergonomisch neer (keuze werkpositie, gepaste hulpmiddelen, vluchtroute,…)
Omgevingscontext
- De natuurbeheerder werkt in natuurgebieden, bossen en groene zones.
- Het beroep wordt in open lucht of in leefruimtes voor dieren uitgeoefend.
- De natuurbeheerder wordt blootgesteld aan wisselende weersomstandigheden.
- De weersomstandigheden hebben een invloed op de werkuren en -dagen. Tijdens bepaalde weersomstandigheden kan het werk niet worden aangevat of moet het werk worden gestopt (weerverlet). De natuurbeheerder moet hierop flexibel kunnen inspelen.
- De natuurbeheerder heeft te maken met wisselende toestand van bodems.
- De beroepsuitoefening kent seizoensgebonden arbeid omdat sommige werkzaamheden op bepaalde momenten moeilijk of niet kunnen uitgevoerd worden.
- Het beroep houdt verplaatsingen in: de werkzaamheden worden meestal op locatie uitgevoerd.
- Het beroep varieert naargelang het type interventie, de graad van automatisering van de uitrustingen, de kenmerken van het gebied (oppervlakte, grootte, ...) en de seizoenen.
- Het beroep kan tijdens weekends, op feestdagen of ’s nachts uitgeoefend worden.
- Het beroep kan het werken volgens het levensritme van de dieren inhouden.
- De werkzaamheden worden uitgevoerd op verschillende locaties buiten de onderneming/organisatie: de natuurbeheerder werkt dus steeds in een wisselende omgeving.
- Het beroep kan het werken op een auto- of voetgangersweg inhouden (bermen).
Handelingscontext
- De natuurbeheerder werkt volgens de instructies en de werkopdrachten van de leidinggevende/diensthoofd.
- De natuurbeheerder werkt alleen of in teamverband.
- De natuurbeheerder kan samenwerken met vrijwilligers.
- De natuurbeheerder zal in bepaalde omstandigheden zijn/haar werkzaamheden volledig moeten afwerken, zelfs wanneer de gebruikelijke arbeidsduur overschreven werd.
- Soms wordt er op moeilijk bereikbare plaatsen gewerkt.
- De activiteit vraagt volgehouden aandacht bij het vellen van bomen.
- Het beroep kan het werken met zeer risicovolle machines en gereedschappen inhouden (kettingzaag, …).
- De activiteit omvat een grote diversiteit aan werkzaamheden.
- De invulling van dit beroep verschilt volgens de werkwijze, de grootte van het bedrijf, de diersoort(en).
- Het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen (gehoorbescherming, bril, veiligheidsschoenen, veiligheidsjas, veiligheidsharnas…) kan verplicht zijn.
- De werkzaamheden zijn deels routinematig of repetitief van aard: tijdens bepaalde periodes moeten dezelfde specifieke activiteiten uitgevoerd worden gedurende meerdere dagen en /of weken na elkaar.
- Het werkterrein is echter breed, zodat de aard en de omvang van de werkzaamheden sterk kunnen verschillen.
- Tijdens de uitvoering van zijn/haar taken heeft de natuurbeheerder aandacht voor en houdt rekening met de natuur, veiligheid, milieu en klanten, vrijwilligers en/of publiek.
- De natuurbeheerder moet met verschillende machines, apparaten en gereedschappen kunnen werken/omgaan op een correcte en veilige manier om risico’s te vermijden (voor zichzelf, collega’s, vrijwilligers, klanten en publiek).
- Hij/zij vermijdt beschadiging van machines en materieel.
- De natuurbeheerder is verantwoordelijk voor het eigen materiaal.
- De natuurbeheerder communiceert op een duidelijke manier met collega’s, klanten en leidinggevende/diensthoofd.
- De natuurbeheerder is beleefd in omgang met klanten, vrijwilligers, publiek, opdrachtgevers en collega’s.
- De natuurbeheerder heeft aandacht voor de kwaliteit van de geleverde werkzaamheden, door een verhoogd verantwoordelijkheidsgevoel, de juiste werkhouding en gedrag. Hij/zij moet de werken ook binnen de vooropgestelde tijd/planning uitvoeren.
- Gezien de natuurbeheerder vaak in een gebukte houding werkzaamheden verricht en/of zware voorwerpen/lasten moet dragen is ergonomisch verantwoord werken verplicht.
Autonomie
Is zelfstandig in
- het uitvoeren van de ontvangen opdracht
Is gebonden aan
- de werkopdracht, de planning en de instructies van de leidinggevende/diensthoofd
- volgorde van de werkzaamheden binnen het kader van de opdracht
- de wet- en regelgeving qua natuur en milieu
Doet beroep op
- leidinggevende/diensthoofd voor de opdracht
- medewerker natuurbeheer
Verantwoordelijkheid
- Werkt op een gezonde, veilige en milieubewuste manier
- Plant en organiseert de werkzaamheden
- Organiseert de verplaatsingen van en naar de locatie
- Coördineert de activiteiten van het team
- Werkt met courante tuinbouwmachines en/of materieel
- Bouwt eigen deskundigheid op
- Rondt de werkzaamheden af
- Controleert, reinigt en doet basisonderhoud van machines en materieel
- Gaat om met klanten en/of derden
- Signaleert en handelt klachten af
- Volgt de voorraad op, stelt tekorten vast, plaatst bestellingen
- Vervult de werkadministratie en rapporteert aan de leidinggevende/diensthoofd
- Controleert, begeleidt en participeert aan de aanleg- en beheerwerken en ziet toe dat er gewerkt wordt op een gezonde, veilige en milieubewuste manier
- Realiseert de functionele inrichting van het gebied en onderhoudt ze
- Legt de paden en natuureducatieve inrichting aan in een gebied en onderhoudt ze
- Hanteert technieken en/of producten voor natuurbeheer
- Onderhoudt vijvers en waterpartijen
- Plant aan volgens soort en vooraf bepaalde dichtheid (plaatsing, spreiding, bemesting, ...)
- Maait en keert vegetatie en voert deze af
- Snoeit volgens boom- en struiksoort en -grootte en gewenste doelstelling
- Past doorkorttechnieken toe met kettingzaag
- Velt gemarkeerde bomen met stam op velhoogte kleiner dan zaagbladlengte met een kettingzaag
- Houdt toezicht op de dieren
- Voedert de dieren
- Verdeelt de dieren over de stallen of in openlucht
- Reinigt en ontsmet installaties en materieel voor de dieren
Attesten en voorwaarden
Wettelijke attesten en voorwaarden
Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.
Bijkomende attesten
-
European Chainsaw Certificate: ECC1 en ECC2
-
Fytolicentie p1 zoals bepaald in KB van 19 maart 2013 ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen