bestuurder/bediener machines asfaltwegenbouw

Onderdeel van de beroepskwalificatie Asfalt-en betonwegenbouwer

 
BK-0184-2-DBK-01

Globaal

Titel

bestuurder/bediener machines asfaltwegenbouw

De deelkwalificatie bestuurder/bediener machines asfaltwegenbouw is een samenhangend geheel van competenties afgebakend in de beroepskwalificatie Asfalt-en betonwegenbouwer, ingeschaald op niveau 4 van de Vlaamse Kwalificatiestructuur.

Competenties

Opsomming competenties

Onderstaande competenties uit de beroepskwalificatie Asfalt-en betonwegenbouwer vormen samen de deelkwalificatie bestuurder/bediener machines asfaltwegenbouw (de nummering is conform de nummering van de beroepskwalificatie)

  • Competentie 1:
    Werkt in teamverband
    • Communiceert effectief en efficiënt
    • Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
    • Rapporteert aan leidinggevenden
    • Werkt efficiënt samen met collega's
    • Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
    • Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, …)
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van communicatietechnieken
    • Kennis van vakterminologie
  • Competentie 2:
    Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
    • Herkent en signaleert gevaarlijke situaties, neemt gepaste maatregelen bij ongelukken en meldt ongevallen en incidenten volgens interne procedures
    • Herkent, voorkomt en beschermt tegen specifieke risico’s zoals gevaarlijke en schadelijke stoffen (cement en hulpstoffen, kwartsstof, asbesthoudende producten, …), lawaai, brand en explosies
    • Maakt onderscheid tussen gevaarlijke en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
    • Vraagt om informatie in geval van twijfel over afvalstoffen
    • Sorteert afval volgens de richtlijnen
    • Herkent asbesthoudende producten en reageert passend
    • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
    • Werkt ergonomisch
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Past de voorschriften met betrekking tot netheid en hygiëne toe
    • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
    • Beperkt stofemissie
    • Rijdt en werkt zuinig en defensief met een wegenbouwmachine op de werkplek
    • Evalueert zijn eigen werkzaamheden kwalitatief en kwantitatief en stuurt desnoods bij
    • Meldt problemen aan de verantwoordelijke
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten
    • Kennis van de voorschriften rond afval en gevaarlijke producten
    • Kennis van elektrisch-, pneumatisch- en handgereedschap
    • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van specifieke risico’s van gevaarlijke en schadelijke stoffen (cement en hulpstoffen, kwartsstof, houtstof, asbesthoudende producten...), elektriciteit, lawaai, trillingen, brand, explosies,
    • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
    • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne-, milieu- en welzijnsvoorschriften
  • Competentie 3:
    Organiseert zijn werkplek veilig en ordelijk
    • Organiseert zijn werkplek rekening houdend met een logische werkvolgorde
    • Richt de werkplaats (ergonomisch) in
    • Houdt de werkplek schoon
    • Bergt de eigen gereedschappen en hulpmiddelen op
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van opslag- en stapeltechnieken
  • Competentie 4:
    Gebruikt stromen duurzaam en beperkt geluidshinder
    • Gebruikt water voor taken en schoonmaak efficiënt
    • Gebruikt machines en gereedschappen efficiënt
    • Beperkt het lawaai: implementeert preventiemaatregelen voor omgeving
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van geoptimaliseerd verbruik en recuperatie van water, materialen en energie
  • Competentie 5:
    Vervult administratieve taken
    • Vult werkblad en andere administratieve documenten (digitaal) in
    • Bewaart en let op de aanwezigheid van (digitale) keuringsdocumenten
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van eisen en verantwoordelijkheden bij het uitvoeren van een veiligheidsfunctie
    • Kennis van reglementering inzake speciale controles door erkende controleorganismen
    • Kennis van toepassingsgebied en de geldigheid van vergunningen en keuringen
    • Kennis van werkdocumenten, keuringsdocumenten, een werkblad en andere administratieve documenten: persoonlijke documenten, boorddocumenten en machine-instructieboek
  • Competentie 6:
    Bereidt de werkzaamheden met een wegenbouwmachine voor
    • Ontvangt en begrijpt de uit te voeren opdracht
    • Verzamelt de nodige documenten voor de opdracht (plannen KLIP ...)
    • Overlegt over de voorbereiding, uitvoering en afwerking van de opdracht
    • Kiest de geschikte machine en machine-uitrusting of past deze aan
    • Brengt de wegenbouwmachine in werkpositie
    • Controleert of er zich binnen de werkzone geen voorwerpen of andere hindernissen bevinden
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van diverse wegenbouwmachines en hun karakteristieken, meer bepaald hun wendbaarheid, verplaatsbaarheid, kracht…
    • Kennis van eisen aan opstelplaatsen: horizontaal, stabiel, vaste grond, vrij van obstakels en buiten de verkeerscirculatie
    • Kennis van functie van de onderdelen van een wegconstructie: ondergrond, onderfundering, fundering en verhardingen (asfaltverhardingen, cementbetonverhardingen, bestratingen,
    • Kennis van functionele berekeningen
    • Kennis van de invloed van de werkfunctie op de opstelling
    • Kennis van het standaardbestek, technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
    • Kennis van technieken voor het aanbrengen van de hulp- en uitrustingsstukken
    • Kennis van wegenbouwplaatsorganisatie
    • Kennis van wegenbouwplannen: grondplan, lengteprofiel, dwarsprofielen…
    • Grondige kennis van draagkracht van de ondergrond en de bodemgesteldheid
    • Grondige kennis van risico’s en preventiemaatregelen bij het werken in de buurt van uitgravingen, oevers, grachten, stapels, de aanwezigheid van mensen, verkeer, boven- en ondergrondse leidingen, kabels, buizen en andere obstakels
  • Competentie 7:
    Richt de mobiele bouwplaats in
    • Richt de eigen werkplek en de mobiele bouwplaats in volgens voorschriften en/of instructies en houdt daarbij rekening met de veiligheid, de algemene bouwplaats-organisatie, de verkeerssituatie, de logische werkvolgorde en het tijdstip van de werken
    • Plaatst en controleert de elektriciteits-, verlichtings- en veiligheidsvoorzieningen en de aanwezigheid van tijdelijke wegmarkeringen
    • Voorziet de nodige ruimte voor het stallen van de wegenbouwmachines op de mobiele bouwplaats
    • Begeleidt het laden en lossen van de wegenbouwmachines
    • Begeleidt de bevoorrading en de opslag van materialen, materieel en gereedschappen op de mobiele bouwplaats
    • Slaat materialen, materieel en gereedschappen op de mobiele bouwplaats op
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van apparatuur voor detectie van ondergrondse leidingen
    • Kennis van maatregelen en voorzorgen om schade aan installaties of nutsleidingen te voorkomen
    • Kennis van ondergrond (grondsoorten, draagkracht, bodemgesteldheid…)
    • Kennis van preventiemaatregelen ter bescherming, instandhouding en integriteit van bestaande constructies en werken (geodetische palen, waterpasverkenmerken, grenspalen, merktekens, beplantingen en beplantingswerken…)
    • Kennis van regels en voorschriften ter bescherming van opgeslagen materialen en materieel
  • Competentie 8:
    Signaleert de werken op een veilige wijze
    • Houdt rekening met de wettelijke verplichtingen en lokale procedures
    • Controleert de aanwezigheid van tijdelijke wegmarkeringen
    • Bakent de aangepaste rijvakken af
    • Zorgt ervoor dat de aangebrachte signalisatie en waarschuwingstekens aan het einde van de werkdag op hun plaats blijven
    • Voert onderhoud en controles van de signalisatie en verlichting uit
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van elektriciteit (begrippen en eenheden)
    • Kennis van betekenis van de verkeersborden en de andere signalisatiemiddelen (hekken, bakens, verkeerskegels, tijdelijke wegmarkeringen, New Jerseys, aanduiding van begin en einde van de werken, mobiele botsabsorbeerders...)
    • Kennis van signalisatievoorschriften
    • Kennis van stroomgroepen (gebruik en aansluiting)
    • Kennis van wettelijke bepalingen i.v.m. de plaatsing en verwijdering van signalisatie van werken en verkeersbelemmeringen afhankelijk van het type wegen en lokale regelgeving
    • Kennis van zichtverbeterende systemen op bedrijfsvoertuigen op wegenbouwplaatsen
  • Competentie 9:
    Bedient GPS of boordcomputer
    • Gebruikt GPS-machinebesturing of boordcomputer
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de bediening van een GPS
    • Kennis van planlezen
    • Kennis van toepassingsmogelijkheden van GPS-machinebesturing bij wegenbouwwerken
  • Competentie 10:
    Bereidt het baanbed voor
    • Zet helling, hoogte, richting en aslijn van de bestrating uit volgens plan en werktekening
    • Zet hoeken en bogen uit
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten
    • Kennis van de weersomstandigheden en/of kenmerken van de bouwplaats die de nauwkeurigheid van het meten en uitzetten in gevaar brengen (bv. inval van het zonlicht, obstakels bij het meten...)
    • Kennis van topografische instrumenten en technieken (laser, GPS…)
  • Competentie 11:
    Rondt de werkzaamheden met de wegenbouwmachines af
    • Parkeert de wegenbouwmachine
    • Zet de wegenbouwmachines stop en schakelt de besturing uit
    • Verlaat de bedieningspost
    • Laat de wegenbouwmachines veilig achter of maakt ze klaar voor de terugweg
    • Reinigt de wegenbouwmachine
    • Laat de mobiele bouwplaats proper achter
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de eisen aan opstelplaatsen: horizontaal, stabiel, vaste grond, vrij van obstakels en buiten de verkeerscirculatie
    • Kennis van de start- en stopprocedures
    • Kennis van technieken, producten en materieel gebruikt bij reiniging
  • Competentie 12:
    Voert dagelijkse controles en onderhoud van de wegenbouwmachines uit
    • Controleert de wegenbouwmachines voor ingebruikname
    • Voert dagelijks onderhoud uit
    • Voert kleine herstellingen uit
    • Signaleert defecten
    • Signaleert de nood tot specifieke controles, herstellingen en onderhoud
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de normale werkingstoestand van de machine
    • Kennis van de onderdelen waarbij zich op korte of lange termijn slijtageverschijnselen voordoen
    • Kennis van de onderdelen, de uitrusting, de bedienings- en de besturingsmechanismes en hun respectievelijke functies
    • Kennis van de positie en de werkingsnorm (normale peil) van elementen als motoroliepeil, oliepeil van hydraulische kringloop, koelvloeistofpeil, banden- of rupsspanning, brandstofpeil, luchtfilter…
    • Kennis van de preventieve veiligheids- en milieumaatregelen bij tanken en de maatregelen bij vervuiling door tanken of lekken
    • Kennis van de technieken, de producten en het materieel gebruikt bij klein onderhoud
    • Kennis van het werkblad en meer specifiek de rubriek “defecten”
    • Kennis van de start- en stopprocedures
    • Kennis van technologie van hydraulische, pneumatische en elektrische systemen, dieselmotoren en bewegingsoverbrenging
    • Kennis van wie voor welke herstellingen verantwoordelijk is
    • Kennis van de onderdelen van de wegenbouwmachine, de bedienings- en besturingsmechanismen (hendels, pedalen, instrumenten) en hun respectievelijke functies
  • Competentie 13:
    Voert de voorbereiding van de kwaliteitscontroles uit
    • Voert visuele controles uit
    • Brengt geplaatste of verwerkte materialen in gereedheid om externe kwaliteitscontrole op uit te laten voeren
    • Stuurt indien nodig de werkzaamheden bij
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van kwaliteitsproeven en het gehanteerde instrumentarium (bv. drukproeven op wegdek, ...) –
    • Basiskennis van reglementering inzake speciale controles door erkende controleorganismen
    • Kennis van keuringen, BENOR en/of COPRO-merken en producten onderworpen aan voorafgaande controles
  • Competentie 14:
    Plaatst wegenbouwmachines op een dieplader
    • Rijdt een dieplader op en af
    • Zekert een wegenbouwmachine op een dieplader
    • Voorziet de nodige signalisatie
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van reglementering voor ladingzekeren
    • Kennis van signalisatievoorschriften
    • Kennis van wettelijke beperkingen bij (uitzonderlijk) vervoer over de openbare weg
Asfaltwegen
  • Competentie 20:
    Werkt met een asfaltfreesmachine
    • Stelt de machine op een correcte wijze in
    • Voert freesbewerkingen met aangepaste snelheid, volgens de gewenste diepte uit rekening houdend met de begeleidende vrachtauto
    • Verplaatst de machine op de werf -
    • Manoeuvreert de machine zonder schokken rekening houden met de aanwezigheid van mensen en obstakels en de staat van het terrein -
    • Hanteert de bedienings- en besturingsmechanismen - op een beheerste en synchrone manier
    • Communiceert tijdens de werkopdracht (met seinen en/of radio)
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van conventionele communicatietechnieken (met seinen en/of radio)
    • Kennis van de onderdelen, de uitrusting, de bedienings- en de besturingsmechanismes en hun respectievelijke functies
    • Kennis van rijtechnieken (het op- en afrijden van een helling, zwaartepuntverdeling, rijsnelheid…)
    • Kennis van samenstelling van het wegdek: fundering, onderlaag en toplaag
  • Competentie 21:
    Voert rontondes, kruispunten, ontmoetingen en aansluitingen van asfaltstraten uit
    • Zet rotondes, kruispunten en aansluitingen uit
    • Zet de bedding, de hoogtelijnen en de profielen uit
    • Brengt de funderingen aan
    • Brengt, indien nodig, de wapening aan
    • Brengt de verharding aan
    • Werkt rotondes, kruispunten en aansluitingen af
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van aandachtspunten bij het uitzetten (hellingsgraad …) en het uitvoeren (fasering …) van rotondes in asfalt
    • Kennis van topografische instrumenten en technieken (laser, GPS…)
  • Competentie 22:
    Bereidt machinaal aanbrengen van asfaltverhardingen voor
    • Zet richting en hoogte van de aan te brengen lagen uit
    • Brengt kleefmiddel aan
    • Houdt de onderbaan schoon
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de onderdelen, de uitrusting, de bedienings- en de besturingsmechanismes en hun respectievelijke functies
    • Kennis van opbouw van een asfaltverharding: toplaag, onderlagen, profileerlagen en scheurremmende lagen
    • Kennis van rijtechnieken (het op- en afrijden van een helling, zwaartepuntverdeling, rijsnelheid…)
    • Kennis van soorten (bitumen)emulsies, hun toepassing en hun eigenschappen
  • Competentie 23:
    Spreidt het asfalt machinaal
    • Stelt de asfalteermachine op
    • Stelt de werkingsparameters en besturing van de asfalteermachine in
    • Controleert de toevoer en temperatuur van het asfalt
    • Hanteert de bedienings- en besturingsmechanismen
    • Communiceert tijdens de werkopdracht (met seinen en/of radio)
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van belang van een gelijkmatige toevoer van de grondstof en aanvoer- en laadprocedures
    • Kennis van conventionele communicatietechnieken (met seinen en/of radio)
    • Kennis van de onderdelen, de uitrusting, de bedienings- en de besturingsmechanismes en hun respectievelijke functies
    • Kennis van eigenschappen, de verwerking (o.a. temperatuur), het aanbrengen en het gebruik van koud en warm asfalt
    • Kennis van opbouw van een asfaltverharding: toplaag, onderlagen, profileerlagen en scheurremmende lagen
    • Kennis van rijtechnieken (het op- en afrijden van een helling, zwaartepuntverdeling, rijsnelheid…)
    • Kennis van de aanvoerprocedure van de grondstoffen
    • Grondige kennis van soorten en de samenstelling van bitumineuze mengsels voor het aanleggen van top- en onderlagen, profileer-, afdichtings- en beschermlagen, gekleurde toplagen en hun eigenschappen (oppervlaktekenmerken, de invloed op het geluid…): asfaltbeton (AB), steenmastiekasfalt (SMA), zeer open asfalt (ZOA), gietasfalt (GA)…
  • Competentie 24:
    Voert herstellingswerken en onderhoud van asfaltverhardingen uit
    • Verwijdert, indien nodig, bestaande lagen
    • Recupereert verwijderd asfalt
    • Brengt nieuw asfalt aan
    • Verdicht het asfalt
    • Voert oppervlaktebandelingen uit (bestrijking met slemlagen, …)
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van mogelijke gebreken van asfaltwegen: langs-, dwars en netscheuren, vervormingen, (spoorvormingen, ribbelvorming, verzakking…) en andere (gaten, vette plekken, onvoldoende stroefheid)
    • Kennis van onderhoudstechnieken bij gedeeltelijke heraanleg (inlay), overlagen (overlay) en plaatselijke herstellingen van asfalt- en betonwegen

Beschrijving competenties adhv de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van elektriciteit (begrippen en eenheden)
  • Basiskennis van kwaliteitsproeven en het gehanteerde instrumentarium (bv. drukproeven op wegdek, ...) –
  • Basiskennis van opslag- en stapeltechnieken
  • Basiskennis van reglementering inzake speciale controles door erkende controleorganismen
  • Kennis van (veiligheids)pictogrammen
  • Kennis van aandachtspunten bij het uitzetten (hellingsgraad …) en het uitvoeren (fasering …) van rotondes in asfalt
  • Kennis van apparatuur voor detectie van ondergrondse leidingen
  • Kennis van belang van een gelijkmatige toevoer van de grondstof en aanvoer- en laadprocedures
  • Kennis van betekenis van de verkeersborden en de andere signalisatiemiddelen (hekken, bakens, verkeerskegels, tijdelijke wegmarkeringen, New Jerseys, aanduiding van begin en einde van de werken, mobiele botsabsorbeerders...)
  • Kennis van communicatietechnieken
  • Kennis van controle- en meetmethoden en -instrumenten
  • Kennis van conventionele communicatietechnieken (met seinen en/of radio)
  • Kennis van de bediening van een GPS
  • Kennis van de eisen aan opstelplaatsen: horizontaal, stabiel, vaste grond, vrij van obstakels en buiten de verkeerscirculatie
  • Kennis van de normale werkingstoestand van de machine
  • Kennis van de onderdelen waarbij zich op korte of lange termijn slijtageverschijnselen voordoen
  • Kennis van de onderdelen, de uitrusting, de bedienings- en de besturingsmechanismes en hun respectievelijke functies
  • Kennis van de positie en de werkingsnorm (normale peil) van elementen als motoroliepeil, oliepeil van hydraulische kringloop, koelvloeistofpeil, banden- of rupsspanning, brandstofpeil, luchtfilter…
  • Kennis van de preventieve veiligheids- en milieumaatregelen bij tanken en de maatregelen bij vervuiling door tanken of lekken
  • Kennis van de technieken, de producten en het materieel gebruikt bij klein onderhoud
  • Kennis van de voorschriften rond afval en gevaarlijke producten
  • Kennis van de weersomstandigheden en/of kenmerken van de bouwplaats die de nauwkeurigheid van het meten en uitzetten in gevaar brengen (bv. inval van het zonlicht, obstakels bij het meten...)
  • Kennis van diverse wegenbouwmachines en hun karakteristieken, meer bepaald hun wendbaarheid, verplaatsbaarheid, kracht…
  • Kennis van eigenschappen, de verwerking (o.a. temperatuur), het aanbrengen en het gebruik van koud en warm asfalt
  • Kennis van eisen aan opstelplaatsen: horizontaal, stabiel, vaste grond, vrij van obstakels en buiten de verkeerscirculatie
  • Kennis van eisen en verantwoordelijkheden bij het uitvoeren van een veiligheidsfunctie
  • Kennis van elektrisch-, pneumatisch- en handgereedschap
  • Kennis van functie van de onderdelen van een wegconstructie: ondergrond, onderfundering, fundering en verhardingen (asfaltverhardingen, cementbetonverhardingen, bestratingen,
  • Kennis van functionele berekeningen
  • Kennis van geoptimaliseerd verbruik en recuperatie van water, materialen en energie
  • Kennis van het werkblad en meer specifiek de rubriek “defecten”
  • Kennis van de invloed van de werkfunctie op de opstelling
  • Kennis van keuringen, BENOR en/of COPRO-merken en producten onderworpen aan voorafgaande controles
  • Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties
  • Kennis van maatregelen en voorzorgen om schade aan installaties of nutsleidingen te voorkomen
  • Kennis van mogelijke gebreken van asfaltwegen: langs-, dwars en netscheuren, vervormingen, (spoorvormingen, ribbelvorming, verzakking…) en andere (gaten, vette plekken, onvoldoende stroefheid)
  • Kennis van ondergrond (grondsoorten, draagkracht, bodemgesteldheid…)
  • Kennis van onderhoudstechnieken bij gedeeltelijke heraanleg (inlay), overlagen (overlay) en plaatselijke herstellingen van asfalt- en betonwegen
  • Kennis van opbouw van een asfaltverharding: toplaag, onderlagen, profileerlagen en scheurremmende lagen
  • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Kennis van planlezen
  • Kennis van preventiemaatregelen ter bescherming, instandhouding en integriteit van bestaande constructies en werken (geodetische palen, waterpasverkenmerken, grenspalen, merktekens, beplantingen en beplantingswerken…)
  • Kennis van regels en voorschriften ter bescherming van opgeslagen materialen en materieel
  • Kennis van reglementering inzake speciale controles door erkende controleorganismen
  • Kennis van reglementering voor ladingzekeren
  • Kennis van rijtechnieken (het op- en afrijden van een helling, zwaartepuntverdeling, rijsnelheid…)
  • Kennis van samenstelling van het wegdek: fundering, onderlaag en toplaag
  • Kennis van signalisatievoorschriften
  • Kennis van soorten (bitumen)emulsies, hun toepassing en hun eigenschappen
  • Kennis van specifieke risico’s van gevaarlijke en schadelijke stoffen (cement en hulpstoffen, kwartsstof, houtstof, asbesthoudende producten...), elektriciteit, lawaai, trillingen, brand, explosies,
  • Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken
  • Kennis van het standaardbestek, technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
  • Kennis van de start- en stopprocedures
  • Kennis van stroomgroepen (gebruik en aansluiting)
  • Kennis van technieken voor het aanbrengen van de hulp- en uitrustingsstukken
  • Kennis van technieken, producten en materieel gebruikt bij reiniging
  • Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden
  • Kennis van technologie van hydraulische, pneumatische en elektrische systemen, dieselmotoren en bewegingsoverbrenging
  • Kennis van toepassingsgebied en de geldigheid van vergunningen en keuringen
  • Kennis van toepassingsmogelijkheden van GPS-machinebesturing bij wegenbouwwerken
  • Kennis van topografische instrumenten en technieken (laser, GPS…)
  • Kennis van vakterminologie
  • Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne-, milieu- en welzijnsvoorschriften
  • Kennis van wegenbouwplaatsorganisatie
  • Kennis van wegenbouwplannen: grondplan, lengteprofiel, dwarsprofielen…
  • Kennis van werkdocumenten, keuringsdocumenten, een werkblad en andere administratieve documenten: persoonlijke documenten, boorddocumenten en machine-instructieboek
  • Kennis van wettelijke bepalingen i.v.m. de plaatsing en verwijdering van signalisatie van werken en verkeersbelemmeringen afhankelijk van het type wegen en lokale regelgeving
  • Kennis van wettelijke beperkingen bij (uitzonderlijk) vervoer over de openbare weg
  • Kennis van wie voor welke herstellingen verantwoordelijk is
  • Kennis van zichtverbeterende systemen op bedrijfsvoertuigen op wegenbouwplaatsen
  • Kennis van de onderdelen van de wegenbouwmachine, de bedienings- en besturingsmechanismen (hendels, pedalen, instrumenten) en hun respectievelijke functies
  • Kennis van de aanvoerprocedure van de grondstoffen
  • Grondige kennis van draagkracht van de ondergrond en de bodemgesteldheid
  • Grondige kennis van risico’s en preventiemaatregelen bij het werken in de buurt van uitgravingen, oevers, grachten, stapels, de aanwezigheid van mensen, verkeer, boven- en ondergrondse leidingen, kabels, buizen en andere obstakels
  • Grondige kennis van soorten en de samenstelling van bitumineuze mengsels voor het aanleggen van top- en onderlagen, profileer-, afdichtings- en beschermlagen, gekleurde toplagen en hun eigenschappen (oppervlaktekenmerken, de invloed op het geluid…): asfaltbeton (AB), steenmastiekasfalt (SMA), zeer open asfalt (ZOA), gietasfalt (GA)…

Cognitieve vaardigheden

  • Communiceert effectief en efficiënt
  • Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken
  • Rapporteert aan leidinggevenden
  • Werkt efficiënt samen met collega's
  • Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op
  • Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, …)
  • Sorteert afval volgens de richtlijnen
  • Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten
  • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Past de voorschriften met betrekking tot netheid en hygiëne toe
  • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
  • Beperkt stofemissie
  • Rijdt en werkt zuinig en defensief met een wegenbouwmachine op de werkplek
  • Evalueert zijn eigen werkzaamheden kwalitatief en kwantitatief en stuurt desnoods bij
  • Organiseert zijn werkplek rekening houdend met een logische werkvolgorde
  • Richt de werkplaats (ergonomisch) in
  • Beperkt het lawaai: implementeert preventiemaatregelen voor omgeving
  • Vult werkblad en andere administratieve documenten (digitaal) in
  • Bewaart en let op de aanwezigheid van (digitale) keuringsdocumenten
  • Ontvangt en begrijpt de uit te voeren opdracht
  • Verzamelt de nodige documenten voor de opdracht (plannen KLIP ...)
  • Overlegt over de voorbereiding, uitvoering en afwerking van de opdracht
  • Kiest de geschikte machine en machine-uitrusting of past deze aan
  • Controleert of er zich binnen de werkzone geen voorwerpen of andere hindernissen bevinden
  • Richt de eigen werkplek en de mobiele bouwplaats in volgens voorschriften en/of instructies en houdt daarbij rekening met de veiligheid, de algemene bouwplaats-organisatie, de verkeerssituatie, de logische werkvolgorde en het tijdstip van de werken
  • Plaatst en controleert de elektriciteits-, verlichtings- en veiligheidsvoorzieningen en de aanwezigheid van tijdelijke wegmarkeringen
  • Houdt rekening met de wettelijke verplichtingen en lokale procedures
  • Controleert de aanwezigheid van tijdelijke wegmarkeringen
  • Zorgt ervoor dat de aangebrachte signalisatie en waarschuwingstekens aan het einde van de werkdag op hun plaats blijven
  • Gebruikt GPS-machinebesturing of boordcomputer
  • Zet helling, hoogte, richting en aslijn van de bestrating uit volgens plan en werktekening
  • Zet hoeken en bogen uit
  • Controleert de wegenbouwmachines voor ingebruikname
  • Voert dagelijks onderhoud uit
  • Voert kleine herstellingen uit
  • Brengt geplaatste of verwerkte materialen in gereedheid om externe kwaliteitscontrole op uit te laten voeren
  • Zekert een wegenbouwmachine op een dieplader
  • Voorziet de nodige signalisatie
  • Stelt de machine op een correcte wijze in
  • Voert freesbewerkingen met aangepaste snelheid, volgens de gewenste diepte uit rekening houdend met de begeleidende vrachtauto
  • Communiceert tijdens de werkopdracht (met seinen en/of radio)
  • Zet rotondes, kruispunten en aansluitingen uit
  • Zet de bedding, de hoogtelijnen en de profielen uit
  • Zet richting en hoogte van de aan te brengen lagen uit
  • Stelt de asfalteermachine op
  • Stelt de werkingsparameters en besturing van de asfalteermachine in
  • Controleert de toevoer en temperatuur van het asfalt
  • Communiceert tijdens de werkopdracht (met seinen en/of radio)

Probleemoplossende vaardigheden

  • Herkent en signaleert gevaarlijke situaties, neemt gepaste maatregelen bij ongelukken en meldt ongevallen en incidenten volgens interne procedures
  • Herkent, voorkomt en beschermt tegen specifieke risico’s zoals gevaarlijke en schadelijke stoffen (cement en hulpstoffen, kwartsstof, asbesthoudende producten, …), lawaai, brand en explosies
  • Maakt onderscheid tussen gevaarlijke en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen
  • Vraagt om informatie in geval van twijfel over afvalstoffen
  • Herkent asbesthoudende producten en reageert passend
  • Begeleidt het laden en lossen van de wegenbouwmachines
  • Begeleidt de bevoorrading en de opslag van materialen, materieel en gereedschappen op de mobiele bouwplaats
  • Voert onderhoud en controles van de signalisatie en verlichting uit
  • Signaleert defecten
  • Signaleert de nood tot specifieke controles, herstellingen en onderhoud
  • Voert visuele controles uit
  • Stuurt indien nodig de werkzaamheden bij
  • Meldt problemen aan de verantwoordelijke

Motorische vaardigheden

  • Werkt ergonomisch
  • Houdt de werkplek schoon
  • Bergt de eigen gereedschappen en hulpmiddelen op
  • Gebruikt water voor taken en schoonmaak efficiënt
  • Gebruikt machines en gereedschappen efficiënt
  • Brengt de wegenbouwmachine in werkpositie
  • Voorziet de nodige ruimte voor het stallen van de wegenbouwmachines op de mobiele bouwplaats
  • Slaat materialen, materieel en gereedschappen op de mobiele bouwplaats op
  • Bakent de aangepaste rijvakken af
  • Parkeert de wegenbouwmachine
  • Zet de wegenbouwmachines stop en schakelt de besturing uit
  • Verlaat de bedieningspost
  • Laat de wegenbouwmachines veilig achter of maakt ze klaar voor de terugweg
  • Reinigt de wegenbouwmachine
  • Laat de mobiele bouwplaats proper achter
  • Rijdt een dieplader op en af
  • Verplaatst de machine op de werf -
  • Manoeuvreert de machine zonder schokken rekening houden met de aanwezigheid van mensen en obstakels en de staat van het terrein -
  • Hanteert de bedienings- en besturingsmechanismen - op een beheerste en synchrone manier
  • Brengt de funderingen aan
  • Brengt, indien nodig, de wapening aan
  • Brengt de verharding aan
  • Werkt rotondes, kruispunten en aansluitingen af
  • Brengt kleefmiddel aan
  • Houdt de onderbaan schoon
  • Hanteert de bedienings- en besturingsmechanismen
  • Verwijdert, indien nodig, bestaande lagen
  • Recupereert verwijderd asfalt
  • Brengt nieuw asfalt aan
  • Verdicht het asfalt
  • Voert oppervlaktebandelingen uit (bestrijking met slemlagen, …)

Omgevingscontext

  • Dit beroep wordt uitgeoefend in de wegenbouw, waar vaak sprake is van mobiele bouwplaatsen.
  • Dit beroep wordt meestal in team uitgeoefend, waarbij de nodige flexibiliteit belangrijk is om zich aan te passen aan wijzigingen van planning, omgeving, en klimatologische omstandigheden.
  • In functie van de werkopdracht kunnen de werkzaamheden ’s nachts (onder kunstlicht), tijdens weekends en/of in de gebruikelijke vakantieperiodes uitgevoerd worden.
  • Bepaalde werkzaamheden vergen een continue uitvoering, wat betekent dat er een overdracht van de werkzaamheden aan de volgende ploeg plaatsvindt.
  • De werkopdracht en het eindresultaat wordt strikt afgebakend en er heersen in veel gevallen strikte deadlines, wat resultaatgerichtheid, stressbestendigheid, concentratie, flexibiliteit en doorzettingsvermogen vraagt.
  • De bouwsector kent veel reglementeringen, normen, aanbevelingen, codes van goede praktijk en technische voorlichtingsfiches inzake kwaliteit, veiligheid, gezondheid, hygiëne, welzijn, milieu en duurzaam bouwen.
  • De situatie op de werkplek kan het dragen van lasten, contact met gevaarlijke producten en werken in moeilijke houdingen en omstandigheden impliceren.
  • De werkplek kan impliceren dat er in de nabijheid van boven- en ondergrondse leidingen, het verkeer en andere gevaarlijke situaties gewerkt moet worden.

Handelingscontext

  • Oog hebben voor kwaliteit en de tevredenheid van de opdrachtgever door met zorg, precisie en toewijding te werken.
  • Aandacht hebben voor gevaarlijke situaties, veiligheidssignalisatie op de (mobiele) bouwplaats respecteren en PBM’s en CBM’s met zorg plaatsen, gebruiken en onderhouden.
  • Omzichtig omgaan met grondstoffen en producten, rekening houdend met veiligheids-, en milieuvoorschriften.
  • Het bijblijven met de (technologische) ontwikkelingen binnen de sector vergt leergierigheid en het volgen van (verplichte) opleidingen.
  • Het werken in een veiligheidsfunctie betekent een verhoogde aandacht voor de veiligheid en gezondheid van andere werknemers van de onderneming of van ondernemingen van buitenaf.
  • Gedurende de werkzaamheden de omgeving en de bewegingen van wegenbouwmachines zeer oplettend opvolgen.
  • Gedurende de werkzaamheden informatie uitwisselen en duidelijke instructies geven aan de bouwplaatsmachinist.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het voorbereiden van de eigen werkzaamheden
  • het bepalen van de werkvolgorde
  • het inrichten van de eigen werkplek
  • het controleren of er in veilige omstandigheden kan gewerkt worden
  • de uitvoering en rapportering van de eigen werkzaamheden
  • het controleren van de kwaliteit en kwantiteit van het eigen werk
  • het afronden van de werkzaamheden
Is gebonden aan
  • het standaardbestek, de ontvangen werkopdracht, de uitvoeringsmethode en tijdsplanning
  • klimatologische omstandigheden
  • kwaliteits- en milieuvoorschriften
  • codes van goede praktijk
  • wettelijke en technische voorschriften
  • veiligheids- en gezondheidsinstructies
  • verkeersregels
  • afspraken met collega’s en derden, instructies van de leidinggevende, de bouwplaatsverantwoordelijke en/of opdrachtgever
Doet beroep op
  • de leidinggevende voor de werkopdracht, gegevens, planning, leveringen, melden van problemen en gevaarlijke situaties en bijkomende instructies
  • een meer bevoegd persoon indien hij een probleem niet opgelost krijgt of te maken krijgt met werkzaamheden die buiten de eigen bevoegdheid vallen
  • (onderhouds)technieker en/of derden bij complexe storingen, technische interventies, controles en/of onderhoud aan de wegenbouwmachine
voetnoot

Verantwoordelijkheid

  • Werkt in teamverband
  • Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn
  • Organiseert zijn werkplek veilig en ordelijk
  • Gebruikt stromen duurzaam en beperkt geluidshinder
  • Vervult administratieve taken
  • Bereidt de werkzaamheden met een wegenbouwmachine voor
  • Richt de mobiele bouwplaats in
  • Signaleert de werken op een veilige wijze
  • Bedient GPS of boordcomputer
  • Bereidt het baanbed voor
  • Rondt de werkzaamheden met de wegenbouwmachines af
  • Voert dagelijkse controles en onderhoud van de wegenbouwmachines uit
  • Voert de voorbereiding van de kwaliteitscontroles uit
  • Plaatst wegenbouwmachines op een dieplader
  • Werkt met een asfaltfreesmachine
  • Voert rontondes, kruispunten, ontmoetingen en aansluitingen van asfaltstraten uit
  • Bereidt machinaal aanbrengen van asfaltverhardingen voor
  • Spreidt het asfalt machinaal
  • Voert herstellingswerken en onderhoud van asfaltverhardingen uit

Attesten en voorwaardens

Wettelijke attesten en voorwaarden

Voor de beroepsuitoefening van ‘Asfalt-en betonwegenbouwer’ is het beschikken van volgende attesten en/of voldoen aan volgende voorwaarden wettelijk verplicht:
  • Gezondheidsbeoordeling voor het uitvoeren van een veiligheidsfunctie zoals bepaald in Codex over het welzijn op het werk. (BS 2 juni 2017)
Voor de beroepsuitoefening van 'bestuurder/bediener machines asfaltwegenbouw', 'Bestuurder/dediener machines betonwegenbouw' en 'Bestuurder/bediener walsmachine' (deelkwalificaties) is het beschikken van volgende attesten en/of voldoen aan volgende voorwaarden wettelijk verplicht:
  • Gezondheidsbeoordeling voor het uitvoeren van een veiligheidsfunctie zoals bepaald in Codex over het welzijn op het werk. (BS 2 juni 2017)