Voeger

 
BK-0500-1
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Voeger

Deze benaming wordt gebruikt in het beroepscompetentieprofiel van Constructiv.

Definitie

De voeger vult het al dan niet volledig opgevuld metselwerk op met het gewenste soort voegsel teneinde voegen in het metselwerk af te werken.

Afbakening

De taak van een voeger bestaat eruit om, het metselwerk van de muren op te voegen nadat een metselaar deze muren heeft afgewerkt.
De voeger heeft een grondige kennis van de verschillende voegtechnieken en maakt gebruik van verschillende materialen en hulpmiddelen om de voegen op te vullen. Hij kent de factoren die een rol spelen bij het kwaliteitsverlies door een slechte hechting en onderneemt verschillende stappen om dit te voorkomen.
Hij werkt meestal alleen en buiten, houdt rekening met de weersomstandigheden. Hij moet in staat zijn om mortels te maken die aangepast zijn aan het metselwerk dat hij voegt en beheerst kalkmortels en elastische voegkitten.
Hij kan barsten en bovenkanten van muren behandelen. Hij kan ontvoegen en hervoegen en beheerst de verschillende gevelreinigingstechnieken. Indien nodig kan hij een gevel voegklaar maken. Dit doet hij door onder meer sommige bestaande voegen uit te diepen zodat alle voegen een uniforme diepte hebben en indien nodig het metselwerk te bevochtigen.

Niveau (VKS en EQF)

3

Deelkwalificaties

Deze beroepskwalificatie 'Voeger' omvat de deelkwalificatie 'Cementgebonden voeger (BK-0500-1-DBK-01)' die bestaat uit de volgende competenties: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 17, 18, 19, 20

Deze beroepskwalificatie 'Voeger' omvat de deelkwalificatie 'Elastisch voeger (BK-0500-1-DBK-02)' die bestaat uit de volgende competenties: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 14, 16, 17

Jaar van erkenning

versie 1, 2020

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Werkt in teamverband
    • Communiceert effectief en efficiënt
    • Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
    • Overlegt over de voorbereiding, uitvoering en afwerking van de opdracht
    • Rapporteert aan leidinggevenden
    • Werkt efficiënt samen met collega's
    • Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
    • Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, …)
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van communicatietechnieken
    • Kennis van vakterminologie
  • Competentie 2:
    Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
    • Herkent en signaleert gevaarlijke situaties, neemt gepaste maatregelen bij ongelukken en meldt ongevallen en incidenten volgens interne procedures
    • Herkent, voorkomt en beschermt tegen specifieke risico’s
    • Maakt onderscheid tussen gevaarlijke en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
    • Vraagt om informatie in geval van twijfel over afvalstoffen
    • Sorteert afval volgens de richtlijnen
    • Respecteert de regels rond energieprestaties van gebouwen
    • Herkent asbesthoudende producten en reageert passend
    • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
    • Werkt ergonomisch
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Past de voorschriften met betrekking tot netheid en hygiëne toe
    • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
    • Beperkt stofemissie
    • Gebruikt (stof)afzuigapparatuur
    • Evalueert zijn eigen werkzaamheden kwalitatief en kwantitatief en stuurt desnoods bij
    • Meldt problemen aan de verantwoordelijke
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van algemene principes EPB
    • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne-, milieu- en welzijnsvoorschriften
    • Kennis van specifieke risico’s van gevaarlijke en schadelijke stoffen (cement en hulpstoffen, kwartsstof, houtstof, asbesthoudende producten, ...), elektriciteit, lawaai, trillingen, brand, explosies, ...
    • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
    • Kennis van de voorschriften rond afval en gevaarlijke producten (o.a. asbest, ...)
    • Kennis van elektrisch-, pneumatisch- en handgereedschap
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
  • Competentie 3:
    Organiseert zijn werkplek veilig en ordelijk
    • Organiseert zijn werkplaats rekening houdend met een logische werkvolgorde
    • Richt de werkplaats (ergonomisch) in
    • Plaatst de signalisatie en brengt waarschuwingstekens aan
    • Houdt de werkplek schoon
    • Bergt de eigen gereedschappen en hulpmiddelen op
    • Gebruikt collectieve beschermingsmiddelen
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van opslag- en stapeltechnieken
    • Kennis van signalisatievoorschriften
    • Kennis van (interne) transportmiddelen
    • Kennis van laad- en zekeringstechnieken
  • Competentie 4:
    Werkt op hoogte
    • Gebruikt ladders volgens de veiligheidsregels als toegangsmiddel
    • Gebruikt steigers volgens de instructies en veiligheidsregels
    • Gebruikt beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s) aangepast aan de werkomstandigheden
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van voorschriften voor het veilig werken op hoogte
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van de maatregelen ter preventie van het vallen van personen en voorwerpen van een steiger
    • Kennis van de voorwaarden om een steiger te betreden
  • Competentie 5:
    Gebruikt stromen duurzaam en beperkt geluidshinder
    • Gebruikt water voor taken en schoonmaak efficiënt
    • Gebruikt machines en gereedschappen efficiënt
    • Beperkt het lawaai: implementeert preventiemaatregelen voor omgeving
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van een geoptimaliseerd verbruik van water, materialen en energie
  • Competentie 6:
    Gebruikt machines en gereedschappen
    • Selecteert te gebruiken machines en gereedschappen
    • Controleert de machines en gereedschappen voor gebruik
    • Gebruikt machines en gereedschappen op een veilige en efficiënte manier
    • Onderhoudt en reinigt de machines en gereedschappen na gebruik
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van werking en veiligheidsaspecten van gebruikte machines en gereedschappen
    • Kennis van elektriciteit i.f.v. werkzaamheden
    • Kennis van onderhoudstechnieken van gereedschappen en materieel
  • Competentie 7:
    Houdt werkadministratie bij
    • Houdt planning en werkdocumenten bij
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van werkdocumenten, tekeningen en plannen
  • Competentie 8:
    Plant de werkzaamheden
    • Leest en begrijpt plannen, werktekeningen of werkopgaveblad
    • Bepaalt de uitvoeringsfases en maakt een planning op van het verloop van de werkzaamheden
    • Plant de werken en bepaalt mee de werkvolgorde
    • Bepaalt de benodigde materialen, gereedschappen en machines in functie van de dagactiviteit
    • Stemt de eigen werkzaamheden af op de activiteiten van anderen (het bouwteam)
    • Onderhoudt contacten met klanten en collega’s
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van Building Information Modeling (BIM)
    • Kennis van werkdocumenten, tekeningen en plannen
    • Kennis van materialen, gereedschappen en machines
    • Kennis van functionele berekeningen
  • Competentie 9:
    Helpt mee aan het inrichten van de bouwplaats
    • Zet de werken nauwkeurig uit (bouwlijnen), bakent ze af en bepaalt hoogtepeilen
    • Brengt veiligheidssignalisatie aan
    • Installeert werfafsluitingen en voorziet doorgangen voor voetgangers en toegangen voor vrachtwagens
    • Plaatst hekken en schermen tegen inbraak en stofhinder
    • Werkt mee aan een voorlopige effening van het terrein
    • Voorziet de plaatsing van de werfkeet (bureau, eet- en kleedruimte, sanitaire voorzieningen, …)
    • Voorziet aansluiting van elektriciteit, water en verlichting
    • Voorziet opslagmogelijkheden en richt de stockageplaats in voor materiaal en gereedschappen
    • Bewaart de orde en de netheid
    • Voorziet plaats voor containers of verzamelplaatsen voor het selectief verzamelen van bouwafval
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van opslag- en stapeltechnieken
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
    • Kennis van de voorschriften rond afval en gevaarlijke producten (o.a. asbest, ...)
    • Kennis van de inrichting van de werkplek: signalisatie, afsluiting, orde en netheid
    • Kennis van elektriciteit i.f.v. werkzaamheden
    • Kennis van het gebruik van topografische instrumenten
    • Grondige kennis van meet- en uitzettechnieken
  • Competentie 10:
    Beheert het materiaal en het materieel
    • Houdt voorraden bij en vult aan
    • Neemt leveringen in ontvangst en controleert op hoeveelheden en kwaliteit
    • Stockeert het materieel en de materialen op de daartoe voorziene plaats en zorgt voor bescherming ervan
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van opslag- en stapeltechnieken
  • Competentie 11:
    Slaat lasten aan
    • Selecteert de gepaste en gekeurde hijshulpmiddelen
    • Schat gewicht en zwaartepunt van de last in
    • Bevestigt de last aan de hijsvoorzieningen en zekert de last
    • Geeft eenduidige instructies aan de bedieners van machines
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de technieken voor bevestigen, heffen en het aanslaan van lasten
    • Kennis van de keuringsvoorschriften van hijsmaterieel
    • Kennis van de tekens en seinen voor communicatie met de bestuurders van hef-, hijs- en graafmachines
  • Competentie 12:
    Voert dichtingswerken uit aan wanden
    • Plaatst dichtings- en beschermingsmembranen tegen de funderingsmuren
    • Brengt bepleisteringen met cementmortel aan tegen de funderingsmuren
    • Behandelt gevels en muren met dichtingsmiddelen
    • Controleert de gevel op scheuren en dicht deze
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van injectieprocédés en dichtingsmiddelen om muren mee te behandelen
    • Kennis van plaatsingsvoorschriften voor dichtingswerken
  • Competentie 13:
    Voert voegwerken uit in functie van metselwerk
    • Maakt een voegmortel aan
    • Gebruikt gepast voeggereedschap
    • Past voegtechnieken (plat, vol, achter de hand) toe
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van soorten voegen
  • Competentie 14:
    Bereidt de voegwerken voor
    • Verwijdert oude voegvullingen (uithakken of uitslijpen)
    • Krabt voegen uit
    • Reinigt voegen
    • Evalueert muuruitslag
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van werking en veiligheidsaspecten van gebruikte machines en gereedschappen
    • Kennis van veiligheidsregels voor het werken met schadelijke producten
    • Kennis van verwijderingsmethodes voor voegen
  • Competentie 15:
    Voert traditionele voegwerken uit
    • Maakt een voegmortel aan
    • Herkent de verwerkbaarheid van een mortel
    • Past diverse voegtechnieken toe
    • Voert verschillende soorten voegen uit
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van metselverbanden
    • Kennis van voor- en nabehandelingen bij voegwerk
    • Kennis van het gebruik van gepast gereedschap
    • Kennis van voegtypes (cementvoegen, kalkvoegen)
    • Kennis van verschillende soorten mortels en toeslagstoffen
  • Competentie 16:
    Voert elastische voegwerken uit
    • Kiest de juiste elastische kit
    • Voert lijmtechnieken uit
    • Past diverse voegtechnieken toe
    • Voert verschillende soorten voegen uit
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van metselverbanden
    • Kennis van voor- en nabehandelingen bij elastisch voegwerk
    • Kennis van het gebruik van gepast gereedschap
    • Kennis van voegtypes (elastische voegen, uitzettingsvoegen)
    • Kennis van verschillende lijmsoorten en hun toepassing
    • Kennis van gebreken en problemen met voegen
  • Competentie 17:
    Behandelt het voegwerk na
    • Benevelt het voegwerk
    • Voert nabehandelingstechnieken uit
    • Past diverse voegtechnieken toe
    • Voert verschillende soorten voegen uit
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van nabehandelingstechnieken
    • Kennis van mogelijke nabehandelingen (biocides, steenverstevigers, waterafstotende middelen, anti-graffitisystemen)
  • Competentie 18:
    Voert restauratievoegwerk uit
    • Maakt restauratiemortels aan (mechanisch of met de hand)
    • Neemt de bestaande mortel (uitzicht, kleur, sterkte, textuur) en de doseringen vermeld in het bestek in acht
    • Neemt de technische instructiefiches voor de verwerking in acht
    • Verwijdert en/of reinigt oude voegvulling
    • Voegt/hervoegt metselwerk op met respect voor de bestaande voegafwerking
    • Repareert kapotte stenen met reparatiemortel
    • Brengt het metselwerk op kleur - het patineren
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van het gebruik van gepast gereedschap
    • Kennis van voegtypes (cementvoegen, kalkvoegen)
    • Kennis van traditionele en moderne bindmiddelen en hulpstoffen
    • Kennis van kalkmortels
    • Kennis van ankers en verankeringsmethoden
    • Kennis van samenstelling van voegmortels
    • Kennis van (her)voegtechnieken
  • Competentie 19:
    Reinigt gevels na werken
    • Brengt een opvangsysteem voor het reinigingsproduct aan
    • Dicht openingen af
    • Schermt niet te reinigen gevelonderdelen af
    • Neemt gevelonderdelen tijdelijk weg, registreert en stockeert deze
    • Stelt lagedruk-straalapparatuur in
    • Hanteert de spuitmond bij lagedrukstralen
    • Beoordeelt het (tussentijdse) resultaat
    • Bedient de afzuigvoorzieningen
    • Spoelt het oppervlak met lagedrukstralen na
    • Brengt reinigingspasta's aan
    • Respecteert de droogtijden van reinigingspasta's
    • Verwijdert de pastalaag
    • Wast met de spons de ondergrond, na reiniging met pasta's
    • Behandelt de gereinigde gevels na (met biocides, steenverstevigers, waterafstotende middelen, anti-graffitisystemen)
    • Hermonteert de tijdelijk weggenomen geveldelen
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van mogelijke nabehandelingen (biocides, steenverstevigers, waterafstotende middelen, anti-graffitisystemen)
    • Kennis van methoden om openingen (kelderopeningen, deuren, rolluikkasten, ...) af te dichten (met kitvoeg, voegvulling tussen schrijnwerk en ruwbouw, ...)
    • Kennis van zelfklevende folies en afschermingen in plaatmaterialen om gevel af te schermen
    • Kennis van lagedrukstraaltechnieken en parameters bij lagedrukstraalapparatuur (druk, hoeveelheid, straalmiddel)
    • Kennis van geschikte werkafstand, straalhoek en bewegingen van de spuitmond
    • Kennis van middelen om reinigingspasta's mee aan te brengen (kwast, spatel, verfroller, spons, sproeiapparaten, ...)
    • Kennis van voorgeschreven droogtijden door fabricanten van reinigingspasta's
    • Kennis van nabehandelingsproducten en gebruiksrichtlijnen
    • Kennis van invloeden van omgevingsomstandigheden (temperatuur, vochtgehalte, ...) op de nabehandeling
  • Competentie 20:
    Behandelt het metselwerk
    • Behandelt barsten en bovenkanten van muren
    • Reinigt/diept bestaande voegen uit, tot een uniforme diepte
    • Bevochtigt het metselwerk indien nodig
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van het gebruik van gepast gereedschap
    • Kennis van kalkmortels

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van injectieprocédés en dichtingsmiddelen om muren mee te behandelen
  • Basiskennis van algemene principes EPB
  • Basiskennis van opslag- en stapeltechnieken
  • Basiskennis van Building Information Modeling (BIM)
  • Kennis van communicatietechnieken
  • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne-, milieu- en welzijnsvoorschriften
  • Kennis van specifieke risico’s van gevaarlijke en schadelijke stoffen (cement en hulpstoffen, kwartsstof, houtstof, asbesthoudende producten, ...), elektriciteit, lawaai, trillingen, brand, explosies, ...
  • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
  • Kennis van voorschriften voor het veilig werken op hoogte
  • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Kennis van signalisatievoorschriften
  • Kennis van (interne) transportmiddelen
  • Kennis van laad- en zekeringstechnieken
  • Kennis van de maatregelen ter preventie van het vallen van personen en voorwerpen van een steiger
  • Kennis van de voorwaarden om een steiger te betreden
  • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
  • Kennis van de voorschriften rond afval en gevaarlijke producten (o.a. asbest, ...)
  • Kennis van een geoptimaliseerd verbruik van water, materialen en energie
  • Kennis van vakterminologie
  • Kennis van werkdocumenten, tekeningen en plannen
  • Kennis van materialen, gereedschappen en machines
  • Kennis van elektrisch-, pneumatisch- en handgereedschap
  • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
  • Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten
  • Kennis van functionele berekeningen
  • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
  • Kennis van de inrichting van de werkplek: signalisatie, afsluiting, orde en netheid
  • Kennis van werking en veiligheidsaspecten van gebruikte machines en gereedschappen
  • Kennis van elektriciteit i.f.v. werkzaamheden
  • Kennis van onderhoudstechnieken van gereedschappen en materieel
  • Kennis van de technieken voor bevestigen, heffen en het aanslaan van lasten
  • Kennis van de keuringsvoorschriften van hijsmaterieel
  • Kennis van de tekens en seinen voor communicatie met de bestuurders van hef-, hijs- en graafmachines
  • Kennis van het gebruik van topografische instrumenten
  • Kennis van soorten voegen
  • Kennis van plaatsingsvoorschriften voor dichtingswerken
  • Kennis van veiligheidsregels voor het werken met schadelijke producten
  • Kennis van verwijderingsmethodes voor voegen
  • Kennis van metselverbanden
  • Kennis van voor- en nabehandelingen bij voegwerk
  • Kennis van voor- en nabehandelingen bij elastisch voegwerk
  • Kennis van het gebruik van gepast gereedschap
  • Kennis van voegtypes (cementvoegen, kalkvoegen)
  • Kennis van voegtypes (elastische voegen, uitzettingsvoegen)
  • Kennis van verschillende lijmsoorten en hun toepassing
  • Kennis van gebreken en problemen met voegen
  • Kennis van nabehandelingstechnieken
  • Kennis van mogelijke nabehandelingen (biocides, steenverstevigers, waterafstotende middelen, anti-graffitisystemen)
  • Kennis van traditionele en moderne bindmiddelen en hulpstoffen
  • Kennis van kalkmortels
  • Kennis van ankers en verankeringsmethoden
  • Kennis van samenstelling van voegmortels
  • Kennis van (her)voegtechnieken
  • Kennis van methoden om openingen (kelderopeningen, deuren, rolluikkasten, ...) af te dichten (met kitvoeg, voegvulling tussen schrijnwerk en ruwbouw, ...)
  • Kennis van zelfklevende folies en afschermingen in plaatmaterialen om gevel af te schermen
  • Kennis van lagedrukstraaltechnieken en parameters bij lagedrukstraalapparatuur (druk, hoeveelheid, straalmiddel)
  • Kennis van geschikte werkafstand, straalhoek en bewegingen van de spuitmond
  • Kennis van middelen om reinigingspasta's mee aan te brengen (kwast, spatel, verfroller, spons, sproeiapparaten, ...)
  • Kennis van voorgeschreven droogtijden door fabricanten van reinigingspasta's
  • Kennis van nabehandelingsproducten en gebruiksrichtlijnen
  • Kennis van invloeden van omgevingsomstandigheden (temperatuur, vochtgehalte, ...) op de nabehandeling
  • Kennis van verschillende soorten mortels en toeslagstoffen
  • Grondige kennis van meet- en uitzettechnieken

Cognitieve vaardigheden

  • Communiceert effectief en efficiënt
  • Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
  • Overlegt over de voorbereiding, uitvoering en afwerking van de opdracht
  • Rapporteert aan leidinggevenden
  • Werkt efficiënt samen met collega's
  • Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
  • Herkent en signaleert gevaarlijke situaties, neemt gepaste maatregelen bij ongelukken en meldt ongevallen en incidenten volgens interne procedures
  • Herkent, voorkomt en beschermt tegen specifieke risico’s
  • Maakt onderscheid tussen gevaarlijke en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
  • Vraagt om informatie in geval van twijfel over afvalstoffen
  • Respecteert de regels rond energieprestaties van gebouwen
  • Herkent asbesthoudende producten en reageert passend
  • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
  • Past de voorschriften met betrekking tot netheid en hygiëne toe
  • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
  • Meldt problemen aan de verantwoordelijke
  • Selecteert te gebruiken machines en gereedschappen
  • Controleert de machines en gereedschappen voor gebruik
  • Houdt planning en werkdocumenten bij
  • Leest en begrijpt plannen, werktekeningen of werkopgaveblad
  • Bepaalt de uitvoeringsfases en maakt een planning op van het verloop van de werkzaamheden
  • Plant de werken en bepaalt mee de werkvolgorde
  • Bepaalt de benodigde materialen, gereedschappen en machines in functie van de dagactiviteit
  • Onderhoudt contacten met klanten en collega’s
  • Schat gewicht en zwaartepunt van de last in
  • Geeft eenduidige instructies aan de bedieners van machines
  • Houdt voorraden bij en vult aan
  • Neemt leveringen in ontvangst en controleert op hoeveelheden en kwaliteit
  • Beoordeelt het (tussentijdse) resultaat
  • Herkent de verwerkbaarheid van een mortel
  • Neemt de bestaande mortel (uitzicht, kleur, sterkte, textuur) en de doseringen vermeld in het bestek in acht
  • Neemt de technische instructiefiches voor de verwerking in acht
  • Stelt lagedruk-straalapparatuur in
  • Respecteert de droogtijden van reinigingspasta's

Probleemoplossende vaardigheden

  • Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, …)
  • Evalueert zijn eigen werkzaamheden kwalitatief en kwantitatief en stuurt desnoods bij
  • Evalueert muuruitslag
  • Kiest de juiste elastische kit

Motorische vaardigheden

  • Sorteert afval volgens de richtlijnen
  • Werkt ergonomisch
  • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Beperkt stofemissie
  • Gebruikt (stof)afzuigapparatuur
  • Organiseert zijn werkplaats rekening houdend met een logische werkvolgorde
  • Richt de werkplaats (ergonomisch) in
  • Plaatst de signalisatie en brengt waarschuwingstekens aan
  • Houdt de werkplek schoon
  • Bergt de eigen gereedschappen en hulpmiddelen op
  • Gebruikt ladders volgens de veiligheidsregels als toegangsmiddel
  • Gebruikt steigers volgens de instructies en veiligheidsregels
  • Gebruikt water voor taken en schoonmaak efficiënt
  • Beperkt het lawaai: implementeert preventiemaatregelen voor omgeving
  • Gebruikt machines en gereedschappen op een veilige en efficiënte manier
  • Onderhoudt en reinigt de machines en gereedschappen na gebruik
  • Stemt de eigen werkzaamheden af op de activiteiten van anderen (het bouwteam)
  • Zet de werken nauwkeurig uit (bouwlijnen), bakent ze af en bepaalt hoogtepeilen
  • Brengt veiligheidssignalisatie aan
  • Installeert werfafsluitingen en voorziet doorgangen voor voetgangers en toegangen voor vrachtwagens
  • Plaatst hekken en schermen tegen inbraak en stofhinder
  • Werkt mee aan een voorlopige effening van het terrein
  • Voorziet de plaatsing van de werfkeet (bureau, eet- en kleedruimte, sanitaire voorzieningen, …)
  • Voorziet aansluiting van elektriciteit, water en verlichting
  • Voorziet opslagmogelijkheden en richt de stockageplaats in voor materiaal en gereedschappen
  • Bewaart de orde en de netheid
  • Voorziet plaats voor containers of verzamelplaatsen voor het selectief verzamelen van bouwafval
  • Stockeert het materieel en de materialen op de daartoe voorziene plaats en zorgt voor bescherming ervan
  • Selecteert de gepaste en gekeurde hijshulpmiddelen
  • Bevestigt de last aan de hijsvoorzieningen en zekert de last
  • Plaatst dichtings- en beschermingsmembranen tegen de funderingsmuren
  • Brengt bepleisteringen met cementmortel aan tegen de funderingsmuren
  • Behandelt gevels en muren met dichtingsmiddelen
  • Controleert de gevel op scheuren en dicht deze
  • Maakt een voegmortel aan
  • Gebruikt gepast voeggereedschap
  • Past voegtechnieken (plat, vol, achter de hand) toe
  • Verwijdert oude voegvullingen (uithakken of uitslijpen)
  • Krabt voegen uit
  • Reinigt voegen
  • Maakt een voegmortel aan
  • Voert verschillende soorten voegen uit
  • Voert lijmtechnieken uit
  • Benevelt het voegwerk
  • Voert nabehandelingstechnieken uit
  • Maakt restauratiemortels aan (mechanisch of met de hand)
  • Verwijdert en/of reinigt oude voegvulling
  • Voegt/hervoegt metselwerk op met respect voor de bestaande voegafwerking
  • Repareert kapotte stenen met reparatiemortel
  • Brengt het metselwerk op kleur - het patineren
  • Brengt een opvangsysteem voor het reinigingsproduct aan
  • Dicht openingen af
  • Schermt niet te reinigen gevelonderdelen af
  • Neemt gevelonderdelen tijdelijk weg, registreert en stockeert deze
  • Hanteert de spuitmond bij lagedrukstralen
  • Bedient de afzuigvoorzieningen
  • Spoelt het oppervlak met lagedrukstralen na
  • Brengt reinigingspasta's aan
  • Verwijdert de pastalaag
  • Wast met de spons de ondergrond, na reiniging met pasta's
  • Behandelt de gereinigde gevels na (met biocides, steenverstevigers, waterafstotende middelen, anti-graffitisystemen)
  • Hermonteert de tijdelijk weggenomen geveldelen
  • Behandelt barsten en bovenkanten van muren
  • Reinigt/diept bestaande voegen uit, tot een uniforme diepte
  • Bevochtigt het metselwerk indien nodig

Omgevingscontext

  • Dit beroep wordt meestal uitgeoefend op locatie in de buitenlucht, op bouwplaatsen (nieuwbouw), in bewoonde of in gebruik zijnde gebouwen (restauratiewerk) en vergt de nodige mobiliteit.
  • Dit beroep wordt meestal in teamverband uitgeoefend, meestal in een onderneming waar de nodige flexibiliteit belangrijk is om zich aan te passen aan wijzigingen van planning, collega’s, omgeving, weersomstandigheden, grondstoffen en machines.
  • De werkopdracht en het eindresultaat wordt strikt afgebakend en er heersen in veel gevallen strikte deadlines, wat resultaatgerichtheid, stressbestendigheid, concentratie, flexibiliteit en doorzettingsvermogen vraagt.
  • De bouwsector kent veel reglementeringen, normen, aanbevelingen, codes van goede praktijk en technische voorlichtingsfiches inzake kwaliteit, veiligheid, gezondheid, hygiëne, welzijn, milieu en duurzaam bouwen. Verspilling en de rijzende afvalberg dwingen tot een economische en ecologische omgang met en hergebruik van grondstoffen en materialen.
  • De situatie op de werkplek kan het dragen van lasten, het werken op hoogte en werken in moeilijke houdingen en omstandigheden impliceren.
  • Op de bouwplaats maakt men gebruik van elektrisch en pneumatisch gereedschap. Dit kan gevaar inhouden voor lawaaihinder en stof , het oplopen van snijwonden, het stoten tegen voorwerpen, gevaar voor elektrocutie, …

Handelingscontext

  • Oog hebben voor kwaliteit en de tevredenheid van de klant door met zorg, precisie, toewijding en zin voor esthetiek te werken.
  • Op constructieve en gebruiksvriendelijke wijze uitwisselen van informatie met collega’s en derden.
  • Aandacht hebben voor gevaarlijke situaties, veiligheidssignalisatie op de werkplek/werf respecteren en PBM’s en CBM’s met zorg plaatsen, gebruiken en onderhouden.
  • Omzichtig omgaan met grondstoffen en producten, rekening houdend met veiligheids-, plaatsings- en milieuvoorschriften.
  • Zorgvuldig en nauwkeurig gebruiken van machines, gereedschappen en materialen.
  • Gedurende het volledige bouwproces duidelijk informatie en instructies uitwisselen.
  • Het bijblijven met de (technologische) ontwikkelingen binnen de sector vergt leergierigheid en het volgen van (verplichte) opleidingen.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het uitvoeren van de plannen en voorbereiden van de eigen werkzaamheden
  • het veilig en ordelijk organiseren van zijn eigen werkplek
  • het veilig lossen en stockeren van het materiaal en materieel
  • het veilig aanslaan en verplaatsen van lasten
  • het veilig en ergonomisch hanteren en tillen van lasten
  • het reinigen en onderhouden van het materieel
  • het uitvoeren van dichtingswerken
  • het uitvoeren van traditionele en elastische voegwerken
  • het nabehandelen en reinigen van gevels
  • het bijhouden van de werkadministratie
  • het verwijderen van afval en het veilig en milieubewust werken
  • het controleren van de kwaliteit, esthetiek en de kwantiteit van zijn werk
Is gebonden aan
  • een ontvangen werkopdracht en tijdsplanning
  • veiligheids- , gezondheids- , kwaliteits- en milieuvoorschriften, codes van goede praktijk, technische voorschriften, productfiches, werktekeningen en plannen
  • afspraken met betrekking tot zijn eigen werkzaamheden met collega’s en derden
  • instructies van de leidinggevende
Doet beroep op
  • de leidinggevende voor de werkopdracht, gegevens, planning, leveringen, melden van problemen en gevaarlijke situaties en bijkomende instructies.
  • een meer bevoegd persoon indien hij een probleem niet opgelost krijgt of te maken krijgt met werkzaamheden die buiten zijn bevoegdheid vallen.
  • een (onderhouds)technieker en/of derden bij storingen, technische interventies en/of onderhoud aan het machinepark.

Verantwoordelijkheid

  • Werkt in teamverband
  • Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
  • Organiseert zijn werkplek veilig en ordelijk
  • Werkt op hoogte
  • Gebruikt stromen duurzaam en beperkt geluidshinder
  • Gebruikt machines en gereedschappen
  • Houdt werkadministratie bij
  • Plant de werkzaamheden
  • Helpt mee aan het inrichten van de bouwplaats
  • Beheert het materiaal en het materieel
  • Slaat lasten aan
  • Voert dichtingswerken uit aan wanden
  • Voert voegwerken uit in functie van metselwerk
  • Bereidt de voegwerken voor
  • Voert traditionele voegwerken uit
  • Voert elastische voegwerken uit
  • Behandelt het voegwerk na
  • Voert restauratievoegwerk uit
  • Reinigt gevels na werken
  • Behandelt het metselwerk

Attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.