Logopedist

 
BK-0314-2
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Logopedist

Deze benaming komt voor in de Competent fiche "J140601 Logopedist (m/v)"

Definitie

De logopedist is gericht op het ontwikkelen, herstellen en onderhouden van de mondelinge en schriftelijke communicatie, specifieke cognitieve functies en van de faryngale functies betrokken bij eten en drinken teneinde de gezondheid/welzijn van de patiënt/cliënt/opdrachtgever in stand te houden en te bevorderen.

Niveau (VKS en EQF)

6

Jaar van erkenning

versie 2, 2021

Competenties

Opsomming competenties

Algemene activiteiten
  • Competentie 1:
    Werkt veilig volgens de wettelijke reglementeringen en geldende kwaliteitsvereisten van de instelling(en)
    • Respecteert procedures en regels op vlak van hygiëne, (bio)veiligheid, kwaliteit, …
    • Draagt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen volgens de procedure
    • Volgt de wetgeving en zet deze om in praktijk
    • Kan EHBO toepassen (gebruik AED, CPR,…)
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van de internationale classificatie van het menselijk functioneren (ICF)
    • Kennis van professionele communicatie (binnormen, referentienormen, rapporteren, mailethiek, …)
    • Kennis van EHBO
    • Kennis van hygiëne- en ontsmettingsregels
    • Kennis van kwaliteitsbeleid
    • Kennis van wetgeving aangaande het beroep (WUG, wetgeving aangaande het beroep, rechten van de patiënt, RIZIV- nomenclatuur, …)
    • Kennis van klinische richtlijnen en procedures
  • Competentie 2:
    Werkt samen met andere actoren
    • Communiceert efficiënt met alle actoren*
    • Neemt vanuit het beroep van de logopedist een actieve rol op binnen de inter- en intraprofessionele samenwerking*
    • Rapporteert aan de belanghebbende indien nodig
    • Werkt efficiënt samen
    • Zorgt voor een optimale omkadering van de patiënt
    • Respecteert de afgesproken procedures en werkschema’s
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van professionele communicatie (binnormen, referentienormen, rapporteren, mailethiek, …)
    • Kennis van administratieve taken aangaande verslaggeving, dossieropmaak, wetgeving met betrekking tot beroepsuitoefening, patiëntgerelateerde administratie (RIZIV, ziekteverzekering, …)
    • Kennis van sociale vaardigheden
    • Kennis van klinische richtlijnen en procedures
    • Grondige kennis van vakterminologie
* Actoren: hulpverleners, gezondheidszorgverstrekkers, hulpbronnen, stakeholders, ouders, studenten, leidinggevenden, collega’s, officiële instanties, samenwerkingspartners, andere professionals, patiëntsysteem, …
*Interprofessionele samenwerking: veronderstelt een interdisciplinair of interprofessioneel model waarbij er overlegmomenten zijn tussen de verschillende professionals en uitwisseling van informatie, ideeën en aanbevelingen
*Intraprofessionele samenwerking: de samenwerking binnen een entiteit
  • Competentie 3:
    Handelt volgens de professionele gedragscodes
    • Communiceert empathisch met alle betrokken actoren
    • Respecteert de zakelijke omgangsvormen
    • Handelt volgens de professionele, wettelijke, ethisch en deontologische (gedrags)code
    • Onderhoudt een professionele therapeutische relatie met de patiënt*
    • Zet de patiënt centraal
    • Creëert een veilige omgeving voor de patiënt
    • Geeft aan wanneer iets buiten zijn/haar competenties valt
    • Gaat vertrouwelijk om met informatie
    • Handelt ethisch verantwoord
    • Verzorgt de persoonlijke hygiëne en zorgt voor een verzorgd voorkomen en aangepaste kledij conform de taakuitvoering
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van deontologie van de logopedist
    • Kennis van de internationale classificatie van het menselijk functioneren (ICF)
    • Kennis van wetgeving aangaande het beroep (WUG, wetgeving aangaande het beroep, rechten van de patiënt, RIZIV- nomenclatuur, …)
    • Kennis van sociale vaardigheden
* patiënt: is in dit dossier een algemene term om de verschillende personen (zorgvrager, mantelzorger, gebruiker, kind en/of ouders, bewoner, persoon met een beperking, wettelijke vertegenwoordiger, sociaal netwerk, cliënt …) en/of groepen (organisatie, doelgroep…) die een zorg- en ondersteuningsvraag hebben te benoemen
Logopedische behandeling
  • Competentie 4:
    Voert een onderbouwd logopedisch assessment uit conform het methodisch logopedische handelen
    • Verwerkt de aanmelding van de patiënt
    • Plant een onderbouwd logopedisch assessment
    • Voert een intakegesprek en verzamelt anamnesegegevens
    • Stelt een specifiek onderzoeksplan op afhankelijk van de hulpvraag en van de informatie uit de anamnese volgens een courant gebruikt raamwerk (ICF* , …)
    • Ordent, analyseert en interpreteert de onderzoeksgegevens verkregen via formeel en informeel assessment
    • Trekt conclusies op basis van de onderzoeksgegevens en stelt op basis van de verzamelde onderzoeksgegevens een logopedische diagnose op
    • Reflecteert over het onderzoeksproces en stuurt bij waar nodig
    • Communiceert met de patiënt en eventueel met de doorverwijzende arts de logopedische diagnose
    • Rapporteert aan de betrokken actoren
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van psychiatrische aandoeningen
    • Basiskennis van gerontologie en geriatrie
    • Kennis van neurologie met inbegrip van de neuropediatrie
    • Kennis van fysica in verband met de spraak, de stem en het gehoor
    • Kennis van linguistiek
    • Kennis van psycholinguistiek-neurolinguistiek
    • Kennis van cognitieve psychologie
    • Kennis van algemene psychologie met inbegrip van de psychologie van het leerproces
    • Kennis van genetische psychologie
    • Kennis van persoonlijkheidspsychologie
    • Kennis van psychologie en sociologie van de zieke en de gehandicapte
    • Kennis van deontologie van de logopedist
    • Kennis van de psychomotoriek
    • Kennis van methodologie van de intelligentie-, stem-, spraak- en taaltests
    • Kennis van degeneratieve aandoeningen
    • Kennis van hygiëne- en ontsmettingsregels
    • Kennis van screenings- en signaleringsinstrumenten
    • Kennis van evaluatiemethodes
    • Kennis van reflectiestrategieën
    • Kennis van administratieve taken aangaande verslaggeving, dossieropmaak, wetgeving met betrekking tot beroepsuitoefening, patiëntgerelateerde administratie (RIZIV, ziekteverzekering, …)
    • Grondige kennis van anatomie, fysiologie en pathologie van de spraak- en stemorganen, de gehoororganen, de evenwichtsorganen en het slikken
    • Grondige kennis van oorsprong en ontwikkeling van de spraak en de taal
    • Grondige kennis van de normale en pathologische mondelinge communicatie: spraakstoornissen (articulatiestoornissen, vloeiendheidsstoornissen, dysartrie, dyspraxie,…), sensomotorische, psychomotorische en andere stoornissen die de communicatie belemmeren, taalstoornissen (ontwikkelings)stoornissen (afasie, ...), stemstoornissen, gehoorstoornissen
* ICF: (International Classification of Functioning, diasability and health) is een taal die de termen bevat waarmee het menselijk functioneren kan worden beschreven en die zo een raamwerk vormt voor het ordenen van gegevens. De ICF biedt een structuur om die gegevens op zinvolle wijze, in onderling verband, te presenteren in een toegankelijke vorm.
  • Competentie 5:
    Stelt een onderbouwd logopedisch behandelplan op, op maat van de patiënt
    • Bepaalt bij aanwezigheid van meerdere stoornissen welke aspecten prioritair zijn
    • Stelt een logopedisch behandelplan op, op maat van de patiënt (context en persoonlijke factoren)
    • Bespreekt de vorm, inhoud, frequentie en de te verwachte duur van de behandeling met de patiënt
    • Bepaalt de doelen van de behandeling volgens een courant gebruikt raamwerk
    • Kan prioriteiten bepalen
    • Bepaalt de aangewezen methode en hulpmiddelen afhankelijk van de stoornis
    • Bespreekt het logopedisch behandelplan met de patiënt en het cliëntensysteem
    • Stimuleert de patiënt tot het nemen van regie ten aanzien van de eigen gezondheidsdoelen
    • Bespreekt de financiële aspecten van de behandeling
    • Geeft aan waar eventuele andere betrokken actoren ingeschakeld en/of geraadpleegd kunnen worden
    • Informeert met toestemming van de patiënt andere betrokken hulpverleners over het behandelplan
    • Legt het behandelplan vast in het dossier
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van anatomie
    • Basiskennis van fysiologie
    • Basiskennis van psychiatrische aandoeningen
    • Basiskennis van gerontologie en geriatrie
    • Kennis van linguistiek
    • Kennis van psycholinguistiek-neurolinguistiek
    • Kennis van de fonetiek en de orthofonie
    • Kennis van de psychomotoriek
    • Kennis van de technologie toegepast in de logopedie
    • Kennis van de internationale classificatie van het menselijk functioneren (ICF)
    • Grondige kennis van anatomie, fysiologie en pathologie van de spraak- en stemorganen, de gehoororganen, de evenwichtsorganen en het slikken
    • Grondige kennis van oorsprong en ontwikkeling van de spraak en de taal
    • Grondige kennis van de normale en pathologische mondelinge communicatie: spraakstoornissen (articulatiestoornissen, vloeiendheidsstoornissen, dysartrie, dyspraxie,…), sensomotorische, psychomotorische en andere stoornissen die de communicatie belemmeren, taalstoornissen (ontwikkelings)stoornissen (afasie, ...), stemstoornissen, gehoorstoornissen
    • Grondige kennis van de normale en pathologische schriftelijke communicatie: leerstoornissen (dyslexie , dysorthografie, …)
    • Grondige kennis van de normale en pathologische specifieke cognitieve functies: dyscalculie, dementie, …
    • Grondige kennis van de normale en pathologische orofaryngale functies: afwijkingen van de orofaciale functies (aangezichtsverlamming, lip- en of gehemeltespleet, oraal myofunctionele problemen, ...), slikstoornissen (dysfagie, ...) en/of eetproblemen
    • Grondige kennis van de door de arts belaste handelingen: audiometrie, vestibulometrie, fonetografie
    • Grondige kennis van studie van de stem, de articulatie, de spraak en de taal
    • Grondige kennis van het correct gebruik van het Nederlands (kan zichzelf vloeiend en spontaan uitdrukken zonder daarvoor aantoonbaar naar uitdrukkingen te moeten zoeken. Kan flexibel en effectief met taal omgaan ten behoeve van sociale, academische en beroepsmatige doeleinden. Hierbij kan hij/zij een duidelijke, goed gestructureerde en gedetailleerde tekst over complexe onderwerpen produceren en daarbij gebruikmaken van organisatorische structuren en verbindingswoorden)
* Patiëntensysteem: is het netwerk rond de patiënt; daarbinnen zijn er relaties die het probleem veroorzaken, versterken of die kunnen bijdragen aan de oplossing
  • Competentie 6:
    Voert het behandelplan systematisch en conform het methodisch logopedisch handelen* uit, evalueert het en stuurt het bij indien nodig
    • Werkt de logopediesessie uit en past de oefeningen aan de voortgang van de patiënt aan
    • Handelt methodisch volgens de geldende (evidence–based) richtlijnen
    • Legt het doel en de inhoud van de oefening uit
    • Geeft instructie met betrekking tot de uitvoering aan de hulpvrager en zijn context
    • Doet de oefening voor en legt zo nodig één en ander voor de hulpvrager schriftelijk vast
    • Controleert de manier waarop de patiënt de gegeven instructies uitvoert en geeft zo nodig feedback
    • Biedt suggesties aan de patiënt om datgene wat in de behandeling is geleerd in de praktijk toe te passen
    • Registreert per sessie de inhoud en het resultaat van de behandelsessie en past deze aan indien nodig
    • Houdt rekening met belasting en belastbaarheid van de patiënt
    • Gebruikt adequaat technische hulpmiddelen
    • Voert het behandelplan flexibel en creatief uit
    • Past de behandelwijze tussentijds aan als de praktijk daar aanleiding toe geeft en motiveert dit
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van linguistiek
    • Kennis van psycholinguistiek-neurolinguistiek
    • Kennis van de fonetiek en de orthofonie
    • Kennis van de psychomotoriek
    • Kennis van de technologie toegepast in de logopedie
    • Kennis van professionele communicatie (binnormen, referentienormen, rapporteren, mailethiek, …)
    • Kennis van beroepsrelevante software
    • Kennis van motivatietechnieken en -strategieën (beroepseigen veranderstrategieën, modellen voor gedragsverandering, …)
    • Grondige kennis van anatomie, fysiologie en pathologie van de spraak- en stemorganen, de gehoororganen, de evenwichtsorganen en het slikken
    • Grondige kennis van oorsprong en ontwikkeling van de spraak en de taal
    • Grondige kennis van de normale en pathologische mondelinge communicatie: spraakstoornissen (articulatiestoornissen, vloeiendheidsstoornissen, dysartrie, dyspraxie,…), sensomotorische, psychomotorische en andere stoornissen die de communicatie belemmeren, taalstoornissen (ontwikkelings)stoornissen (afasie, ...), stemstoornissen, gehoorstoornissen
    • Grondige kennis van de normale en pathologische schriftelijke communicatie: leerstoornissen (dyslexie , dysorthografie, …)
    • Grondige kennis van de normale en pathologische specifieke cognitieve functies: dyscalculie, dementie, …
    • Grondige kennis van de normale en pathologische orofaryngale functies: afwijkingen van de orofaciale functies (aangezichtsverlamming, lip- en of gehemeltespleet, oraal myofunctionele problemen, ...), slikstoornissen (dysfagie, ...) en/of eetproblemen
    • Grondige kennis van de door de arts belaste handelingen: audiometrie, vestibulometrie, fonetografie
    • Grondige kennis van studie van de stem, de articulatie, de spraak en de taal
    • Grondige kennis van het correct gebruik van het Nederlands (kan zichzelf vloeiend en spontaan uitdrukken zonder daarvoor aantoonbaar naar uitdrukkingen te moeten zoeken. Kan flexibel en effectief met taal omgaan ten behoeve van sociale, academische en beroepsmatige doeleinden. Hierbij kan hij/zij een duidelijke, goed gestructureerde en gedetailleerde tekst over complexe onderwerpen produceren en daarbij gebruikmaken van organisatorische structuren en verbindingswoorden)
* Logopedische handelingen: handelingen die worden beschreven in KB 20/10/1994 onder bijlage I en II:
• technische prestaties met betrekking tot
normale en pathologische mondelinge communicatie
normale en pathologische schriftelijke communicatie
normale en pathologische orofaryngale functies
normale en pathologische cognitieve functies
• de door de arts belaste handelingen
  • Competentie 7:
    Rondt de behandeling af en wisselt informatie uit met verwijzer en betrokken actoren
    • Geeft advies aan de patiënt of zijn context in verband met verdere begeleiding, hulpmiddelen, … als vervolg op een behandeling of een diagnose
    • Bouwt de therapie systematisch af en plant, indien nodig en organiseert follow up
    • Evalueert de behandeling naar proces en product
    • Neemt het oordeel van de patiënt mee in de evaluatie
    • Registreert en rapporteert over de onderzoeken en de behandeling
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van pedagogische technieken
    • Kennis van linguistiek
    • Kennis van psycholinguistiek-neurolinguistiek
    • Kennis van cognitieve psychologie
    • Kennis van algemene psychologie met inbegrip van de psychologie van het leerproces
    • Kennis van genetische psychologie
    • Kennis van persoonlijkheidspsychologie
    • Kennis van psychologie en sociologie van de zieke en de gehandicapte
    • Kennis van de internationale classificatie van het menselijk functioneren (ICF)
    • Kennis van professionele communicatie (binnormen, referentienormen, rapporteren, mailethiek, …)
    • Kennis van evaluatiemethodes
  • Competentie 8:
    Vult de medisch-administratieve documenten van de patiënt in conform de geldende wet- regelgeving
    • Legt een patiëntendossier aan en houdt dit up-to date
    • Bezorgt de patiënt documenten voor vergoeding
    • Communiceert naar de bij de zorgverlening betrokken actoren (verslaggeving, verantwoording, …)
    • Beheert de patiënt- en financiële gegevens op systematische wijze
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van wetgeving aangaande het beroep (WUG, wetgeving aangaande het beroep, rechten van de patiënt, RIZIV- nomenclatuur, …)
    • Kennis van kantoorsoftware
    • Kennis van administratieve taken aangaande verslaggeving, dossieropmaak, wetgeving met betrekking tot beroepsuitoefening, patiëntgerelateerde administratie (RIZIV, ziekteverzekering, …)
Extra activiteiten
  • Competentie 9:
    Geeft hooropvoeding, -training en -revalidatie
    • Werkt volgens modellen en curricula voor hooropvoeding en –training
    • Stelt een individueel programma op
    • Leert de hoortoestellen, hoorhulpmiddelen en/of implantaten optimaal te gebruiken
    • Traint het spraakafzien
    • Ondersteunt de communicatie waar nodig
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van neurologie met inbegrip van de neuropediatrie
    • Kennis van fysica in verband met de spraak, de stem en het gehoor
    • Kennis van linguistiek
    • Kennis van psycholinguistiek-neurolinguistiek
    • Kennis van de fonetiek en de orthofonie
    • Grondige kennis van de normale en pathologische mondelinge communicatie: spraakstoornissen (articulatiestoornissen, vloeiendheidsstoornissen, dysartrie, dyspraxie,…), sensomotorische, psychomotorische en andere stoornissen die de communicatie belemmeren, taalstoornissen (ontwikkelings)stoornissen (afasie, ...), stemstoornissen, gehoorstoornissen
    • Grondige kennis van de normale en pathologische orofaryngale functies: afwijkingen van de orofaciale functies (aangezichtsverlamming, lip- en of gehemeltespleet, oraal myofunctionele problemen, ...), slikstoornissen (dysfagie, ...) en/of eetproblemen
    • Grondige kennis van studie van de stem, de articulatie, de spraak en de taal
  • Competentie 10:
    Geeft advies en informatie over hooropvoeding, -training en -revalidatie door screening
    • Voert een gehoorscreening uit
    • Geeft advies en informatie bij de gehoorscreening
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van akoestiek
    • Grondige kennis van anatomie, fysiologie en pathologie van de spraak- en stemorganen, de gehoororganen, de evenwichtsorganen en het slikken
    • Grondige kennis van oorsprong en ontwikkeling van de spraak en de taal
    • Grondige kennis van de normale en pathologische mondelinge communicatie: spraakstoornissen (articulatiestoornissen, vloeiendheidsstoornissen, dysartrie, dyspraxie,…), sensomotorische, psychomotorische en andere stoornissen die de communicatie belemmeren, taalstoornissen (ontwikkelings)stoornissen (afasie, ...), stemstoornissen, gehoorstoornissen
  • Competentie 11:
    Voert eerste fase diagnostiek uit met betrekking tot het bepalen van de gehoordrempel
    • Voert toonaudiometrie uit
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van akoestiek
    • Grondige kennis van anatomie, fysiologie en pathologie van de spraak- en stemorganen, de gehoororganen, de evenwichtsorganen en het slikken
    • Grondige kennis van de normale en pathologische mondelinge communicatie: spraakstoornissen (articulatiestoornissen, vloeiendheidsstoornissen, dysartrie, dyspraxie,…), sensomotorische, psychomotorische en andere stoornissen die de communicatie belemmeren, taalstoornissen (ontwikkelings)stoornissen (afasie, ...), stemstoornissen, gehoorstoornissen
  • Competentie 12:
    Participeert in preventie- en sensibiliseringacties voor verschillende doelgroepen*
    • Participeert in preventie- en sensibiliseringscampagnes
    • Geeft informatie en voorlichting over specifieke logopedische onderwerpen (dyslexie, duimzuigen, eet- en drinkstoornissen, spraakproblemen…)
    • Gebruikt en ontwikkelt voorlichtingsmateriaal (folders, brochures, …)
    • Spoort relevante risicofactoren vroegtijdig op door screening van risicofactoren
    • Voert screenings uit met gestandaardiseerde instrumenten
    • Stemt vorm en inhoud van de boodschap af op de doelgroep (individuen of groepen)
    • Verwijst door op een deskundige en doordachte wijze
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van pedagogische technieken
    • Kennis van neurologie met inbegrip van de neuropediatrie
    • Kennis van linguistiek
    • Kennis van psycholinguistiek-neurolinguistiek
    • Kennis van cognitieve psychologie
    • Kennis van algemene psychologie met inbegrip van de psychologie van het leerproces
    • Kennis van genetische psychologie
    • Kennis van persoonlijkheidspsychologie
    • Kennis van algemene pedagogiek met inbegrip van de pedagogiek van de zieke en de gehandicapte
    • Kennis van psychologie en sociologie van de zieke en de gehandicapte
    • Kennis van methodologie van de intelligentie-, stem-, spraak- en taaltests
    • Kennis van degeneratieve aandoeningen
    • Kennis van screenings- en signaleringsinstrumenten
    • Kennis van preventie van logopedische stoornissen
    • Grondige kennis van oorsprong en ontwikkeling van de spraak en de taal
    • Grondige kennis van de normale en pathologische mondelinge communicatie: spraakstoornissen (articulatiestoornissen, vloeiendheidsstoornissen, dysartrie, dyspraxie,…), sensomotorische, psychomotorische en andere stoornissen die de communicatie belemmeren, taalstoornissen (ontwikkelings)stoornissen (afasie, ...), stemstoornissen, gehoorstoornissen
    • Grondige kennis van de normale en pathologische schriftelijke communicatie: leerstoornissen (dyslexie , dysorthografie, …)
    • Grondige kennis van de normale en pathologische specifieke cognitieve functies: dyscalculie, dementie, …
    • Grondige kennis van de normale en pathologische orofaryngale functies: afwijkingen van de orofaciale functies (aangezichtsverlamming, lip- en of gehemeltespleet, oraal myofunctionele problemen, ...), slikstoornissen (dysfagie, ...) en/of eetproblemen
* Doelgroepen: alle volwassenen en kinderen met stoornissen op vlak van stem, spraak, taal, gehoor, cognitie en slikken
  • Competentie 13:
    Adviseert de verschillende actoren
    • Geeft informatie over specifieke logopedie gerelateerde thema’s
    • Adviseert met betrekking tot logopedische stoornissen en beperkingen
    • Verwijst door op een deskundige en doordachte wijze
    • Ontwikkelt voorlichtingsmateriaal
    • Stemt boodschap en taal af op de beoogde actor(en) (individuen of groepen)
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van pedagogische technieken
    • Kennis van algemene pedagogiek met inbegrip van de pedagogiek van de zieke en de gehandicapte
    • Kennis van preventie van logopedische stoornissen
    • Kennis van onderzoeksdomeinen
    • Kennis van toegepast wetenschappelijk onderzoek
    • Kennis van informatiebronnen
    • Kennis van professionele fora
    • Grondige kennis van oorsprong en ontwikkeling van de spraak en de taal
    • Grondige kennis van de normale en pathologische mondelinge communicatie: spraakstoornissen (articulatiestoornissen, vloeiendheidsstoornissen, dysartrie, dyspraxie,…), sensomotorische, psychomotorische en andere stoornissen die de communicatie belemmeren, taalstoornissen (ontwikkelings)stoornissen (afasie, ...), stemstoornissen, gehoorstoornissen
    • Grondige kennis van de normale en pathologische schriftelijke communicatie: leerstoornissen (dyslexie , dysorthografie, …)
    • Grondige kennis van de normale en pathologische specifieke cognitieve functies: dyscalculie, dementie, …
    • Grondige kennis van de normale en pathologische orofaryngale functies: afwijkingen van de orofaciale functies (aangezichtsverlamming, lip- en of gehemeltespleet, oraal myofunctionele problemen, ...), slikstoornissen (dysfagie, ...) en/of eetproblemen
  • Competentie 14:
    Geeft vorming aan verschillende actoren
    • Inventariseert vormingsvragen gerelateerd aan de logopedie
    • Geeft vorming (training, scholing, ...) over specifieke logopedisch gerelateerde thema’s
    • Begeleidt en coacht andere actoren
    • Geeft gericht feedback over de uitvoering van logopedisch gerelateerde thema’s
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van pedagogische technieken
    • Kennis van algemene pedagogiek met inbegrip van de pedagogiek van de zieke en de gehandicapte
    • Kennis van preventie van logopedische stoornissen
    • Kennis van onderzoeksdomeinen
    • Kennis van toegepast wetenschappelijk onderzoek
    • Kennis van informatiebronnen
    • Kennis van professionele fora
    • Grondige kennis van oorsprong en ontwikkeling van de spraak en de taal
    • Grondige kennis van de normale en pathologische mondelinge communicatie: spraakstoornissen (articulatiestoornissen, vloeiendheidsstoornissen, dysartrie, dyspraxie,…), sensomotorische, psychomotorische en andere stoornissen die de communicatie belemmeren, taalstoornissen (ontwikkelings)stoornissen (afasie, ...), stemstoornissen, gehoorstoornissen
    • Grondige kennis van de normale en pathologische schriftelijke communicatie: leerstoornissen (dyslexie , dysorthografie, …)
    • Grondige kennis van de normale en pathologische specifieke cognitieve functies: dyscalculie, dementie, …
    • Grondige kennis van de normale en pathologische orofaryngale functies: afwijkingen van de orofaciale functies (aangezichtsverlamming, lip- en of gehemeltespleet, oraal myofunctionele problemen, ...), slikstoornissen (dysfagie, ...) en/of eetproblemen
  • Competentie 15:
    Organiseert een praktijk, werkomgeving, afdeling of dienst
    • Levert een bijdrage aan het oprichten van een professionele werkomgeving volgens de geldende kwaliteitsnormen
    • Voert een professionele patiënt- en/of praktijkadministratie en stelt de gegevens ervan beschikbaar ten behoeve van onderzoek van interne en externe partijen
    • Levert een bijdrage aan het ontwikkelen van kwaliteitscriteria, meetinstrumenten en verbeteracties binnen de organisatie
    • Organiseert en/of coördineert de therapeutisch gerelateerde activiteiten rondom de patiënt in samenwerking met de omgeving van de patiënt, collega’s en/of het interprofessioneel team
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van professionele communicatie (binnormen, referentienormen, rapporteren, mailethiek, …)
    • Kennis van professionele fora
    • Kennis van methodieken voor probleemoplossing
    • Kennis van kwaliteitsbeleid
    • Kennis van wetgeving aangaande het beroep (WUG, wetgeving aangaande het beroep, rechten van de patiënt, RIZIV- nomenclatuur, …)
    • Kennis van kantoorsoftware
    • Kennis van administratieve taken aangaande verslaggeving, dossieropmaak, wetgeving met betrekking tot beroepsuitoefening, patiëntgerelateerde administratie (RIZIV, ziekteverzekering, …)
    • Kennis van organisatie- en bedrijfsbeheer
    • Grondige kennis van vakterminologie
  • Competentie 16:
    Ontwikkelt de eigen deskundigheid
    • Volgt permanente vorming
    • Evalueert het eigen beroepsmatig handelen door middel van toetsing en reflectie
    • Levert een actieve bijdrage aan de ontwikkeling van kennis en kunde met betrekking tot het beroep en het vakgebied bij externe actoren
    • Implementeert elementen die de kwaliteit van de dienstverlening verbeteren
    • Volgt actuele, wetenschappelijke ontwikkelingen, evalueert op kritische wijze wetenschappelijke onderzoeksliteratuur en gebruikt deze binnen de professionele setting
    • Gebruikt de taal die men in het kader van het beroep hanteert op voldoende deskundige wijze zowel mondeling als schriftelijk
    • Spreekt rijk, verzorgd en algemeen verstaanbaar Nederlands
    • Hanteert een correcte articulatie met inbegrip van intonatie
    • Hanteert correct Nederlands taalgebruik en dit zowel voor sociale, academische als beroepsmatige doeleinden.
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van professionele communicatie (binnormen, referentienormen, rapporteren, mailethiek, …)
    • Kennis van de ethische regels rond wetenschappelijk onderzoek
    • Kennis van onderzoeksdomeinen
    • Kennis van toegepast wetenschappelijk onderzoek
    • Kennis van informatiebronnen
    • Kennis van methodieken voor probleemoplossing
    • Kennis van kwaliteitsbeleid
    • Kennis van evaluatiemethodes
    • Kennis van reflectiestrategieën
    • Kennis van Engels (kan de hoofdgedachte van een ingewikkelde tekst begrijpen, zowel over concrete als over abstracte onderwerpen met inbegrip van technische besprekingen van eigen vakgebied)
    • Kennis van wetgeving aangaande het beroep (WUG, wetgeving aangaande het beroep, rechten van de patiënt, RIZIV- nomenclatuur, …)
    • Kennis van statistiek en informatietechnologie
    • Kennis van de beschikbare en relevante opleidingen (Levenslang leren)
    • Grondige kennis van het correct gebruik van het Nederlands (kan zichzelf vloeiend en spontaan uitdrukken zonder daarvoor aantoonbaar naar uitdrukkingen te moeten zoeken. Kan flexibel en effectief met taal omgaan ten behoeve van sociale, academische en beroepsmatige doeleinden. Hierbij kan hij/zij een duidelijke, goed gestructureerde en gedetailleerde tekst over complexe onderwerpen produceren en daarbij gebruikmaken van organisatorische structuren en verbindingswoorden)
    • Grondige kennis van vakterminologie
  • Competentie 17:
    Draagt bij tot de ontwikkeling van het beroep
    • Neemt deel aan intercollegiaal overleg en kennisnetwerken
    • Werkt volgens actuele wetenschappelijke inzichten, richtlijnen voor de praktijk (evidence based practice) en (inter)nationale ontwikkelingen
    • Raadpleegt relevante informatiebronnen (handleidingen, internet, ...), ook Engelstalige vakliteratuur
    • Neemt eventueel deel aan de verschillende fases van wetenschappelijk onderzoek en innovatie
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de ethische regels rond wetenschappelijk onderzoek
    • Kennis van onderzoeksdomeinen
    • Kennis van toegepast wetenschappelijk onderzoek
    • Kennis van informatiebronnen
    • Kennis van professionele fora
    • Kennis van Engels (kan de hoofdgedachte van een ingewikkelde tekst begrijpen, zowel over concrete als over abstracte onderwerpen met inbegrip van technische besprekingen van eigen vakgebied)
    • Kennis van wetgeving aangaande het beroep (WUG, wetgeving aangaande het beroep, rechten van de patiënt, RIZIV- nomenclatuur, …)
    • Kennis van statistiek en informatietechnologie
    • Kennis van de beschikbare en relevante opleidingen (Levenslang leren)
    • Grondige kennis van vakterminologie

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van anatomie
  • Basiskennis van fysiologie
  • Basiskennis van psychiatrische aandoeningen
  • Basiskennis van gerontologie en geriatrie
  • Basiskennis van pedagogische technieken
  • Kennis van neurologie met inbegrip van de neuropediatrie
  • Kennis van fysica in verband met de spraak, de stem en het gehoor
  • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Kennis van linguistiek
  • Kennis van psycholinguistiek-neurolinguistiek
  • Kennis van cognitieve psychologie
  • Kennis van algemene psychologie met inbegrip van de psychologie van het leerproces
  • Kennis van genetische psychologie
  • Kennis van persoonlijkheidspsychologie
  • Kennis van algemene pedagogiek met inbegrip van de pedagogiek van de zieke en de gehandicapte
  • Kennis van psychologie en sociologie van de zieke en de gehandicapte
  • Kennis van deontologie van de logopedist
  • Kennis van de fonetiek en de orthofonie
  • Kennis van de psychomotoriek
  • Kennis van de technologie toegepast in de logopedie
  • Kennis van methodologie van de intelligentie-, stem-, spraak- en taaltests
  • Kennis van akoestiek
  • Kennis van degeneratieve aandoeningen
  • Kennis van de internationale classificatie van het menselijk functioneren (ICF)
  • Kennis van professionele communicatie (binnormen, referentienormen, rapporteren, mailethiek, …)
  • Kennis van EHBO
  • Kennis van hygiëne- en ontsmettingsregels
  • Kennis van screenings- en signaleringsinstrumenten
  • Kennis van preventie van logopedische stoornissen
  • Kennis van de ethische regels rond wetenschappelijk onderzoek
  • Kennis van onderzoeksdomeinen
  • Kennis van toegepast wetenschappelijk onderzoek
  • Kennis van informatiebronnen
  • Kennis van professionele fora
  • Kennis van beroepsrelevante software
  • Kennis van methodieken voor probleemoplossing
  • Kennis van kwaliteitsbeleid
  • Kennis van evaluatiemethodes
  • Kennis van reflectiestrategieën
  • Kennis van Engels (kan de hoofdgedachte van een ingewikkelde tekst begrijpen, zowel over concrete als over abstracte onderwerpen met inbegrip van technische besprekingen van eigen vakgebied)
  • Kennis van wetgeving aangaande het beroep (WUG, wetgeving aangaande het beroep, rechten van de patiënt, RIZIV- nomenclatuur, …)
  • Kennis van statistiek en informatietechnologie
  • Kennis van kantoorsoftware
  • Kennis van administratieve taken aangaande verslaggeving, dossieropmaak, wetgeving met betrekking tot beroepsuitoefening, patiëntgerelateerde administratie (RIZIV, ziekteverzekering, …)
  • Kennis van organisatie- en bedrijfsbeheer
  • Kennis van motivatietechnieken en -strategieën (beroepseigen veranderstrategieën, modellen voor gedragsverandering, …)
  • Kennis van sociale vaardigheden
  • Kennis van klinische richtlijnen en procedures
  • Kennis van de beschikbare en relevante opleidingen (Levenslang leren)
  • Grondige kennis van anatomie, fysiologie en pathologie van de spraak- en stemorganen, de gehoororganen, de evenwichtsorganen en het slikken
  • Grondige kennis van oorsprong en ontwikkeling van de spraak en de taal
  • Grondige kennis van de normale en pathologische mondelinge communicatie: spraakstoornissen (articulatiestoornissen, vloeiendheidsstoornissen, dysartrie, dyspraxie,…), sensomotorische, psychomotorische en andere stoornissen die de communicatie belemmeren, taalstoornissen (ontwikkelings)stoornissen (afasie, ...), stemstoornissen, gehoorstoornissen
  • Grondige kennis van de normale en pathologische schriftelijke communicatie: leerstoornissen (dyslexie , dysorthografie, …)
  • Grondige kennis van de normale en pathologische specifieke cognitieve functies: dyscalculie, dementie, …
  • Grondige kennis van de normale en pathologische orofaryngale functies: afwijkingen van de orofaciale functies (aangezichtsverlamming, lip- en of gehemeltespleet, oraal myofunctionele problemen, ...), slikstoornissen (dysfagie, ...) en/of eetproblemen
  • Grondige kennis van de door de arts belaste handelingen: audiometrie, vestibulometrie, fonetografie
  • Grondige kennis van studie van de stem, de articulatie, de spraak en de taal
  • Grondige kennis van het correct gebruik van het Nederlands (kan zichzelf vloeiend en spontaan uitdrukken zonder daarvoor aantoonbaar naar uitdrukkingen te moeten zoeken. Kan flexibel en effectief met taal omgaan ten behoeve van sociale, academische en beroepsmatige doeleinden. Hierbij kan hij/zij een duidelijke, goed gestructureerde en gedetailleerde tekst over complexe onderwerpen produceren en daarbij gebruikmaken van organisatorische structuren en verbindingswoorden)
  • Grondige kennis van vakterminologie

Cognitieve vaardigheden

  • Respecteert procedures en regels op vlak van hygiëne, (bio)veiligheid, kwaliteit, …
  • Draagt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen volgens de procedure
  • Volgt de wetgeving en zet deze om in praktijk
  • Communiceert efficiënt met alle actoren*
  • Neemt vanuit het beroep van de logopedist een actieve rol op binnen de inter- en intraprofessionele samenwerking*
  • Rapporteert aan de belanghebbende indien nodig
  • Werkt efficiënt samen
  • Respecteert de afgesproken procedures en werkschema’s
  • Communiceert empathisch met alle betrokken actoren
  • Respecteert de zakelijke omgangsvormen
  • Handelt volgens de professionele, wettelijke, ethisch en deontologische (gedrags)code
  • Creëert een veilige omgeving voor de patiënt
  • Geeft aan wanneer iets buiten zijn/haar competenties valt
  • Gaat vertrouwelijk om met informatie
  • Zet de patiënt centraal
  • Verwerkt de aanmelding van de patiënt
  • Plant een onderbouwd logopedisch assessment
  • Voert een intakegesprek en verzamelt anamnesegegevens
  • Stelt een specifiek onderzoeksplan op afhankelijk van de hulpvraag en van de informatie uit de anamnese volgens een courant gebruikt raamwerk (ICF* , …)
  • Trekt conclusies op basis van de onderzoeksgegevens en stelt op basis van de verzamelde onderzoeksgegevens een logopedische diagnose op
  • Communiceert met de patiënt en eventueel met de doorverwijzende arts de logopedische diagnose
  • Rapporteert aan de betrokken actoren
  • Bepaalt bij aanwezigheid van meerdere stoornissen welke aspecten prioritair zijn
  • Stelt een logopedisch behandelplan op, op maat van de patiënt (context en persoonlijke factoren)
  • Bespreekt de vorm, inhoud, frequentie en de te verwachte duur van de behandeling met de patiënt
  • Bepaalt de doelen van de behandeling volgens een courant gebruikt raamwerk
  • Bepaalt de aangewezen methode en hulpmiddelen afhankelijk van de stoornis
  • Bespreekt het logopedisch behandelplan met de patiënt en het cliëntensysteem
  • Bespreekt de financiële aspecten van de behandeling
  • Geeft aan waar eventuele andere betrokken actoren ingeschakeld en/of geraadpleegd kunnen worden
  • Informeert met toestemming van de patiënt andere betrokken hulpverleners over het behandelplan
  • Legt het behandelplan vast in het dossier
  • Handelt methodisch volgens de geldende (evidence–based) richtlijnen
  • Legt het doel en de inhoud van de oefening uit
  • Geeft instructie met betrekking tot de uitvoering aan de hulpvrager en zijn context
  • Doet de oefening voor en legt zo nodig één en ander voor de hulpvrager schriftelijk vast
  • Biedt suggesties aan de patiënt om datgene wat in de behandeling is geleerd in de praktijk toe te passen
  • Houdt rekening met belasting en belastbaarheid van de patiënt
  • Gebruikt adequaat technische hulpmiddelen
  • Voert het behandelplan flexibel en creatief uit
  • Geeft advies aan de patiënt of zijn context in verband met verdere begeleiding, hulpmiddelen, … als vervolg op een behandeling of een diagnose
  • Bouwt de therapie systematisch af en plant, indien nodig en organiseert follow up
  • Evalueert de behandeling naar proces en product
  • Neemt het oordeel van de patiënt mee in de evaluatie
  • Registreert en rapporteert over de onderzoeken en de behandeling
  • Legt een patiëntendossier aan en houdt dit up-to date
  • Bezorgt de patiënt documenten voor vergoeding
  • Communiceert naar de bij de zorgverlening betrokken actoren (verslaggeving, verantwoording, …)
  • Beheert de patiënt- en financiële gegevens op systematische wijze
  • Werkt volgens modellen en curricula voor hooropvoeding en –training
  • Stelt een individueel programma op
  • Leert de hoortoestellen, hoorhulpmiddelen en/of implantaten optimaal te gebruiken
  • Traint het spraakafzien
  • Ondersteunt de communicatie waar nodig
  • Voert een gehoorscreening uit
  • Geeft advies en informatie bij de gehoorscreening
  • Participeert in preventie- en sensibiliseringscampagnes
  • Geeft informatie en voorlichting over specifieke logopedische onderwerpen (dyslexie, duimzuigen, eet- en drinkstoornissen, spraakproblemen…)
  • Gebruikt en ontwikkelt voorlichtingsmateriaal (folders, brochures, …)
  • Spoort relevante risicofactoren vroegtijdig op door screening van risicofactoren
  • Voert screenings uit met gestandaardiseerde instrumenten
  • Stemt vorm en inhoud van de boodschap af op de doelgroep (individuen of groepen)
  • Verwijst door op een deskundige en doordachte wijze
  • Geeft informatie over specifieke logopedie gerelateerde thema’s
  • Adviseert met betrekking tot logopedische stoornissen en beperkingen
  • Verwijst door op een deskundige en doordachte wijze
  • Ontwikkelt voorlichtingsmateriaal
  • Stemt boodschap en taal af op de beoogde actor(en) (individuen of groepen)
  • Inventariseert vormingsvragen gerelateerd aan de logopedie
  • Geeft vorming (training, scholing, ...) over specifieke logopedisch gerelateerde thema’s
  • Begeleidt en coacht andere actoren
  • Geeft gericht feedback over de uitvoering van logopedisch gerelateerde thema’s
  • Levert een bijdrage aan het oprichten van een professionele werkomgeving volgens de geldende kwaliteitsnormen
  • Voert een professionele patiënt- en/of praktijkadministratie en stelt de gegevens ervan beschikbaar ten behoeve van onderzoek van interne en externe partijen
  • Levert een bijdrage aan het ontwikkelen van kwaliteitscriteria, meetinstrumenten en verbeteracties binnen de organisatie
  • Organiseert en/of coördineert de therapeutisch gerelateerde activiteiten rondom de patiënt in samenwerking met de omgeving van de patiënt, collega’s en/of het interprofessioneel team
  • Volgt permanente vorming
  • Evalueert het eigen beroepsmatig handelen door middel van toetsing en reflectie
  • Levert een actieve bijdrage aan de ontwikkeling van kennis en kunde met betrekking tot het beroep en het vakgebied bij externe actoren
  • Implementeert elementen die de kwaliteit van de dienstverlening verbeteren
  • Volgt actuele, wetenschappelijke ontwikkelingen, evalueert op kritische wijze wetenschappelijke onderzoeksliteratuur en gebruikt deze binnen de professionele setting
  • Gebruikt de taal die men in het kader van het beroep hanteert op voldoende deskundige wijze zowel mondeling als schriftelijk
  • Spreekt rijk, verzorgd en algemeen verstaanbaar Nederlands
  • Hanteert een correcte articulatie met inbegrip van intonatie
  • Hanteert correct Nederlands taalgebruik en dit zowel voor sociale, academische als beroepsmatige doeleinden.
  • Neemt deel aan intercollegiaal overleg en kennisnetwerken
  • Werkt volgens actuele wetenschappelijke inzichten, richtlijnen voor de praktijk (evidence based practice) en (inter)nationale ontwikkelingen
  • Raadpleegt relevante informatiebronnen (handleidingen, internet, ...), ook Engelstalige vakliteratuur
  • Zorgt voor een optimale omkadering van de patiënt
  • Onderhoudt een professionele therapeutische relatie met de patiënt*
  • Handelt ethisch verantwoord
  • Stimuleert de patiënt tot het nemen van regie ten aanzien van de eigen gezondheidsdoelen

Probleemoplossende vaardigheden

  • Ordent, analyseert en interpreteert de onderzoeksgegevens verkregen via formeel en informeel assessment
  • Reflecteert over het onderzoeksproces en stuurt bij waar nodig
  • Kan prioriteiten bepalen
  • Werkt de logopediesessie uit en past de oefeningen aan de voortgang van de patiënt aan
  • Controleert de manier waarop de patiënt de gegeven instructies uitvoert en geeft zo nodig feedback
  • Registreert per sessie de inhoud en het resultaat van de behandelsessie en past deze aan indien nodig
  • Past de behandelwijze tussentijds aan als de praktijk daar aanleiding toe geeft en motiveert dit
  • Neemt eventueel deel aan de verschillende fases van wetenschappelijk onderzoek en innovatie

Motorische vaardigheden

  • Kan EHBO toepassen (gebruik AED, CPR,…)
  • Verzorgt de persoonlijke hygiëne en zorgt voor een verzorgd voorkomen en aangepaste kledij conform de taakuitvoering
  • Voert toonaudiometrie uit

Omgevingscontext

  • Het beroep van logopedist wordt uitgeoefend in verschillende omgevingen. De werkomgeving is verschillend per setting en de logopedist moet zich in bepaalde werkomgevingen vlot kunnen verplaatsen
  • Dit beroep dient uitgevoerd te worden met een verhoogde mate van concentratie om met de nodige nauwkeurigheid te kunnen werken
  • Het beroep vereist een behandeling op maat van de noden van de cliënt
  • Het beroep wordt uitgeoefend binnen regelmatige werktijden
  • Het beroep wordt uitgeoefend in teamverband of individueel, waarbij de nodige flexibiliteit belangrijk is om zich aan te passen aan wijzigingen
  • De werkopdrachten kunnen aan de hand van een medisch voorschrift en/of op vraag van een collega, CLB, … aangenomen worden
  • De werkopdrachten worden meestal strikt afgebakend in de tijd
  • De logopedist komt in contact met verschillende interne en/of externe actoren
  • Het uit te voeren werk is gevarieerd en kan complex zijn door de opdrachten die patiëntgebonden zijn
  • De sector kent reglementeringen inzake het beroep, de veiligheid, de gezondheid, de hygiëne, het welzijn, het milieu, …

Handelingscontext

  • De logopedist wisselt informatie uit met andere actoren op constructieve en transparante wijze
  • De logopedist moet afhankelijk van de opdracht en de bedrijfscontext, routinematige en/of gevarieerde handelingen kunnen uitvoeren
  • De logopedist is zich constant bewust van de impact van zijn handelingen
  • De logopedist kan zich aanpassen aan en flexibel opstellen bij wisselende werkomstandigheden
  • De logopedist werkt kwaliteitsvol conform zijn kwaliteitsbewustzijn
  • De logopedist oefent dit beroep uit met een kritische en onderzoekende houding
  • De logopedist moet steeds de voorschriften, regelgeving en kwaliteitseisen respecteren
  • De logopedist moet bijblijven met de ontwikkelingen binnen de sector, dit vergt leergierigheid en het volgen van (verplichte) opleidingen
  • De logopedist moet planmatig kunnen denken en zijn werkzaamheden kunnen organiseren
  • De logopedist moet discreet handelen conform de beroepsethiek en de professionele gedragscode
  • De uitoefening van het beroep vereist het nemen van beslissingen binnen de eigen werksituatie en verantwoordelijkheden
  • De logopedist toont zin voor initiatief binnen bepaalde situaties, problemen, opdrachten,…
  • De logopedist moet analytisch kunnen denken
  • De logopedist moet oog hebben voor kwaliteit en tevredenheid van de patiënt door met zorg en accuratesse te werken
  • De logopedist moet zich bewust zijn dat gemaakte fouten verstrekkende gevolgen kunnen hebben
  • De logopedist moet het positief imago van zijn beroep uitstralen
  • De logopedist moet op een empathisch wijze omgaan met de patiënten
  • De logopedist moet georganiseerd en gestructureerd kunnen werken
  • De logopedist moet tijdsschema’s kunnen naleven

Autonomie

De taken worden steeds uitgevoerd binnen het kader van de relevante wetgeving
Is zelfstandig in
  • Het uitvoeren van beroepsspecifieke handelingen en de door de regelgeving beschreven technische activiteiten en toevertrouwde handelingen (uitgevoerd conform de wetgeving)
  • Het uitvoeren van een onderbouwd logopedisch assessment
  • Het opstellen en uitvoeren van een onderbouwd logopedisch behandelplan
  • Het evalueren en bijsturen van het onderbouwd logopedisch behandelplan
  • Het uitvoeren van de door de regelgeving beschreven technische activiteiten
  • Het controleren van eigen werk en van het werk van studenten
  • Het afwerken van de administratieve taken
  • Het informeren, adviseren van de klant aangaande de mogelijke logopedische behandelingen
  • Het verstrekken van advies aangaande logopedisch gerelateerde thema’s
  • Het regelen en plannen van de praktische administratieve verplichtingen
  • Het organiseren en/of geven van opleidingen, vormingen, trainingen
  • Het up-to-date houden van de eigen kennis
  • Het begeleiden en opvolgen van studenten, collega’s, cliënten, …
Is gebonden aan
  • Het ontvangen en uitvoeren van voorgeschreven opdrachten
  • Tijdsplanning, veiligheids-, gezondheids-, kwaliteits- en milieuvoorschriften en procedures
  • De professionele gedragscode
  • Het respecteren en uitvoeren van de nationale wetgeving
Doet beroep op
  • De opdrachtgever/verwijzer voor de opdracht, gegevens en bijkomende instructies
  • Het multidisciplinair team, collega’s, omgeving van de cliënt voor hulp bij het voortzetten van de voorgeschreven therapeutische behandeling of delen hiervan

Verantwoordelijkheid

  • Werkt veilig volgens de wettelijke reglementeringen en geldende kwaliteitsvereisten van de instelling(en)
  • Werkt samen met andere actoren
  • Handelt volgens de professionele gedragscodes
  • Voert een onderbouwd logopedisch assessment uit conform het methodisch logopedische handelen
  • Stelt een onderbouwd logopedisch behandelplan op, op maat van de patiënt
  • Voert het behandelplan systematisch en conform het methodisch logopedisch handelen* uit, evalueert het en stuurt het bij indien nodig
  • Rondt de behandeling af en wisselt informatie uit met verwijzer en betrokken actoren
  • Vult de medisch-administratieve documenten van de patiënt in conform de geldende wet- regelgeving
  • Geeft hooropvoeding, -training en -revalidatie
  • Geeft advies en informatie over hooropvoeding, -training en -revalidatie door screening
  • Voert eerste fase diagnostiek uit met betrekking tot het bepalen van de gehoordrempel
  • Participeert in preventie- en sensibiliseringacties voor verschillende doelgroepen*
  • Adviseert de verschillende actoren
  • Geeft vorming aan verschillende actoren
  • Organiseert een praktijk, werkomgeving, afdeling of dienst
  • Ontwikkelt de eigen deskundigheid
  • Draagt bij tot de ontwikkeling van het beroep

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Voor de beroepsuitoefening van ‘Logopedist’ is het beschikken van volgende attesten en/of voldoen aan volgende voorwaarden wettelijk verplicht:
  • Voorwaarden voor de uitoefening van het gezondheidszorgberoep zoals bepaald in Gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen