Sprongen (meisjes en jongens)
- salto voorwaarts uitvoeren
- salto achterwaarts uitvoeren
- tussensteunsprong met springplank over 6 – delige plint: jongens in de lengte uitvoeren
- tussensteunsprong met springplank over 6 – delige plint: meisjes in de breedte uitvoeren
- handstand overslag uit trampoline over 6-delige plint in de breedte uitvoeren
Rekstok (meisjes en jongens)
- borstomtrek met beenzwaai uitvoeren
- buikdraai rugwaarts uitvoeren
- molendraai voorwaarts met één been tussen de steun brengen uitvoeren
- onderzwaai uit met landing op twee voeten uitvoeren
Lange mat (meisjes en jongens)
- rol voorwaarts uitvoeren
- rol achterwaarts uitvoeren
- zweefrol uitvoeren
- handstand doorrollen
- achterwaarts rollen naar handstand (jongens)
- loopoverslag of volt uitvoeren
- flikflak uitvoeren (mag eventueel met trampoline)
- basiselementen acrogym uitvoeren
- halve pirouette uitvoeren of
- hele pirouette uitvoeren
Balk (meisjes)
- combinatie van 3 sprongen met keuze uit: chassé, hurk-, katten-, wissel-, loop-, schaar-, spreid- of streksprong
- vorderen: voorwaarts en achterwaarts
- pirouettes (op 1 voet) en draai op 2 voeten (gehurkt of staand)
- radslag uitvoeren (je mag deze ook uitvoeren op de Zweedse bank)
- rollen voorwaarts of achterwaarts
- afsprong met radslag, rondat, overslag of losse afsprong uitvoeren
Herenbrug (jongens)
- opsprong met springplank + zwaaien in streksteun uitvoeren
- bovenarmkip (achterinleg) uitvoeren
- schouderstand + doorzwaaien tot bovenarmsteun
- afsprong voorwaarts of achterwaarts uitvoeren