Plaatser interieurprojecten

Onderdeel van de beroepskwalificatie Interieurbouwer

 
BK-0041-3-DBK-01

Globaal

Titel

Plaatser interieurprojecten

De deelkwalificatie Plaatser interieurprojecten is een samenhangend geheel van competenties afgebakend in de beroepskwalificatie Interieurbouwer, ingeschaald op niveau 3 van de Vlaamse Kwalificatiestructuur.

Competenties

Opsomming competenties

Onderstaande competenties uit de beroepskwalificatie Interieurbouwer vormen samen de deelkwalificatie Plaatser interieurprojecten (de nummering is conform de nummering van de beroepskwalificatie)

  • Competentie 1:
    Werkt in teamverband
    • Communiceert effectief en efficiënt
    • Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
    • Rapporteert aan leidinggevenden
    • Werkt efficiënt samen met collega's
    • Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
    • Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, …)
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van communicatietechnieken
    • Kennis van vakterminologie
  • Competentie 2:
    Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
    • Maakt onderscheid tussen gevaarlijke en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
    • Vraagt om informatie in geval van twijfel over afvalstoffen
    • Sorteert afval volgens de richtlijnen
    • Respecteert bij het plaatsen de regels rond energieprestaties van gebouwen
    • Herkent asbesthoudende producten en reageert passend
    • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
    • Werkt ergonomisch
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
    • Meldt problemen aan de verantwoordelijke
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van algemene principes EPB
    • Basiskennis van milieuzorgsystemen en -voorschriften in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten
    • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne- en welzijnsvoorschriften
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
    • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
    • Kennis van etikettering en productidentificatie
  • Competentie 3:
    Organiseert zijn werkplek veilig en ordelijk
    • Organiseert zijn werkplaats rekening houdend met een logische werkvolgorde
    • Richt de werkplaats (ergonomisch) in
    • Beperkt stofemissie
    • Sorteert afval volgens de richtlijnen
    • Houdt de werkplek schoon
    • Bergt de eigen gereedschappen en hulpmiddelen op
    • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
    • Gebruikt (stof)afzuigapparatuur/installaties
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van milieuzorgsystemen en -voorschriften in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten
    • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne- en welzijnsvoorschriften
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
    • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
  • Competentie 4:
    Werkt op hoogte
    • Gebruikt (rol)steigers volgens instructies en veiligheidsregels
    • Gebruikt ladders volgens instructies en veiligheidsregels als toegangsmiddel
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne- en welzijnsvoorschriften
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Competentie 5:
    Gebruikt stromen duurzaam en beperkt geluidshinder
    • Gebruikt water voor taken & schoonmaak efficiënt
    • Gebruikt machines en gereedschappen efficiënt
    • Beperkt het lawaai: gebruikt persoonlijke beschermingsmiddelen, implementeert preventiemaatregelen voor omgeving
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne- en welzijnsvoorschriften
    • Kennis van elektrisch en pneumatisch handgereedschap
    • Grondige kennis van ((C)NC-gestuurde) (houtbewerkings)machines
  • Competentie 15:
    Transporteert grondstoffen, constructieonderdelen en materialen (intern, op de werf)
    • Houdt zich aan procedures en voorschriften
    • Verplaatst veilig en op ergonomisch verantwoorde wijze
    • Stapelt zorgvuldig volgens een logische verwerkingsvolgorde
    • Verpakt, beschermt voor transport (vochtigheid, temperatuur, lichtinval, …)
    • Laadt, lost (interne) transportmiddelen conform de richtlijnen (max. gewicht, aantal, ...)
    • Bevestigt en beveiligt tegen vervoersrisico’s (het zekeren van ladingen, …)
    • Transporteert op de werf of plaats van bestemming
    • Past hef- en tiltechnieken toe
    • Organiseert tussentijdse opslag op de werf rekening houdend met de werfomstandigheden
    • Onderneemt actie bij onvoorziene omstandigheden of problemen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van opslag- en stapeltechnieken
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van (interne) transportmiddelen
    • Kennis van verpakkingstechnieken
    • Kennis van laad- en zekeringstechnieken
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
  • Competentie 20:
    Stelt de situatie op de werf in functie van de eigen werkzaamheden vast en bereidt de plaatsing voor
    • Neemt kennis van de eigen werkopdracht
    • Leest en begrijpt (werk)tekeningen en plannen
    • Controleert de levering (aantal, compleetheid, juistheid, …) in functie van de eigen werkzaamheden
    • Neemt de planning door
    • Beoordeelt de situatie van de werf/ruwbouw (vloeren, muren, …) in functie van de eigen werkzaamheden
    • Verzekert zich van de fysische en hygrothermische omgevingscondities en de geschiktheid van het gebouw voor het plaatsen van de onderdelen
    • Traceert en controleert de nutsvoorzieningen, …
    • Signaleert aanpassingen aan nutsvoorzieningen en/of omgeving aan leidinggevende/verantwoordelijke
    • Bepaalt een optimale werkvolgorde
    • Verwijdert losse en vaste elementen
    • Brengt signalisatie aan
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van sanitair in functie van interieurbouw
    • Basiskennis van elektriciteit in functie van interieurbouw
    • Basiskennis van milieuzorgsystemen en -voorschriften in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van werkdocumenten, tekeningen en plannen
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen
    • Kennis van functionele rekenvaardigheden
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
  • Competentie 21:
    Plaatst interieurelementen
    • Leest en begrijpt (werk)tekeningen en plannen
    • Voert kleine aanpassingen uit aan de omgeving (nutsvoorzieningen, openingen, dampafvoer, …)
    • Bevestigt interieurelementen aan de ruwbouw en aan elkaar
    • Maakt sluitstukken tussen interieurelementen en de ruwbouw
    • Voorziet uitsparingen voor te integreren onderdelen (gootsteen, stopconctact, verluchtingsrooster, spots, … )
    • Voorkomt koudebruggen en lekken in het lucht- en dampscherm
    • Controleert de kwaliteit en maatvoering
    • Meldt problemen aan leidinggevende/verantwoordelijke
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van sanitair in functie van interieurbouw
    • Basiskennis van elektriciteit in functie van interieurbouw
    • Kennis van werkdocumenten, tekeningen en plannen
    • Kennis van hout en plaatmaterialen
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Kennis van elektrisch en pneumatisch handgereedschap
    • Kennis van bevestigingsmiddelen voor interieurelementen
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Grondige kennis van constructie- en verbindingstechnieken voor interieurelementen
    • Grondige kennis van plaatsingsmethodes voor interieurelementen
  • Competentie 22:
    Werkt interieurinrichtingen af
    • Integreert andere materialen aan het interieur (glas, elektrische toestellen, sanitair, …)
    • Regelt beslag, sluit- en schuifmechanismen
    • Kit, indien nodig, af
    • Controleert de kwaliteit van het uitgevoerde werk
    • Meldt problemen/afwijkingen aan leidinggevende/verantwoordelijke
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van sanitair in functie van interieurbouw
    • Basiskennis van elektriciteit in functie van interieurbouw
    • Kennis van materialen en gereedschappen
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
    • Grondige kennis van beslag, sluit- en schuifmechanismen voor interieurelementen

Beschrijving competenties adhv de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van sanitair in functie van interieurbouw
  • Basiskennis van elektriciteit in functie van interieurbouw
  • Basiskennis van algemene principes EPB
  • Basiskennis van opslag- en stapeltechnieken
  • Basiskennis van milieuzorgsystemen en -voorschriften in functie van de eigen werkzaamheden
  • Kennis van communicatietechnieken
  • Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten
  • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne- en welzijnsvoorschriften
  • Kennis van vakterminologie
  • Kennis van werkdocumenten, tekeningen en plannen
  • Kennis van hout en plaatmaterialen
  • Kennis van materialen en gereedschappen
  • Kennis van elektrisch en pneumatisch handgereedschap
  • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
  • Kennis van (interne) transportmiddelen
  • Kennis van verpakkingstechnieken
  • Kennis van laad- en zekeringstechnieken
  • Kennis van bevestigingsmiddelen voor interieurelementen
  • Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen
  • Kennis van functionele rekenvaardigheden
  • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
  • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
  • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
  • Kennis van etikettering en productidentificatie
  • Grondige kennis van ((C)NC-gestuurde) (houtbewerkings)machines
  • Grondige kennis van constructie- en verbindingstechnieken voor interieurelementen
  • Grondige kennis van beslag, sluit- en schuifmechanismen voor interieurelementen
  • Grondige kennis van plaatsingsmethodes voor interieurelementen

Cognitieve vaardigheden

  • Communiceert effectief en efficiënt
  • Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
  • Rapporteert aan leidinggevenden
  • Werkt efficiënt samen met collega's
  • Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
  • Maakt onderscheid tussen gevaarlijke en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
  • Vraagt om informatie in geval van twijfel over afvalstoffen
  • Respecteert bij het plaatsen de regels rond energieprestaties van gebouwen
  • Herkent asbesthoudende producten en reageert passend
  • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
  • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
  • Controleert de levering (aantal, compleetheid, juistheid, …) in functie van de eigen werkzaamheden
  • Beoordeelt de situatie van de werf/ruwbouw (vloeren, muren, …) in functie van de eigen werkzaamheden
  • Verzekert zich van de fysische en hygrothermische omgevingscondities en de geschiktheid van het gebouw voor het plaatsen van de onderdelen
  • Signaleert aanpassingen aan nutsvoorzieningen en/of omgeving aan leidinggevende/verantwoordelijke
  • Voorkomt koudebruggen en lekken in het lucht- en dampscherm

Probleemoplossende vaardigheden

  • Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, …)

Motorische vaardigheden

  • Sorteert afval volgens de richtlijnen
  • Werkt ergonomisch
  • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Organiseert zijn werkplaats rekening houdend met een logische werkvolgorde
  • Richt de werkplaats (ergonomisch) in
  • Beperkt stofemissie
  • Houdt de werkplek schoon
  • Bergt de eigen gereedschappen en hulpmiddelen op
  • Gebruikt (stof)afzuigapparatuur/installaties
  • Gebruikt (rol)steigers volgens instructies en veiligheidsregels
  • Gebruikt ladders volgens instructies en veiligheidsregels als toegangsmiddel
  • Gebruikt water voor taken & schoonmaak efficiënt
  • Gebruikt machines en gereedschappen efficiënt
  • Beperkt het lawaai: gebruikt persoonlijke beschermingsmiddelen, implementeert preventiemaatregelen voor omgeving
  • Verplaatst veilig en op ergonomisch verantwoorde wijze
  • Verpakt, beschermt voor transport (vochtigheid, temperatuur, lichtinval, …)
  • Laadt, lost (interne) transportmiddelen conform de richtlijnen (max. gewicht, aantal, ...)
  • Bevestigt en beveiligt tegen vervoersrisico’s (het zekeren van ladingen, …)
  • Transporteert op de werf of plaats van bestemming
  • Past hef- en tiltechnieken toe
  • Organiseert tussentijdse opslag op de werf rekening houdend met de werfomstandigheden
  • Traceert en controleert de nutsvoorzieningen, …
  • Verwijdert losse en vaste elementen
  • Brengt signalisatie aan
  • Voert kleine aanpassingen uit aan de omgeving (nutsvoorzieningen, openingen, dampafvoer, …)
  • Bevestigt interieurelementen aan de ruwbouw en aan elkaar
  • Maakt sluitstukken tussen interieurelementen en de ruwbouw
  • Voorziet uitsparingen voor te integreren onderdelen (gootsteen, stopconctact, verluchtingsrooster, spots, … )
  • Kit, indien nodig, af

Omgevingscontext

  • Dit beroep wordt uitgeoefend in de werkplaats en op bouwplaatsen (nieuwbouw), in bewoonde of in gebruik zijnde gebouwen (renovatie) binnen ondernemingen en vergt de nodige mobiliteit en contactvaardigheid.
  • Dit beroep wordt meestal in teamverband uitgeoefend, meestal in een onderneming waar de nodige flexibiliteit belangrijk is om zich aan te passen aan wijzigingen van planning, omgeving, grondstoffen en machines.
  • De werkopdrachten worden vaak strikt afgebakend in de tijd en er heersen in veel gevallen strikte deadlines, wat resultaatgerichtheid, stressbestendigheid en doorzettingsvermogen vraagt.
  • De hout- en bouwsector kennen veel reglementeringen, normen, aanbevelingen en technische voorlichtingsfiches inzake kwaliteit, veiligheid, gezondheid, hygiëne, welzijn, milieu en duurzaam bouwen. Verspilling en de rijzende afvalberg dwingen tot een economische en ecologische omgang met en hergebruik van grondstoffen en materialen.
  • Binnen dit beroep maakt men gebruik van elektrisch en pneumatisch gereedschap. Dit kan gevaar inhouden voor het oplopen van snijwonden, het klem raken van de machine, de terugslag van het werkstuk en/of van de machine, het stoten tegen voorwerpen, gevaar voor elektrocutie, …
  • Bij het werken met machines kan er lawaaihinder en (hout)stof voorkomen.
  • De situatie op de werkplek kan het dragen van lasten en werken in moeilijke houdingen en omstandigheden impliceren.
  • Het bijblijven met de (technologische) ontwikkelingen binnen de sector vergt leergierigheid en het volgen van (verplichte) opleidingen.

Handelingscontext

  • Oog hebben voor kwaliteit en de tevredenheid van de klant door met zorg, toewijding en zin voor esthetiek te werken.
  • Op constructieve en gebruiksvriendelijke wijze uitwisselen van informatie met klanten, collega’s en derden.
  • Aandacht hebben voor gevaarlijke situaties, veiligheidssignalisatie op de werkplek/werf respecteren en persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen met zorg gebruiken en onderhouden.
  • Omzichtig omgaan met grondstoffen en producten, rekening houdend met veiligheidsvoorschriften.
  • Zorgvuldig en nauwkeurig omgaan met (houtbewerkings-)machines, gereedschappen en materialen.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het uitvoeren van de plannen en voorbereiden van de eigen werkzaamheden
  • het opmeten
  • het opstellen van de hout-, meet- en materiaalstaat
  • het opmaken van het zaagplan
  • het bepalen van zijn werkvolgorde
  • het uitvoeren van zijn werkzaamheden, het voorbereiden, bewerken, vergaren, (af)monteren, afwerken, plaatsen en controleren
  • het gebruiken van gereedschappen en machines
  • datgene wat binnen zijn opdracht en competentie ligt te veranderen en aan te passen indien nodig
Is gebonden aan
  • een ontvangen werkopdracht en tijdsplanning
  • veiligheids- en milieuvoorschriften, technische voorschriften, productfiches, werktekeningen en plannen
Doet beroep op
  • leidinggevende voor de werkopdracht, (productie)gegevens, planning, melden van problemen/storingen en bijkomende instructies
  • (onderhouds)technieker en/of derden voor storingen, technische interventies en/of onderhoud aan het machinepark

Verantwoordelijkheid

  • Werkt in teamverband
  • Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
  • Organiseert zijn werkplek veilig en ordelijk
  • Werkt op hoogte
  • Gebruikt stromen duurzaam en beperkt geluidshinder
  • Transporteert grondstoffen, constructieonderdelen en materialen (intern, op de werf)
  • Stelt de situatie op de werf in functie van de eigen werkzaamheden vast en bereidt de plaatsing voor
  • Plaatst interieurelementen
  • Werkt interieurinrichtingen af

Attesten en voorwaardens

Wettelijke attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.