Amateur vertolkend acteur

 
BK-0422-2
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Amateur vertolkend acteur

Definitie

Een amateur vertolkend acteur vertolkt in de vrije tijd zichzelf of personages en houdt zich aan de intenties van de artistiek verantwoordelijken ten einde een theaterproductie aan een publiek te presenteren.

Niveau (VKS en EQF)

3

Jaar van erkenning

versie 2, 2019

Competenties

Opsomming competenties

Transversaal algemeen
  • Competentie 1:
    Werkt samen
    • Communiceert gepast met alle betrokken actoren.
    • Overlegt over de voorbereiding en uitvoering.
    • Doet een eigen inbreng.
    • Respecteert de inbreng van anderen.
    • Volgt aanwijzingen op.
    • Stelt zich flexibel op.
    • Werkt mee aan het groepsbelang.
    • Enthousiasmeert anderen.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van communicatietechnieken
  • Competentie 2:
    Functioneert binnen een groep
    • Beleeft de kunstuitvoering samen met anderen.
    • Leert bij en vervolmaakt zich door samen te creëren.
    • Gaat om met conflicten.
    • Handelt conform de visie van de artistiek verantwoordelijke.
    • Draagt bij tot de groepsdynamiek.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van communicatietechnieken
  • Competentie 3:
    Werkt met oog voor het eigen welzijn en het welzijn van anderen
    • Handelt ergonomisch verantwoord.
    • Gaat veilig om met materiaal, gereedschap, toestellen, apparatuur enz.
    • Signaleert risico’s.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis ergonomie
    • Basiskennis veiligheidsregels
Transversaal creëren
  • Competentie 4:
    Ontwikkelt een eigen artistieke praktijk
    • Heeft oog voor maatschappelijke en artistieke tendensen in functie van zijn bijdrage.
    • Heeft oog voor artistieke en culturele praktijken in functie van zijn bijdrage.
    • Heeft oog voor technieken en technologische trends in relatie tot de eigen werkzaamheden.
    • Reflecteert over de eigen praktijk.
    • Heeft oog voor de eigen artistieke ontwikkeling.
    • Ontwikkelt de eigen deskundigheid.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van de verschillende theatrale contexten (de podiumsector, festivals, evenementen, wedstrijden …).
    • Basiskennis van basisikennis van de grote maatschappelijke en artistieke tendensen.
    • Basiskennis van de artistieke terminologie.
    • Kennis van de relevante informatiebronnen eigen aan de sector (tijdschriften, websites, steunpunten, conferenties, opleidingen …).
  • Competentie 5:
    Ontwikkelt artistieke concepten en ideeën
    • Integreert opgedane inzichten in het creatieve proces.
    • Analyseert basismateriaal.
    • Werkt aan een persoonlijke visie.
    • Gaat scheppend, associatief en (re)productief om met intuïties.
    • Interageert met andere artistieke disciplines.
    • Transformeert waarnemingen en indrukken in artistieke ideeën.
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van vakterminologie.
    • Kennis van de creatieprocessen eigen aan de sector.
  • Competentie 6:
    Zet artistieke concepten en ideeën om in een uitvoerbaar geheel
    • Geeft vorm aan verbeelding.
    • Hanteert materialen, technieken en methodes.
    • Interageert met betrokken medewerkers (acteurs, regisseur).
    • Bewaakt zijn persoonlijk aandeel binnen de context van het artistiek geheel.
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van vakterminologie.
    • Kennis van de creatieprocessen eigen aan de sector.
Specifieke activiteiten
  • Competentie 7:
    Bestudeert/analyseert het basismateriaal van een voorstelling (script, tekst, video ...)
    • Bestudeert de thematiek (onderwerp, personages, relaties …).
    • Vergaart informatie en maakt hier gebruik van.
    • Vormt zich een mentaal beeld van zijn aandeel in de voorstelling.
    • Zet de verbeelding gericht in ter ontwikkeling van een voorstelling.
    • Vertolkt het basismateriaal volgens aanwijzingen van de artistiek of creatief verantwoordelijken.
    • Bespreekt met artistiek of creatief verantwoordelijken zijn persoonlijke inbreng.
    • Maakt zich vertrouwd met de vereisten van zijn rol(len) in de voorstelling.
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van vakterminologie.
    • Kennis van de creatieprocessen eigen aan de sector.
  • Competentie 8:
    Neemt deel aan audities
    • Studeert tekstfragmenten in.
    • Vormt zich een inhoudelijk beeld van personage, scene en handeling.
    • Improviseert.
    • Bewijst zijn kwaliteiten.
    • Beargumenteert zijn kwaliteiten.
    • Geeft tegenspel tijdens audities.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van technieken voor lichaamsexpressie.
    • Basiskennis van gebarentechnieken.
    • Basiskennis van stemvormingstechnieken.
    • Basiskennis van uitspraaktechnieken.
  • Competentie 9:
    Memoriseert de inhoud (dialogen, volgorde van scènes, bedrijven ...)
    • Beheerst elementaire memorisatietechnieken (bv. geheugensteuntjes).
    • Memoriseert zijn tekst en de volgorde van scènes en bedrijven.
    • Beheerst concentratietechnieken.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van memorisatietechnieken
  • Competentie 10:
    Bereidt het lichaam en de stem voor op de nodige vaardigheden inzake lichaam, stem, taal en ruimte
    • Bereidt het lichaam en de stem voor op de repetities, de voorstellingen, de opnames ...
    • Verwerft andere uitdrukkingsvormen in functie van de vereisten van artistieke projecten.
    • Bereidt zich voor op de opname/voorstelling (make-up, kapsel, kledij ...).
    • Gaat veilig en duurzaam om met stem, lichaam en materialen.
    • Bewaakt en onderhoudt systematisch een goede stemhygiëne.
    • Beheerst elementaire ademhalings- en stem(vormings)technieken.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van ademhalingstechnieken.
    • Basiskennis van kapseltechnieken.
    • Basiskennis van make-uptechnieken.
    • Basiskennis van oefeningen om het lichaam optimaal voor te bereiden.
    • Basiskennis van relaxatietechnieken.
    • Basiskennis van stemtechnieken.
    • Basiskennis van technieken voor lichaamsexpressie.
    • Basiskennis van gebarentechnieken.
    • Basiskennis van stemvormingstechnieken.
    • Basiskennis van uitspraaktechnieken.
  • Competentie 11:
    Repeteert zijn aandeel in de productie
    • Interpreteert artistieke beslissingen.
    • Vertolkt artistieke beslissingen.
    • Zoekt en onderzoekt.
    • Stelt zich open en laat zich inspireren.
    • Beheerst tekst, stem, houding, gebaar en beweging
    • Stemt lichaam, stem en uitspraak op elkaar af in functie van de rol.
    • Gaat volledig op in het samenspel en teamwork zonder zijn eigenheid te verliezen.
    • Studeert bewegingen bij de tekst in.
    • Gaat efficiënt om met de verschillende rollen, verantwoordelijkheden en belangen in het productieproces.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van stemtechnieken.
    • Basiskennis van technieken voor lichaamsexpressie.
    • Basiskennis van gebarentechnieken.
    • Basiskennis van stemvormingstechnieken.
    • Basiskennis van uitspraaktechnieken.
  • Competentie 12:
    Vertolkt alleen of met medespelers zijn aandeel in de productie voor het publiek volgens de aanwijzingen van de artistiek of creatief verantwoordelijke(n)
    • Presenteert werk aan een publiek.
    • Manifesteert een persoonlijke aanpak (klemtonen, stijl, visie) in de vertolking van zijn aandeel.
    • Speelt flexibel in op ruimte en omstandigheden.
    • Voert in bepaalde omstandigheden stunts uit.
    • Zet persoonlijke spelkwaliteiten en spelvaardigheden in.
    • Speelt in op de reacties van het publiek en de medespelers.
    • Voert snelle kostuumwissels uit.
    • Improviseert wanneer de situatie daarom vraagt.
    • Stuurt bij op aangeven van de creatief verantwoordelijken en betrokken medewerkers.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van stemtechnieken.
    • Basiskennis van technieken voor lichaamsexpressie.
    • Basiskennis van gebarentechnieken.
    • Basiskennis van stemvormingstechnieken.
    • Basiskennis van uitspraaktechnieken.
  • Competentie 13:
    Reflecteert over en verbetert de eigen prestatie en/of de groepsprestatie en communiceert hierover
    • Toetst af of zijn inbreng het gewenste effect heeft bereikt.
    • Stuurt bij op aangeven van de artistiek of creatief verantwoordelijke(n) en betrokken medewerkers.
    • Stuurt zichzelf bij ten voordele van een gemeenschappelijk resultaat.
    • Communiceert over de eigen prestatie en/of de groepsprestatie met de creatief verantwoordelijken, de betrokken medewerkers en het publiek.
    • Maakt afspraken met artistiek of creatief verantwoordelijke(n) en betrokken medewerkers.
    • Accepteert feedback.
    • Stelt zich flexibel op.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van communicatietechnieken
    • Kennis van vakterminologie.
  • Competentie 14:
    Begeleidt de promotie en verspreiding naar de media en het publiek
    • Geeft informatie over de productie en zijn aandeel erin (uitvoering, inhoud …).
    • Gebruikt sociale/digitale media.
    • Geeft interviews.
    • Poseert voor fotosessies.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis sociale/digitale media

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van communicatietechnieken
  • Basiskennis ergonomie
  • Basiskennis veiligheidsregels
  • Basiskennis van de verschillende theatrale contexten (de podiumsector, festivals, evenementen, wedstrijden …).
  • Basiskennis van basisikennis van de grote maatschappelijke en artistieke tendensen.
  • Basiskennis van de artistieke terminologie.
  • Basiskennis van ademhalingstechnieken.
  • Basiskennis van kapseltechnieken.
  • Basiskennis van make-uptechnieken.
  • Basiskennis van oefeningen om het lichaam optimaal voor te bereiden.
  • Basiskennis van relaxatietechnieken.
  • Basiskennis van stemtechnieken.
  • Basiskennis van memorisatietechnieken
  • Basiskennis van technieken voor lichaamsexpressie.
  • Basiskennis van gebarentechnieken.
  • Basiskennis van stemvormingstechnieken.
  • Basiskennis van uitspraaktechnieken.
  • Basiskennis sociale/digitale media
  • Kennis van vakterminologie.
  • Kennis van de creatieprocessen eigen aan de sector.
  • Kennis van de relevante informatiebronnen eigen aan de sector (tijdschriften, websites, steunpunten, conferenties, opleidingen …).

Cognitieve vaardigheden

  • Communiceert gepast met alle betrokken actoren.
  • Overlegt over de voorbereiding en uitvoering.
  • Respecteert de inbreng van anderen.
  • Volgt aanwijzingen op.
  • Stelt zich flexibel op.
  • Werkt mee aan het groepsbelang.
  • Enthousiasmeert anderen.
  • Leert bij en vervolmaakt zich door samen te creëren.
  • Gaat om met conflicten.
  • Handelt conform de visie van de artistiek verantwoordelijke.
  • Draagt bij tot de groepsdynamiek.
  • Signaleert risico’s.
  • Heeft oog voor maatschappelijke en artistieke tendensen in functie van zijn bijdrage.
  • Heeft oog voor artistieke en culturele praktijken in functie van zijn bijdrage.
  • Heeft oog voor technieken en technologische trends in relatie tot de eigen werkzaamheden.
  • Reflecteert over de eigen praktijk.
  • Heeft oog voor de eigen artistieke ontwikkeling.
  • Integreert opgedane inzichten in het creatieve proces.
  • Analyseert basismateriaal.
  • Werkt aan een persoonlijke visie.
  • Gaat scheppend, associatief en (re)productief om met intuïties.
  • Interageert met andere artistieke disciplines.
  • Transformeert waarnemingen en indrukken in artistieke ideeën.
  • Interageert met betrokken medewerkers (acteurs, regisseur).
  • Bewaakt zijn persoonlijk aandeel binnen de context van het artistiek geheel.
  • Bestudeert de thematiek (onderwerp, personages, relaties …).
  • Vergaart informatie en maakt hier gebruik van.
  • Vormt zich een mentaal beeld van zijn aandeel in de voorstelling.
  • Zet de verbeelding gericht in ter ontwikkeling van een voorstelling.
  • Bespreekt met artistiek of creatief verantwoordelijken zijn persoonlijke inbreng.
  • Studeert tekstfragmenten in.
  • Vormt zich een inhoudelijk beeld van personage, scene en handeling.
  • Beargumenteert zijn kwaliteiten.
  • Beheerst elementaire memorisatietechnieken (bv. geheugensteuntjes).
  • Memoriseert zijn tekst en de volgorde van scènes en bedrijven.
  • Beheerst concentratietechnieken.
  • Interpreteert artistieke beslissingen.
  • Vertolkt artistieke beslissingen.
  • Zoekt en onderzoekt.
  • Stelt zich open en laat zich inspireren.
  • Gaat volledig op in het samenspel en teamwork zonder zijn eigenheid te verliezen.
  • Gaat efficiënt om met de verschillende rollen, verantwoordelijkheden en belangen in het productieproces.
  • Stuurt bij op aangeven van de creatief verantwoordelijken en betrokken medewerkers.
  • Toetst af of zijn inbreng het gewenste effect heeft bereikt.
  • Stuurt bij op aangeven van de artistiek of creatief verantwoordelijke(n) en betrokken medewerkers.
  • Stuurt zichzelf bij ten voordele van een gemeenschappelijk resultaat.
  • Communiceert over de eigen prestatie en/of de groepsprestatie met de creatief verantwoordelijken, de betrokken medewerkers en het publiek.
  • Maakt afspraken met artistiek of creatief verantwoordelijke(n) en betrokken medewerkers.
  • Accepteert feedback.
  • Stelt zich flexibel op.
  • Geeft informatie over de productie en zijn aandeel erin (uitvoering, inhoud …).
  • Gebruikt sociale/digitale media.
  • Geeft interviews.

Probleemoplossende vaardigheden

  • Improviseert.
  • Speelt flexibel in op ruimte en omstandigheden.
  • Improviseert wanneer de situatie daarom vraagt.

Motorische vaardigheden

  • Doet een eigen inbreng.
  • Beleeft de kunstuitvoering samen met anderen.
  • Handelt ergonomisch verantwoord.
  • Gaat veilig om met materiaal, gereedschap, toestellen, apparatuur enz.
  • Ontwikkelt de eigen deskundigheid.
  • Geeft vorm aan verbeelding.
  • Hanteert materialen, technieken en methodes.
  • Vertolkt het basismateriaal volgens aanwijzingen van de artistiek of creatief verantwoordelijken.
  • Maakt zich vertrouwd met de vereisten van zijn rol(len) in de voorstelling.
  • Bewijst zijn kwaliteiten.
  • Geeft tegenspel tijdens audities.
  • Bereidt het lichaam en de stem voor op de repetities, de voorstellingen, de opnames ...
  • Verwerft andere uitdrukkingsvormen in functie van de vereisten van artistieke projecten.
  • Bereidt zich voor op de opname/voorstelling (make-up, kapsel, kledij ...).
  • Gaat veilig en duurzaam om met stem, lichaam en materialen.
  • Bewaakt en onderhoudt systematisch een goede stemhygiëne.
  • Beheerst elementaire ademhalings- en stem(vormings)technieken.
  • Beheerst tekst, stem, houding, gebaar en beweging
  • Stemt lichaam, stem en uitspraak op elkaar af in functie van de rol.
  • Studeert bewegingen bij de tekst in.
  • Presenteert werk aan een publiek.
  • Manifesteert een persoonlijke aanpak (klemtonen, stijl, visie) in de vertolking van zijn aandeel.
  • Voert in bepaalde omstandigheden stunts uit.
  • Zet persoonlijke spelkwaliteiten en spelvaardigheden in.
  • Speelt in op de reacties van het publiek en de medespelers.
  • Voert snelle kostuumwissels uit.
  • Poseert voor fotosessies.

Omgevingscontext

  • De kunstbeoefenaar is actief uit liefhebberij.
  • De kunstbeoefenaar is actief binnen de amateurpodiumkunstensector. De omgeving is artistiek/creatief.
  • De kunstbeoefenaar is actief in diverse omgevingen en omstandigheden (thuissfeer, verenigingsleven, private (commerciële) sfeer, publieke ruimte, in een culturele organisatie, via een educatieve aanbieder, onderwijsinstelling ...) zowel binnen als buiten.
  • De kunstbeoefenaar dient rekening te houden met de aanwezigheid van een publiek en werkt soms tussen en met dat publiek.
  • Kunstbeoefening gebeurt veel in gezinsverband.
  • In het algemeen beoefenen amateurkunstenaars hun activiteit vaker ’s avonds, in het weekend en tijdens vakantieperiodes.
  • Het artistiek proces bepaalt de volgorde van uitvoering van de verschillende activiteiten.
  • De kunstbeoefenaar werkt meestal in teamverband.
  • Er heersen in veel gevallen strikte deadlines, wat resultaatgerichtheid, stressbestendigheid, concentratie, flexibiliteit en doorzettingsvermogen vraagt.
  • Men dient rekening te houden met een opgelegde hiërarchie.

Handelingscontext

  • Kunstbeoefenaars hebben oog voor esthetiek.
  • Er is resultaatgerichtheid wat concentratie en nauwkeurigheid vergt.
  • Kunstbeoefenaars zijn actief betrokken bij de omgeving en gaan er flexibel mee om.
  • De handelingscontext is afwisselend, vergt enig reflectief handelen.
  • De kunstbeoefenaar moet oog hebben voor de tevredenheid van het publiek door met zorg, precisie en toewijding te werken.
  • De kunstbeoefenaar heeft bijzondere aandacht voor de (artistieke/creatieve) context van het eindproduct.
  • Het functioneren in een groep vraagt een zekere flexibiliteit.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het memoriseren van zijn tekst en de volgorde van scenes en bedrijven.
  • het voorbereiden van lichaam en stem voor repetities, voorstellingen en opnames.
  • het bestuderen/analyseren van het basismateriaal voor een voorstelling.
  • het vertolken van artistieke beslissingen.
  • het vertolken van zijn aandeel.
  • het reflecteren over en het verbeteren van de eigen prestatie en/of groepsprestatie en in de communicatie hierover.
  • het deelnemen aan audities.
Is gebonden aan
  • de visie van de regisseur.
  • het intellectueel eigendomsrecht.
Doet beroep op
  • de medespelers.
  • de regisseur.
  • het artistiek team (decor, kostuum, licht …).

Verantwoordelijkheid

  • Werkt samen
  • Functioneert binnen een groep
  • Werkt met oog voor het eigen welzijn en het welzijn van anderen
  • Ontwikkelt een eigen artistieke praktijk
  • Ontwikkelt artistieke concepten en ideeën
  • Zet artistieke concepten en ideeën om in een uitvoerbaar geheel
  • Bestudeert/analyseert het basismateriaal van een voorstelling (script, tekst, video ...)
  • Neemt deel aan audities
  • Memoriseert de inhoud (dialogen, volgorde van scènes, bedrijven ...)
  • Bereidt het lichaam en de stem voor op de nodige vaardigheden inzake lichaam, stem, taal en ruimte
  • Repeteert zijn aandeel in de productie
  • Vertolkt alleen of met medespelers zijn aandeel in de productie voor het publiek volgens de aanwijzingen van de artistiek of creatief verantwoordelijke(n)
  • Reflecteert over en verbetert de eigen prestatie en/of de groepsprestatie en communiceert hierover
  • Begeleidt de promotie en verspreiding naar de media en het publiek

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.