Geen studierichtingen gevonden
Om in onze maatschappij bewust en kritisch te kunnen functioneren, moet je voldoende inzicht hebben in wetenschappen. Fysica is immers een wetenschap waar je bijna dagelijks mee wordt geconfronteerd. Denk maar aan:
» Waarom vergroot een vergrootglas?
» Hoe werkt het remsysteem van een auto?
» Hoe efficiënt is een spaarlamp?…
Wetenschappelijke kennis heb je bovendien ook nodig om verantwoorde en bewuste keuzes te maken, bijvoorbeeld om veilig en verantwoord om te gaan met (gebruiks)stoffen, geluid en straling. Zo is het belangrijk om in te zien dat geluidsoverlast niet alleen schadelijk is voor je eigen gezondheid maar ook voor anderen, dat het gebruik van onderhoudsproducten gevaren kunnen inhouden.
Op het examen gaan we daarom na of je geïnformeerd bent over duurzame ontwikkeling. Het is immers belangrijk om verder te kunnen kijken dan de leerinhouden en ook een kritische houding aan te nemen ten opzichte van de impact van wetenschap en techniek op de maatschappij en het dagelijkse leven. Leven wij voldoende verantwoord op ecologisch, ethisch en technisch vlak? Ben je je bewust van de eindigheid van het gebruik van voedsel- en grondstofvoorraden? Besef je dat door het gebruik en recycleren van regenwater er heel wat bespaard kan worden op het waterverbruik? Ben je je bewust van de CO2-problematiek? Begrijp je het belang van de aanleg van ecoducten? Niet alleen wetenschap en techniek moeten goede oplossingen vinden maar ook jij als individu kan je verantwoordelijkheid nemen om bij te dragen tot een duurzame maatschappij.
Voor jezelf is het dus belangrijk dat je tijdens de voorbereiding leert om zelfstandig informatie op te zoeken via elektronische media. Zoek extra informatie op over wetenschappers of experimenten die in de leerinhouden aan bod komen en probeer deze historisch te situeren. De bedoeling is dat je met deze informatie creatief en kritisch omgaat. Het is een wetenschappelijke houding om kritische vragen te durven stellen bij de informatie die je aangeboden wordt. We toetsen jouw wetenschappelijk kennis daarom ook aan de hand van informatie uit media en/of literatuur waarover enkele vragen worden gesteld.
Bovendien behoort wetenschap en dus ook fysica tot onze culturele ontwikkeling. Voorbeelden zoals hersenonderzoek met behulp van MRI- of PET-scan, de ecolabels van elektrische toestellen die ons milieubewust maken, zijn deel geworden van ons taalgebruik. Deze voorbeelden tonen aan dat je wetenschappelijke kennis kan verwerven door te vertrekken van de wereld rondom jou en proefondervindelijk te werk te gaan. Als voorbereiding op het examen zal je daarom een onderzoeksopdracht uitvoeren. Deze opdracht bestaat uit één of meerdere eenvoudige experimenten die je uitvoert met materiaal dat je dagelijks gebruikt. Bij deze opdrachten worden onderzoekende vragen gesteld waarop je een hypothese of verwachting probeert te formuleren. Om op deze vragen te antwoorden heb je voorkennis of extra informatie nodig die je moet opzoeken. Hoe je te werk gaat om de opdracht uit te voeren, wordt telkens uitvoerig beschreven. De waarnemingen van deze opdracht geef je weer in woorden, een tabel en/of grafiek. Op het examen krijg je een aantal reflectievragen.
Om de realiteit onderzoekend te benaderen, te begrijpen en te verklaren, moet je wel voldoende vaardigheden beheersen en voldoende wetenschappelijke basiskennis hebben. Dat betekent dat je wetenschappelijke principes en begrippen in het dagelijkse leven kan herkennen, benoemen en actief gebruiken. Op het examen moet je hierover vragen beantwoorden.
De inhoud van deze vakfiche sluit zo nauw aan bij de eindtermen en cesuurdoelen van de Vlaamse overheid. Deze eindtermen en cesuurdoelen vormen de basis voor onze examens. Zo toetsen we of je de vereiste vaardigheden en competenties voldoende beheerst.
SI-eenheden en grootheden zoals vermeld in bijlage 1
voorvoegsels zoals vermeld in bijlage 2
het verschil beschrijven tussen een grootheid en een eenheid
de SI-eenheden benoemen en de correcte symbolen gebruiken
afgeleide eenheden omzetten naar SI-eenheden
voorvoegsels herkennen en benoemen
voorvoegsels gebruiken bij omzettingen tussen eenheden
definitie van de meter
de manier waarop de eenheid 'meter’ vroeger werd gedefinieerd en nu wordt gedefinieerd beschrijven
beduidende cijfers
wetenschappelijke notatie
beduidende cijfers toepassen bij de notatie van een meetresultaat of een berekening met meetresultaten
de wetenschappelijke notatie toepassen
snelheid
snelheid als vector
het begrip snelheid definiëren
de kenmerken van snelheid als vector herkennen
de zin, richting en grootte van de snelheidsvector aangeven in concrete voorbeelden
km/h en m/s omzetten naar elkaar
de snelheid berekenen van een eenparige rechtlijnige beweging
grafische voorstelling van snelheid in functie van de tijd
een x(t)- en v(t)-grafiek tekenen van een eenparige rechtlijnige beweging
een x(t)- en v(t)-grafiek van een eenparige rechtlijnige beweging interpreteren
de afgelegde weg berekenen aan de hand van een v(t)-grafiek
kracht
kracht als vector
resulterende kracht
het begrip kracht en de effecten van een kracht beschrijven
krachtwerking door contact onderscheiden van krachtwerking op afstand
krachtwerking door contact en krachtwerking op afstand illustreren met concrete voorbeelden
de kenmerken van kracht als vector herkennen en benoemen in concrete voorbeelden
een kracht voorstellen als een vector door de richting, de zin en de grootte te bepalen
de grootte berekenen van de resulterende kracht bij krachten volgens dezelfde richting
de richting, de zin en de grootte van de resulterende krachtvector tekenen bij krachten volgens dezelfde richting en bij krachten met verschillende richtingen
een kracht langs een helling ontbinden in zijn componenten
eerste en derde wet van Newton
versnelling
de eerste wet van Newton definiëren
de eerste wet van Newton toepassen om de bewegingstoestand in concrete voorbeelden te verklaren
het begrip versnelling formuleren
de versnelling van een voorwerp verklaren aan de hand van de krachten die er op werken
de derde wet van Newton definiëren
de derde wet van Newton toepassen in concrete situaties
zwaartekracht
de zwaartekracht berekenen op de massa van een voorwerp
het verschil beschrijven tussen massa en gewicht
de zwaarteveldsterkte berekenen
veerkracht
de veerconstante van een veer berekenen
het verband tussen de uitrekking van een veer en de uitgeoefende kracht grafisch voorstellen
moment van een kracht
het moment berekenen in concrete toepassingen
de verandering van de rotatiebeweging verklaren van een voorwerp met een vaste rotatie-as
de werking verklaren van een hefboom
massadichtheid
de massadichtheid definiëren
de massadichtheid berekenen van een vaste stof, vloeistof of gas
de experimentele bepaling van de massadichtheid beschrijven voor een vaste stof, een vloeistof en een gas
druk
eenheden voor druk
Pa en bar
het begrip druk definiëren
de grootte van de druk berekenen
de juiste eenheden voor druk gebruiken en omzetten naar elkaar
hydrostatische druk
beginsel van Pascal
toepassingen:
remsysteem van een auto
de factoren opsommen die de druk op een vloeistof bepalen
de grootte van de hydrostatische druk berekenen
de voortplanting van druk in een vloeistof verklaren aan de hand van gegeven toepassingen
de voortplanting van druk in een vloeistof toepassen bij een systeem van verbonden vaten
de totale druk berekenen in een vat gevuld met een vloeistof
de evenwichtsvoorwaarde toepassen voor twee niet-mengbare vloeistoffen in een U-vormige buis
wet van Archimedes
de gewichtsvermindering verklaren van ondergedompelde voorwerpen in een vloeistof of een gas
de opwaartse kracht berekenen en tekenen bij ondergedompelde voorwerpen in een vloeistof
de begrippen drijven, zweven en zinken verklaren
overdruk en onderdruk
atmosferische druk
de onderdruk, overdruk en atmosferische druk beschrijven
deeltjesmodel van een gas
de druk uitgeoefend door een gas verklaren aan de hand van het deeltjesmodel
de verschillen opsommen tussen een ideaal gas en een reëel gas
de toestandsfactoren van een ideaal gas opsommen en verklaren aan de hand van het deeltjesmodel
verband tussen de toestandsgrootheden druk, volume en temperatuur van een gas
de begrippen isochoor, isotherm en isobaar herkennen aan de hand van een grafiek
de afzonderlijke gaswetten afleiden en verklaren aan de hand van het deeltjesmodel
de algemene gaswet formuleren en toepassen met gebruik van de universele en specifieke gasconstante
de algemene gaswet formuleren en toepassen voor een mengsel van ideale gassen
absolute nulpunt
de betekenis beschrijven van het absolute nulpunt
de betekenis beschrijven van de absolute temperatuurschaal
de absolute temperatuur omzetten naar de 'Celsius-temperatuur' en omgekeerd
inwendige energie
warmtegeleiding, warmtestraling en convectie
het verschil tussen temperatuur en warmte beschrijven
het begrip inwendige energie definiëren
de inwendige energie beschrijven aan de hand van het deeltjesmodel
het verschil beschrijven tussen warmtehoeveelheid en temperatuurwijziging
de warmtehoeveelheid berekenen
het verschil beschrijven tussen warmtegeleiding, warmtestraling en convectie
warmtecapaciteit en specifieke warmtecapaciteit
deeltjesmodel van materie
de begrippen warmtecapaciteit en specifieke warmtecapaciteit definiëren
het ontstaan van het thermisch evenwicht in een geïsoleerd systeem toelichten met behulp van het deeltjesmodel
de specifieke warmtecapaciteit berekenen aan de hand van de energie-uitwisseling
latente warmte en merkbare warmte
warmte-uitwisseling tijdens faseovergangen
het verschil beschrijven tussen latente- en merkbare warmte
de temperatuurwijziging in functie van toegevoerde of afgevoerde energie aflezen en interpreteren
smelten en stollen
specifieke smeltings- en stollingswarmte
smeltcurve en stolcurve
het smelten en stollen van een stof verklaren aan de hand van het deeltjesmodel
de specifieke smeltingswarmte (stollingswarmte) definiëren en toepassen
de verandering van volume en massadichtheid bij smelten en stollen toelichten aan de hand van het deeltjesmodel
een smeltcurve of stolcurve interpreteren
verdampen en condenseren
specifieke verdampings- en condensatiewarmte
verzadigde en onverzadigde damp
p(T)-diagram en dampspanningslijn
kritische temperatuur en kritische druk
het verdampen en condenseren van een stof verklaren aan de hand van het deeltjesmodel
de specifieke verdampingswarmte (condensatiewarmte) definiëren en toepassen
bij verdamping in een afgesloten luchtledige ruimte het ontstaan van een onverzadigde en verzadigde damp verklaren aan de hand van het deeltjesmodel
de fasetoestand (damp-vloeistof) bij een bepaalde druk en temperatuur toelichten aan de hand van een p(T)-diagram
het onderscheid tussen een gas en een damp verklaren aan de hand van de begrippen kritische temperatuur en kritische druk
sublimeren
specifieke sublimatiewarmte
het sublimeren van een stof verklaren aan de hand van het deeltjesmodel
de specifieke sublimatiewarmte definiëren en toepassen
arbeid
het begrip arbeid definiëren en toepassen
de arbeid berekenen voor een constante kracht, evenwijdig met de verplaatsing
vermogen
het begrip vermogen definiëren en toepassen
het vermogen berekenen
energie
de volgende formules gebruiken in een berekening:
mechanische energie en andere vormen van energie zoals elektrische energie, chemische energie of kernenergie herkennen in concrete toepassingen uit het dagelijkse leven
wet van behoud van energie
de wet van behoud van energie definiëren
de wet van behoud van energie toepassen in een berekening
de verschillende vormen van energie benoemen en energieverliezen bij energieomzettingen aanduiden
rendement
het rendement van een energieomzetting definiëren en berekenen
energiebesparende toepassingen aan de hand van het rendement evalueren in concrete toepassingen
voortplanting van het licht
lichtbron, convergerende en divergerende lichtstraal
kern- en bijschaduw
de begrippen lichtbron, lichtstraal en de voortplanting van het licht beschrijven
de eigenschappen van evenwijdige, convergerende en divergerende lichtbundels benoemen en tekenen
de kern- en bijschaduw tekenen
beeldvorming bij een vlakke spiegel
invallende straal, invalspunt, normaal, invalshoek en weerkaatste straal
terugkaatsingswetten
de begrippen invallende straal, invalspunt, normaal, invalshoek en weerkaatste straal aanduiden op een tekening
het beeld bij een vlakke spiegel tekenen en de eigenschappen van het beeld toelichten
de terugkaatsingwetten opsommen
breking van licht
grensvlak, gebroken straal, brekingshoek
brekingsindex
brekingswet van Snellius
het grensvlak, de gebroken straal en de brekingshoek aanduiden op een tekening
het brekingsverschijnsel verklaren en de stralengang tekenen
de schijnbare verhoging van een voorwerp onder water verklaren
de grenshoek en de totale terugkaatsing aanduiden in concrete voorbeelden zoals optische vezels, periscopen of verrekijkers
de brekingsindex definiëren
de brekingswet van Snellius toepassen in een berekening
beeldvorming bij de dunne bolle lens en het oog
virtueel of reëel beeld, rechtopstaand of omgekeerd beeld, vergroot of verkleind beeld
lenzenformule
het beeld bij een dunne bolle lens tekenen en de eigenschappen van het beeld toelichten
de lenzenformule voor dunne lenzen toepassen
de beeldvorming bij het menselijk oog verklaren
bijziendheid en verziendheid verklaren
optische toestellen: vergrootglas en fototoestel
de beeldvorming bij het vergrootglas en het fototoestel verklaren
Je kan wetenschappelijke kennis en inzichten verwerven door een eenvoudige probleemstelling of vraagstelling via de natuurwetenschappelijke methode te benaderen. In de rubriek 'opdrachten' vind je een probleemstelling die je moet verwerken volgens een vast stappenplan. Thuis voer je onder begeleiding van een andere persoon zoals een van je ouders, de opdracht uit. Het is een vrij eenvoudig proefje. Je volgt daarbij de aanpak die we voorschrijven. Die aanpak is de natuurwetenschappelijke onderzoeksmethode:
Op de dag van het examen toetsen we of je effectief het proefje benaderd hebt volgens die aanpak.
een onderzoeksopdracht uitvoeren volgens de OVUR-methode
OVUR staat voor Oriënteren, Voorbereiden, Uitvoeren en Reflecteren/Rapporteren
de OVUR-methoden toepassen:
oriënteren
voorbereiden
uitvoeren
rapporteren/reflecteren
Onderzoeksopdracht
5%
Eenheden, grootheden en meetresultaten
Snelheid en kracht
20%
Materie en druk
Warmte
Energieomzettingen
15%
Licht
Quark 3.2 en 4.2
Sirius 3 en 4.2
De Boeck
www.vanin.be
03 / 480 55 11
uitgeverij@vanin.be
Interactie 3.2 en 4.2
Die Keure
secundair.diekeure.be
050 / 47 12 72
info@diekeure.be
FysicaXpert 3.2 en 4.2
Pelckmans
www.pelckmans.be
03 / 660 27 20
uitgeverij@pelckmans.be
Impuls 1(2u) en 2(2u)
Pulsar 1(2u) en 2(2u)
Plantyn
www.plantyn.com
015 / 36 36 36
klantendienst@plantyn.be
http://www.vonw.be/jon
Op deze site vind je vragen en antwoorden van de voorbije edities van de Junior Olympiade Natuurwetenschappen.