Via het vak Handelseconomie krijg je inzicht in de maatschappij vanuit een specifieke invalshoek.Je maakt er kennis met de verschillende deelnemers aan het marktgebeuren: de bedrijven, de gezinnen, de overheid, de financiële instellingen en het buitenland.
Deze partijen worden eerst gesitueerd in een economisch kringloopmodel. Je moet dit kringloopmodel kunnen hanteren en er de verschillende spelers in situeren. Alle economische activiteiten ontstaan uit de behoeften van die spelers en hun zoektocht naar de juiste middelen om die behoeften te bevredigen.Je moet inzicht verwerven in de ondernemingen door deze te bestuderen op basis van de volgende indeling:
economie: begrip
dit begrip definiëren en toelichten
de behoefte
dit begrip definiëren, toelichten en illustreren
het onderscheid tussen levensnoodzakelijke en niet-levensnoodzakelijke behoeften beschrijven en illustreren
deze behoeften herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
de goederen en diensten
het onderscheid tussen economische en niet-economische goederen beschrijven en illustreren
het onderscheid tussen gebruiks- en verbruiksgoederen beschrijven en illustreren
deze goederen en diensten herkennen, benoemen en toelichten op basis van een casus
de schaarste: begrip
dit begrip beschrijven en illustreren
dit begrip afleiden uit gegeven voorbeelden
produceren en consumeren: begrippen
deze begrippen beschrijven en illustreren
deze begrippen herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
de productiefactoren: natuur, arbeid en kapitaal
deze productiefactoren beschrijven en illustreren
deze productiefactoren herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
de verschillende huishoudingen in de economische kringloop:
deze verschillende huishoudingen beschrijven en illustreren
deze verschillende huishoudingen situeren in de economische kringloop
de onderlinge verbanden tussen de huishoudingen
in een gegeven economische kringloop de goederen- en dienstenstromen en geldstromen benoemen en illustreren
in de economische kringloop gegeven voorbeelden van geld- en goederenstromen onderbrengen en toelichten
het onderscheid tussen onderneming en bedrijf
dit onderscheid herkennen, benoemen en beschrijven op basis van een gegeven casus
de bedrijfskolom
het begrip bedrijfskolom beschrijven en illustreren
de verschillende stappen die een product aflegt om tot bij de consument te komen, beschrijven
de verschillende stappen die een product aflegt tot bij de consument in een bedrijfskolom ordenen
verklaren waarom de consument geen deel uitmaakt van de bedrijfskolom
een bedrijfskolom opstellen op basis van een gegeven casus
het begrip toegevoegde waarde definiëren, toelichten en illustreren
de toegevoegde waarde voor elke stap uit de bedrijfskolom afleiden
de totale toegevoegde waarde afleiden uit de bedrijfskolom
btw voluit schrijven
het begrip btw definiëren
aan de hand van een bedrijfskolom het principe van de btw toelichten
verklaren aan de hand van een bedrijfskolom wie de btw betaalt en wie de btw draagt
de indeling van de ondernemingen in sectoren:
de verschillende sectoren beschrijven en illustreren
gegeven voorbeelden van bedrijven onderbrengen in de juiste sector op basis van hun output
de sectoren benoemen waartoe bedrijven in een bedrijfskolom behoren
relevante informatie over de sectoren in België afleiden uit statistieken van de FOD Economie
de profit en non-profit sector
deze begrippen beschrijven, toelichten en illustreren
het onderscheid tussen de profit en non profit sector beschrijven en toelichten
gegeven voorbeelden van ondernemingen indelen bij de profit of de non-profitsector
het belang van de non-profit sector beschrijven en toelichten
de indeling van ondernemingen
het onderscheid tussen de kleine en de grote onderneming beschrijven en toelichten
uit een gegeven voorbeeld de voor- en nadelen van een kleine en een grote onderneming afleidenhet begrip schaalvoordelen herkennen, benoemen, beschrijven en toelichten
het onderscheid tussen een arbeidsintensieve en een kapitaalsintensieve onderneming beschrijven en toelichten
arbeidsintensieve en kapitaalsintensieve bedrijven herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
de ondernemingsvormen eenmanszaak en vennootschap beschrijven, toelichten en illustreren
het onderscheid tussen deze ondernemingsvormen beschrijven en toelichten op basis van de genoemde criteria
de stakeholders van de onderneming
dit begrip beschrijven, toelichten en illustreren
de stakeholders van een onderneming herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
duurzaam ondernemen:
dit begrip beschrijven en toelichten
deze pijlers herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
afleiden en motiveren of een onderneming duurzaam werkt op basis van een gegeven casus
de begrippen handel en handelaar
de functies van de handel: het beschikbaar stellen van producten
de functies van de handel opsommen, beschrijven en illustreren
de functies van de handel herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
verschillende indelingen van handel: begrippen, kenmerken en voorbeelden
deze verschillende soorten handel herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
eerlijke handel – fair trade:
dit belang beschrijven en toelichten
de stappen in het koop- en verkoopproces en de bijhorende documenten:
de opeenvolgende stappen in het koop- en verkoopproces opsommen en ordenen
het doel van deze verschillende stappen in het koop- en verkoopproces beschrijven en toelichten
de bijhorende documenten herkennen, benoemen en toelichten
de verschillende documenten ordenen binnen het koop- en verkoopproces
een bestelbon invullen op basis van een prijsofferte
een eenvoudige factuur opmaken en berekenen aan de hand van een gegeven bestelbon
de verkoopsvoorwaarden:
deze begrippen definiëren en illustreren
de verkoopsvoorwaarden herkennen en benoemen op basis van een gegeven casus
de verkoopsvoorwaarden afleiden uit een bestelbon
het onderscheid herkennen, benoemen en beschrijven tussen handelskorting en financiële korting in een gegeven factuur
het onderscheid beschrijven en illustreren tussen contant en cash betalen
het onderscheid beschrijven en illustreren tussen contante betaling en betaling op termijn
het begrip incoterms beschrijven en illustreren
het belang van incoterms beschrijven en toelichten
de incoterms af magazijn en franco thuis herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
het onderscheid tussen de rechtstreekse en de onrechtstreekse betaling
afleiden en motiveren of het gaat om een rechtstreekse of onrechtstreekse betaling op basis van een gegeven casus
de bewijzen van rechtstreekse betaling:
deze betalingsbewijzen opsommen en beschrijven
deze betalingsbewijzen herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
de onrechtstreekse betaling
de rol van de financiële instellingen beschrijven en toelichten
de begrippen zicht- en spaarrekening beschrijven en toelichten
het onderscheid tussen de zicht- en de spaarrekening herkennen, beschrijven en toelichtenhet belang van de zicht- en spaarrekening beschrijven en toelichten
het rekeninguittreksel met aandacht voor
deze begrippen beschrijven en toelichten
relevante informatie afleiden uit een gegeven rekeninguittreksel
de bewijskracht van het rekeninguittreksel beschrijven, toelichten en illustreren
betalingstechnieken
deze betalingstechnieken herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
de meest geschikte betalingstechniek afleiden en je keuze motiveren op basis van een gegeven casus
het onderscheid beschrijven en illustreren tussen een domiciliëring en een doorlopende opdracht
het onderscheid beschrijven en illustreren tussen een debetkaart en een kredietkaart
alternatieve betaalvormen en nieuwe tendensen
deze alternatieve betaalvormen beschrijven, toelichten en illustreren
deze betaalvormen herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
nieuwe tendensen herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven artikel
het krediet:
de begrippen krediet, kredietgever en -nemer beschrijven, toelichten en illustreren
de rol van de financiële instellingen en handelaars beschrijven en toelichten
het belang van het krediet voor de particulier beschrijven, toelichten en illustreren
de kredieten ordenen volgens hun looptijd in korte en lange termijnkredieten
kredieten op korte termijn
deze kredietvormen beschrijven en toelichten
deze kredietvormen herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
de meest geschikte kredietvorm aanduiden en motiveren op basis van een gegeven casus
de voor- en nadelen van deze kredietvormen opsommen en toelichten
het onderscheid beschrijven en toelichten tussen het kaskrediet en de kasfaciliteit
beschrijven en toelichten hoe je met een debet- en kredietkaart krediet opneemt
kredieten op lange termijn
deze begrippen in verband met leasing herkennen, benoemen en beschrijven op basis van een casus
de intrest
het begrip intrest definiëren en illustreren
de verschuldigde intrest voor een kaskrediet of een spaarrekening berekenen met de enkelvoudige intrestformule
intrestlasten opzoeken, vergelijken en beoordelen op basis van een gegeven casus
het begrip JKP definiëren
het JKP met eenvoudige berekeningen afleiden uit een gegeven voorbeeld
het JKP van enkele kredietvormen opzoeken, vergelijken en beoordelen op basis van een gegeven casus
veiligheid bij het opnemen van krediet
de begrippen terugbetalingsplicht, financiële draagkracht en waarborgen beschrijven, toelichten en illustreren
de verplichtingen van de kredietnemer beschrijven en toelichten op basis van een gegeven casus
het risico van een krediet voor de kredietnemer herkennen, beschrijven en toelichten op basis van een gegeven casus
het doel van de wet op het consumentenkrediet beschrijven en toelichten
de rechten en plichten van de kredietnemer afleiden uit een gegeven casus met behulp van uittreksels uit de wet op het consumentenkrediet
de courante begrippen :
de verschillende begrippen herkennen, benoemen en beschrijven op basis van een gegeven casus
het belang van een verzekering voor de verzekeringsnemer beschrijven
de onderdelen en partijen herkennen en benoemen in een gegeven verzekeringspolis met de juiste vaktermen
de verplichting van de verzekeringsnemer herkennen en benoemen in een gegeven verzekeringspolis
de verplichting van de verzekeraar herkennen en benoemen in een gegeven verzekeringspolis
soorten van verzekeringen:
deze verzekeringen herkennen, benoemen en beschrijven op basis van een gegeven casus
beschrijven welke risico’s de opgesomde verzekeringen dekken
aanduiden welke verzekeringen wettelijk verplicht zijn en welke niet op basis van een gegeven casus
de voornaamste bronnen van inkomsten van gezinnen:
deze bronnen van inkomsten opsommen, beschrijven en illustreren
het inkomen uit arbeid als zelfstandige of als werknemer
de begrippen zelfstandige en werknemer beschrijven en illustreren
het onderscheid herkennen, beschrijven en illustreren tussen een zelfstandige en een werknemer
de vergoeding van arbeid als werknemer benoemen en toelichten
de vergoeding van arbeid als zelfstandige benoemen en toelichten
het loon van de werknemer
deze elementen van het loon en de loonberekening herkennen, benoemen en beschrijven op basis van een casus
de voornaamste inhoudingen op het brutoloon opsommen en verklaren
een eenvoudige loonberekening maken en toelichten op basis van een gegeven casus
de begrippen nominaal en reëel loon beschrijven en illustreren
het verschil tussen nominaal en reëel loon herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
inkomen uit kapitaal
deze beleggingsvormen beschrijven en illustreren
de juiste opbrengstbenaming benoemen bij elke beleggingsvorm
deze inkomsten uit kapitaal herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
inkomen uit sociale vergoedingen
deze sectoren van de sociale zekerheid opsommen en toelichten
deze begrippen in verband met de sociale zekerheidssectoren beschrijven en illustreren
de begrippen vervangings- en aanvullend inkomen beschrijven en illustreren
het belang van het vervangings- en aanvullend inkomen beschrijven en toelichten
het verschil tussen een vervangingsinkomen en een aanvullend inkomen herkennen, benoemen en toelichten
vervangings- of aanvullende inkomsten herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
toevallige inkomsten
toevallige inkomsten herkennen en benoemen op basis van een gegeven casus
bestedingen door de gezinnen
de drie belangrijkste manieren van inkomensbesteding opsommen, toelichten en illustreren
consumptie
dit begrip definiëren en illustreren
sparen en beleggen:
de begrippen sparen en beleggen beschrijven en illustreren
enkele bepalende factoren bij de keuze van beleggingsvormen opsommen en toelichten
een geschikte vorm van belegging of sparen kiezen en motiveren op basis van gegeven criteria in een gegeven casus
belastingen:
het doel van de belastingen beschrijven en toelichten
het onderscheid definiëren tussen directe en indirecte belastingen
voorbeelden van belastingen rangschikken als directe of indirecte
markt en marktprijs:
de begrippen markt, vraag, aanbod en marktprijs benoemen en definiëren
de vraagcurve benoemen in een grafiek
de prijs en de hoeveelheid aflezen voor één punt op de vraagcurve
de vraag grafisch voorstellen op basis van cijfergegevens
de aanbodcurve benoemen in een grafiek
de prijs en de hoeveelheid aflezen voor één punt op de aanbodcurve
het aanbod grafisch voorstellen op basis van cijfergegevens
de marktprijs bepalen, grafisch en in woorden bij een gegeven vraag en aanbod
verklaren dat de marktprijs een evenwichtsprijs is
verklaren wanneer er een vraagoverschot of aanbodtekort op de markt ontstaat
verklaren wanneer er een aanbodoverschot of vraagtekort op de markt ontstaat
een vraag- of aanbodoverschot aanduiden op een grafiek
de wet van vraag en aanbod beschrijven, grafisch illustreren en toelichten
marktsoorten:
de vragers en aanbieders op de verschillende markten benoemen en illustreren
benoemen wat er verhandeld wordt op de verschillende markten
de juiste benaming geven van de prijs (prijs, loon, intrest) die op de verschillende markten tot stand komt
de goederen- en dienstenmarkt en de arbeidsmarkt situeren in de economische kringloop
internationale markten:
de begrippen buitenland, internationale handel, wisselmarkt en wisselkoers beschrijven en illustreren
het buitenland situeren in de economische kringloop
het belang afleiden van de internationale handel voor België en haar regio’s op basis van gegeven statistieken
de prijs benoemen en toelichten die tot stand komt op de wisselmarkt
de veranderingen van de wisselkoers afleiden en motiveren op basis van een gegeven casus
wisselkoersen aflezen uit een koerstabel
bedragen in verschillende valuta omzetten naar een andere munteenheid aan de hand van een wisselkoerstabel
de Europese Unie en de eurozone
de begrippen Europese Unie en eurozone definiëren
het belang beschrijven van de eurozone voor de handel
de Vlaamse en federale overheid:
de begrippen begroting, te financieren saldo en overheidsschuld herkennen en benoemen en toelichten
enkele belangrijke taken benoemen van de Vlaamse en van de federale overheid
het begrip overheidsbegroting definiëren en toelichten
relevante informatie afleiden uit een gegeven, vereenvoudigde, Vlaamse begroting
het begrip ‘te financieren saldo’ definiëren
het begrip overheidsschuld definiëren
het te financieren saldo en de overheidsschuld afleiden en motiveren uit statistieken van de Vlaamse en federale overheid
situering van de overheid in de economische kringloop
de overheid situeren in de economische kringloop
15 %
Basisbegrippen en economische kringloop
Ondernemingen en bedrijven
5 %
Handel en handelaar
10 %
Koop- en verkoopproces
Betalen en innen
Krediet
Verzekeringen
Gezinnen
Markt
Overheid
Je moet zelf op zoek naar leermiddelen om je examen voor te bereiden. De Examencommissie stelt zelf geen leermiddelen ter beschikking. Je kan ze kopen in een (online) boekhandel of ontlenen en raadplegen in een bibliotheek. De bibliotheken van de lerarenopleiding aan de universiteit of de hogeschool bieden heel wat leermiddelen aan.Bij elke nieuwe editie van de vakfiche actualiseren we deze bibliografie. Toch is het best mogelijk dat bepaalde werken niet meer verkrijgbaar zijn of dat nieuwe werken die al op de markt zijn nog niet zijn opgenomen. Ook websites veranderen al eens van naam of worden aangepast. Als je niet onmiddellijk op de juiste website terechtkomt, kan je die proberen te vinden via een goede zoekmachine.We maken bewust een selectie van leermiddelen die ons op dit ogenblik het meest aangewezen lijken om je voor te bereiden op onze examens. Zo willen we je helpen om je studie efficiënter aan te pakken. Je kan echter ook andere werken of cursussen gebruiken bij je voorbereiding op het examen.Hieronder staan enkele handboeken die vaak gebruikt worden in het secundair onderwijs. Ze bieden je voldoende ondersteuning om de leerstof zelfstandig te verwerken. We verwijzen naar websites of andere uitgaven die je ook kunnen helpen bij je voorbereiding.
Optimum 2.1 en 2.2 - Handelseconomie (voor 2de graad aso en tso)Let op: dit is een leerwerkboek
VAN IN
www.vanin.beTel: 03 432 95 02secundair.onderwijs@vanin.be
Handelwijs 2
Let op: dit is een leerwerkboek
De H@ndel en wij
Plantyn
www.plantyn.comPlantynThe Link 2Posthofbrug 6-8, bus 32600 BerchemTel: 0800 99 084service@plantyn.com
Economie OnlineLet op: dit is een leerwerkboek
Economix 3 LeerwerkboekEconomix 4 Leerwerkboek
Pelckmans
www.pelckmans.beBrasschaatsteenweg 3082920 KalmhoutTel: 03 660 27 00uitgeverij@pelckmans.be
http://economie.fgov.be/nl/consument/duurzame_economie/#.WNEZkU0zVD8
https://www.mvovlaanderen.be/
Duurzame economie en ontwikkeling
Kenniscentrum duurzaam ondernemen
http://www.omoo.be/starter_handelsdocumenten.htm
Handelsdocumenten: sjablonen
http://economie.fgov.be/nl/consument/consumentenkrediet/#.WNEZEE0zVD8
Wet op het consumentenkrediet
http://nl.wikipedia.org/wiki/Eurozone
De euro en de eurozone
http://socialsecurity.belgium.be/nl/publicaties/alles-wat-je-altijd-al-wilde-weten-over-de-sociale-zekerheid
Brochure van de federale overheid over organisatie van de Belgische sociale zekerheid
http://economie.fgov.be/nl/binaries/syllabus_basiskennis_bedrijfsbeheer_tcm325-193281.pdf
Basiscursus Bedrijfsbeheer van de overheid
http://economie.fgov.be/nl/ondernemingen/leven_onderneming/oprichting/Demarches_entreprendre/statut_juridique/#.WNEdAk0zVD8
Website van de federale overheid: een juridisch statuut kiezen, eenmanszaak of vennootschap
Belangrijkste kenmerken van een eenmanszaak en van een vennootschap
http://www.vlaio.be/artikel/stap-1-kies-de-geschikte-ondernemingsvorm
Informatie over het starten van een bedrijf: keuze van de ondernemingsvorm
http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/economie/ondernemingen/structurele_onderneming_stat/
Structuur van de Belgische economie: statistieken, toegevoegde waarde, sectorgroepen