Aansluiter elektriciteitsdistributie

Onderdeel van de beroepskwalificatie Installateur nutsvoorzieningen

 
BK-0403-2-DBK-02

Globaal

Titel

Aansluiter elektriciteitsdistributie

De deelkwalificatie Aansluiter elektriciteitsdistributie is een samenhangend geheel van competenties afgebakend in de beroepskwalificatie Installateur nutsvoorzieningen, ingeschaald op niveau 4 van de Vlaamse Kwalificatiestructuur.

Competenties

Opsomming competenties

Onderstaande competenties uit de beroepskwalificatie Installateur nutsvoorzieningen vormen samen de deelkwalificatie Aansluiter elektriciteitsdistributie (de nummering is conform de nummering van de beroepskwalificatie)

Algemeen en veiligheid
  • Competentie 1:
    Beveiligt de werkplek en de omgeving ervan (signalisatie, …)
    • Brengt verkeerssignalisatie aan voor de beveiliging van de werkplek zowel voor boven- als ondergrondse werkzaamheden
    • Bakent de werkzone af met kegels, hekken, lichten, verkeersborden, …
    • Werkt veilig in (beschoeide) sleuven en putten
    • Voorziet doorgangen voor voetgangers en toegangen voor vrachtwagens
    • Voorziet toegangen tot woningen en andere gebouwen tijdens de werken
    • Verbetert de beveiliging aan de hand van een last minute visuele controle
    • Plaatst veiligheidssignalisatie bij gasleidingen (ATEX)
    • Hanteert een veilige aanpak bij gasincidenten (vb. blussen)
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis ATEX-regelgeving
    • Kennis van risico’s, veiligheidsregels- en procedures rond de werkzaamheden verbonden aan telecom-aardgas- en elektriciteitsnetwerk
    • Kennis van gevaren verbonden aan werkzaamheden in de omgeving van nutsleidingen
    • Kennis van elektriciteit voor werkzaamheden in de nabijheid van nutsleidingen
    • Kennis van de procedure voor werkplekvrijgave
  • Competentie 2:
    Werkt met oog voor veiligheid, milieu, energie, kwaliteit en welzijn
    • Houdt zich aan de regels over veiligheid, gezondheid en milieu
    • Gaat zuinig om met materialen, gereedschappen, tijd en vermijdt verspilling
    • Sorteert afval
    • Neemt gepaste maatregelen om hinder (stof, lawaai…) en afval te beperken
    • Herkent asbesthoudende en andere gevaarlijke afvalproducten, houdt de andere afvalstromen apart en neemt de nodige acties voor een veilige verwijdering
    • Werkt ergonomisch
    • Werkt met oog voor de energieprestatie van gebouwen (EPB)
    • Gebruikt hef- en hijswerktuigen volgens voorschriften
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s) volgens de specifieke voorschriften
    • Richt de eigen werkplek in volgens voorschriften en/of instructies
    • Slaat de eigen gereedschappen, machines en materialen op
    • Evalueert de eigen werkzaamheden kwalitatief en kwantitatief, en stuurt desnoods bij
    • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten en uitgevoerde werken door het bijhouden van het as-builtplan
    • Houdt rekening met de analyse van de risico's in verband met de uit te voeren werken.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de verschillende asbesthoudende producten
    • Basiskennis van specifieke risico’s van asbest, kwarts- en houtstof en andere gevaarlijke producten
    • Kennis van as-builtplan
    • Kennis van ATEX-richtlijnen
    • Kennis van bedrijfsprocedures inzake veiligheid, milieu en kwaliteit
    • Kennis van de toepassing van het AREI (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties)
    • Kennis van milieuvoorschriften in functie van de werkzaamheden
    • Kennis van procedures van BA4/BA5
    • Kennis van technische dossiers en schema’s
    • Kennis van traceerbaarheid van producten
    • Kennis van veiligheidsregels (PBM’s, CBM’s en signalisatie)
    • Kennis van Vitale 5 (8 gouden regels)
    • Kennis van voorraadbeheer
  • Competentie 3:
    Werkt op hoogte
    • Gebruikt ladders, steigers en hoogwerkers volgens de veiligheidsregels
    • Plaatst ladders
    • Gebruikt beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s) aangepast aan de werkomstandigheden
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van code van goede praktijk van werken op hoogte
    • Kennis van grenzen van bevoegdheden
    • Kennis van werkinstructie hoogwerker
  • Competentie 4:
    Houdt gegevens bij van de werkzaamheden en geeft de informatie door
    • Houdt gegevens bij over de werkzaamheden (vb. drukproef dienstleidingen,…)
    • Houdt gegevens bij over het gebruik van materiaal
    • Gebruikt beheerssoftware
    • Geeft de gegevens van het uitgevoerde werk door aan de betrokken dienst
    • Adviseert gebruikers met het oog op het correct gebruik van de installatie
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van as-builtplan
    • Kennis van communicatietechnieken
    • Kennis van het gebruik van bedrijfseigen software
    • Kennis van meetinstrumenten en hun risico’s
  • Competentie 5:
    Gebruikt meetinstrumenten
    • Ijkt regelmatig het meetinstrument
    • Selecteert het meetinstrument en stelt het correct in
    • Gebruikt systeemspecifieke meetinstrumenten
    • Meet digitale signalen, analoge signalen en doet metingen die eigen zijn aan het specifieke bedrijf om de optimale werking te controleren
    • Interpreteert de meetresultaten en vergelijkt deze met de richtwaarden
    • Houdt rekening met de tolerantiewaarden
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van kwaliteitsvoorschriften, richtwaarden en toleranties
    • Kennis van controle- en meetmethoden
    • Kennis van eenheden en grootheden bij de gebruikte meetinstrumenten
    • Kennis van meetinstrumenten en hun risico’s
  • Competentie 6:
    Communiceert helder met klanten
    • Gaat om met (moeilijke) klanten
    • Legt de werking van de installatie uit aan de klant
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van communicatietechnieken
Leidingen
  • Competentie 7:
    Plaatst boven- en ondergrondse leidingen
    • Bereidt aanleg- en montagewerkzaamheden voor en richt de werklocatie in op basis van het (nutsleidingen-)plan
    • Bevoorraadt de werkplek met het nodige materieel
    • Graaft sleuven of delft putten met behulp van de daartoe bestemde middelen
    • Verdicht de put en herstelt voorlopig de bestrating, voetpaden,…
    • Neemt actie bij onregelmatigheden
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van elektriciteit voor werkzaamheden in de nabijheid van nutsleidingen
    • Kennis van de specifieke plaatsingstechnieken en volgorde voor de nutsleidingen
    • Kennis van procedures en instructies (om putten en sleuven te graven en te verdichten, voor het plaatsen van omhulsels, kabels beschermbuizen en/of wachtbuizen en voor werkplekvrijgave, gebruiks- en onderhoudsinstructies voor de arbeidsmiddelen, …)
Elektriciteit
  • Competentie 8:
    Sluit de (tijdelijke) elektriciteitsmeterkast bij de gebruiker aan
    • Sluit de meetmodule aan op de netspanning
    • Sluit de centrale sturing aan
    • Voert de nodige metingen uit (inclusief indexopname,...)
    • Stelt de meterkast in dienst
    • Sluit een tijdelijke meterkast aan
    • Vervangt een tijdelijke meterkast en neemt een tijdelijke meterkast weg
    • Test de meter op klein verbruik
    • Koppelt de binneninstallatie aan de teller
    • Verzegelt de meteropstelling
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van aansluiten van centrale sturing
    • Kennis van de opbouw en onderdelen van de meterkast (nulgeleider, scheider,…)
    • Kennis van de soorten netten (NT 3N400V, TUT + BC, TUT)
    • Kennis van de werking en installatie van de meetinstallatie (fasevolgorde, beveiliging,…)
  • Competentie 9:
    Vernieuwt een (oude) elektrische meetinstallatie
    • Voert metingen uit in verschillende types oude meetopstellingen
    • Realiseert netwerkverbindingen tussen de verschillende meetinstallaties
    • Verwijdert oude meetinstallatie
    • Werkt veilig in aansluitdozen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de verschillende asbesthoudende producten
    • Basiskennis van specifieke risico’s van asbest, kwarts- en houtstof en andere gevaarlijke producten
    • Kennis van de (oude en nieuwe) metertypes, soorten bekabeling en beveiligingen
    • Kennis van specifieke risico’s, methoden en materialen om in aansluitdozen te werken
  • Competentie 10:
    Sluit de brandweerschakelaar aan en voert controles uit
    • Sluit de brandweerschakelaar aan
    • Voert de controle uit van de vermogensbedrading
    • Voert de controle uit van de stuurdraden
    • Meet het draaiveld op de brandweerschakelaar
    • Stelt de brandweerschakelaar in dienst
    • Voert aanpassingen uit op bestaande meervoudige meteropstellingen
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van meetinstrumenten en hun risico’s
    • Kennis van opbouw en gebruik van meervoudige meteropstellingen
  • Competentie 11:
    Schorst en sluit een aansluiting opnieuw aan
    • Schorst een aansluiting
    • Sluit een aansluiting opnieuw aan
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de veiligheidsregels voor werkzaamheden onder spanning
  • Competentie 12:
    Voert de ondergrondse aftakkingen op kunststofkabels en papierloodkabels op het ondergrondse elektriciteitsnet uit
    • Maakt een (opgiet)mof (EAXeVB, papierlood,…)
    • Maakt een overgangsmof
    • Bereidt de netkabel voor
    • Bereidt de aftakkabel voor
    • Plaatst de klemring op de hoofdkabel
    • Verbindt de (papier)loodmantel door
    • Voert de isolatiemeting op de aftakkabel uit
    • Voert de continuïteitsmeting op de aftakkabel uit
    • Brengt de aftakkabel op de hoofdkabel onder spanning
    • Werkt de opgietmof af
    • Maakt een muurdoorvoer dicht
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van het afdichten van muurdoorvoeren
    • Kennis van laagspanning
    • Kennis van meetinstrumenten en hun risico’s
    • Kennis van verschillende types kabel
    • Kennis van verschillende types moffen
    • Kennis van veiligheidsvoorschriften
  • Competentie 13:
    Voert de bovengrondse aftakkingen op het bovengronds elektriciteits(bundel)net uit
    • Bereidt de aftakkabel voor
    • Voert de isolatiemeting op de aftakkabel uit
    • Voert de continuïteitsmeting op de aftakkabel uit
    • Maakt een kabelopvoer
    • Verbindt de aftakkabel met de bovengrondse leiding
    • Brengt de aftakkabel op het net onder spanning
    • Maakt een muurdoorvoer dicht
    • Sloopt een bovengrondse aftakking
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de nodige materialen om een verbinding te maken met het bovengronds net
    • Kennis van gereedschappen
    • Kennis van het afdichten van muurdoorvoeren
    • Kennis van verschillende types kabel
  • Competentie 14:
    Voert wijzigingen uit voor het verplaatsen of verzwaren van de elektrische aansluiting
    • Neemt de aansluitkabel weg
    • Verplaatst de aansluitkabel
    • Vervangt de aansluitdozen
    • Vervangt de aansluitkabel
    • Verlengt de aansluitkabel
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van reglementering en normen
    • Kennis van specifieke risico’s, methoden en materialen om in aansluitdozen te werken
    • Kennis van verschillende types kabel
    • Kennis van Vitale 5 (8 gouden regels)

Beschrijving competenties adhv de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis ATEX-regelgeving
  • Basiskennis van de verschillende asbesthoudende producten
  • Basiskennis van specifieke risico’s van asbest, kwarts- en houtstof en andere gevaarlijke producten
  • Kennis van risico’s, veiligheidsregels- en procedures rond de werkzaamheden verbonden aan telecom-aardgas- en elektriciteitsnetwerk
  • Kennis van gevaren verbonden aan werkzaamheden in de omgeving van nutsleidingen
  • Kennis van de veiligheidsregels voor werkzaamheden onder spanning
  • Kennis van elektriciteit voor werkzaamheden in de nabijheid van nutsleidingen
  • Kennis van kwaliteitsvoorschriften, richtwaarden en toleranties
  • Kennis van aansluiten van centrale sturing
  • Kennis van as-builtplan
  • Kennis van ATEX-richtlijnen
  • Kennis van bedrijfsprocedures inzake veiligheid, milieu en kwaliteit
  • Kennis van code van goede praktijk van werken op hoogte
  • Kennis van communicatietechnieken
  • Kennis van controle- en meetmethoden
  • Kennis van de (oude en nieuwe) metertypes, soorten bekabeling en beveiligingen
  • Kennis van de nodige materialen om een verbinding te maken met het bovengronds net
  • Kennis van de opbouw en onderdelen van de meterkast (nulgeleider, scheider,…)
  • Kennis van de procedure voor werkplekvrijgave
  • Kennis van de soorten netten (NT 3N400V, TUT + BC, TUT)
  • Kennis van de specifieke plaatsingstechnieken en volgorde voor de nutsleidingen
  • Kennis van de toepassing van het AREI (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties)
  • Kennis van de werking en installatie van de meetinstallatie (fasevolgorde, beveiliging,…)
  • Kennis van eenheden en grootheden bij de gebruikte meetinstrumenten
  • Kennis van gereedschappen
  • Kennis van grenzen van bevoegdheden
  • Kennis van het afdichten van muurdoorvoeren
  • Kennis van het gebruik van bedrijfseigen software
  • Kennis van laagspanning
  • Kennis van meetinstrumenten en hun risico’s
  • Kennis van milieuvoorschriften in functie van de werkzaamheden
  • Kennis van opbouw en gebruik van meervoudige meteropstellingen
  • Kennis van procedures en instructies (om putten en sleuven te graven en te verdichten, voor het plaatsen van omhulsels, kabels beschermbuizen en/of wachtbuizen en voor werkplekvrijgave, gebruiks- en onderhoudsinstructies voor de arbeidsmiddelen, …)
  • Kennis van procedures van BA4/BA5
  • Kennis van reglementering en normen
  • Kennis van specifieke risico’s, methoden en materialen om in aansluitdozen te werken
  • Kennis van technische dossiers en schema’s
  • Kennis van traceerbaarheid van producten
  • Kennis van veiligheidsregels (PBM’s, CBM’s en signalisatie)
  • Kennis van verschillende types kabel
  • Kennis van verschillende types moffen
  • Kennis van Vitale 5 (8 gouden regels)
  • Kennis van voorraadbeheer
  • Kennis van werkinstructie hoogwerker
  • Kennis van veiligheidsvoorschriften

Cognitieve vaardigheden

  • Werkt veilig in (beschoeide) sleuven en putten
  • Verbetert de beveiliging aan de hand van een last minute visuele controle
  • Hanteert een veilige aanpak bij gasincidenten (vb. blussen)
  • Houdt zich aan de regels over veiligheid, gezondheid en milieu
  • Gaat zuinig om met materialen, gereedschappen, tijd en vermijdt verspilling
  • Neemt gepaste maatregelen om hinder (stof, lawaai…) en afval te beperken
  • Herkent asbesthoudende en andere gevaarlijke afvalproducten, houdt de andere afvalstromen apart en neemt de nodige acties voor een veilige verwijdering
  • Werkt ergonomisch
  • Werkt met oog voor de energieprestatie van gebouwen (EPB)
  • Gebruikt hef- en hijswerktuigen volgens voorschriften
  • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s) volgens de specifieke voorschriften
  • Richt de eigen werkplek in volgens voorschriften en/of instructies
  • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten en uitgevoerde werken door het bijhouden van het as-builtplan
  • Gebruikt ladders, steigers en hoogwerkers volgens de veiligheidsregels
  • Gebruikt beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s) aangepast aan de werkomstandigheden
  • Gebruikt beheerssoftware
  • Geeft de gegevens van het uitgevoerde werk door aan de betrokken dienst
  • Adviseert gebruikers met het oog op het correct gebruik van de installatie
  • Selecteert het meetinstrument en stelt het correct in
  • Interpreteert de meetresultaten en vergelijkt deze met de richtwaarden
  • Houdt rekening met de tolerantiewaarden
  • Legt de werking van de installatie uit aan de klant
  • Bereidt aanleg- en montagewerkzaamheden voor en richt de werklocatie in op basis van het (nutsleidingen-)plan
  • Test de meter op klein verbruik
  • Werkt veilig in aansluitdozen
  • Voert de controle uit van de vermogensbedrading
  • Voert de controle uit van de stuurdraden
  • Voert aanpassingen uit op bestaande meervoudige meteropstellingen
  • Brengt de aftakkabel op de hoofdkabel onder spanning
  • Brengt de aftakkabel op het net onder spanning
  • Plaatst veiligheidssignalisatie bij gasleidingen (ATEX)
  • Houdt gegevens bij over de werkzaamheden (vb. drukproef dienstleidingen,…)
  • Houdt gegevens bij over het gebruik van materiaal
  • Gebruikt systeemspecifieke meetinstrumenten
  • Meet digitale signalen, analoge signalen en doet metingen die eigen zijn aan het specifieke bedrijf om de optimale werking te controleren
  • Voert de nodige metingen uit (inclusief indexopname,...)
  • Stelt de meterkast in dienst
  • Voert metingen uit in verschillende types oude meetopstellingen
  • Realiseert netwerkverbindingen tussen de verschillende meetinstallaties
  • Meet het draaiveld op de brandweerschakelaar
  • Stelt de brandweerschakelaar in dienst
  • Schorst een aansluiting
  • Voert de isolatiemeting op de aftakkabel uit
  • Voert de continuïteitsmeting op de aftakkabel uit
  • Voert de isolatiemeting op de aftakkabel uit
  • Voert de continuïteitsmeting op de aftakkabel uit
  • Ijkt regelmatig het meetinstrument

Probleemoplossende vaardigheden

  • Evalueert de eigen werkzaamheden kwalitatief en kwantitatief, en stuurt desnoods bij
  • Houdt rekening met de analyse van de risico's in verband met de uit te voeren werken.
  • Neemt actie bij onregelmatigheden
  • Gaat om met (moeilijke) klanten

Motorische vaardigheden

  • Bakent de werkzone af met kegels, hekken, lichten, verkeersborden, …
  • Voorziet doorgangen voor voetgangers en toegangen voor vrachtwagens
  • Voorziet toegangen tot woningen en andere gebouwen tijdens de werken
  • Sorteert afval
  • Slaat de eigen gereedschappen, machines en materialen op
  • Plaatst ladders
  • Bevoorraadt de werkplek met het nodige materieel
  • Graaft sleuven of delft putten met behulp van de daartoe bestemde middelen
  • Verdicht de put en herstelt voorlopig de bestrating, voetpaden,…
  • Sluit de meetmodule aan op de netspanning
  • Sluit de centrale sturing aan
  • Sluit een tijdelijke meterkast aan
  • Vervangt een tijdelijke meterkast en neemt een tijdelijke meterkast weg
  • Koppelt de binneninstallatie aan de teller
  • Verzegelt de meteropstelling
  • Verwijdert oude meetinstallatie
  • Sluit de brandweerschakelaar aan
  • Sluit een aansluiting opnieuw aan
  • Maakt een (opgiet)mof (EAXeVB, papierlood,…)
  • Maakt een overgangsmof
  • Bereidt de netkabel voor
  • Bereidt de aftakkabel voor
  • Plaatst de klemring op de hoofdkabel
  • Verbindt de (papier)loodmantel door
  • Werkt de opgietmof af
  • Maakt een muurdoorvoer dicht
  • Bereidt de aftakkabel voor
  • Maakt een kabelopvoer
  • Verbindt de aftakkabel met de bovengrondse leiding
  • Maakt een muurdoorvoer dicht
  • Sloopt een bovengrondse aftakking
  • Neemt de aansluitkabel weg
  • Verplaatst de aansluitkabel
  • Vervangt de aansluitdozen
  • Vervangt de aansluitkabel
  • Verlengt de aansluitkabel
  • Brengt verkeerssignalisatie aan voor de beveiliging van de werkplek zowel voor boven- als ondergrondse werkzaamheden

Omgevingscontext

  • Dit beroep wordt vaak uitgeoefend bij netbeheerders en installatiebedrijven, zowel bij nieuwbouw als renovatie. De focus ligt op residentiële toepassingen. De beroepsbeoefenaar kan ook in een niet-residentiële context terecht komen voor de uitvoering van de installatie.
  • De beroepsbeoefenaar kan zich in de praktijk focussen op een of meer van de volgende technieken: installatie van gas-, elektriciteits- of telecominstallatie van de hoofdleiding tot aan de klant.
  • De installateur installeert diverse installaties, waarbij steeds de regelgeving en technische voorschriften in acht genomen moeten worden. De installatie of herstelling verloopt via procedures en methodes, maar zal steeds (licht) aan de wensen van de klant of de beperkingen van het gebouw moeten aangepast worden.
  • Bij de installatie kan men op hoogte werken, in contact komen met stof, geur, geluidshinder en in aanraking komen met gevaarlijke stoffen (vb. asbest).
  • De (basis)technieken an sich veranderen niet, maar er gebeuren innovaties binnen de installaties en systemen (vb. digitale meter, ombouw telecomnet,…). Continue bijscholing is noodzakelijk.
  • De werkopdrachten worden vaak strikt afgebakend in de tijd en er heersen in veel gevallen strikte deadlines.
  • De installateur werkt zowel in teamverband als individueel.

Handelingscontext

  • De installateur wordt verondersteld leergierig te zijn want bijblijven met de technologische ontwikkelingen in het vakgebied is een must.
  • Installaties worden volgens opgelegde voorschriften opgebouwd. De toepassing, omvang en uitvoering van het systeem kan echter erg verschillen en heel specifiek zijn. Tijdens het werkproces moet de beroepsbeoefenaar geschikte oplossingen kunnen bedenken op basis van aanwijzingen, metingen en waarnemingen. Hij moet daarbij redeneren en combineren om zelfstandig tot oplossingen te komen. De installateur kan steeds een beroep doen op collega’s of leidinggevenden bij moeilijke problemen.
  • De beroepsbeoefenaar werkt met zorg, toewijding en zin voor precisie. Hij behandelt materiaal en onderdelen met de nodige voorzichtigheid om schade te voorkomen.
  • Hij/zij moet flexibel kunnen omspringen met wijzigingen van planning, omgeving, grondstoffen en machines.
  • Hij heeft aandacht voor ergonomie omdat hij regelmatig lasten moet dragen en in moeilijke posities en op moeilijk bereikbare plaatsen moet werken.
  • De installateur moet er zich van bewust zijn dat elke handeling van belang is voor de veilige aansluiting van een klant op het distributienet. Hij/zij heeft oog voor gevaarlijke situaties, gebruikt PBM’s en CBM’s op een correcte manier, aangezien ze ook onder spanning werken.
  • De beroepsbeoefenaar komt vaak in contact met verschillende types van klanten en moet er professioneel mee kunnen communiceren.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het voorbereiden, uitvoeren en controleren van het eigen werk
  • het rapporteren van de uitgevoerde werken (as built)
Is gebonden aan
  • Regelgeving en normeringen
  • Technische dossiers en plannen
  • De toegewezen opdracht
  • Veiligheidsregels
Doet beroep op
  • Collega’s en leidinggevende voor niet-standaardsituaties
  • De lokale planningscel

Verantwoordelijkheid

  • Beveiligt de werkplek en de omgeving ervan (signalisatie, …)
  • Werkt met oog voor veiligheid, milieu, energie, kwaliteit en welzijn
  • Werkt op hoogte
  • Houdt gegevens bij van de werkzaamheden en geeft de informatie door
  • Gebruikt meetinstrumenten
  • Communiceert helder met klanten
  • Plaatst boven- en ondergrondse leidingen
  • Sluit de (tijdelijke) elektriciteitsmeterkast bij de gebruiker aan
  • Vernieuwt een (oude) elektrische meetinstallatie
  • Sluit de brandweerschakelaar aan en voert controles uit
  • Schorst en sluit een aansluiting opnieuw aan
  • Voert de ondergrondse aftakkingen op kunststofkabels en papierloodkabels op het ondergrondse elektriciteitsnet uit
  • Voert de bovengrondse aftakkingen op het bovengronds elektriciteits(bundel)net uit
  • Voert wijzigingen uit voor het verplaatsen of verzwaren van de elektrische aansluiting

Attesten en voorwaardens

Wettelijke attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.