Roerganger zeevisserij

 
BK-0200-2
 Dit is de actuele versie van de beroepskwalificatie.

Globaal

Titel

Roerganger zeevisserij

Definitie

De roerganger zeevisserij werkt in de zeevisserij, staat in voor het optuigen en onderhouden van vaar- en vistuigen, om de gevangen vis te verwerken, het schip te onderhouden en te reinigen en om te functioneren als hoofd van wacht op de brug rekening houdend met de veiligheidsvoorschriften teneinde de bedrijfsdoelstellingen te bekomen

Niveau (VKS en EQF)

3

Jaar van erkenning

versie 2, 2020

Competenties

Opsomming competenties

  • Competentie 1:
    Werkt in teamverband
    • Communiceert efficiënt met alle bemanningsleden
    • Wisselt informatie uit met alle bemanningsleden
    • Werkt efficiënt samen met de andere bemanningsleden
    • Past zich flexibel aan (verandering van bemanningsleden,…)
    • Rapporteert aan de leidinggevende
    • Volgt aanwijzingen van de leidinggevende
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van sociale vaardigheden
    • Basiskennis van teamwork
  • Competentie 2:
    Handelt volgens de afspraken aan boord
    • Respecteert de omgangsvormen
    • Handelt volgens aan boord gemaakte afspraken
    • Past kledij aan conform de taakuitvoering
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van sociale vaardigheden
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van afspraken aan boord
  • Competentie 3:
    Werkt met oog voor veiligheid, kwaliteit en welzijn
    • Werkt ergonomisch
    • Werkt economisch
    • Werkt ecologisch
    • Past de veiligheids- en milieuvoorschriften toe
    • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Ziet er op toe dat de bemanningsleden de collectieve beschermingsmiddelen aanwenden indien nodig
    • Meldt problemen aan de schipper
    • Volgt (verplichte) opleidingen
    • Leert nieuwe opgelegde technieken en past ze toe
    • Houdt het vissersvaartuig en de uitrusting hygiënisch
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van planning en organisatie van de werkzaamheden
    • Basiskennis van de wettelijke bepalingen in functie van de zeevisserij
    • Basiskennis van ergonomie in de scheepvaart
    • Basiskennis van kostenbewust omgaan met materialen en infrastructuur
    • Kennis van preventieve maatregelen en arbeidsveiligheid op zee
    • Kennis van de reglementering van de organisatie
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van gebruik van (werk)procedures
    • Kennis van vakterminologie
  • Competentie 4:
    Neemt maatregelen om het marien leefmilieu te beschermen
    • Past de internationale, nationale en bedrijfseigen milieuvoorschriften toe (MARPOL, …)
    • Sorteert afval en voert het af volgens de procedures
    • Stockeert gevaarlijke en ontvlambare producten volgens de procedures
    • Recupereert materialen
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van voorkoming van milieuverontreiniging op zee
    • Kennis van gebruik van (werk)procedures
  • Competentie 5:
    Onderhoudt het vissersvaartuig en de uitrusting
    • Stemt de techniek en het materieel af op de opdracht (schoonmaken, detergenten, …)
    • Houdt zich aan het onderhoudsprogramma
    • Controleert het dek en het materieel
    • Maakt materialen zeewaardig vast
    • Verbetert de situaties aan boord die een gevaar kunnen zijn
    • Sorteert afval volgens de richtlijnen
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de te gebruiken materialen
    • Kennis van de te gebruiken gereedschappen
    • Kennis van de te gebruiken apparatuur
  • Competentie 6:
    Helpt het vissersvaartuig veilig af- en aanmeren
    • Stemt de techniek af op de opdracht van de schipper (afstoppen, vieren, uitwerpen, losgooien, opschieten van de meertrossen en -touwen,…)
    • Geeft de schipper aanwijzingen bij het uitvoeren van de manoeuvres
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de stabiliteitsprincipes van het vaartuig
    • Kennis van knoop- en touwwerktechnieken
    • Kennis van typologie van vissersvaartuigen
  • Competentie 7:
    Controleert de (veiiigheids-)uitrusting aan boord en oefent de veiligheidsprocedures op het vissersvaartuig
    • Controleert de (veiligheids)uitrusting op het vissersvaartuig
    • Meldt afwijkingen van de (veiligheids)uitrusting aan de schipper/reder
    • Houdt zich aan de richtlijnen voor veiligheid
    • Neemt deel aan de reddingsoefeningen (schipbreuk, brand, ongeval, …)
    • Oefent het gebruik van het reddingsmateriaal en brandbestrijdingsmiddelen
    • Oefent EHBO (verzorgen brandwonden, CPR, …)
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van brandpreventie en brandbestrijding,
    • Kennis van EHBO
    • Kennis van persoonlijke overlevingstechnieken, persoonlijke veiligheid, samenwerken in nood en gebruik reddingsvlot
    • Kennis van preventieve maatregelen en arbeidsveiligheid op zee
    • Kennis van de stabiliteitsprincipes van het vaartuig
    • Kennis van gebruik van communicatiemiddelen
    • Kennis van het veiligheidsplan en de veiligheidsuitrusting aan boord
  • Competentie 8:
    Voert de opgedragen maatregelen uit bij incidenten en/of accidenten (storingen, inbreuk, ongeval, ...)
    • Draagt beschermings- en reddingsmaterieel (reddingsvest met MOB-zender, veiligheidshelm, …)
    • Verlaat het vissersvaartuig indien nodig op een veilige manier volgens het evacuatieplan
    • Rapporteert een incident en/of een accident aan de schipper
    • Hanteert persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Verwittigt in geval van nood de andere opvarenden
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van brandpreventie en brandbestrijding,
    • Kennis van EHBO
    • Kennis van persoonlijke overlevingstechnieken, persoonlijke veiligheid, samenwerken in nood en gebruik reddingsvlot
    • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
    • Kennis van de stabiliteitsprincipes van het vaartuig
    • Kennis van typologie van vissersvaartuigen
    • Kennis van de te gebruiken materialen
    • Kennis van gebruik van communicatiemiddelen
  • Competentie 9:
    Helpt en houdt toezicht bij het uitzetten en ophalen van de vistuigen
    • Volgt instructies gekregen van op de brug op
    • Zet de instructies om in handelingen aan dek
    • Houdt zich aan de richtlijnen voor veiligheid
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van de te gebruiken materialen
    • Kennis van de te gebruiken gereedschappen
    • Kennis van de te gebruiken apparatuur
  • Competentie 10:
    Haalt de vangst op, sorteert en verwerkt de vangst
    • Haalt de netten binnen samen met de andere bemanningsleden
    • Controleert de vis
    • Stript (gut) de vis
    • Bergt de vis op in de viskisten
    • Stapelt de viskisten zeewaardig in het visruim
    • Bedient een weegschaal
    • Gaat de temperatuur van de koelruimte na
    • Houdt zich aan de richtlijnen voor voedselveiligheid
    • Houdt indien nodig loten apart (traceerbaarheid)
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van technieken voor visverwerking aan boord
    • Kennis van de te gebruiken materialen
    • Kennis van de te gebruiken gereedschappen
    • Kennis van de te gebruiken apparatuur
    • Kennis van de te gebruiken producten ((vis)kisten, schoonmaakproducten,…)
  • Competentie 11:
    Onderzoekt de staat van de netten, sleepnetten, boeien, touwen en voert de nodige herstellingen uit
    • Herkent netsoorten (maaswijdte, tekening, …)
    • Stemt de techniek en het materieel af op de opdracht (breien, boeten, touwwerk en kabels splitsen, …)
    • Voert in opdracht preventief onderhoud uit
    • Merkt afwijkingen op en overlegt met de schipper
    • Vernieuwt vislijnen, borgen, kabels van de gieken, …
    • Vult tekorten in het nettenruim aan voor het vertrek
  • met inbegrip van kennis:
    • Kennis van knoop- en touwwerktechnieken
    • Kennis van onderhoudsprocedures
    • Kennis van de te gebruiken materialen
    • Kennis van de te gebruiken gereedschappen
    • Kennis van de te gebruiken apparatuur
  • Competentie 12:
    Controleert de route van het vissersvaartuig op basis van de richting, de snelheid
    • Loopt wacht op de brug (1)
    • Kijkt, luistert en maakt gebruik van alle beschikbare middelen om de veiligheid van vaartuig, bemanning en lading te vrijwaren
    • Bestuurt een vissersvaartuig zowel vissend als niet-vissend
    • Bedient de instrumenten op de brug
    • Houdt zich aan de stuurinstructies van de schipper
    • Gebruikt navigatiemateriaal (GPS, VHF, …)
    • Volgt de informatie van de beeldschermen op
    • Past de navigatieparameters van het vissersvaartuig aan op basis van koersverschillen en potentiële risico’s in samenspraak met de schipper of stuurman
    • Meldt problemen aan de schipper
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van meteorologie
    • Kennis van het wachtlopen
    • Kennis van navigatietechnieken (hulpmiddelen voor navigatietechnieken, basisgebruik van de navigatieuitrusting aan boord)
    • Kennis van apparatuur op de brug (navigatie, communicatie, vistuigtechnieken …)
* (1) Hoofd van wacht: persoon die kijkt, luistert en gebruik maakt van alle beschikbare middelen om de veiligheid te garanderen van het vaartuig, bemanning, passagiers en de lading en dit onder bewind van de schipper
  • Competentie 13:
    Houdt toezicht op en leidt matrozen op in vaktechnieken
    • Geeft uitleg over de uitvoering van de opdrachten
    • Geeft zelf het goed voorbeeld
    • Volgt de vaardigheden operationeel op
    • Stuurt bij indien nodig
    • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd
  • met inbegrip van kennis:
    • Basiskennis van sociale vaardigheden
    • Basiskennis van opleidingstechnieken
    • Kennis van preventieve maatregelen en arbeidsveiligheid op zee

Beschrijving competenties a.d.h.v. de descriptorelementen

Kennis

  • Basiskennis van meteorologie
  • Basiskennis van sociale vaardigheden
  • Basiskennis van teamwork
  • Basiskennis van planning en organisatie van de werkzaamheden
  • Basiskennis van de wettelijke bepalingen in functie van de zeevisserij
  • Basiskennis van ergonomie in de scheepvaart
  • Basiskennis van kostenbewust omgaan met materialen en infrastructuur
  • Basiskennis van opleidingstechnieken
  • Kennis van brandpreventie en brandbestrijding,
  • Kennis van EHBO
  • Kennis van persoonlijke overlevingstechnieken, persoonlijke veiligheid, samenwerken in nood en gebruik reddingsvlot
  • Kennis van voorkoming van milieuverontreiniging op zee
  • Kennis van preventieve maatregelen en arbeidsveiligheid op zee
  • Kennis van de reglementering van de organisatie
  • Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Kennis van gebruik van (werk)procedures
  • Kennis van afspraken aan boord
  • Kennis van de stabiliteitsprincipes van het vaartuig
  • Kennis van technieken voor visverwerking aan boord
  • Kennis van knoop- en touwwerktechnieken
  • Kennis van het wachtlopen
  • Kennis van navigatietechnieken (hulpmiddelen voor navigatietechnieken, basisgebruik van de navigatieuitrusting aan boord)
  • Kennis van apparatuur op de brug (navigatie, communicatie, vistuigtechnieken …)
  • Kennis van typologie van vissersvaartuigen
  • Kennis van onderhoudsprocedures
  • Kennis van de te gebruiken materialen
  • Kennis van de te gebruiken gereedschappen
  • Kennis van de te gebruiken apparatuur
  • Kennis van vakterminologie
  • Kennis van de te gebruiken producten ((vis)kisten, schoonmaakproducten,…)
  • Kennis van gebruik van communicatiemiddelen
  • Kennis van het veiligheidsplan en de veiligheidsuitrusting aan boord

Cognitieve vaardigheden

  • Communiceert efficiënt met alle bemanningsleden
  • Wisselt informatie uit met alle bemanningsleden
  • Werkt efficiënt samen met de andere bemanningsleden
  • Past zich flexibel aan (verandering van bemanningsleden,…)
  • Rapporteert aan de leidinggevende
  • Volgt aanwijzingen van de leidinggevende
  • Respecteert de omgangsvormen
  • Handelt volgens aan boord gemaakte afspraken
  • Werkt ergonomisch
  • Werkt economisch
  • Werkt ecologisch
  • Past de veiligheids- en milieuvoorschriften toe
  • Ziet er op toe dat de bemanningsleden de collectieve beschermingsmiddelen aanwenden indien nodig
  • Volgt (verplichte) opleidingen
  • Leert nieuwe opgelegde technieken en past ze toe
  • Past de internationale, nationale en bedrijfseigen milieuvoorschriften toe (MARPOL, …)
  • Stemt de techniek en het materieel af op de opdracht (schoonmaken, detergenten, …)
  • Houdt zich aan het onderhoudsprogramma
  • Controleert het dek en het materieel
  • Verbetert de situaties aan boord die een gevaar kunnen zijn
  • Stemt de techniek af op de opdracht van de schipper (afstoppen, vieren, uitwerpen, losgooien, opschieten van de meertrossen en -touwen,…)
  • Geeft de schipper aanwijzingen bij het uitvoeren van de manoeuvres
  • Controleert de (veiligheids)uitrusting op het vissersvaartuig
  • Houdt zich aan de richtlijnen voor veiligheid
  • Volgt instructies gekregen van op de brug op
  • Zet de instructies om in handelingen aan dek
  • Houdt zich aan de richtlijnen voor veiligheid
  • Controleert de vis
  • Houdt zich aan de richtlijnen voor voedselveiligheid
  • Herkent netsoorten (maaswijdte, tekening, …)
  • Stemt de techniek en het materieel af op de opdracht (breien, boeten, touwwerk en kabels splitsen, …)
  • Voert in opdracht preventief onderhoud uit
  • Loopt wacht op de brug (1)
  • Kijkt, luistert en maakt gebruik van alle beschikbare middelen om de veiligheid van vaartuig, bemanning en lading te vrijwaren
  • Bestuurt een vissersvaartuig zowel vissend als niet-vissend
  • Houdt zich aan de stuurinstructies van de schipper
  • Volgt de informatie van de beeldschermen op
  • Past de navigatieparameters van het vissersvaartuig aan op basis van koersverschillen en potentiële risico’s in samenspraak met de schipper of stuurman
  • Geeft uitleg over de uitvoering van de opdrachten
  • Geeft zelf het goed voorbeeld
  • Volgt de vaardigheden operationeel op
  • Stuurt bij indien nodig
  • Ziet er op toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd

Probleemoplossende vaardigheden

  • Meldt problemen aan de schipper
  • Meldt afwijkingen van de (veiligheids)uitrusting aan de schipper/reder
  • Rapporteert een incident en/of een accident aan de schipper
  • Verwittigt in geval van nood de andere opvarenden
  • Merkt afwijkingen op en overlegt met de schipper
  • Meldt problemen aan de schipper

Motorische vaardigheden

  • Past kledij aan conform de taakuitvoering
  • Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Houdt het vissersvaartuig en de uitrusting hygiënisch
  • Sorteert afval en voert het af volgens de procedures
  • Stockeert gevaarlijke en ontvlambare producten volgens de procedures
  • Recupereert materialen
  • Maakt materialen zeewaardig vast
  • Sorteert afval volgens de richtlijnen
  • Neemt deel aan de reddingsoefeningen (schipbreuk, brand, ongeval, …)
  • Oefent het gebruik van het reddingsmateriaal en brandbestrijdingsmiddelen
  • Oefent EHBO (verzorgen brandwonden, CPR, …)
  • Draagt beschermings- en reddingsmaterieel (reddingsvest met MOB-zender, veiligheidshelm, …)
  • Verlaat het vissersvaartuig indien nodig op een veilige manier volgens het evacuatieplan
  • Hanteert persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
  • Haalt de netten binnen samen met de andere bemanningsleden
  • Stript (gut) de vis
  • Bergt de vis op in de viskisten
  • Stapelt de viskisten zeewaardig in het visruim
  • Bedient een weegschaal
  • Gaat de temperatuur van de koelruimte na
  • Houdt indien nodig loten apart (traceerbaarheid)
  • Vernieuwt vislijnen, borgen, kabels van de gieken, …
  • Vult tekorten in het nettenruim aan voor het vertrek
  • Bedient de instrumenten op de brug
  • Gebruikt navigatiemateriaal (GPS, VHF, …)

Omgevingscontext

  • De zeevisserij kent zeer veel nationale en internationale reglementeringen, normen, aanbevelingen en technische voorlichtingsfiches inzake kwaliteit, veiligheid, gezondheid, hygiëne, welzijn, milieu
  • Dit beroep wordt uitgeoefend in het maritiem milieu. De activiteiten vinden plaats op het vissersvaartuig of in de directe nabijheid van het vissersvaartuig. De activiteiten kunnen aan dek en in een koelzone plaatsvinden.
  • De tijd aan boord wordt contractueel overeengekomen
  • Dit beroep wordt uitgeoefend in teamverband, waarbij de nodige flexibiliteit belangrijk is om zich aan te passen aan wijzigingen van planning, omgeving, weersomstandigheden en soort visvangst
  • Het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen is verplicht
  • De situatie aan boord kan het werken in moeilijke houdingen en omstandigheden impliceren
  • Dit beroep houdt in dat men zich 24 op 24 u aan boord bevindt waarbij men moet kunnen leven en werken op een beperkte oppervlakte en dit gedurende een langere periode wat invloed heeft op de privacy van alle teamleden (verschillende nationaliteiten, culturen, karakters, …)onontbeerlijk is
  • Er wordt gewerkt in een omgeving waarin uitvoerende taken moeten gecombineerd worden. Hij gaat hierbij zowel routinematige als meer specifieke handelingen uitvoeren. Hij moet bij bepaalde omstandigheden snel, alert en oplossingsgericht te werk gaan
  • Er kan steeds via radio beroep doen op technische bijstand vanuit de rederij/leverancier
  • Dit beroep wordt uitgeoefend met aangepaste/veranderende werktijden, in shift (volcontinu, tijdens de nacht, het weekend en tijdens feestdagen)
  • Verlof wordt toegestaan in samenspraak met de rederij, zodat een vissersvaartuig nooit onbemand is of met een tekort aan gekwalificeerd personeel vaart.
  • Het respecteren van tijdschema’s is noodzakelijk voor bepaalde opdrachten.
  • De organisatie van de werkzaamheden wordt deels bepaald door vigerende wet- en regelgeving, deels door meer context specifieke elementen zoals infrastructuur, de steeds wisselende praktijksituaties

Handelingscontext

  • De roerganger gaat op constructieve en transparante wijze informatie uitwisselen met de andere bemanningsleden
  • De roerganger kan zich aanpassen en flexibel opstellen bij wisselende omgevingsfactoren
  • De roerganger moet zorgvuldig gebruik maken van materieel
  • De roerganger moet steeds de veiligheids- en kwaliteitsvoorschriften respecteren
  • De roerganger moet aandacht hebben voor de voor voedselveiligheid en hygiëne
  • De roerganger kan gericht reageren bij gevaarlijke situaties (zoals storm, man-over-boord , …)
  • De roerganger draagt persoonlijke beschermingskledij
  • De roerganger moet bijblijven met de ontwikkelingen binnen de sector, dit vergt leergierigheid en het volgen van (verplichte) opleidingen
  • De roerganger loopt wacht

Autonomie

Is zelfstandig in
  • Het uitvoeren van beroepsspecifieke handelingen conform de wettelijke* bepalingen
  • Het voorbereiden, uitvoeren en controleren van eigen werkzaamheden
  • Het zelfstandig controleren van eigen werk, het reinigen van het materieel
  • Het opruimen en schoonmaken van het vaartuig
  • Aanvullen van tekorten in het nettenruim
  • Controleren, strippen en opbergen van de vis
  • Vernieuwen van vislijnen, borgen, kabels van gieken, …
  • Het onderzoeken en herstellen van de staat van de (sleep)netten, boeien, touwen
  • Het zeewaardig maken van het materieel
  • Het sorteren van afval
  • Controleren van de werking van de installaties en het reddingsmaterieel
  • Het mogelijk toepassen van het evacuatieplan
  • Het uitleg geven over de uitvoering van de opdracht aan de scheepsjongere
  • Het wacht lopen op de brug
Is gebonden aan
  • De door de regelgeving beschreven beroeps specifieke competenties
  • De werkopdracht en tijdsplanning
  • Veiligheids-, gezondheids-, kwaliteits- en milieuvoorschriften en procedures
  • De bedrijfseigen procedures
  • Instructies en afspraken met betrekking tot de eigen werkzaamheden
  • De nationale en internationale wetgeving (STCW –reglementering, …)
  • Aan de orde en tuchtregeling van het vaartuig
  • De instructies van de schipper
Doet beroep op
  • De leidinggevende voor de werkopdracht, gegevens, melden van problemen, gevaarlijke situaties en bijkomende instructies
  • De bemanningsleden voor het ondersteunen van de activiteiten indien hij deze niet alleen kan afwerken
* Koninklijk besluit van 13/11/2009 inzake vaarbevoegdheidsbewijzen voor de zeevisserijvaart, federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer

Verantwoordelijkheid

  • Werkt in teamverband
  • Handelt volgens de afspraken aan boord
  • Werkt met oog voor veiligheid, kwaliteit en welzijn
  • Neemt maatregelen om het marien leefmilieu te beschermen
  • Onderhoudt het vissersvaartuig en de uitrusting
  • Helpt het vissersvaartuig veilig af- en aanmeren
  • Controleert de (veiiigheids-)uitrusting aan boord en oefent de veiligheidsprocedures op het vissersvaartuig
  • Voert de opgedragen maatregelen uit bij incidenten en/of accidenten (storingen, inbreuk, ongeval, ...)
  • Helpt en houdt toezicht bij het uitzetten en ophalen van de vistuigen
  • Haalt de vangst op, sorteert en verwerkt de vangst
  • Onderzoekt de staat van de netten, sleepnetten, boeien, touwen en voert de nodige herstellingen uit
  • Controleert de route van het vissersvaartuig op basis van de richting, de snelheid
  • Houdt toezicht op en leidt matrozen op in vaktechnieken

Attesten en voorwaarden

Wettelijke attesten en voorwaarden

Voor de beroepsuitoefening van ‘Roerganger zeevisserij ’ is het beschikken van volgende attesten en/of voldoen aan volgende voorwaarden wettelijk verplicht:
  • Attest zeevisserij zoals bepaald in Koninklijk besluit van 13/11/2009 inzake vaarbevoegdheidsbewijzen voor de zeevisserijvaart, federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer.