Het vak wiskunde maakt deel uit van de algemene vorming (PAV) in het beroepsonderwijs. Het doel van die algemene vorming reikt verder dan de leerinhouden die je in deze vakfiche vindt.Zo is het bijvoorbeeld belangrijk dat je kan organiseren. Dit toon je al tijdens je voorbereiding. Je plant zelfstandig je examens. Je verzamelt uit verschillende bronnen informatie om je goed voor te bereiden. Wees kritisch als je hieruit je keuze maakt, zeker als je het internet gebruikt. Het vraagt oefening om informatie correct te lezen en te interpreteren: 'Is dit wel wat ik zocht? Kan het me verder helpen?'. Je bereidt je meestal zelfstandig voor op het examen. Het kan ook helpen om dat samen met anderen te doen.Ook je examen afleggen vraagt een goede organisatie. Je verplaatst je daarvoor naar Brussel. Nadien leer je uit je ervaringen: na een minder goed resultaat pas je je voorbereiding aan. Onze opdrachten sluiten aan bij de dagelijkse werkelijkheid. Je zet je vaardigheden in om voor herkenbare problemen zinvolle oplossingen te vinden. Dit zal je helpen om sterker in het leven te staan, en om nieuwe uitdagingen aan te pakken.
Om je in onze samenleving weerbaar en zelfredzaam op te stellen moet je voldoende rekenvaardig zijn. Vele alledaagse problemen vragen immers rekentechnieken zoals de regel van drieën of procent rekenen om ze op te lossen.Wiskunde helpt je uitkomsten te schatten, berekeningen te maken en problemen op te lossen.Daarbij is het belangrijk dat je je uitkomst nadien kritisch bekijkt en je afvraagt of je resultaat wel mogelijk is en aansluit bij de werkelijkheid: 'Heb ik niet teveel betaald? Bestel ik de juiste hoeveelheden? Heb ik de afmetingen juist geschat en berekend?'.Naast handig rekenen en problemen oplossen, word je in het alledaagse leven overspoeld met informatie. Overal om je heen zie je tabellen met getallen, grafieken en schema's. Het is niet gemakkelijk de juiste informatie terug te vinden. Het vraagt oefening om informatie correct te lezen en te interpreteren: 'Is dit wel wat ik zocht? Kan het me verder helpen?'.Bij de Examencommissie verwachten we dat je voldoende rekenvaardig bent. Op het examen moet je aantonen dat je handig kan rekenen, problemen kan oplossen en de juiste informatie kan terugvinden.
Om je goed voor te bereiden op het examen, probeer je best deze studietips te volgen. 1. Op het examen zal je vraagstukken moeten oplossen. Dat zijn eenvoudige alledaagse en levensechte problemen. Probeer ze eerst goed te begrijpen door ze een paar keer te lezen. Omschrijf het probleem met je eigen woorden, maak een schets of tekening als ondersteuning. Werk met tussenstappen om het probleem op te lossen. 2. Maak vooraf een schatting van je uitkomst om te weten of je resultaat juist kan zijn en de werkelijkheid benadert. Bouw ook nadien controles in: vergelijk je resultaat met je vooraf gemaakte schatting.Stel jezelf steeds de vraag: ’Is mijn uitkomst wel realistisch’?. 3. In de tabellen vind je voorbeelden van eenvoudige betekenisvolle en levensechte situaties die een vertrekpunt zijn van een examenvraag. Deze voorbeelden kunnen je helpen bij je voorbereiding maar op het examen zelf kan je ook andere situaties krijgen. 4. Voor alle oefeningen mag je een digitaal rekentoestel gebruiken. Probeer dit doelgericht te doen. Hoofdrekenen werkt vaak sneller, bijvoorbeeld als je eenvoudige procenten berekent. Gebruik je rekentoestel wel als een controle voor een reeks bewerkingen.Let op, op het examen moet je voor alle rekenopdrachten kunnen rekenen met decimale getallen en breuken. Je kan de hoofdbewerkingen zoals optellen en aftrekken, vermenigvuldigen en delen uitvoeren. Breuken vereenvoudigen kan je ook. Deze vaardigheden moet je beheersen.
verbanden herkennen
verbanden herkennen in betekenisvolle en levensechte situaties zoals het verband tussen het aantal uren werk en de kostprijs of de winst bij de lotto en de winstverdeling onder het aantal winnaars …
de regel van drieën toepassen
deze regel toepassen in eenvoudige alledaagse situaties zoals de gemiddelde snelheid en de afstand in een tijd, aankoop van kleinere of grotere hoeveelheid van een product …
procenten berekenen
procenten berekenen in betekenisvolle en levensechte situaties zoals korting op een artikel tijdens de solden, % extra belwaarde op je gsm, btw op een artikel of dienstverlening … in krantenartikelen, advertenties en promoties
de schaal gebruiken
de schaal gebruiken in eenvoudige betekenisvolle en levensechte situaties zoals een stratenplan, een plattegrond, een model …
de afmetingen van een schaalmodel omzetten naar de werkelijke afmetingen en omgekeerd
de schaal bepalen als de werkelijke grootte en de grootte op plan gegeven zijn
een eindresultaat omzetten naar een zinvolle eenheid zoals 0,001 kilometer omzetten naar 1 meter …
bewerkingen met geld uitvoeren
rekenen met de euro in levensechte situaties zoals een bedrag betalen, de teruggave schatten en berekenen, een geldbedrag weergeven …
zakgeld beheren
een bestedingsbudget opstellen zoals de aankoop van een gsm, aankoop van een festivalticket, sparen voor een brommer …
budgetbewust kiezen door informatie te interpreteren zoals reclameaanbiedingen, promoties … in tijdschriften, media …
informatie van een kasticket en/of factuur selecteren en controleren
informatie van een rekeninguittreksel selecteren en controleren
tabellen en grafieken interpreteren
informatie selecteren en interpreteren uit tabellen en grafieken zoals een werktekening, een montageplan, uurregelingen van trein / tram / bus, kijkcijfers, tv gids, groeicurven, resultaten van een enquête, temperatuurcurven, staaf-, cirkel- en lijngrafieken …
de volgende grootheden gebruiken
lengte
oppervlakte
inhoud, volume
massa
deze grootheden schatten zoals de afmetingen van een gekend gebouw, een gebruiksvoorwerp …
deze grootheden meten met het meest geschikte meetinstrument
deze grootheden berekenen in betekenisvolle en levensechte situaties
temperatuur
tijd
deze grootheden berekenen in betekenisvolle en levensechte situaties zoals de tijd nodig om op tijd te komen op een examen …
de omtrek en de oppervlakte berekenen van een vierkant, een rechthoek, een driehoek en een cirkel
de lengtematen en de oppervlaktematen
eenvoudige vraagstukken oplossen in betekenisvolle en levensechte situaties door het berekenen van de omtrek en/of de oppervlakte zoals de oppervlakte van een bouwgrond, de omheining van een tuin, … en hierbij:- de juiste meetkundige figuur herkennen- de eenheden omzetten naar eenzelfde eenheid zodat alle afmetingen in je opgave uitgedrukt staan in meter, decimeter …- de juiste formule kiezen uit het formularium als bijlage en deze toepassen- de juiste eenheid noteren bij de oplossing van het vraagstuk
de inhoud of het volume berekenen van een kubus en een balk
de inhoudsmaten of volumematen
eenvoudige vraagstukken oplossen in betekenisvolle en levensechte situaties door het berekenen van de inhoud of het volume zoals de inhoud van een zwembad, het uitgraven van een kelder … en hierbij- de juiste meetkundige figuur herkennen- de eenheden omzetten naar eenzelfde eenheid zodat alle afmetingen in je opgave uitgedrukt staan in meter, decimeter …- de juiste formule kiezen uit het formularium als bijlage en deze toepassen- de juiste eenheid noteren bij de oplossing van het vraagstuk
Rekenvaardigheid
40%
Geldbeheer
25%
Tabellen en grafieken
10%
Meetkunde
UitgerekendBVL en 1B
Numeriek 1 en 2
Averbode
www.averbode.be
Op mij kan je rekenen
Die Keure
www.diekeure.be
Concreet 2 en 3
Pelckmans
www.pelckmans.be