Aansluiter aardgasdistributie

Onderdeel van de beroepskwalificatie Installateur nutsvoorzieningen

 
BK-0403-2-DBK-01

Globaal

Titel

Aansluiter aardgasdistributie

De deelkwalificatie Aansluiter aardgasdistributie is een samenhangend geheel van competenties afgebakend in de beroepskwalificatie Installateur nutsvoorzieningen, ingeschaald op niveau 4 van de Vlaamse Kwalificatiestructuur.

Competenties

Opsomming competenties

Onderstaande competenties uit de beroepskwalificatie Installateur nutsvoorzieningen vormen samen de deelkwalificatie Aansluiter aardgasdistributie (de nummering is conform de nummering van de beroepskwalificatie)

Algemeen en veiligheid
  • Competentie 1:
    Beveiligt de werkplek en de omgeving ervan (signalisatie, …)
    • Brengt verkeerssignalisatie aan voor de beveiliging van de werkplek zowel voor boven- als ondergrondse werkzaamheden
    • Bakent de werkzone af met kegels, hekken, lichten, verkeersborden, …
    • Werkt veilig in (beschoeide) sleuven en putten
    • Voorziet doorgangen voor voetgangers en toegangen voor vrachtwagens
    • Voorziet toegangen tot woningen en andere gebouwen tijdens de werken
    • Verbetert de beveiliging aan de hand van een last minute visuele controle
    • Plaatst veiligheidssignalisatie bij gasleidingen (ATEX)
    • Hanteert een veilige aanpak bij gasincidenten (vb. blussen)
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis ATEX-regelgeving
    • Kennis van risico’s, veiligheidsregels- en procedures rond de werkzaamheden verbonden aan telecom-aardgas- en elektriciteitsnetwerk
    • Kennis van gevaren verbonden aan werkzaamheden in de omgeving van nutsleidingen
    • Kennis van elektriciteit voor werkzaamheden in de nabijheid van nutsleidingen
    • Kennis van de procedure voor werkplekvrijgave
  • Competentie 2:
    Werkt met oog voor veiligheid, milieu, energie, kwaliteit en welzijn
    • Houdt zich aan de regels over veiligheid, gezondheid en milieu
    • Gaat zuinig om met materialen, gereedschappen, tijd en vermijdt verspilling
    • Sorteert afval
    • Neemt gepaste maatregelen om hinder (stof, lawaai…) en afval te beperken
    • Herkent asbesthoudende en andere gevaarlijke afvalproducten, houdt de andere afvalstromen apart en neemt de nodige acties voor een veilige verwijdering
    • Werkt ergonomisch
    • Werkt met oog voor de energieprestatie van gebouwen (EPB)
    • Gebruikt hef- en hijswerktuigen volgens voorschriften
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s) volgens de specifieke voorschriften
    • Richt de eigen werkplek in volgens voorschriften en/of instructies
    • Slaat de eigen gereedschappen, machines en materialen op
    • Evalueert de eigen werkzaamheden kwalitatief en kwantitatief, en stuurt desnoods bij
    • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten en uitgevoerde werken door het bijhouden van het as-builtplan
    • Houdt rekening met de analyse van de risico's in verband met de uit te voeren werken.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de verschillende asbesthoudende producten
    • Basiskennis van specifieke risico’s van asbest, kwarts- en houtstof en andere gevaarlijke producten
    • Kennis van as-builtplan
    • Kennis van ATEX-richtlijnen
    • Kennis van bedrijfsprocedures inzake veiligheid, milieu en kwaliteit
    • Kennis van de toepassing van het AREI (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties)
    • Kennis van milieuvoorschriften in functie van de werkzaamheden
    • Kennis van procedures van BA4/BA5
    • Kennis van technische dossiers en schema’s
    • Kennis van traceerbaarheid van producten
    • Kennis van veiligheidsregels (PBM’s, CBM’s en signalisatie)
    • Kennis van Vitale 5 (8 gouden regels)
    • Kennis van voorraadbeheer
  • Competentie 3:
    Werkt op hoogte
    • Gebruikt ladders, steigers en hoogwerkers volgens de veiligheidsregels
    • Plaatst ladders
    • Gebruikt beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s) aangepast aan de werkomstandigheden
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van code van goede praktijk van werken op hoogte
    • Kennis van grenzen van bevoegdheden
    • Kennis van werkinstructie hoogwerker
  • Competentie 4:
    Houdt gegevens bij van de werkzaamheden en geeft de informatie door
    • Houdt gegevens bij over de werkzaamheden (vb. drukproef dienstleidingen,…)
    • Houdt gegevens bij over het gebruik van materiaal
    • Gebruikt beheerssoftware
    • Geeft de gegevens van het uitgevoerde werk door aan de betrokken dienst
    • Adviseert gebruikers met het oog op het correct gebruik van de installatie
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van as-builtplan
    • Kennis van communicatietechnieken
    • Kennis van het gebruik van bedrijfseigen software
    • Kennis van meetinstrumenten en hun risico’s
  • Competentie 5:
    Gebruikt meetinstrumenten
    • Ijkt regelmatig het meetinstrument
    • Selecteert het meetinstrument en stelt het correct in
    • Gebruikt systeemspecifieke meetinstrumenten
    • Meet digitale signalen, analoge signalen en doet metingen die eigen zijn aan het specifieke bedrijf om de optimale werking te controleren
    • Interpreteert de meetresultaten en vergelijkt deze met de richtwaarden
    • Houdt rekening met de tolerantiewaarden
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van kwaliteitsvoorschriften, richtwaarden en toleranties
    • Kennis van controle- en meetmethoden
    • Kennis van eenheden en grootheden bij de gebruikte meetinstrumenten
    • Kennis van meetinstrumenten en hun risico’s
  • Competentie 6:
    Communiceert helder met klanten
    • Gaat om met (moeilijke) klanten
    • Legt de werking van de installatie uit aan de klant
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van communicatietechnieken
Gas
  • Competentie 16:
    Voert de lage- en middendruk gasaansluiting uit
    • Kiest de juiste materialen afhankelijk van de soort leiding
    • Schraapt en reinigt de leidingen
    • Monteert en last het aftakzadel op de distributieleiding
    • Neemt de gepaste veiligheidsmaatregelen bij doorboren
    • Maakt koppelingen op de dienstleiding
    • Plaatst de ronddrukklemmen en de positioneerklemmen
    • Brengt de correcte aanduidingen aan (markeringen, indicatie afkoeltijd, lasklevers, afsluiterplaatje)
    • Monteert de brandafsluiter, indien nodig
    • Plaatst de muurdoorvoer (overgang PE naar staal)
    • Plaatst leiding(en) en de monoblok binnenshuis voor de aansluiting van de teller
    • Voert de dichtheids- en weerstandsproef op de dienstleiding uit met lucht
    • Test de dichtheid van het monoblok en de monoblokkraan
    • Beschermt de stalen leidingen tegen corrosie
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van wettelijke vereisten m.b.t. traceerbaarheid
    • Kennis van bewerkingstechnieken (schrapen, reinigen, ontbramen,…)
    • Kennis van gas (soorten, eigenschappen,…)
    • Kennis van gereedschappen
    • Kennis van het afdichten van muurdoorvoeren
    • Kennis van meetinstrumenten en hun risico’s
    • Kennis van montagetechnieken
    • Kennis van ontbramings- en reinigingstechnieken
    • Kennis van PE-lastechniek
    • Kennis van reglementering en normen
    • Grondige kennis van materialen en hun eigenschappen (PE, staal,…)
  • Competentie 17:
    Sluit de lagedrukteller(s) aan voor één of meerdere gebruikers
    • Monteert de opstelling voor de gasmeter(s) volgens opgemaakt plan
    • Plaatst de teller en indien nodig de ontspanner
    • Brengt de aansluiting onder gasdruk
    • Ontlucht de dienstleiding
    • Meet de gasdruk
    • Test de volledige meetopstelling op dichtheid
    • Test de meter op klein verbruik
    • Koppelt de binneninstallatie aan de teller
    • Verzegelt de meteropstelling
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van meetinstrumenten en hun risico’s
    • Kennis van montagetechnieken
    • Kennis van planlezen
    • Kennis van reglementering en normen
  • Competentie 18:
    Voert wijzigingen uit voor het verplaatsen, vernieuwen of verzwaren van de lage- of middendruk gasaansluiting
    • Brengt de bestaande gasinstallatie buiten dienst
    • Controleert de gasdichtheid van de binneninstallatie
    • Beoordeelt de bestaande gasaansluiting i.k.v. conformiteit met huidige regels en normen
    • Koppelt verschillende soorten oude aftakkingen af op bestaande leidingen (PE, staal, gietijzer, VC, PVC)
    • Plaatst afdichtingsmiddelen op oude distributieleiding
    • Maakt de overgang van bestaande dienstleiding naar nieuwe dienstleiding en/of nieuwe distributieleiding
    • Vervangt de bestaande gasmeter
    • Wijzigt en vervangt niet conforme onderdelen op de gasaansluiting
    • Brengt de gasinstallatie opnieuw in dienst
    • Verzegelt de meteropstelling
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de verschillende asbesthoudende producten
    • Kennis van gas (soorten, eigenschappen,…)
    • Kennis van montagetechnieken
    • Kennis van reglementering en normen
    • Kennis van verschillende soorten distributie- en dienstleidingen
    • Kennis van verschillende soorten installaties
    • Grondige kennis van materialen en hun eigenschappen (PE, staal,…)

Beschrijving competenties adhv de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis ATEX-regelgeving
  • Basiskennis van de verschillende asbesthoudende producten
  • Basiskennis van specifieke risico’s van asbest, kwarts- en houtstof en andere gevaarlijke producten
  • Basiskennis van wettelijke vereisten m.b.t. traceerbaarheid
  • Kennis van risico’s, veiligheidsregels- en procedures rond de werkzaamheden verbonden aan telecom-aardgas- en elektriciteitsnetwerk
  • Kennis van gevaren verbonden aan werkzaamheden in de omgeving van nutsleidingen
  • Kennis van elektriciteit voor werkzaamheden in de nabijheid van nutsleidingen
  • Kennis van kwaliteitsvoorschriften, richtwaarden en toleranties
  • Kennis van as-builtplan
  • Kennis van ATEX-richtlijnen
  • Kennis van bedrijfsprocedures inzake veiligheid, milieu en kwaliteit
  • Kennis van bewerkingstechnieken (schrapen, reinigen, ontbramen,…)
  • Kennis van code van goede praktijk van werken op hoogte
  • Kennis van communicatietechnieken
  • Kennis van controle- en meetmethoden
  • Kennis van de procedure voor werkplekvrijgave
  • Kennis van de toepassing van het AREI (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties)
  • Kennis van eenheden en grootheden bij de gebruikte meetinstrumenten
  • Kennis van gas (soorten, eigenschappen,…)
  • Kennis van gereedschappen
  • Kennis van grenzen van bevoegdheden
  • Kennis van het afdichten van muurdoorvoeren
  • Kennis van het gebruik van bedrijfseigen software
  • Kennis van meetinstrumenten en hun risico’s
  • Kennis van milieuvoorschriften in functie van de werkzaamheden
  • Kennis van montagetechnieken
  • Kennis van ontbramings- en reinigingstechnieken
  • Kennis van PE-lastechniek
  • Kennis van planlezen
  • Kennis van procedures van BA4/BA5
  • Kennis van reglementering en normen
  • Kennis van technische dossiers en schema’s
  • Kennis van traceerbaarheid van producten
  • Kennis van veiligheidsregels (PBM’s, CBM’s en signalisatie)
  • Kennis van verschillende soorten distributie- en dienstleidingen
  • Kennis van verschillende soorten installaties
  • Kennis van Vitale 5 (8 gouden regels)
  • Kennis van voorraadbeheer
  • Kennis van werkinstructie hoogwerker
  • Grondige kennis van materialen en hun eigenschappen (PE, staal,…)

Cognitieve vaardigheden

  • Werkt veilig in (beschoeide) sleuven en putten
  • Verbetert de beveiliging aan de hand van een last minute visuele controle
  • Hanteert een veilige aanpak bij gasincidenten (vb. blussen)
  • Houdt zich aan de regels over veiligheid, gezondheid en milieu
  • Gaat zuinig om met materialen, gereedschappen, tijd en vermijdt verspilling
  • Neemt gepaste maatregelen om hinder (stof, lawaai…) en afval te beperken
  • Herkent asbesthoudende en andere gevaarlijke afvalproducten, houdt de andere afvalstromen apart en neemt de nodige acties voor een veilige verwijdering
  • Werkt ergonomisch
  • Werkt met oog voor de energieprestatie van gebouwen (EPB)
  • Gebruikt hef- en hijswerktuigen volgens voorschriften
  • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s) volgens de specifieke voorschriften
  • Richt de eigen werkplek in volgens voorschriften en/of instructies
  • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten en uitgevoerde werken door het bijhouden van het as-builtplan
  • Gebruikt ladders, steigers en hoogwerkers volgens de veiligheidsregels
  • Gebruikt beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s) aangepast aan de werkomstandigheden
  • Gebruikt beheerssoftware
  • Geeft de gegevens van het uitgevoerde werk door aan de betrokken dienst
  • Adviseert gebruikers met het oog op het correct gebruik van de installatie
  • Selecteert het meetinstrument en stelt het correct in
  • Interpreteert de meetresultaten en vergelijkt deze met de richtwaarden
  • Houdt rekening met de tolerantiewaarden
  • Legt de werking van de installatie uit aan de klant
  • Kiest de juiste materialen afhankelijk van de soort leiding
  • Neemt de gepaste veiligheidsmaatregelen bij doorboren
  • Brengt de correcte aanduidingen aan (markeringen, indicatie afkoeltijd, lasklevers, afsluiterplaatje)
  • Test de dichtheid van het monoblok en de monoblokkraan
  • Monteert de opstelling voor de gasmeter(s) volgens opgemaakt plan
  • Brengt de aansluiting onder gasdruk
  • Test de volledige meetopstelling op dichtheid
  • Test de meter op klein verbruik
  • Controleert de gasdichtheid van de binneninstallatie
  • Beoordeelt de bestaande gasaansluiting i.k.v. conformiteit met huidige regels en normen
  • Wijzigt en vervangt niet conforme onderdelen op de gasaansluiting
  • Plaatst veiligheidssignalisatie bij gasleidingen (ATEX)
  • Houdt gegevens bij over de werkzaamheden (vb. drukproef dienstleidingen,…)
  • Houdt gegevens bij over het gebruik van materiaal
  • Gebruikt systeemspecifieke meetinstrumenten
  • Meet digitale signalen, analoge signalen en doet metingen die eigen zijn aan het specifieke bedrijf om de optimale werking te controleren
  • Voert de dichtheids- en weerstandsproef op de dienstleiding uit met lucht
  • Beschermt de stalen leidingen tegen corrosie
  • Meet de gasdruk
  • Brengt de bestaande gasinstallatie buiten dienst
  • Brengt de gasinstallatie opnieuw in dienst
  • Ijkt regelmatig het meetinstrument

Probleemoplossende vaardigheden

  • Evalueert de eigen werkzaamheden kwalitatief en kwantitatief, en stuurt desnoods bij
  • Houdt rekening met de analyse van de risico's in verband met de uit te voeren werken.
  • Gaat om met (moeilijke) klanten

Motorische vaardigheden

  • Bakent de werkzone af met kegels, hekken, lichten, verkeersborden, …
  • Voorziet doorgangen voor voetgangers en toegangen voor vrachtwagens
  • Voorziet toegangen tot woningen en andere gebouwen tijdens de werken
  • Sorteert afval
  • Slaat de eigen gereedschappen, machines en materialen op
  • Plaatst ladders
  • Schraapt en reinigt de leidingen
  • Monteert en last het aftakzadel op de distributieleiding
  • Maakt koppelingen op de dienstleiding
  • Plaatst de ronddrukklemmen en de positioneerklemmen
  • Monteert de brandafsluiter, indien nodig
  • Plaatst de muurdoorvoer (overgang PE naar staal)
  • Plaatst leiding(en) en de monoblok binnenshuis voor de aansluiting van de teller
  • Plaatst de teller en indien nodig de ontspanner
  • Ontlucht de dienstleiding
  • Koppelt de binneninstallatie aan de teller
  • Verzegelt de meteropstelling
  • Koppelt verschillende soorten oude aftakkingen af op bestaande leidingen (PE, staal, gietijzer, VC, PVC)
  • Plaatst afdichtingsmiddelen op oude distributieleiding
  • Maakt de overgang van bestaande dienstleiding naar nieuwe dienstleiding en/of nieuwe distributieleiding
  • Vervangt de bestaande gasmeter
  • Brengt verkeerssignalisatie aan voor de beveiliging van de werkplek zowel voor boven- als ondergrondse werkzaamheden
  • Verzegelt de meteropstelling

Omgevingscontext

  • Dit beroep wordt vaak uitgeoefend bij netbeheerders en installatiebedrijven, zowel bij nieuwbouw als renovatie. De focus ligt op residentiële toepassingen. De beroepsbeoefenaar kan ook in een niet-residentiële context terecht komen voor de uitvoering van de installatie.
  • De beroepsbeoefenaar kan zich in de praktijk focussen op een of meer van de volgende technieken: installatie van gas-, elektriciteits- of telecominstallatie van de hoofdleiding tot aan de klant.
  • De installateur installeert diverse installaties, waarbij steeds de regelgeving en technische voorschriften in acht genomen moeten worden. De installatie of herstelling verloopt via procedures en methodes, maar zal steeds (licht) aan de wensen van de klant of de beperkingen van het gebouw moeten aangepast worden.
  • Bij de installatie kan men op hoogte werken, in contact komen met stof, geur, geluidshinder en in aanraking komen met gevaarlijke stoffen (vb. asbest).
  • De (basis)technieken an sich veranderen niet, maar er gebeuren innovaties binnen de installaties en systemen (vb. digitale meter, ombouw telecomnet,…). Continue bijscholing is noodzakelijk.
  • De werkopdrachten worden vaak strikt afgebakend in de tijd en er heersen in veel gevallen strikte deadlines.
  • De installateur werkt zowel in teamverband als individueel.

Handelingscontext

  • De installateur wordt verondersteld leergierig te zijn want bijblijven met de technologische ontwikkelingen in het vakgebied is een must.
  • Installaties worden volgens opgelegde voorschriften opgebouwd. De toepassing, omvang en uitvoering van het systeem kan echter erg verschillen en heel specifiek zijn. Tijdens het werkproces moet de beroepsbeoefenaar geschikte oplossingen kunnen bedenken op basis van aanwijzingen, metingen en waarnemingen. Hij moet daarbij redeneren en combineren om zelfstandig tot oplossingen te komen. De installateur kan steeds een beroep doen op collega’s of leidinggevenden bij moeilijke problemen.
  • De beroepsbeoefenaar werkt met zorg, toewijding en zin voor precisie. Hij behandelt materiaal en onderdelen met de nodige voorzichtigheid om schade te voorkomen.
  • Hij/zij moet flexibel kunnen omspringen met wijzigingen van planning, omgeving, grondstoffen en machines.
  • Hij heeft aandacht voor ergonomie omdat hij regelmatig lasten moet dragen en in moeilijke posities en op moeilijk bereikbare plaatsen moet werken.
  • De installateur moet er zich van bewust zijn dat elke handeling van belang is voor de veilige aansluiting van een klant op het distributienet. Hij/zij heeft oog voor gevaarlijke situaties, gebruikt PBM’s en CBM’s op een correcte manier, aangezien ze ook onder spanning werken.
  • De beroepsbeoefenaar komt vaak in contact met verschillende types van klanten en moet er professioneel mee kunnen communiceren.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het voorbereiden, uitvoeren en controleren van het eigen werk
  • het rapporteren van de uitgevoerde werken (as built)
Is gebonden aan
  • Regelgeving en normeringen
  • Technische dossiers en plannen
  • De toegewezen opdracht
  • Veiligheidsregels
Doet beroep op
  • Collega’s en leidinggevende voor niet-standaardsituaties
  • De lokale planningscel

Verantwoordelijkheid

  • Beveiligt de werkplek en de omgeving ervan (signalisatie, …)
  • Werkt met oog voor veiligheid, milieu, energie, kwaliteit en welzijn
  • Werkt op hoogte
  • Houdt gegevens bij van de werkzaamheden en geeft de informatie door
  • Gebruikt meetinstrumenten
  • Communiceert helder met klanten
  • Voert de lage- en middendruk gasaansluiting uit
  • Sluit de lagedrukteller(s) aan voor één of meerdere gebruikers
  • Voert wijzigingen uit voor het verplaatsen, vernieuwen of verzwaren van de lage- of middendruk gasaansluiting

Attesten en voorwaardens

Wettelijke attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.