Amateur fotograaf

 
BK-0412-2
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Amateur fotograaf

Definitie

De amateur fotograaf maakt in zijn vrije tijd beelden met behulp van fotografische technieken teneinde zich artistiek uit te drukken en te ontplooien.

Niveau (VKS en EQF)

4

Jaar van erkenning

versie 2, 2019

Competenties

Opsomming competenties

Transversaal algemeen
  • Competentie 1:
    Werkt met oog voor het eigen welzijn en het welzijn van anderen
    • Handelt ergonomisch verantwoord.
    • Gaat veilig om met materiaal.
    • Signaleert risico’s.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis ergonomie
    • Basiskennis veiligheidsregels
Transversaal creëren
  • Competentie 2:
    Ontwikkelt artistieke concepten en ideeën
    • Integreert opgedane inzichten in het creatieve proces.
    • Verzamelt basismateriaal.
    • Analyseert basismateriaal.
    • Werkt aan een persoonlijke visie.
    • Werkt aan een collectieve visie.
    • Gaat scheppend, associatief en (re)productief om met intuïties.
    • Interageert met andere artistieke disciplines.
    • Transformeert waarnemingen en indrukken in artistieke ideeën.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis fotografisch basismateriaal
    • Basiskennis van andere artistieke disciplines
    • Basiskennis van de creatieve processen in de fotografische sector
    • Basiskennis van de fotografische sector
    • Basiskennis van geschiedenis fotografen
    • Basiskennis van geschiedenis fototechnieken
  • Competentie 3:
    Zet artistieke concepten en ideeën om in een uitvoerbaar geheel
    • Geeft vorm aan verbeelding.
    • Kiest materialen, technieken en methodes.
    • Hanteert materialen, technieken en methodes.
    • Interageert met betrokken medewerkers.
    • Bewaakt de artistieke visie.
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van het hanteren van materialen, technieken en methodes
    • Kennis van materialen, technieken en methodes
  • Competentie 4:
    Ontwikkelt een eigen artistieke praktijk
    • Heeft oog voor maatschappelijke en artistieke tendensen.
    • Heeft oog voor artistieke en culturele praktijken.
    • Heeft oog voor technieken en technologische trends in relatie tot de eigen werkzaamheden.
    • Onderzoekt in functie van de eigen artistieke praktijk.
    • Reflecteert over eigen werk en over de eigen praktijk.
    • Ontwikkelt een eigen artistieke taal.
    • Heeft oog voor de eigen artistieke ontwikkeling.
    • Ontwikkelt de eigen deskundigheid.
    • Gaat constructief om met feedback.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van artistieke en culturele praktijken
    • Basiskennis van maatschappelijke en artistieke tendensen
    • Basiskennis van technieken en technologische trends in relatie tot de eigen werkzaamheden
Specifieke activiteiten
  • Competentie 5:
    Werkt technisch verantwoorde en creatieve concepten uit in fotografisch werk
    • Past vernieuwing en originaliteit toe in het concept.
    • Vertaalt concepten naar de praktijk.
    • Gebruikt fotografische technieken (compositie, kadrage, camerastandpunt, diafragma, sluitertijd, lichtgevoeligheid, filmgevoeligheid, lichtwaarde, filmontwikkeling, belichtingstijd …).
    • Houdt rekening met esthetische en technische criteria.
    • Kiest apparatuur.
    • Voert locatieonderzoek uit.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van fotografische apparatuur
    • Kennis van fotografische technieken (compositie, kadrage, camerastandpunt, diafragma, sluitertijd, lichtgevoeligheid, filmgevoeligheid, lichtwaarde, filmontwikkeling, belichtingstijd …).
  • Competentie 6:
    Treft technische voorbereidingen
    • Kiest apparatuur (cameratype, lens, statief, filters …).
    • Selecteert belichtingsmateriaal.
    • Stelt fototoestel en belichtingsmateriaal op.
    • Bepaalt de positie van verlichting, decorstukken, persoon of object.
    • Houdt rekening met licht en weersomstandigheden bij buitenopnames.
    • Instrueert personen tijdens het treffen van technische voorbereidingen.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van belichtingsmateriaal
    • Basiskennis van communicatietechnieken
    • Basiskennis van fotografische apparatuur
  • Competentie 7:
    Neemt foto’s
    • Selecteert fotografische technieken.
    • Manifesteert een persoonlijke stijl.
    • Stelt het fotottoestel en de belichting in.
    • Gebruikt een al dan niet ingebouwde belichtingsmeter.
    • Houdt rekening met licht en weersomstandigheden bij buitenopnames.
    • Instrueert personen tijdens het nemen van foto’s.
    • Respecteert intellectueel eigendomsrecht en regelt toestemming voor gebruik tijdens het nemen van foto’s.
    • Bewaakt de beeldkwaliteit.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis fotografische apparatuur en belichtingsmateriaal
    • Basiskennis intellectueel eigendomsrecht
    • Basiskennis van communicatietechnieken
    • Kennis van fotografische technieken (compositie, kadrage, camerastandpunt, diafragma, sluitertijd, lichtgevoeligheid, filmgevoeligheid, lichtwaarde, filmontwikkeling, belichtingstijd …).
  • Competentie 8:
    Selecteert foto's
    • Verzamelt foto’s en slaat ze digitaal op.
    • Bekijkt de genomen foto’s.
    • Selecteert foto’s op basis van hun inhoudelijke en technische kwaliteit.
    • Hanteert eigen artistieke criteria.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis digitaal opslaan van foto’s
    • Basiskennis omzetten van foto’s naar andere formaten
    • Basiskennis van inhoudelijke en technische kwaliteit van foto’s
    • Kennis van eigen artistieke criteria
  • Competentie 9:
    Bewerkt foto’s digitaal
    • Bepaalt het digitale formaat.
    • Zet de foto’s eventueel om naar andere formaten
    • Kiest op creatieve wijze beeldverwerkingssoftware voor verplaatsen of aanpassen van figuren, kleuren, resoluties, tekst …
    • Gebruikt op creatieve wijze beeldverwerkingssoftware voor verplaatsen of aanpassen van figuren, kleuren, resoluties, tekst …
    • Past speciale technieken en effecten toe naargelang het doel en de sfeer van foto’s.
    • Respecteert intellectueel eigendomsrecht en regelt toestemming voor gebruik tijdens het digitaal bewerken van foto’s.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis digitale formaten
    • Basiskennis intellectueel eigendomsrecht
    • Basiskennis van beeldverwerkingssoftware voor verplaatsen of aanpassen van figuren, kleuren, resoluties, tekst …
    • Basiskennis van het digitaal bewerken van foto’s
  • Competentie 10:
    Maakt en werkt een portfolio van fotografisch materiaal bij
    • Selecteert foto’s op basis van inhoudelijke en technische kwaliteit in functie van de opbouw van een persoonlijk portfolio.
    • Bewaakt de artistieke kwaliteit van de presentatiewijze.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van opbouw van een portfolio
    • Basiskennis van presentatiewijzen van foto’s
  • Competentie 11:
    Treedt naar buiten met fotografisch materiaal
    • Bepaalt wanneer het werk kan getoond worden.
    • Bepaalt langs welke kanalen (wedstrijden, groepstentoonstelling, solotentoonstelling, portfolio, online …) fotografisch werk getoond wordt.
    • Maakt een selectie van te tonen werk in functie van kanaal en doel.
    • Hanteert eigen artistieke criteria.
    • Bewaakt de artistieke kwaliteit van de presentatiewijze.
    • Kiest bewust voor een bepaalde vormgeving.
    • Bepaalt de frequentie en wijze van communicatie.
    • Toont zijn werk aan andere amateurfotografen.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis presentatiewijzen
    • Basiskennis van kanalen (wedstrijden, groepstentoonstelling, solotentoonstelling, portfolio, online …) langs dewelke fotografisch werk getoond wordt.
    • Kennis van eigen artistieke criteria
  • Competentie 12:
    Voorziet in het basisonderhoud van materiaal, apparatuur en accessoires
    • Houdt zich aan onderhoudsrichtlijnen (fabrikanteninstructies …).
    • Bewaart materiaal en apparatuur zorgvuldig.
    • Controleert regelmatig de correcte werking van materiaal, apparatuur en accessoires.
    • Reinigt regelmatig materiaal, apparatuur en accessoires.
    • Vervangt indien nodig defecte onderdelen.
    • Controleert de staat van de apparatuur.
    • Sluit mogelijke oorzaken van problemen één na één uit.
    • Voert reparaties uit.
    • Besteedt reparaties uit.
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis bewaar- en onderhoudsvoorschriften
    • Basiskennis reiniging fotografisch materiaal
    • Basiskennis reparatie fotografisch materiaal
    • Basiskennis werking fotografisch materiaal

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis bewaar- en onderhoudsvoorschriften
  • Basiskennis digitaal opslaan van foto’s
  • Basiskennis digitale formaten
  • Basiskennis ergonomie
  • Basiskennis fotografisch basismateriaal
  • Basiskennis fotografische apparatuur en belichtingsmateriaal
  • Basiskennis intellectueel eigendomsrecht
  • Basiskennis omzetten van foto’s naar andere formaten
  • Basiskennis presentatiewijzen
  • Basiskennis reiniging fotografisch materiaal
  • Basiskennis reparatie fotografisch materiaal
  • Basiskennis van andere artistieke disciplines
  • Basiskennis van artistieke en culturele praktijken
  • Basiskennis van beeldverwerkingssoftware voor verplaatsen of aanpassen van figuren, kleuren, resoluties, tekst …
  • Basiskennis van belichtingsmateriaal
  • Basiskennis van communicatietechnieken
  • Basiskennis van de creatieve processen in de fotografische sector
  • Basiskennis van de fotografische sector
  • Basiskennis van fotografische apparatuur
  • Basiskennis van geschiedenis fotografen
  • Basiskennis van geschiedenis fototechnieken
  • Basiskennis van het digitaal bewerken van foto’s
  • Basiskennis van inhoudelijke en technische kwaliteit van foto’s
  • Basiskennis van kanalen (wedstrijden, groepstentoonstelling, solotentoonstelling, portfolio, online …) langs dewelke fotografisch werk getoond wordt.
  • Basiskennis van maatschappelijke en artistieke tendensen
  • Basiskennis van opbouw van een portfolio
  • Basiskennis van presentatiewijzen van foto’s
  • Basiskennis van technieken en technologische trends in relatie tot de eigen werkzaamheden
  • Basiskennis veiligheidsregels
  • Basiskennis werking fotografisch materiaal
  • Kennis van eigen artistieke criteria
  • Kennis van fotografische technieken (compositie, kadrage, camerastandpunt, diafragma, sluitertijd, lichtgevoeligheid, filmgevoeligheid, lichtwaarde, filmontwikkeling, belichtingstijd …).
  • Kennis van het hanteren van materialen, technieken en methodes
  • Kennis van materialen, technieken en methodes

Cognitieve vaardigheden

  • Signaleert risico’s.
  • Integreert opgedane inzichten in het creatieve proces.
  • Verzamelt basismateriaal.
  • Analyseert basismateriaal.
  • Werkt aan een persoonlijke visie.
  • Werkt aan een collectieve visie.
  • Gaat scheppend, associatief en (re)productief om met intuïties.
  • Interageert met andere artistieke disciplines.
  • Transformeert waarnemingen en indrukken in artistieke ideeën.
  • Geeft vorm aan verbeelding.
  • Kiest materialen, technieken en methodes.
  • Interageert met betrokken medewerkers.
  • Bewaakt de artistieke visie.
  • Heeft oog voor maatschappelijke en artistieke tendensen.
  • Heeft oog voor artistieke en culturele praktijken.
  • Heeft oog voor technieken en technologische trends in relatie tot de eigen werkzaamheden.
  • Onderzoekt in functie van de eigen artistieke praktijk.
  • Reflecteert over eigen werk en over de eigen praktijk.
  • Ontwikkelt een eigen artistieke taal.
  • Heeft oog voor de eigen artistieke ontwikkeling.
  • Ontwikkelt de eigen deskundigheid.
  • Gaat constructief om met feedback.
  • Past vernieuwing en originaliteit toe in het concept.
  • Vertaalt concepten naar de praktijk.
  • Gebruikt fotografische technieken (compositie, kadrage, camerastandpunt, diafragma, sluitertijd, lichtgevoeligheid, filmgevoeligheid, lichtwaarde, filmontwikkeling, belichtingstijd …).
  • Houdt rekening met esthetische en technische criteria.
  • Kiest apparatuur.
  • Voert locatieonderzoek uit.
  • Kiest apparatuur (cameratype, lens, statief, filters …).
  • Selecteert belichtingsmateriaal.
  • Bepaalt de positie van verlichting, decorstukken, persoon of object.
  • Houdt rekening met licht en weersomstandigheden bij buitenopnames.
  • Instrueert personen tijdens het treffen van technische voorbereidingen.
  • Selecteert fotografische technieken.
  • Manifesteert een persoonlijke stijl.
  • Houdt rekening met licht en weersomstandigheden bij buitenopnames.
  • Instrueert personen tijdens het nemen van foto’s.
  • Respecteert intellectueel eigendomsrecht en regelt toestemming voor gebruik tijdens het nemen van foto’s.
  • Bewaakt de beeldkwaliteit.
  • Bekijkt de genomen foto’s.
  • Selecteert foto’s op basis van hun inhoudelijke en technische kwaliteit.
  • Hanteert eigen artistieke criteria.
  • Bepaalt het digitale formaat.
  • Kiest op creatieve wijze beeldverwerkingssoftware voor verplaatsen of aanpassen van figuren, kleuren, resoluties, tekst …
  • Respecteert intellectueel eigendomsrecht en regelt toestemming voor gebruik tijdens het digitaal bewerken van foto’s.
  • Selecteert foto’s op basis van inhoudelijke en technische kwaliteit in functie van de opbouw van een persoonlijk portfolio.
  • Bewaakt de artistieke kwaliteit van de presentatiewijze.
  • Bepaalt wanneer het werk kan getoond worden.
  • Bepaalt langs welke kanalen (wedstrijden, groepstentoonstelling, solotentoonstelling, portfolio, online …) fotografisch werk getoond wordt.
  • Maakt een selectie van te tonen werk in functie van kanaal en doel.
  • Hanteert eigen artistieke criteria.
  • Bewaakt de artistieke kwaliteit van de presentatiewijze.
  • Kiest bewust voor een bepaalde vormgeving.
  • Bepaalt de frequentie en wijze van communicatie.
  • Toont zijn werk aan andere amateurfotografen.
  • Houdt zich aan onderhoudsrichtlijnen (fabrikanteninstructies …).
  • Besteedt reparaties uit.

Probleemoplossende vaardigheden

  • Sluit mogelijke oorzaken van problemen één na één uit.

Motorische vaardigheden

  • Handelt ergonomisch verantwoord.
  • Gaat veilig om met materiaal.
  • Hanteert materialen, technieken en methodes.
  • Stelt fototoestel en belichtingsmateriaal op.
  • Stelt het fotottoestel en de belichting in.
  • Gebruikt een al dan niet ingebouwde belichtingsmeter.
  • Verzamelt foto’s en slaat ze digitaal op.
  • Zet de foto’s eventueel om naar andere formaten
  • Gebruikt op creatieve wijze beeldverwerkingssoftware voor verplaatsen of aanpassen van figuren, kleuren, resoluties, tekst …
  • Past speciale technieken en effecten toe naargelang het doel en de sfeer van foto’s.
  • Bewaart materiaal en apparatuur zorgvuldig.
  • Controleert regelmatig de correcte werking van materiaal, apparatuur en accessoires.
  • Reinigt regelmatig materiaal, apparatuur en accessoires.
  • Vervangt indien nodig defecte onderdelen.
  • Controleert de staat van de apparatuur.
  • Voert reparaties uit.

Omgevingscontext

  • De amateur fotograaf is actief uit interesse.
  • Het artistiek proces bepaalt de volgorde van uitvoering van de verschillende activiteiten.
  • Het gebonden zijn aan techniek bepaalt de werkwijze van de amateurfotograaf.
  • De amateur fotograaf werkt vooral alleen.
  • De amateur fotograaf is actief in diverse omgevingen en omstandigheden zowel binnen als buiten.
  • Er is meestal geen tijdsdruk tenzij het concept dit vereist (bv. kersenbloesem in Japan …).
  • De amateur fotograaf is actief in de amateurkunstensector. De omgeving is artistiek/creatief.
  • Resultaatgerichtheid en concentratie zijn belangrijke eigenschappen.
  • De kunstbeoefening gebeurt meestal in de vrije tijd.
  • De amateur fotograaf kan voor een organisator of opdrachtgever werken.

Handelingscontext

  • De amateur fotograaf heeft oog voor esthetiek.
  • Er is resultaatgerichtheid wat concentratie en nauwkeurigheid vergt.
  • De amateur fotograaf is actief betrokken bij de omgeving en gaat er flexibel mee om.
  • De handelingscontext is zeer afwisselend hetgeen reflectief handelen vereist.
  • De amateur fotograaf heeft oog voor de tevredenheid van de eventuele opdrachtgever en het publiek door met zorg, precisie en toewijding te werken.
  • De amateur fotograaf heeft bijzondere aandacht voor de (artistieke/creatieve) context van het eindproduct.

Autonomie

Is zelfstandig in
  • het bedenken van concepten.
  • het uitwerken van concepten tot een artistiek product.
  • het gebruiken van fotografische technieken.
  • het kiezen van de geschikte apparatuur.
  • het uitvoeren van een locatieonderzoek.
  • het treffen van de technische voorbereidingen (apparatuur, materiaal, belichting, omstandigheden …).
  • het nemen, selecteren en bewerken van foto’s.
  • het aanleggen van een portfolio.
  • het naar buiten treden met zijn werk.
  • het voorzien in het basisonderhoud van materiaal, apparatuur en accessoires.
Is gebonden aan
  • de uitvoerbaarheid van het bedachte concept.
  • de technische mogelijkheden van de gebruikte apparatuur.
  • het intellectueel eigendomsrecht.
  • de wensen van de eventuele opdrachtgever.
Doet beroep op
  • collega’s amateur fotografen in functie van feedback.
  • modellen.
  • de technische mogelijkheden van de gebruikte apparatuur.

Verantwoordelijkheid

  • Werkt met oog voor het eigen welzijn en het welzijn van anderen
  • Ontwikkelt artistieke concepten en ideeën
  • Zet artistieke concepten en ideeën om in een uitvoerbaar geheel
  • Ontwikkelt een eigen artistieke praktijk
  • Werkt technisch verantwoorde en creatieve concepten uit in fotografisch werk
  • Treft technische voorbereidingen
  • Neemt foto’s
  • Selecteert foto's
  • Bewerkt foto’s digitaal
  • Maakt en werkt een portfolio van fotografisch materiaal bij
  • Treedt naar buiten met fotografisch materiaal
  • Voorziet in het basisonderhoud van materiaal, apparatuur en accessoires

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Er zijn geen wettelijke attesten of voorwaarden vereist.