Skip to Main Content

Vakfiche aardrijkskunde 3 aso

Geldig van 01 mei 2017 tot en met 31 december 2017
 

content

Studierichting

3e graad aso
  • Wetenschappen-Wiskunde
  • Moderne Talen-Wetenschappen
  • Economie-Wiskunde
  • Humane Wetenschappen
  • Economie-Moderne Talen
  • Latijn-Moderne Talen
  • Latijn-Wetenschappen
  • Latijn-Wiskunde
  • Moderne Talen-Wiskunde
  • Economie-Wetenschappen

Referentiekader

ReferentiekaderOpmerking
Eindtermenhttp://eindtermen.vlaanderen.be/secundair-onderwijs/derde-graad/aso/vakgebonden/aardrijkskunde/eindtermen.htm

Waarom leer je dit vak?

Als wetenschappelijke discipline is aardrijkskunde de wetenschap die de grenslaag bestudeert tussen aarde, water en lucht. Dat doet ze tot enkele kilometers diep en enkele kilometers hoog. In de aardrijkskunde gaan we na

- hoe het aardoppervlak eruit ziet (beschrijvend deel),

- hoe het tot stand kwam (verklarend deel) en

- hoe het in de toekomst kan evolueren (prospectief deel).

Net daarom neemt aardrijkskunde een unieke plaats in tussen de vakken van het secundair onderwijs. Aardrijkskunde probeert immers de relaties tussen mens en natuur te verduidelijken. Daardoor balanceert aardrijkskunde op het raakvlak tussen de natuurwetenschappen en de menswetenschappen.

Aardrijkskunde is zo een boeiende en vaak spectaculaire ontdekkingstocht over onze planeet. Het wekt verwondering en nieuwsgierigheid op naar hoe de aarde en de wereld in elkaar zitten. Het gaat over gebieden in verandering, complexe thema's en processen op aarde.

Aardrijkskundige vragen ontstaan uit nieuwsgierigheid en verwondering over mooie foto's van de eigen omgeving of van exotische gebieden. Die vragen kan je beantwoorden met aardrijkskundige kennis. Die verwondering kan je ook gebruiken om het hoe en het waarom van die verschillen op aarde te onderzoeken.

Als je die aardrijkskundige kennis en inzichten kan versterken met vaardigheden  zal je je eigen ruimtelijk wereldbeeld  kunnen verruimen, begrijpen en analyseren. Daardoor zal je op een respectvolle en duurzame manier met je omgeving en onze planeet leren omgaan. Zo draagt aardrijkskunde bij aan je burgerschapsvorming

Aardrijkskunde is dus niet alleen interessant, maar ook nuttig als je als (wereld)burger goed wil leren functioneren omdat aardrijkskunde je bekwaam maakt om mee oplossingen te zoeken voor spanningen en problemen in de wereld en je eigen omgeving. Vele problemen in de wereld hebben immers een aardrijkskundige achtergrond en vragen een ruime achtergrondkennis. Door gebeurtenissen uit de actualiteit ruimtelijk te situeren krijg je meer inzicht in deze problemen van onze samenleving. Aardrijkskunde helpt je inderdaad om de media kritisch te volgen en stimuleert je om na te denken over de wereld waarin we leven.

De vakfiches aardrijkskunde van de Examencommissie sluiten nauw aan bij de eindtermen van de Vlaamse overheid. Deze eindtermen vormen de basis voor onze examens. Zo toetsen we of je de vereiste vaardigheden en competenties voldoende beheerst.

Toon meer
Toon minder

Wat moet je leren?

Wat moet je kunnen?

Voor elk van deze zeven leerinhouden moet je op het examen aantonen dat je de volgende vaardigheden beheerst:

- landschappen aan de hand van beeldmateriaal en kaartstudie beschrijven, herkennen en ontleden;

- je oriënteren;

- aardrijkskundige kaarten gebruiken om gegevens op te zoeken en te situeren;

- kaarten, aardrijkskundige elementen en plaatsen opzoeken en situeren met de meest efficiënte zoekmethode in een atlas

- informatie uit bronnenmateriaal zoals grafieken, klimatogrammen, leeftijdshistogrammen, tabellen, voedselrozen, schema's, toeristische folders, geografische data, teksten, enz. gebruiken om actuele aardrijkskundige problemen te verklaren;

- informatie uit beeldmateriaal zoals foto's, satellietbeelden, tekeningen, beelden, cartoons, filmfragmenten, dwarsdoorsneden, profielen, enz. gebruiken om actuele aardrijkskundige problemen te verklaren;

- aardrijkskundige vragen beantwoorden op basis van een onderzoek door het selecteren, analyseren en interpreteren van aardrijkskundige informatie;

-  de aardrijkskundige kennis en inzichten toepassen op de actualiteit.

 

Wat moet je kennen en doen?

In de volgende tabellen vind je wat je voor elke leerinhoud moet kennen en wat je moet kunnen  of doen op het examen om te bewijzen dat je dat kan. Hieronder vind je een korte omschrijving van de zeven leerinhouden.

Voor leerinhoud A, de maatschappelijke rol van de aardrijkskunde, maak je kennis met beroepen en onderzoeksdomeinen waarin de aardrijkskunde een belangrijke rol speelt.

Voor leerinhoud B, de plaatsbepaling en de kaarten, leer je je situeren en leer je dat kaarten gecodeerde voorstellingen zijn van de werkelijkheid met vele toepassingen.

Voor leerinhoud C, de ruimtelijke ordening in stad en platteland, leer je een stad en haar functies herkennen. Je leert hoe de verstedelijking stadsgewesten vormt, welke problemen hieruit kunnen voortkomen en wat het belang is van ruimtelijke ordening.

Voor leerinhoud D, de kosmische ruimte, leer je de structuur van ons heelal en zonnestelsel doorgronden. Je leert de gevolgen voor jezelf van de aardrotatie en de aardrevolutie. Je ontdekt de invloed op je dagelijks leven van de toepassingen uit de ruimtevaart.

Voor leerinhoud E, het weer en het klimaat op aarde, leer je weerfenomenen herkennen en verklaren. Je verklaart de invloed van het weer op je dagelijkse leven. Je leert een eenvoudige weersvoorspelling maken op basis van een weerkaart.

Voor leerinhoud F, de draagkracht van de aarde en mondiale verschuivingen, leer je dat de draagkracht van de aarde beperkt is: problemen met het milieu, de voedselvoorziening en de grondstoffen bedreigen onze welvaart, globalisering en migraties zorgen voor een wijzigend wereldbeeld en een uniformisering van onze wereld.

Voor leerinhoud G, de opbouw en de afbraak van fysische landschappen, leer je dat landschappen op aarde het resultaat zijn van een continue opbouw en afbraak van de aarde door endogene en exogene krachten. Je krijgt inzicht op de gevolgen die deze krachten uitoefenen op je dagelijkse leven.

Verderop vind je concrete leermiddelen die je zeker zullen helpen om je kennis van deze leerinhouden onder de knie te krijgen via zelfstudie.

de maatschappelijke rol van aardrijkskunde

Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

de ruimtelijke beroepenvelden

voorbeelden van ruimtelijke beroepenvelden geven

de ruimtelijke onderzoeksdomeinen

voorbeelden van ruimtelijke onderzoeksdomeinen geven

de plaatsbepaling en de kaarten

Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

de plaatsbepaling op aarde

de absolute ligging van plaatsen op aarde

dit  begrip definiëren

deze ligging aflezen op een kaart

deze ligging correct noteren tot vijf minuten nauwkeurig

de relatieve ligging van plaatsen op aarde

dit  begrip definiëren

bepalen voor elke plaats op aarde aan de hand van kaarten

het Global positioning system

dit begrip definiëren

de standplaatsbepaling verklaren aan de hand van de werking van het Global positioning system

verbanden leggen tussen het Global positioning system en het geografisch informatiesysteem

toepassingen van het GPS-systeem benoemen

de kaarten

afstanden berekenen

afstanden berekenen aan de hand van een lijnschaal

afstanden berekenen aan de hand van een breukschaal

de kaartlegenda

de symbolen op kaart herkennen en benoemen

de indeling van de symbolen benoemen aan de hand van de kaartelementen

de kaartsoorten naar inhoud

de kenmerken van de kaartsoorten naar inhoud benoemen

de verschillende kaartsoorten herkennen, beschrijven en analyseren

de kaartsoorten naar thema

de kenmerken van de kaartsoorten naar thema  benoemen

de verschillende kaartsoorten herkennen, beschrijven en analyseren  

de kaartanalyse

de beste kaart selecteren in functie van het gebruik

verschijnselen op een kaart identificeren

verschijnselen op kaarten analyseren en interpreteren

het geografisch informatiesysteem

dit begrip definiëren

voorbeelden en toepassingen geven van GIS-databanken

de gegeven kaartlagen selecteren, ordenen, elimineren en verwerken tot een kaartvoorstelling in vectorformaat

toepassingen van een kaartvoorstelling in vectorformaat benoemen

de ruimtelijke ordening in stad en platteland

Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

de wisselwerking tussen de stad en het platteland

het site van een stad

het site van een stad definiëren

het site van een stad herkennen aan de hand van beeldmateriaal en kaarten

de stadspatronen

de stadspatronen herkennen en situeren op beeldmateriaal en kaarten

de stadspatronen beschrijven

de stadspatronen vergelijken en situeren in tijd en ruimte

voor- en nadelen van een stadspatroon benoemen 

de stedelijke hiërarchie

dit begrip definiëren

de stedelijke hiërarchie afleiden en benoemen op een kaart

de stedelijke hiërarchie ordenen in een tabel

voorbeelden van de stedelijke hiërarchie geven

de stedelijke functies

deze functies definiëren

de stedelijke functies benoemen

Voorbeelden van stedelijke functies geven volgens de stedelijke hiërarchie

de soorten verstedelijking: morfologisch, functioneel, sociaaleconomisch en sociologisch

deze begrippen definiëren

de soorten verstedelijking herkennen aan de hand van bronnen-, beeldmateriaal en kaarten

voorbeelden van soorten verstedelijking geven

de zichtbare en meetbare kenmerken van de soorten verstedelijking benoemen en verklaren

de verstedelijking in Vlaanderen benoemen en verklaren aan de hand van bronnen-, beeldmateriaal en kaarten

het ruimtegebruik in Vlaanderen

het ruimtegebruik in Vlaanderen verklaren

de evolutie van het ruimtegebruik in Vlaanderen verklaren aan de hand van bronnen-, beeldmateriaal en kaarten

de algemene structuur van een stadsgewest

de algemene structuur van een stadsgewest beschrijven

voorbeelden van de verschillende delen van een stadsgewest geven

de algemene structuur van een stadsgewest herkennen op bronnen-, beeldmateriaal en kaarten

de problemen veroorzaakt door de verstedelijking

deze problemen benoemen

voorbeelden van problemen veroorzaakt door de verstedelijking geven

de problemen veroorzaakt door de verstedelijking verklaren

de gevolgen van problemen veroorzaakt door de verstedelijking benoemen en beschrijven

de oplossingen voor problemen veroorzaakt door de verstedelijking benoemen en beschrijven

de erfgoedwaarde van traditionele landschappen in België

landschappen herkennen en benoemen op basis van fysisch-geografische elementen in beeldmateriaal en kaarten

landschappen herkennen en benoemen op basis van socio-economische elementen in beeldmateriaal en kaarten

landschappen herkennen en benoemen op basis van visuele perceptie beeldmateriaal en kaarten

de resten van traditionele landschappen herkennen en benoemen aan de hand van beeldmateriaal

kleine landschapselementen herkennen en benoemen aan de hand van beeldmateriaal

de ruimtelijke planning

het Structuurplan Vlaanderen

de noodzaak van een structuurplan omschrijven

de regulerende rol van de overheid verklaren

de vier principes waarop het structuurplan steunt benoemen en beschrijven

de synthesekaart van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen lezen en verklaren

een structuurplan herkennen op kaart

de ruimtelijke uitvoeringsplannen

het verschil verklaren tussen een uitvoeringsplan en een structuurplan

ruimtelijke uitvoeringsplannen herkennen op kaart

het verschillend ruimtegebruik verklaren

voorbeelden van verschillend ruimtegebruik geven

voorstellen en voorbeelden van duurzaam ruimtegebruik in woongebieden en in industriezones geven

de gemeentelijke uitvoeringsplannen (RUP)

een gemeentelijk RUP herkennen

een algemeen plan van aanleg (APA) herkennen

de kosmische ruimte

Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

het heelal

de optische telescoop en de radiotelescoop

deze telescopen herkennen en benoemen

de voor- en nadelen van deze telescopen benoemen

de ideale standplaats voor een telescoop bepalen

het ruimteonderzoek

voorbeelden van het ruimteonderzoek benoemen en toelichten

het lichtjaar

dit begrip definiëren

de afstand van een lichtjaar berekenen

de structuur van het heelal

de structuur van het heelal  beschrijven

de structuur van een galaxie beschrijven

de positie van de aarde en de mens in het heelal beschrijven

het ontstaan en evolutie van het heelal

de Oerknal beschrijven

de evolutiemogelijkheden van het heelal benoemen, verklaren en beoordelen

de aarde in het zonnestelsel

afstanden in het zonnestelsel

de astronomische eenheid definiëren

afstanden berekenen in het zonnestelsel aan de hand van de astronomische eenheid

de lichtseconden en de lichtminuten definiëren

afstanden berekenen in het zonnestelsel aan de hand van de lichtseconden en de lichtminuten

de zon en het zonnestelsel

de structuur van het zonnestelsel beschrijven

de structuur van de zon en het zonneoppervlak beschrijven

de gevolgen van zonne-uitbarstingen voor de zon en de aarde benoemen en beschrijven

de hemellichamen die zich in het zonnestelsel bevinden herkennen en beschrijven aan de hand van bronnen- en beeldmateriaal

de positie van de aarde in het zonnestelsel bepalen

de aardrotatie

de zin en de duur van de aardrotatie beschrijven

de omtreksnelheid van de aardrotatie bepalen

de gevolgen van de aardrotatie

de tijdsverschillen op aarde aan de hand van de uurgordels berekenen

de tijdsverschillen binnen een land berekenen

de afplatting van de aarde verklaren

 

de aardrevolutie

de zin en de duur van de aardrevolutie beschrijven

de veranderlijke afstand aarde-zon beschrijven

de gevolgen van de aardrevolutie

de schrikkeljaren berekenen

de lengte van dag en nacht voor elke plaats op aarde berekenen

de seizoenen verklaren

de culminatiehoogte berekenen

de ruimtevaart en haar toepassingen

de polaire, geostationaire en oblieke satellieten

de satellieten herkennen en benoemen

de kenmerken van satellieten beschrijven

voordelen van de verschillende satellieten benoemen

de toepassingen van satellieten op ons dagelijks leven

het nut van satellieten voor communicatie benoemen en verklaren

het nut van satellieten voor weersvoorspellingen benoemen en verklaren

het nut van aardobservatie benoemen en verklaren

voorbeelden van nuttige aardobservatie benoemen

het beoordelen van visuele,  infrarood en bewerkte satellietfoto's

het weer en het klimaat op aarde

Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

de aardse atmosfeer

de aardse atmosfeer

de opbouw van de atmosfeer benoemen

de kenmerken van de gelaagde atmosfeer benoemen

de natuurverschijnselen in de atmosfeer verklaren

de warmtebalans

de in- en uitstraling van energie beschrijven en verklaren

het warmte of het koude transport verklaren

het natuurlijk broeikaseffect definiëren en verklaren

de gevolgen van het natuurlijk broeikaseffect op de mens en de natuur beschrijven

de factoren die de luchttemperatuur in de troposfeer beïnvloeden

deze factoren herkennen, benoemen en verklaren

de luchtcirculatie

de land- en zeewinden verklaren

de algemene luchtcirculatie op  aarde beschrijven en verklaren

de drukkernen

het ontstaan van hoge en lage drukkernen verklaren

de isobaren definiëren en herkennen op een weerkaart

de eenheid van druk, hPa, definiëren en aflezen op een weerkaart

de windrichtingen rond drukgebieden afleiden

de verdamping en condensatie

het verband tussen de relatieve, de absolute, de maximale vochtigheid en de temperatuur aantonen

de verschillende condensatievormen beschrijven en verklaren

de verschillende condensatievormen herkennen op beeldmateriaal

het algemeen neerslagbeeld op de aarde beschrijven en verklaren

de klimaten

de klimaten afleiden aan de hand van een afleidingstabel

de kenmerken van de klimaten uit een klimatogram afleiden

het West-Europese weer

de weerkaart

de drukgebieden onderscheiden   op een weerkaart

de fronten aanduiden op een weerkaart

de neerslagzones aanduiden op een weerkaart

de windrichtingen aanduiden op een weerkaart

de satellietfoto's

de fronten aanduiden op satellietfoto’s

de neerslagzones aanduiden op satellietfoto's

de frontale depressie

het ontstaan van een frontale depressie beschrijven en verklaren

de evolutie van een frontale depressie beschrijven en verklaren

de verschillende delen van een frontale depressie herkennen en benoemen

verbanden leggen tussen frontale depressies en de neerslag

de invloed van een front op het weerbeeld beschrijven

het weer in België

het weer in België bij een hoge en een lage luchtdruk beschrijven en verklaren

voorbeelden van de invloed van het weer op het toerisme geven

de West-Europese weerkaart

een eenvoudige weerkaart lezen

een eenvoudige weersvoorspelling maken

een weerbericht situeren op een kaart

de draagkracht van de aarde en mondiale verschuivingen

Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

de draagkracht van de aarde

de zure regen

de oorzaken van zure regen herkennen, benoemen en verklaren

verbanden tussen zure regen en socio-economische activiteiten aantonen en deze verbanden verklaren

de gevolgen van zure regen herkennen, benoemen en verklaren

oplossingen voor zure regen voorstellen

de bodemdegradatie

de oorzaken van bodemdegradatie herkennen, benoemen en verklaren

verbanden tussen bodemdegradatie en socio-economische activiteiten leggen en deze verbanden verklaren

de gevolgen van bodemdegradatie herkennen, benoemen en verklaren

oplossingen en verbeteringen voor bodemdegradatie benoemen, voorstellen en illustreren met voorbeelden

het probleem van de voedselvoorziening op aarde

verbanden tussen de voedselvoorziening op aarde en de evolutie van de wereldbevolking leggen en verklaren

verbanden tussen de voedselvoorziening op aarde en de welvaartsverschillen leggen en verklaren

de duurzame voedselvoorziening

verbanden aantonen tussen een duurzame voedselvoorziening en

de agrarische evolutie

de demografische evolutie

de economische evolutie

de eindigheid van de grondstoffen

de productieplaatsen van grondstoffen benoemen aan de hand van bronnenmateriaal en kaarten

de consumptieplaatsen van grondstoffen benoemen aan de hand van bronnenmateriaal en kaarten

aantonen aan de hand van bronnenmateriaal dat de ontginning van grondstoffen eindig is

juiste en relevante aardrijkskundige informatie over de eindigheid van de grondstoffen selecteren en ordenen uit het beeld- en tekstmateriaal ontvangen op het examen en uit deze geselecteerde informatie besluiten trekken

de productie en consumptie van de aardolie en het aardgas

de productieplaatsen van aardolie en aardgas benoemen

de consumptieplaatsen van aardolie en aardgas benoemen

aantonen dat de productie van aardolie en aardgas eindig is

de transportmiddelen tussen de productie- en  consumptieplaatsen benoemen

de transportroutes tussen de productie- en de consumptieplaatsen benoemen en tekenen op een kaart

de milieugevolgen van de olie-, de gas- en schaliegasontginning op land en zee benoemen

de milieugevolgen van het olietransport over land en zee benoemen

het duurzaam beheer van grondstoffen en energie

"de Ladder van Lansink" definiëren

voorbeelden van preventie, hergebruik, sorteren, recyclen, verbranden en storten geven en herkennen op beeldmateriaal

de ecologische voetafdruk

dit begrip definiëren

de ongelijkheid van de ecologische voetafdruk tussen regio's verklaren

export en import van de ecologische voetafdruk aantonen en verklaren

oplossingen benoemen voor het verlagen van de ecologische voetafdruk van een individu en een land

de mondiale verschuivingen

de delocatie van activiteiten

dit  begrip definiëren

de oorzaken van delocatie benoemen

voorbeelden van delocatie van industriële activiteiten geven

voorbeelden van delocatie van tertiaire activiteiten geven

de globalisering

dit begrip definiëren

voorbeelden van globalisering geven

de positieve gevolgen van globalisering benoemen

de negatieve gevolgen van globalisering benoemen

de internationale migraties

de migratiestromen na WO I benoemen

huidige migratiestromen aanduiden op een wereldkaart

de huidige migratiestromen beschrijven aan de hand van bronnenmateriaal

juiste en relevante aardrijkskundige informatie over de internationale migraties selecteren en ordenen uit het beeld- en tekstmateriaal ontvangen op het examen en uit deze geselecteerde informatie besluiten trekken

de push- en pullfactoren van de migraties

deze begrippen definiëren

deze factoren benoemen en verklaren vanuit

socio-economisch standpunt

politiek standpunt

de opbouw en de afbraak van fysische landschappen

Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

de structuur van de aarde

de inwendige structuur van de aarde

de schilvormige opbouw benoemen en verklaren

de kenmerken van verschillende schillen benoemen

de opbouw van de lithosfeer

het verschil tussen een mineraal en een gesteente herkennen en benoemen

voorbeelden van mineralen en gesteenten geven

mineralen en gesteenten herkennen aan de hand van beeldmateriaal

de indeling van de gesteenten op basis van hun ontstaan benoemen en verklaren

het verband tussen de gesteentegroepen aantonen aan de hand van de gesteentecyclus

de kenmerken van de verschillende soorten aardkorst benoemen en verklaren

de endogene processen

deze  begrippen definiëren

de endogene processen benoemen

de aardbevingen

dit  begrip definiëren

aardbevingen verklaren

het verschil tussen het epicentrum en het hypocentrum definiëren

de "schaal van Richter" definiëren

de vulkanen

dit  begrip definiëren

de kenmerken van een schildvulkaan en een stratovulkaan benoemen

het voorkomen van een schildvulkaan en een stratovulkaan verklaren

schildvulkanen en stratovulkanen herkennen op beeldmateriaal

de nadelen van vulkanisme benoemen

de voordelen van vulkanisme benoemen

de platentektoniek

dit  mechanisme verklaren

verbanden tussen platentektoniek, vulkanisme, aardbevingen en plaatranden aantonen

het verband tussen platentektoniek en aardbevingen verklaren

het verband tussen platentektoniek en vulkanisme verklaren

de verschillende plaatbewegingen benoemen en verklaren

de gevolgen van de plaatbewegingen benoemen

de ruggen, de troggen, de breuken, de slenken, de hotspots, de kustgebergten, de continentale gebergten en de oceanen

deze begrippen definiëren

de ruggen, de troggen, de breuken, de slenken, de hotspots, de kustgebergten, de continentale gebergten en de oceanen  herkennen op beeldmateriaal en kaarten

het ontstaan van de ruggen, de troggen, de breuken, de slenken, de hotspots, de kustgebergten, de continentale gebergten en de oceanen verklaren

voorbeelden van de ruggen, de troggen, de breuken, de slenken, de hotspots, de kustgebergten, de continentale gebergten en de oceanen geven

de geologie van de aardkorst

de geologische tijdschaal

de belangrijkste geologische gebeurtenissen benoemen en situeren in de tijd

het verschijnen en verdwijnen van belangrijke soorten levensvormen benoemen en situeren in de tijd

de belangrijkste plooiingsfasen en gebergtevormingen in België en Europa benoemen en situeren

de geologische gebeurtenissen in het Quartair in België benoemen

de geologische structuren: gelaagdheid, discordantievlak, anticline, syncline en breuk

deze begrippen definiëren

deze structuren herkennen op beeldmateriaal en kaarten

de transgressies en regressies

deze begrippen definiëren

verbanden tussen transgressies, regressies en de exogene processen leggen

gevolgen van transgressies en regressies voor de geologische structuur van België benoemen en verklaren

de geologische kaart

de geologische periodes herkennen op een kaart

de geologische ouderdom van een gebied afleiden

de geologische geschiedenis van een gebied afleiden

de klimaatveranderingen in het Quartair

het klimaat in West-Europa tijdens de ijs- en tussenijstijden beschrijven

de gevolgen van deze klimaatveranderingen op het reliëf, de verwering en de erosie in België benoemen

de gevolgen van deze klimaatveranderingen op het reliëf, de verwering en de erosie in West-Europa benoemen

de uiterlijke vormgeving van de aarde

de exogene processen: verwering, erosie en sedimentatie

deze begrippen definiëren

verbanden tussen deze exogene processen leggen

deze exogene processen herkennen en verklaren aan de hand van beeldmateriaal en kaarten

de verweringsvormen: fysische, chemische en biogene

de verweringsvormen benoemen

deze verweringsvormen verklaren

deze verweringsvormen herkennen op beeldmateriaal

voorbeelden benoemen

de erosievormen: winderosie, zee erosie, watererosie, riviererosie en  gletsjererosie

de erosievormen benoemen

de erosievormen verklaren

herkennen op beeldmateriaal

voorbeelden benoemen

de sedimentatievormen gevormd door rivieren, wind, zee en gletsjers

de sedimentatievormen benoemen

de sedimentatievormen verklaren

herkennen op beeldmateriaal en kaarten

voorbeelden benoemen

het reliëfgebied Condroz

dit gebied situeren op de geologische kaart

de geologische ontstaansgeschiedenis van dit gebied verklaren aan de hand van beeldmateriaal en kaarten

verbanden tussen het reliëf, de geologie, de lithologie en het bodemgebruik leggen aan de hand van beeldmateriaal en kaarten

het reliëfgebied Kempisch plateau

dit gebied situeren op de geologische kaart

de geologische ontstaansgeschiedenis van dit gebied verklaren aan de hand van beeldmateriaal en kaarten

verbanden tussen het reliëf, de geologie, de lithologie en het bodemgebruik leggen aan de hand van beeldmateriaal en kaarten

de landschapsstudie van reliëfvormen, valleivormen, kustvormen, sedimentatielandschappen, erosielandschappen en glaciale landschappen

deze vormen en landschappen herkennen op beeldmateriaal en kaarten

deze vormen en landschappen beschrijven

de landschapsvorming verklaren door de exogene processen, de endogene processen en de gesteentesoorten

de bodemkaarten

een eenvoudig bodemprofiel tekenen en beschrijven

de bodemsoort afleiden aan de hand van een textuurdiagram

de bodemkenmerken afleiden uit bodemkaarten

verbanden leggen tussen bodem, reliëf en vegetatie

Welke opdracht moet je uitvoeren?

Dit vak heeft geen opdrachten

Welke bijlagen heb je nodig?

Dit vak heeft geen bijlagen

Hoe verloopt het examen?

120 minuten voor examens vanaf 01-05-2017 tot 31-12-2017
Het examen aardrijkskunde 3ASO is een digitaal examen. Vraag je je af hoe een digitaal examen verloopt? De uitleg over onze digitale examens, de instructies en enkele voorbeeldvragen vind je op https://examencommissiesecundaironderwijs.be/examens.
Je hoeft niets mee te brengen.
Kladpapier Balpen pdf-versie van Atlas De Boeck, uitgeverij Van In, editie 2015.
Het examen omvat zowel zuivere theorievragen als vragen waar je met de leerstof aan de slag moet: - de leerstof toepassen op nieuwe contexten; lokale problemen van milieu en samenleving in een globale context plaatsen - verbanden leggen tussen verschillende leerstofonderdelen - gebeurtenissen uit de actualiteit situeren binnen de leerstof - juiste bronnen opzoeken/selecteren, inschatten, kritisch omgaan met en interpreteren van gegevens - werken met kaarten, tabellen, schema's, klimatogrammen, geologische tijdschaal - tonen dat je mogelijkheden ziet om op een positieve manier bij de dragen tot een duurzame samenleving - linken ontdekken tussen wetenschappelijke ontwikkelingen en onze samenleving - natuurwetenschappelijke kennis vergelijken met andere visies op kennis (bijvoorbeeld: platentektoniek versus continentendrift, verschillende theorieën over het ontstaan en de evolutie heelal) Het digitaal examen bestaat uit gesloten en open vragen. Er zijn verschillende vraagtypes: invulvragen, sleepvragen, dropdownvragen, meerkeuzevragen. Elk vraagtype heeft zijn eigen instructiezin, die duidelijk aangeeft wat je precies moet doen. Het is belangrijk dat je de verschillende vraagtypes vooraf inoefent. Op de website vind je een oefenexamen, waarin je ze kan uitproberen. Uiteraard is dit geen echt examen: de bedoeling is dat je de techniek van de digitale vraagtypes in de vingers krijgt.

Hoe beoordelen we het examen?

Voor de gesloten vragen: - moet je het juiste antwoord aanduiden om punten te scoren; - naargelang het vraagtype kan je voor een gedeeltelijk juist antwoord soms ook punten scoren; - is er geen giscorrectie. Voor de open vragen bekijken we of je antwoord - de juiste wetenschappelijke begrippen en symbolen bevat; - ondubbelzinnig is en de juiste inhoud bevat; - duidelijk gestructureerd is. We houden geen rekening met taalfouten.

14%

Maatschappelijke rol en plaatsbepaling

16%

Ruimtelijke ordening in stad en platteland

16%

De kosmische ruimte

14%

Weer en klimaat

16%

Draagkracht en mondiale verschuivingen

24%

Opbouw en afbraak van fysische landschappen

Met welk materiaal bereid je je voor?

Je moet zelf op zoek naar leermiddelen om je examen voor te bereiden. De Examencommissie stelt zelf geen leermiddelen ter beschikking. Je kan ze kopen in een (online) boekhandel of ontlenen en raadplegen in een bibliotheek. De bibliotheken van de lerarenopleiding aan de universiteit of de hogeschool bieden heel wat leermiddelen aan.
Hieronder staan enkele handboeken die vaak gebruikt worden in het secundair onderwijs. Ze bieden je voldoende ondersteuning om de leerstof zelfstandig te verwerken. De leerwerkboeken, waarin voornamelijk invuloefeningen staan, zijn niet in de lijst opgenomen. We verwijzen naar websites of andere uitgaven die je ook kunnen helpen bij je voorbereiding.
Bij elke nieuwe editie van de vakfiche actualiseren we deze bibliografie. Toch is het best mogelijk dat bepaalde werken niet meer verkrijgbaar zijn of dat nieuwe werken die al op de markt zijn nog niet zijn opgenomen. Ook websites veranderen al eens van naam of worden aangepast. Als je niet onmiddellijk op de juiste website terechtkomt, kan je die proberen te vinden via een goede zoekmachine.
We maken bewust een selectie van leermiddelen die ons op dit ogenblik het meest aangewezen lijken om je voor te bereiden op onze examens. Zo willen we je helpen om je studie efficiënter aan te pakken. Je kan echter ook andere werken of cursussen gebruiken bij je voorbereiding op het examen.

Methode
Uitgeverij
Gegevens

Geogenie 5&6

Terranova 5

Terranova 6

Van In

www.vanin.be

Zenit 5/6

 

Pelckmans

TOPOS 5

TOPOS 6

Die Keure

www.diekeure.be/nl-be/educatief

Polaris GO! 5

Polaris GO! 6

Plantyn

Werkmap aardrijkskunde 5/6

WDM - Diligentia

www.wdm.be

De Boeck atlas

VAN IN

Algemene Wereldatlas

Plantyn

/
/