Schoenhersteller
BK-0538-1
Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.
Globaal
Titel
Schoenhersteller
Definitie
De schoenhersteller herstelt en vernieuwt diverse soorten schoeisel zoals schoenen, laarzen, sandalen, pumps … teneinde deze duurzaam, comfortabel en zoveel mogelijk in de oorspronkelijke staat af te leveren.
Niveau (VKS en EQF)
3
Jaar van erkenning
versie 1, 2020
Competenties
Opsomming competenties
- Competentie 1:
Bouwt eigen deskundigheid op.
- Leest vakspecifieke literatuur
- Volgt recente vakspecifieke ontwikkelingen op
- Woont studiedagen, werkgroepen, congressen en/of andere vormingsinitiatieven bij
- Wisselt ervaringen en informatie uit met collega’s
- Verwerkt vakspecifieke informatie
- Onderhoudt voeling met de sector
- Beheerst en onderhoudt de basistechnieken van het herstellen van schoeisel
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van de sector
- Kennis van de markt/leveranciers
- Kennis van vakspecifieke literatuur
- Competentie 2:
Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn.
- Maakt onderscheid tussen gevaarlijke en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
- Vraagt om informatie in geval van twijfel over afvalstoffen
- Sorteert afval volgens de wettelijke richtlijnen
- Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
- Werkt ergonomisch verantwoord
- Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s)
- Gaat veilig om met materialen en gereedschappen
- Zorgt voor optimale klimatologische omstandigheden (zoals gepaste vochtigheidsgraad en temperatuur)
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van ergonomie
- Basiskennis van gevaarlijke producten
- Kennis van veiligheidsvoorschriften
- Kennis van hygiëne-, veiligheid- en milieureglementering
- Kennis van afvalsortering en optimale opslagomstandigheden
- Kennis van de wettelijke richtlijnen i.v.m. afval, CBM’s en PBM’s
- Grondige kennis van materialen, technieken, producten en gereedschappen voor het herstellen van schoeisel
- Competentie 3:
Organiseert de eigen werkplek ordelijk.
- Organiseert de eigen werkplaats rekening houdend met een logische werkvolgorde
- Richt de werkplaats (ergonomisch) in
- Houdt de werkplek schoon en ordelijk
- Bergt de eigen gereedschappen en hulpmiddelen op
- Labelt de artikelen en groepeert ze per soort herstelling (vervanging van hak, herstelling van zool …)
- Legt de gelabelde artikels op de voorziene plaats
- met inbegrip van kennis:
- Basiskennis van ergonomie
- Kennis van werkplanning
- Competentie 4:
Bevraagt de opdrachtgever of leidinggevende (i.v.m. de kenmerken van de opdracht, de wensen en behoeften van de klant …) en respecteert de afgesproken prijs en termijn.
- Stelt gericht vragen over de wens van de opdrachtgever of over de opdracht van de leidinggevende
- Schat de haalbaarheid van de opdracht in
- Stelt materialen en toepassingen voor in functie van de technische vereisten, noden en budget
- Respecteert het tijds- en prijsbestek
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van werkplanning
- Grondige kennis van ledersoorten en van andere soepele materialen
- Grondige kennis van eigenschappen van leder en van andere soepele materialen
- Grondige kennis van materialen, technieken, producten en gereedschappen voor het herstellen van schoeisel
- Competentie 5:
Bepaalt de werkzaamheden voor de uitvoering van de opdracht.
- Houdt zich aan de productieorder en technische fiche
- Legt de vervangstukken en de artikelen die hersteld moeten worden klaar
- Kiest de materialen, technieken, producten en gereedschappen voor het herstellen van het artikel
- Houdt bij de keuze van materialen en middelen rekening met de mogelijkheden, beperkingen, beschikbaarheid en kosten hiervan
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van werkplanning
- Kennis van technische fiches
- Grondige kennis van ledersoorten en van andere soepele materialen
- Grondige kennis van eigenschappen van leder en van andere soepele materialen
- Grondige kennis van materialen, technieken, producten en gereedschappen voor het herstellen van schoeisel
- Grondige kennis van gebruik, soorten, kenmerken en functies van machines en gereedschappen voor het herstellen van schoeisel
- Competentie 6:
Stelt de machines in volgens de technische fiches.
- Houdt zich aan de productieorder en de technische fiches
- Stelt parameters manueel of computergestuurd in
- Kiest een programma uit een keuzemenu voor de productie
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van technische fiches
- Grondige kennis van (het gebruik van) machines en gereedschap om te snijden
- Grondige kennis van gebruik, soorten, kenmerken en functies van machines en gereedschappen voor het herstellen van schoeisel
- Competentie 7:
Bereidt de te herstellen artikelen, de vervangstukken en de assemblage voor (snijden, bijsnijden, knippen, kloppen, splitten, afschuinen, schalmen, vullen, inbinden, vormen, perforeren, markeren, kleuren …).
- Haalt het artikel of de versleten of beschadigde onderdelen uit elkaar
- Tekent een patroon af
- Gebruikt een sjabloon om de vervangstukken uit te snijden
- Kiest gereedschap of een machine in functie van de te snijden vorm en het materiaal
- Bepaalt alvorens te snijden de rekrichting van het materiaal door aan het bovenleer en voeringsleer te trekken
- Snijdt of knipt stukken leder en vervangstukken uit andere materialen (rubber, textiel …), manueel of met behulp van een machine
- Snijdt het bovenleer zodat de rekrichting dwars op de scheur komt te staan
- Schalmt een stuk bovenleer of voeringsleer pas af wanneer dit al naar maat van de herstelling is geknipt
- Schalmt met een schoenmakersmes het stuk bovenleer of voeringsleer af langs de binnenzijde
- Schalmt af zonder het formaat van het stuk bovenleer of voeringsleer te wijzigen
- Snijdt het zoolleer en vervangproducten zodat het profiel aansluit bij de oorspronkelijke zool
- Kleurt onderdelen en vervangstukken
- Gebruikt machines voor het herstellen van schoeisel (combiné met voor- en naschuurgedeelte, draadsnijmachine, naai- en stikmachines, pikeermachine …)
- Gebruikt gereedschappen voor het herstellen van schoeisel (leest, holpijpjes, elzen, snijmes, lederschaar, schalmmes, schaar, hamer, luchtdrukpers, machineplaat …)
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van sjablonen
- Kennis van kleurenleer
- Grondige kennis van patroontekentechnieken
- Grondige kennis van lederbewerkingstechnieken
- Grondige kennis van manuele en machinale snijtechnieken
- Grondige kennis van producten om lederartikelen te kleuren
- Grondige kennis van ledersoorten en van andere soepele materialen
- Grondige kennis van (het gebruik van) machines en gereedschap om te snijden
- Grondige kennis van eigenschappen van leder en van andere soepele materialen
- Grondige kennis van gebruik, soorten, kenmerken en functies van machines en gereedschappen voor het herstellen van schoeisel
- Competentie 8:
Herstelt artikelen en onderdelen van artikelen.
- Evalueert de technische en economische haalbaarheid van het herstellen van een artikel
- Licht de klant in over de haalbaarheid en het verwachte resultaat van de herstelling
- Herkent de verschillende maakmethoden van schoeisel (gelijmd, genaaid)
- Houdt rekening met de anatomie van de voet (beenderen, spieren)
- Herstelt of vervangt versleten of beschadigde onderdelen (schacht, onderwerk, tussenkurklaag, deklappen, zool …)
- Assembleert de vervangstukken door te lijmen, te spijkeren, te stikken of te naaien
- Reinigt het artikel of onderdelen van het artikel
- Verstevigt het artikel of onderdelen van het artikel
- Voert kleine orthopedische aanpassingen uit (ophogingen, correcties buitenoverloper, afwikkelingsbalk, fileren van de zool, andere materialen gebruiken …)
- Herstelt de kleur van het artikel of van onderdelen
- Gebruikt machines voor het herstellen van schoeisel (combiné met voor- en naschuurgedeelte, nagelmachine, freesmachine, draadsnijmachine, naai- en stikmachines, pikeermachine …)
- Gebruikt gereedschappen voor het herstellen van schoeisel (leest, holpijpjes, elzen, snijmes, lederschaar, schalmmes, schaar, hamer, luchtdrukpers, machineplaat …)
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van kleurenleer
- Kennis van herstellingstechnieken
- Grondige kennis van de anatomie van de voet
- Grondige kennis van lederbewerkingstechnieken
- Grondige kennis van producten om lederartikelen te kleuren
- Grondige kennis van bevestigingstechnieken en -materialen
- Grondige kennis van verstevigingstechnieken en -materialen
- Grondige kennis van manuele en machinale assemblagetechnieken
- Grondige kennis van ledersoorten en van andere soepele materialen
- Grondige kennis van eigenschappen van leder en van andere soepele materialen
- Grondige kennis van materialen, technieken, producten en gereedschappen voor het herstellen van schoeisel
- Grondige kennis van gebruik, soorten, kenmerken en functies van machines en gereedschappen voor het herstellen van schoeisel
- Competentie 9:
Bewaakt het loopcomfort.
- Leest het slijtagepatroon van de schoen aan de hand van de binnenzool en de loopzool om afwijkingen in het looppatroon te ontdekken
- Tekent de drukpunten en de versmalling van een laars af door de klant het schoeisel te laten passen
- Brengt een mousse of kurk aan bovenop de cambruur (het gelengstuk) en onder de binnenzool, zodat er geen drukpunt ontstaat op de hiel van de voet
- Past de hoogte van de hak aan indien dit het loopcomfort verbetert
- Verwijdert drukpunten met een knobbeltang of door de schoen op de leest te zetten zodat de schoen niet meer knelt
- Schalmt bij een herstelling het leder af, zodat dit het loopcomfort niet hindert
- Past de hoogte van de hak aan
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van herstellingstechnieken
- Kennis van slijtage- en looppatronen (normale patronen versus afwijkingen)
- Grondige kennis van verzolingstechnieken
- Grondige kennis van de balans van de schoen
- Grondige kennis van de anatomie van de voet
- Grondige kennis van lederbewerkingstechnieken
- Grondige kennis van manuele en machinale assemblagetechnieken
- Grondige kennis van ledersoorten en van andere soepele materialen
- Grondige kennis van eigenschappen van leder en van andere soepele materialen
- Grondige kennis van materialen, technieken, producten en gereedschappen voor het herstellen van schoeisel
- Grondige kennis van gebruik, soorten, kenmerken en functies van machines en gereedschappen voor het herstellen van schoeisel
- Competentie 10:
Schuurt zolen en hakken.
- Schuurt de oorspronkelijke loopzool, zodat de nieuwe loopzool erop aansluit en er geen ongelijk loopoppervlak ontstaat
- Schuurt hakken zodat ze gelijk zijn en in het loopvlak van de loopzool liggen
- Trekt de schoen op de schuurband in een vloeiende draaiende beweging naar zich toe
- Kiest de korrel van de schuurband in functie van het materiaal en de fase van de bewerking
- Ruwt de vezels op om een lederen zool voor te bereiden op het lijmen
- Ontvet het oppervlak van thermoplastische en pvc zolen met een halogeneermiddel
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van herstellingstechnieken
- Kennis van slijtage- en looppatronen (normale patronen versus afwijkingen)
- Grondige kennis van verzolingstechnieken
- Grondige kennis van de balans van de schoen
- Grondige kennis van de anatomie van de voet
- Grondige kennis van lederbewerkingstechnieken
- Grondige kennis van manuele en machinale assemblagetechnieken
- Grondige kennis van ledersoorten en van andere soepele materialen
- Grondige kennis van eigenschappen van leder en van andere soepele materialen
- Grondige kennis van materialen, technieken, producten en gereedschappen voor het herstellen van schoeisel
- Grondige kennis van gebruik, soorten, kenmerken en functies van machines en gereedschappen voor het herstellen van schoeisel
- Competentie 11:
Lijmt onderdelen van het schoeisel.
- Maakt lederen of rubberen gelijmde onderdelen los met solvent of warme lampen om beschadiging te vermijden
- Past de lijmsoort aan aan de materialen die moeten gelijmd worden
- Respecteert de aangegeven droogtijd van de lijm
- Lijmt steeds in, ook wanneer er een hechting volgt met garen of nagels
- Lijmt de verschillende onderdelen voorlopig op hun plaats in afwachting van een definitieve hechting met garen of nagels
- Perst gelijmde onderdelen van schoenen door ze aan te kloppen op de leest met een schoenmakershamer, met een klem vast te zetten of onder de luchtdrukpers te persen
- Lijmt zodat er bij het persen geen lijm op het bovenwerk terechtkomt
- Past de persplaat van de luchtdrukpers aan aan de grootte van de schoen
- Past de druk van de luchtdrukpers aan naargelang er zachte of harde materialen en hakken of zolen geperst worden
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van herstellingstechnieken
- Grondige kennis van lederbewerkingstechnieken
- Grondige kennis van lijmtechnieken en lijmkenmerken
- Grondige kennis van bevestigingstechnieken en -materialen
- Grondige kennis van manuele en machinale assemblagetechnieken
- Grondige kennis van ledersoorten en van andere soepele materialen
- Grondige kennis van eigenschappen van leder en van andere soepele materialen
- Grondige kennis van materialen, technieken, producten en gereedschappen voor het herstellen van schoeisel
- Grondige kennis van gebruik, soorten, kenmerken en functies van machines en gereedschappen voor het herstellen van schoeisel
- Competentie 12:
Hecht onderdelen van het schoeisel met garen.
- Past de naald en draaddikte aan aan het soort materiaal dat gestikt moet worden
- Stikt evenwijdig en recht
- Haalt de schoen in een vloeiende draaibeweging langs de machine om een gelijkmatige steek en duurzame hechting te krijgen
- Naait een onzichtbaar stuk bovenleer zo dicht mogelijk bij de rand van de loopzool
- Markeert de plaats voor het aflappen op de buitenrand van de schoen door met de frees een groef te maken, zodat de rand niet beschadigd wordt
- Klopt het naaiwerk aan doorgenaaide zolen plat op de leest zodat de hechting niet lost bij het dragen van de schoen
- Naait met de hand wanneer het machinaal niet meer mogelijk is
- Past de techniek van het doorgenaaid (ingeregen) werk toe
- Past de techniek van het randgenaaid werk toe
- Herstelt het naaiwerk
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van herstellingstechnieken
- Grondige kennis van lederbewerkingstechnieken
- Grondige kennis van doorgenaaid en randgenaaid werk
- Grondige kennis van (het gebruik van) lederstikmachines
- Grondige kennis van bevestigingstechnieken en -materialen
- Grondige kennis van manuele en machinale naai- en stiktechnieken
- Grondige kennis van manuele en machinale assemblagetechnieken
- Grondige kennis van ledersoorten en van andere soepele materialen
- Grondige kennis van eigenschappen van leder en van andere soepele materialen
- Grondige kennis van materialen, technieken, producten en gereedschappen voor het herstellen van schoeisel
- Grondige kennis van gebruik, soorten, kenmerken en functies van machines en gereedschappen voor het herstellen van schoeisel
- Competentie 13:
Nagelt onderdelen van het schoeisel.
- Past de lengte en dikte van de nagel aan om de hechting te waarborgen
- Nagelt een losgekomen of nieuwe hak van binnen naar buiten
- Schroeft de hak indien het model dit vereist
- Slaat bij het plaatsen van een stifthak houten tappen in het spanbuisje van de hak
- Gebruikt een andere hechtmethode wanneer een hak te smal is om te nagelen en er risico op beschadiging bestaat
- Nagelt recht in lijn met de hak, zodat de nagel de hak niet beschadigt
- Verwijdert nagels die doorgeven
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van herstellingstechnieken
- Grondige kennis van lederbewerkingstechnieken
- Grondige kennis van bevestigingstechnieken en -materialen
- Grondige kennis van manuele en machinale assemblagetechnieken
- Grondige kennis van ledersoorten en van andere soepele materialen
- Grondige kennis van eigenschappen van leder en van andere soepele materialen
- Grondige kennis van materialen, technieken, producten en gereedschappen voor het herstellen van schoeisel
- Grondige kennis van gebruik, soorten, kenmerken en functies van machines en gereedschappen voor het herstellen van schoeisel
- Competentie 14:
Werkt het herstelde schoeisel af.
- Snijdt het overtollige materiaal van zolen en hakken gelijkmatig weg zonder het bovenleer te beschadigen
- Trekt de schoen in een vloeiende draaibeweging langs de freesmachine om nieuwe zolen en hakken gelijkmatig af te werken
- Gebruikt afhankelijk van het materiaal de aangepaste freesmachine
- Verwijdert lijmresten en oud stiksel
- Gebruikt waar mogelijk de oorspronkelijke naaigaten zodat er geen oude naaigaten achterblijven
- Gebruikt materialen en een hechtingsmethode die in kleur en stijl zo nauw mogelijk aansluiten bij het oorspronkelijke artikel
- Gebruikt geen leer met onvolmaaktheden op zichtbare plaatsen
- Past de kleur op de oppoetsband aan aan de originele schoen
- Poetst het schoeisel op met behulp van de borstels van de combiné en met behulp van beschikbare onderhoudsproducten
- Brengt onderhouds-, beschermings- en conservatieproducten aan
- Maakt het artikel klaar voor aflevering
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van kleurenleer
- Kennis van herstellingstechnieken
- Kennis van preventieve conservatietechnieken voor schoeisel
- Kennis van (het gebruik van) machines en gereedschap om schoeisel te poetsen
- Grondige kennis van lederbewerkingstechnieken
- Grondige kennis van producten om lederartikelen te kleuren
- Grondige kennis van bevestigingstechnieken en -materialen
- Grondige kennis van ledersoorten en van andere soepele materialen
- Grondige kennis van eigenschappen van leder en van andere soepele materialen
- Grondige kennis van materialen, technieken, producten en gereedschappen voor het herstellen van schoeisel
- Grondige kennis van gebruik, soorten, kenmerken en functies van machines en gereedschappen voor het herstellen van schoeisel
- Grondige kennis van onderhoudsproducten, beschermingsproducten en conservatieproducten voor leder en voor andere soepele materialen
- Grondige kennis van afwerkingstechnieken voor schoeisel
- Competentie 15:
Controleert en corrigeert de herstelde artikelen.
- Voert productcontroles uit op basis van voorschriften, technische fiche en/of een model
- Voert visuele controles uit
- Recupereert onderdelen volgens de richtlijnen
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van technische fiches
- Kennis van veiligheidsvoorschriften
- Kennis van kwaliteitsnormen en kwaliteitscontrole
- Kennis van hygiëne-, veiligheid- en milieureglementering
- Kennis van afvalsortering en optimale opslagomstandigheden
- Kennis van de wettelijke richtlijnen i.v.m. afval, CBM’s en PBM’s
- Competentie 16:
Voert preventief of correctief basisonderhoud van machines en gereedschappen uit.
- Merkt afwijkingen, storingen of nood aan onderhoud op
- Houdt zich aan het onderhoudsplan en -richtlijnen
- Stelt (mee) de machines en gereedschappen veilig voor het uitvoeren van het onderhoud
- Voert kleine onderhouds- en herstellingswerkzaamheden uit (reinigen, smeren, onderdelen vervangen, vloeistoffen aanvullen …)
- Meldt problemen die zelf niet op te lossen zijn aan de verantwoordelijke
- Reinigt machines en gereedschappen
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van reinigingsproducten
- Kennis van materialen en technieken voor het onderhouden van machines en gereedschappen voor het herstellen van schoeisel
- Grondige kennis van gebruik, soorten, kenmerken en functies van machines en gereedschappen voor het herstellen van schoeisel
- Competentie 17:
Adviseert de klant over het onderhoud van het schoeisel.
- Adviseert de klant over het gebruik van producten, technieken en accessoires om het schoeisel optimaal te onderhouden
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van preventieve conservatietechnieken voor schoeisel
- Grondige kennis van onderhoudsproducten, beschermingsproducten en conservatieproducten voor leder en voor andere soepele materialen
- Competentie 18:
Geeft de technieken van het vak door.
- Bouwt verder op reeds aanwezige kennis en vaardigheden
- Geeft uitleg over de uitvoering en het doel van de opdrachten
- Demonstreert de werking van uitrusting en materiaal en/of licht methodieken en technieken toe
- Deelt complexe opdrachten op in stappen
- Past taalgebruik aan de medewerkers aan
- Ondersteunt de medewerker bij het inoefenen van vaardigheden
- Beantwoordt vragen van de medewerker
- met inbegrip van kennis:
- Kennis van de sector
- Kennis van werkplanning
- Kennis van de markt/leveranciers
- Kennis van vakspecifieke literatuur
- Grondige kennis van ledersoorten en van andere soepele materialen
- Grondige kennis van eigenschappen van leder en van andere soepele materialen
- Grondige kennis van materialen, technieken, producten en gereedschappen voor het herstellen van schoeisel
- Grondige kennis van gebruik, soorten, kenmerken en functies van machines en gereedschappen voor het herstellen van schoeisel
Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen
Kennis
- Basiskennis van ergonomie
- Basiskennis van gevaarlijke producten
- Kennis van afvalsortering en optimale opslagomstandigheden
- Kennis van de markt/leveranciers
- Kennis van de sector
- Kennis van de wettelijke richtlijnen i.v.m. afval, CBM’s en PBM’s
- Kennis van herstellingstechnieken
- Kennis van (het gebruik van) machines en gereedschap om schoeisel te poetsen
- Kennis van hygiëne-, veiligheid- en milieureglementering
- Kennis van kleurenleer
- Kennis van kwaliteitsnormen en kwaliteitscontrole
- Kennis van materialen en technieken voor het onderhouden van machines en gereedschappen voor het herstellen van schoeisel
- Kennis van preventieve conservatietechnieken voor schoeisel
- Kennis van reinigingsproducten
- Kennis van sjablonen
- Kennis van slijtage- en looppatronen (normale patronen versus afwijkingen)
- Kennis van technische fiches
- Kennis van vakspecifieke literatuur
- Kennis van veiligheidsvoorschriften
- Kennis van werkplanning
- Grondige kennis van afwerkingstechnieken voor schoeisel
- Grondige kennis van bevestigingstechnieken en -materialen
- Grondige kennis van de anatomie van de voet
- Grondige kennis van de balans van de schoen
- Grondige kennis van doorgenaaid en randgenaaid werk
- Grondige kennis van eigenschappen van leder en van andere soepele materialen
- Grondige kennis van gebruik, soorten, kenmerken en functies van machines en gereedschappen voor het herstellen van schoeisel
- Grondige kennis van (het gebruik van) lederstikmachines
- Grondige kennis van (het gebruik van) machines en gereedschap om te snijden
- Grondige kennis van lederbewerkingstechnieken
- Grondige kennis van ledersoorten en van andere soepele materialen
- Grondige kennis van lijmtechnieken en lijmkenmerken
- Grondige kennis van manuele en machinale assemblagetechnieken
- Grondige kennis van manuele en machinale naai- en stiktechnieken
- Grondige kennis van manuele en machinale snijtechnieken
- Grondige kennis van materialen, technieken, producten en gereedschappen voor het herstellen van schoeisel
- Grondige kennis van onderhoudsproducten, beschermingsproducten en conservatieproducten voor leder en voor andere soepele materialen
- Grondige kennis van patroontekentechnieken
- Grondige kennis van producten om lederartikelen te kleuren
- Grondige kennis van verstevigingstechnieken en -materialen
- Grondige kennis van verzolingstechnieken
Cognitieve vaardigheden
- Adviseert de klant over het gebruik van producten, technieken en accessoires om het schoeisel optimaal te onderhouden
- Beantwoordt vragen van de medewerker
- Beheerst en onderhoudt de basistechnieken van het herstellen van schoeisel
- Bepaalt alvorens te snijden de rekrichting van het materiaal door aan het bovenleer en voeringsleer te trekken
- Bergt de eigen gereedschappen en hulpmiddelen op
- Bouwt verder op reeds aanwezige kennis en vaardigheden
- Deelt complexe opdrachten op in stappen
- Demonstreert de werking van uitrusting en materiaal en/of licht methodieken en technieken toe
- Evalueert de technische en economische haalbaarheid van het herstellen van een artikel
- Gaat veilig om met materialen en gereedschappen
- Gebruikt geen leer met onvolmaaktheden op zichtbare plaatsen
- Gebruikt materialen en een hechtingsmethode die in kleur en stijl zo nauw mogelijk aansluiten bij het oorspronkelijke artikel
- Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s)
- Gebruikt waar mogelijk de oorspronkelijke naaigaten zodat er geen oude naaigaten achterblijven
- Geeft uitleg over de uitvoering en het doel van de opdrachten
- Herkent de verschillende maakmethoden van schoeisel (gelijmd, genaaid)
- Houdt bij de keuze van materialen en middelen rekening met de mogelijkheden, beperkingen, beschikbaarheid en kosten hiervan
- Houdt de werkplek schoon en ordelijk
- Houdt rekening met de anatomie van de voet (beenderen, spieren)
- Houdt zich aan de productieorder en de technische fiches
- Houdt zich aan de productieorder en technische fiche
- Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
- Houdt zich aan het onderhoudsplan en -richtlijnen
- Kiest de korrel van de schuurband in functie van het materiaal en de fase van de bewerking
- Kiest de materialen, technieken, producten en gereedschappen voor het herstellen van het artikel
- Kiest een programma uit een keuzemenu voor de productie
- Kiest gereedschap of een machine in functie van de te snijden vorm en het materiaal
- Labelt de artikelen en groepeert ze per soort herstelling (vervanging van hak, herstelling van zool …)
- Leest het slijtagepatroon van de schoen aan de hand van de binnenzool en de loopzool om afwijkingen in het looppatroon te ontdekken
- Leest vakspecifieke literatuur
- Legt de gelabelde artikels op de voorziene plaats
- Legt de vervangstukken en de artikelen die hersteld moeten worden klaar
- Licht de klant in over de haalbaarheid en het verwachte resultaat van de herstelling
- Maakt het artikel klaar voor aflevering
- Maakt onderscheid tussen gevaarlijke en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
- Onderhoudt voeling met de sector
- Ondersteunt de medewerker bij het inoefenen van vaardigheden
- Organiseert de eigen werkplaats rekening houdend met een logische werkvolgorde
- Past de lijmsoort aan aan de materialen die moeten gelijmd worden
- Past taalgebruik aan de medewerkers aan
- Recupereert onderdelen volgens de richtlijnen
- Respecteert de aangegeven droogtijd van de lijm
- Respecteert het tijds- en prijsbestek
- Richt de werkplaats (ergonomisch) in
- Schat de haalbaarheid van de opdracht in
- Sorteert afval volgens de wettelijke richtlijnen
- Stelt gericht vragen over de wens van de opdrachtgever of over de opdracht van de leidinggevende
- Stelt materialen en toepassingen voor in functie van de technische vereisten, noden en budget
- Stelt (mee) de machines en gereedschappen veilig voor het uitvoeren van het onderhoud
- Stelt parameters manueel of computergestuurd in
- Verwerkt vakspecifieke informatie
- Voert productcontroles uit op basis van voorschriften, technische fiche en/of een model
- Voert visuele controles uit
- Volgt recente vakspecifieke ontwikkelingen op
- Werkt ergonomisch verantwoord
- Wisselt ervaringen en informatie uit met collega’s
- Woont studiedagen, werkgroepen, congressen en/of andere vormingsinitiatieven bij
- Zorgt voor optimale klimatologische omstandigheden (zoals gepaste vochtigheidsgraad en temperatuur)
Probleemoplossende vaardigheden
- Gebruikt een andere hechtmethode wanneer een hak te smal is om te nagelen en er risico op beschadiging bestaat
- Meldt problemen die zelf niet op te lossen zijn aan de verantwoordelijke
- Merkt afwijkingen, storingen of nood aan onderhoud op
- Past de hoogte van de hak aan indien dit het loopcomfort verbetert
- Vraagt om informatie in geval van twijfel over afvalstoffen
Motorische vaardigheden
- Assembleert de vervangstukken door te lijmen, te spijkeren, te stikken of te naaien
- Brengt een mousse of kurk aan bovenop de cambruur (het gelengstuk) en onder de binnenzool, zodat er geen drukpunt ontstaat op de hiel van de voet
- Brengt onderhouds-, beschermings- en conservatieproducten aan
- Gebruikt afhankelijk van het materiaal de aangepaste freesmachine
- Gebruikt een sjabloon om de vervangstukken uit te snijden
- Gebruikt gereedschappen voor het herstellen van schoeisel (leest, holpijpjes, elzen, snijmes, lederschaar, schalmmes, schaar, hamer, luchtdrukpers, machineplaat …)
- Gebruikt machines voor het herstellen van schoeisel (combiné met voor- en naschuurgedeelte, draadsnijmachine, naai- en stikmachines, pikeermachine …)
- Gebruikt machines voor het herstellen van schoeisel (combiné met voor- en naschuurgedeelte, nagelmachine, freesmachine, draadsnijmachine, naai- en stikmachines, pikeermachine …)
- Haalt de schoen in een vloeiende draaibeweging langs de machine om een gelijkmatige steek en duurzame hechting te krijgen
- Haalt het artikel of de versleten of beschadigde onderdelen uit elkaar
- Herstelt de kleur van het artikel of van onderdelen
- Herstelt het naaiwerk
- Herstelt of vervangt versleten of beschadigde onderdelen (schacht, onderwerk, tussenkurklaag, deklappen, zool …)
- Kleurt onderdelen en vervangstukken
- Klopt het naaiwerk aan doorgenaaide zolen plat op de leest zodat de hechting niet lost bij het dragen van de schoen
- Lijmt de verschillende onderdelen voorlopig op hun plaats in afwachting van een definitieve hechting met garen of nagels
- Lijmt steeds in, ook wanneer er een hechting volgt met garen of nagels
- Lijmt zodat er bij het persen geen lijm op het bovenwerk terechtkomt
- Maakt lederen of rubberen gelijmde onderdelen los met solvent of warme lampen om beschadiging te vermijden
- Markeert de plaats voor het aflappen op de buitenrand van de schoen door met de frees een groef te maken, zodat de rand niet beschadigd wordt
- Naait een onzichtbaar stuk bovenleer zo dicht mogelijk bij de rand van de loopzool
- Naait met de hand wanneer het machinaal niet meer mogelijk is
- Nagelt een losgekomen of nieuwe hak van binnen naar buiten
- Nagelt recht in lijn met de hak, zodat de nagel de hak niet beschadigt
- Ontvet het oppervlak van thermoplastische en pvc zolen met een halogeneermiddel
- Past de druk van de luchtdrukpers aan naargelang er zachte of harde materialen en hakken of zolen geperst worden
- Past de hoogte van de hak aan
- Past de kleur op de oppoetsband aan aan de originele schoen
- Past de lengte en dikte van de nagel aan om de hechting te waarborgen
- Past de naald en draaddikte aan aan het soort materiaal dat gestikt moet worden
- Past de persplaat van de luchtdrukpers aan aan de grootte van de schoen
- Past de techniek van het doorgenaaid (ingeregen) werk toe
- Past de techniek van het randgenaaid werk toe
- Perst gelijmde onderdelen van schoenen door ze aan te kloppen op de leest met een schoenmakershamer, met een klem vast te zetten of onder de luchtdrukpers te persen
- Poetst het schoeisel op met behulp van de borstels van de combiné en met behulp van beschikbare onderhoudsproducten
- Reinigt het artikel of onderdelen van het artikel
- Reinigt machines en gereedschappen
- Ruwt de vezels op om een lederen zool voor te bereiden op het lijmen
- Schalmt af zonder het formaat van het stuk bovenleer of voeringsleer te wijzigen
- Schalmt bij een herstelling het leder af, zodat dit het loopcomfort niet hindert
- Schalmt een stuk bovenleer of voeringsleer pas af wanneer dit al naar maat van de herstelling is geknipt
- Schalmt met een schoenmakersmes het stuk bovenleer of voeringsleer af langs de binnenzijde
- Schroeft de hak indien het model dit vereist
- Schuurt de oorspronkelijke loopzool, zodat de nieuwe loopzool erop aansluit en er geen ongelijk loopoppervlak ontstaat
- Schuurt hakken zodat ze gelijk zijn en in het loopvlak van de loopzool liggen
- Slaat bij het plaatsen van een stifthak houten tappen in het spanbuisje van de hak
- Snijdt het bovenleer zodat de rekrichting dwars op de scheur komt te staan
- Snijdt het overtollige materiaal van zolen en hakken gelijkmatig weg zonder het bovenleer te beschadigen
- Snijdt het zoolleer en vervangproducten zodat het profiel aansluit bij de oorspronkelijke zool
- Snijdt of knipt stukken leder en vervangstukken uit andere materialen (rubber, textiel …), manueel of met behulp van een machine
- Stikt evenwijdig en recht
- Tekent de drukpunten en de versmalling van een laars af door de klant het schoeisel te laten passen
- Tekent een patroon af
- Trekt de schoen in een vloeiende draaibeweging langs de freesmachine om nieuwe zolen en hakken gelijkmatig af te werken
- Trekt de schoen op de schuurband in een vloeiende draaiende beweging naar zich toe
- Verstevigt het artikel of onderdelen van het artikel
- Verwijdert drukpunten met een knobbeltang of door de schoen op de leest te zetten zodat de schoen niet meer knelt
- Verwijdert lijmresten en oud stiksel
- Verwijdert nagels die doorgeven
- Voert kleine onderhouds- en herstellingswerkzaamheden uit (reinigen, smeren, onderdelen vervangen, vloeistoffen aanvullen …)
- Voert kleine orthopedische aanpassingen uit (ophogingen, correcties buitenoverloper, afwikkelingsbalk, fileren van de zool, andere materialen gebruiken …)
Omgevingscontext
- De beroepsbeoefenaar toont respect voor het vak, collega’s en concurrenten en vertegenwoordigt het beroep.
- De ter herstelling aangeboden schoenen zijn van uiteenlopende kwaliteit: het kan gaan om industrieel vervaardigde (gelijmde) schoenen en om handgemaakte (gestikte) schoenen.
- Dit beroep wordt alleen of in teamverband uitgeoefend, al dan niet in een onderneming.
- Dit beroep wordt uitgeoefend in een atelier.
- Het beroep situeert zich in de ambachtelijke sector. De beroepsbeoefenaar moet steeds op de hoogte blijven van vakspecifieke ontwikkelingen.
- Het beroep situeert zich in de modesector en is dus modegevoelig: de modecontext waarin de schoenhersteller actief is is dus onderhevig aan veranderingen.
- Sommige aspecten van de beroepsuitoefening kennen een beperkte mate van variatie.
Handelingscontext
- De beroepsbeoefenaar geeft blijk van handigheid en beschikt over fijne manipulatieve vaardigheden.
- De beroepsbeoefenaar handelt steeds binnen het eigen kennisdomein en vraagt in geval van problemen raad aan collega’s.
- De beroepsbeoefenaar herstelt de aangeboden artikelen in hun oorspronkelijke staat
- De beroepsbeoefenaar moet de hygiëne-, veiligheid- en milieureglementering op de werkvloer respecteren.
- De beroepsbeoefenaar moet gereedschappen en materialen zorgvuldig en nauwkeurig gebruiken.
- De beroepsbeoefenaar moet kwaliteitsvol en klantgericht handelen in alle omstandigheden: hij is in staat om in te schatten aan welke vereisten een product of dienst moet voldoen en kan hieraan tegemoet komen. Kwaliteit is zijn drijfveer.
- De beroepsbeoefenaar moet op constructieve en professionele wijze informatie uitwisselen met klant/opdrachtgevers en collega’s.
- De beroepsbeoefenaar moet uiterst nauwkeurig en zeer geconcentreerd te werk gaan.
- De beroepsbeoefenaar moet zich stipt aan de gemaakte afspraken houden.
- De beroepsbeoefenaar moet zich vlot kunnen aanpassen aan de wensen van de opdrachtgever of aan de opdracht van de leidinggevende wat een hoge mate van flexibiliteit vergt.
- De beroepsbeoefenaar werkt met machines en draaiende onderdelen.
- De beroepsbeoefenaar werkt met producten die schadelijk zijn voor de gezondheid (bv. solventen).
- De beroepsuitoefening gebeurt vaak rechtstaand, vereist het aannemen van moeilijke lichamelijke houdingen en vraagt vaak repetitieve bewegingen: ergonomisch verantwoord werken is dus gewenst.
- De opdrachten worden afgebakend in de tijd, wat deadlines met zich meebrengt; resultaatgerichtheid en stressbestendigheid zijn belangrijke eigenschappen.
Autonomie
Is zelfstandig in
- het bepalen en uitvoeren van de verschillende stappen van de opdracht (in functie van de vooropgestelde criteria van de opdracht).
- het bevragen van de opdrachtgever of van de leidinggevende (i.v.m. de kenmerken van de opdracht, de wensen en behoeften van de klant …).
- het gedurende lange tijd aan een taak werken zonder hulp of toezicht.
- Het herstellen van de artikelen in hun oorspronkelijke staat.
- het herstellen van (onderdelen van) artikelen.
- het kiezen van materialen, technieken, producten en gereedschappen voor het herstellen van het artikel (in functie van het beoogde resultaat).
- het opbouwen van eigen deskundigheid (vakspecifieke literatuur lezen, vakspecifieke ontwikkelingen opvolgen, vakspecifieke informatie verwerken, de basistechnieken van het herstellen van schoeisel beheersen en onderhouden …).
- het ordelijk organiseren van de werkplek (de werkplek schoon houden, de eigen gereedschappen en hulpmiddelen opbergen …).
- het respecteren van de gemaakte afspraken (het tijds- en prijsbestek …).
- het uitvoeren van de eigen werkzaamheden (voorbereiden, herstellen, afwerken, controleren …).
- het uitvoeren van preventief of correctief basisonderhoud van machines of uitrustingen (of het melden van problemen aan de verantwoordelijke).
- het werken met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn (veilig omgaan met materialen, producten en gereedschappen …).
Is gebonden aan
- de vooropgestelde criteria van de opdracht.
- hygiëne-, veiligheid- en milieureglementering.
Doet beroep op
- kennisspecialisten bij eventueel gebrek aan specifieke expertise.
Verantwoordelijkheid
- Adviseert de klant over het onderhoud van het schoeisel.
- Bepaalt de werkzaamheden voor de uitvoering van de opdracht.
- Bereidt de te herstellen artikelen, de vervangstukken en de assemblage voor (snijden, bijsnijden, knippen, kloppen, splitten, afschuinen, schalmen, vullen, inbinden, vormen, perforeren, markeren, kleuren …).
- Bevraagt de opdrachtgever of leidinggevende (i.v.m. de kenmerken van de opdracht, de wensen en behoeften van de klant …) en respecteert de afgesproken prijs en termijn.
- Bewaakt het loopcomfort.
- Bouwt eigen deskundigheid op.
- Controleert en corrigeert de herstelde artikelen.
- Geeft de technieken van het vak door.
- Hecht onderdelen van het schoeisel met garen.
- Herstelt artikelen en onderdelen van artikelen.
- Lijmt onderdelen van het schoeisel.
- Nagelt onderdelen van het schoeisel.
- Organiseert de eigen werkplek ordelijk.
- Schuurt zolen en hakken.
- Stelt de machines in volgens de technische fiches.
- Voert preventief of correctief basisonderhoud van machines en gereedschappen uit.
- Werkt het herstelde schoeisel af.
- Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn.
Wettelijke attesten en voorwaarden
Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.