Algemene computerkennis
Op een probleemoplossende manier met toepassingsprogramma's werken
toepassingsprogramma’s gebruiken
je weg vinden in een toepassingsprogramma door efficiënt gebruik te maken van de grafische interface (statusbalk, knopinfo, foutmeldingen, taakvensters, …)
de helpfunctie efficiënt gebruiken
een toepassingsprogramma naar eigen voorkeur instellen (bv taalinstellingen, het menu, …)
het geschikte toepassingsprogramma kiezen voor de uit te voeren taak
ICT-opdrachten systematisch doorlopen
een probleem analyseren door op te delen in een aantal te volgen stappen
een oplossing schematisch voorstellen en uitwerken
een oplossing uittesten met de computer, deze oplossing controleren en waar nodig bijsturen
Bestandsbeheer
gegevens organiseren en structureren
duidelijke indeling en namen gebruiken voor mappen en bestanden om zoeken en ordenen te vereenvoudigen
bestanden en mappen aanmaken, hernoemen, verplaatsen, kopiëren en wissen
bestandsformaten zichtbaar maken
de belangrijkste soorten bestandsformaten herkennen
mappen en bestanden lokaal en via het Internet archiveren
bestands- en mapcompressie toelichten en toepassen
het doel van pdf beschrijven, een aantal voordelen van pdf opsommen, pdf-bestanden ontwikkelen
Computernetwerken en het internet
bewust en efficiënt gebruik maken van een computernetwerk
het doel van een computernetwerk beschrijven
verschillende componenten (modem, router, switch, bekabeling, netwerkkaart, draadloze verbinding) van een thuisnetwerk identificeren en de functie ervan toelichten
de functie van verschillende netwerkcomponenten van een thuisnetwerk toelichten
(draadloos) connectie maken met een printer en een netwerk
veilig online samenwerken
werken “in the cloud” definiëren en de voordelen hiervan opsommen
bestanden in een netwerk en online delen
online samenwerken aan een bestand
opmerkingen en wijzigingen aanbrengen aan een gemeenschappelijk bestand
samenwerken en informatie delen via online tools met aandacht voor de eigen privacy
gericht en doeltreffend zoeken op het internet
een informatieprobleem omzetten in een goed geformuleerde zoekopdracht
een zoekopdracht concretiseren met behulp van een trefwoord, woordgroep en geavanceerde zoekopties
kritisch omgaan met gevonden informatie
online-informatie kritisch beoordelen rekening houdend met bron, inhoud, ouderdom en relevantie
gevonden informatie gebruiken rekening houdend met het auteursrecht, het citaatrecht en het portretrecht.
een bron vermelden bij gevonden informatie volgens de APA-stijl
creative commons bij gevonden informatie correct interpreteren
Informatiebeveiliging
software methodes toelichten
toelichten wat een goed wachtwoord is
voorbeelden van een goed wachtwoord herkennen
beveiliging door middel van wachtwoorden instellen
maatregelen om een thuisnetwerk te beveiligen (antivirussoftware en firewall) toelichten
back-up systemen begrijpen
het nut van back-ups toelichten
een back-up uitvoeren
risico's van een netwerk verbonden met Internet begrijpen
de term malware definiëren
verschillende typen malware (virus, worm, Trojaans paard, spyware, adware) herkennen en er gepast mee omgaan
verschillende gevaren (hoax, spam, phishing) herkennen en er gepast mee omgaan
de gevolgen van malware begrijpen
Hardware, software en evoluties
hardware componenten van een computerconfiguratie toelichten
de belangrijkste onderdelen (moederbord, processor, koeling, intern en extern geheugen, voeding, uitbreidingsslots, poorten, grafische kaart, netwerkkaart, connectoren, batterij) in een systeemeenheid aanduiden en de functie ervan verduidelijken
de belangrijkste randapparaten en hun functies toelichten
een aantal advertenties van computerconfiguraties vergelijken en een keuze voor een bepaalde computerconfiguratie verduidelijken
hard- en software evoluties toelichten
bedrijfsgerichte hardware en software evoluties opvolgen en herkennen
Tekstverwerking
basishandelingen toepassen
tekenopmaak gebruiken en veranderen
zoeken en vervangen toepassen met zoekopties
toepassen van zoeken en vervangen rekening houdend met de risico’s die eraan verbonden zijn
spelling- en grammaticacontrole toepassen en de aanwijzingen interpreteren en zo nodig verbeteringen aanbrengen
autocorrectiemogelijkheden verduidelijken en wijzigen
een document afdrukken en afdrukinstellingen gebruiken
exporteren van gegevens naar een pdf
een document efficiënt structureren en opmaken door middel van alineaopmaak
alineaopmaak instellen en toepassen: uitlijnen, inspringen, regel- en alinea-afstand, alinea’s bijeenhouden, zwevende regels voorkomen
opsommingtekens gebruiken en aanpassen
automatische nummering toepassen en aanpassen
lijst met meerdere niveaus gebruiken
tabs links, centreren, recht s, decimaal en opvulteken instellen en verwijderen
een consistente opmaak realiseren in een document door gebruik te maken van stijlen en sjablonen
stijlen toepassen, wijzigen en aanmaken
sjablonen gebruiken, aanpassen en ontwerpen
tabellen en kolommen doeltreffend gebruiken
tabel invoegen en opmaken (uitlijning, randen, arcering, gestreepte rijen, stijl toepassen)
samenvoegen en splitsen van cellen
tabel converteren naar tekst
geneste tabel maken
kolommen gebruiken en aanpassen
objecten deskundig invoegen en opmaken
tekstvakken invoegen en opmaken
afbeeldingen, grafieken, illustraties, vormen invoegen en opmaken: rand, grootte, draaien, schikken (positie, tekstterugloop), bijsnijden
een document efficiënt structureren en opmaken door middel van paginaopmaak
marges, formaat, achtergrond en afdrukstand instellen
indeling in secties verduidelijken en toepassen
paginanummering gebruiken en aanpassen
kop- en voettekst invoegen en wijzigen
afwijkende instellingen per sectie, voor eerste pagina en voor even en oneven pagina
velden en documenteigenschappen datum, bestandsnaam, auteur, aantal pagina’s invoegen
zakelijk rapport professioneel ontwerpen
automatische inhoudsopgave
gebruik van indexen verduidelijken en toepassen
gebruik van voetnoten en eindnoten verduidelijken en toepassen
efficiënt gegevens uit andere toepassingsprogramma’s integreren
het maken van een brief, mailing of etiketten met een adreslijst uit een databank of rekenblad verduidelijken en toepassen
de verschillende manieren van importeren van gegevens uit een rekenblad verduidelijken en toepassen: als afbeelding of tekst (met of zonder opmaak), met of zonder koppeling
Rekenblad
structuurelementen herkennen en toepassen
de verschillende structuurelementen (cel, rij, kolom, bereik, werkblad en werkmap) identificeren en gebruiken
efficiënt basishandelingen op een werkmap en werkblad uitvoeren
basishandelingen toepassen: celinhoud, celopmaak, getalnotatie, invoegen van rijen en kolommen, kopiëren en verplaatsen
verbergen en terug zichtbaar maken van rijen en kolommen
gegevens doelgericht doorvoeren
gegevens sorteren met verschillende opties zoals meerdere niveaus, sorteervolgorde, richting, met en zonder kopteksten, …
bepaalde rijen en/of kolommen zichtbaar houden bij het schuiven in een werkblad
meerdere werkbladen tegelijk bekijken
voorwaardelijke opmaak toepassen
naam geven aan een cel en een bereik
de gepaste formule gebruiken om op een efficiënt manier te werken
een formule opstellen met gebruik van absolute, relatieve en gemengde adressering en het verschil tussen de verschillende adresseringen verduidelijken
wiskundige, logische en statistische functies verduidelijken en doelgericht toepassen: (voorwaardelijke) som, gemiddelde, aantal, minimum, maximum, als, aantalarg, en, of, afronden
datum- en tijdfuncties verduidelijken en doelgericht toepassen: dag, maand, jaar, uur, de actuele datum en/of tijd, de dag en het nummer van de week, aantal (werk) dagen berekenen tussen 2 data
eenvoudige tekstfuncties verduidelijken en doelgericht toepassen: de beginletter van de woorden of tekst in hoofletters zetten, tekst in kleine letters zetten, aantal tekens tellen, overbodige spaties wissen
formules met geneste functies invoeren
gegevens opzoeken in een rekenblad met behulp van verticaal en horizontaal zoeken
formules opstellen met koppeling naar gegevens in een ander werkblad en/of een andere werkmap
extra functionaliteiten efficiënt gebruiken
het nut van een vervolgkeuzelijst illustreren
vervolgkeuzelijst maken
het nut van een Excel-tabel verduidelijken
een Excel-tabel maken, daarin gegevens sorteren en datum-, tekst- en getalfilters gebruiken
gegevens overzichtelijk en aantrekkelijk voorstellen in grafieken
het nut van het gebruik van een grafiek en de keuze van een bepaald type en de werkwijze van het maken van een grafiek toelichten
grafieken maken met verschillende grafiektypes
grafieken en grafiekonderdelen aanpassen en opmaken
werkbladen efficiënt afdrukken
pagina-instellingen: afdrukstand, marges, kop- en voettekst, paginanummering, titels, aanpassen aan pagina, schalen, centreren instellen
afdrukbereik bepalen
exporteren van gegevens naar een pdf
verduidelijken en toepassen van het exporteren van gegevens en grafieken naar een tekstverwerker door koppelen of insluiten
exporteren van gegevens en grafieken naar een presentatie door koppelen of insluiten
integratie met een databank
exporteren van gegevens naar een databank (kopie maken of koppelen) toelichten en toepassen
importeren van gegevens uit een tabel of query uit een databank toelichten en toepassen
Gegevensbeheer
begrip databank en opbouw van een databank toelichten
het begrip databank verduidelijken
de basisopbouw (tabel, record, veld, relatie ) van een databank verduidelijken
tabellen efficiënt ontwerpen en daarvoor de veldeigenschappen instellen
een tabel maken, voor de velden de bijhorende gegevenstypes correct instellen, een berekend veld maken, een keuzelijst maken (met waarden uit een andere tabel/query en met zelf ingebrachte waarden)
verduidelijken en doelgericht instellen van veldeigenschappen: veldlengte, notatie, aantal decimalen, invoermasker, bijschrift, standaardwaarde, validatieregel en tekst, vereist, geïndexeerd
vereisten van een primaire sleutel benoemen, een veld instellen als een primaire sleutel
relaties tussen tabellen leggen
inzicht hebben in relaties tussen tabellen
op een correcte manier relaties tussen tabellen leggen rekening houdend met referentiële integriteit
de gevolgen van referentiële integriteit verduidelijken
een databank efficiënt bevragen en de werkwijze toelichten
gegevens zoeken, sorteren en filteren in een tabel
een doeltreffende selectiequery maken op basis van criteria met behulp van vergelijkings- en logische operatoren
berekende velden gebruiken
berekeningen uitvoeren via query’s zoals som, aantal, gemiddelde, eerste en laatste
werken met verschillende soorten query’s om gegevens toe te voegen, te bewerken of te verwijderen en om een nieuwe tabel aan te maken
efficiënt gegevens raadplegen en toevoegen met gebruik van formulieren
verduidelijken waarvoor een formulier gebruikt wordt
formulieren ontwerpen (kolomvorm en tabelvorm) en aanpassen
gebruik maken van verschillende besturingselementen (tekstvak, keuzelijst, knop, …)
records toevoegen, wijzigen en verwijderen door middel van een formulier
gegevens doelgericht voorstellen met rapporten
verduidelijken waarvoor een rapport gebruikt wordt
rapporten (inclusief groeperen, sorteren en totalen) maken en aanpassen
etiketten maken
pagina- en afdrukinstellingen (inclusief voettekst, koptekst) toepassen
Presentaties
basishandelingen toepassen in een presentatieprogramma
basisregels voor een goede presentatie (inhoud, kleurgebruik, opmaak, animatie, overgang, …) uitvoeren
het KISS principe toepassen op een presentatie
bestaande sjablonen gebruiken
multimediamateriaal efficiënt gebruiken in een presentatie
multimediamateriaal en objecten zoals afbeeldingen, hyperlinks, films, foto’s, geluiden, grafieken, tabellen, mindmaps, … invoegen en aanpassen in een presentatie
presentaties opslaan en afdrukken
ingesloten objecten mee opslaan in de presentatie
een presentatie opslaan in verschillende bestandindelingen en deze indelingen verduidelijken
instellingen voor het afdrukken van een presentatie toelichten
een presentatie afdrukken als hand-outs
gebruik van een diamodel verduidelijken
aanpassingen doorvoeren aan een diamodel
een diamodel maken als basis voor een presentatie