Skip to Main Content

Vakfiche fysiologie van de beweging 3 tso

Geldig van 01 januari 2023 tot en met 31 december 2023
 

content

Studierichting

3e graad tso
  • Lichamelijke Opvoeding en Sport (*stopt in 2025)

Referentiekader

ReferentiekaderOpmerking
LeerplannenGO! 2017/016 GO! 2017/020 VVKSO Lichamelijke Opvoeding en Sport derde graad TSO D/2017/13.758/025

Waarom leer je dit vak?

Wanneer je in de afdeling 3 TSO Lichamelijke Opvoeding en Sport afstudeert, heb je heel wat mogelijkheden op de arbeidsmarkt. Je vindt werk in beroepssectoren zoals de brandweer, zwembadredder, gemeentelijke sportdiensten, fitnesscentra, trainer of hulptrainer in een specifieke sportdiscipline, ... 

 

 

Toon meer
Toon minder

Aandacht voor recreatief bewegen, (top)sport en de gezondheid in het bijzonder veronderstelt dat je inzicht hebt in de lichaamsbouw en de werking van de verschillende lichaamsfuncties. In "fysiologie van de beweging" wordt de relatie tussen enerzijds de verschillende stelsels van het lichaam en anderzijds sportbeoefening en het leveren van (zware) fysieke inspanningen behandeld.

Wat moet je leren?

HET ADEMHALINGSSTELSEL

Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

gasuitwisseling ter hoogte van de longen 

de alveolen als functionele eenheid toelichten 

uitwisseling  van O2 en CO2 ter hoogte van de alveolen en de lichaamscellen toelichten, de begrippen diffusie en partiële druk toelichten 

spirometrie, de inspanningsintensiteitscurve en VO2 max 

 

spirometrie, de inspanningsintensiteitscurve  en VO2 max definiëren en toelichten

respiratoire training 

respiratoire trainingseffecten op het gasuitwisselingsmechanisme toelichten, hoogtetraining 

HET BLOED - EN LYMFEVATENSTELSEL

Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

het hart -en bloedvatenstelsel

de bouw en de functies van het hart en het bloedvatenstelsel herkennen en benoemen, de grote en de kleine bloedsomloop onderscheiden 

het mechanisme van de hartwerking beschrijven en toelichten, de begrippen systole en diastole gebruiken 

het nut van de hartslagmeter toelichten en het correct gebruik illustreren bij sportbeoefening 

bloed, bloedgroepen en resusfactor, bloeddoping 

de samenstelling van het bloed toelichten: 

  • rode en witte bloedcellen 
  • bloedplaatjes 
  • bloedplasma 
de functie van deze componenten herkennen en benoemen  

de bloedgroepen benoemen en het belang van bloedgroepen en resusfactor illustreren, een donor/acceptor schema beoordelen 

de gevaren van bloeddoping herkennen en het principe van bloeddoping toelichten gebruik makend van de begrippen epo, hematocriet, hemoglobine 

bloedstolling  

het mechanisme en verloop van de bloedstolling toelichten 

bloeddruk 

het mechanisme van de bloeddruk en bloeddrukmeting benoemen en toelichten gebruik makend van de begrippen systolische en diastolische druk 

het lymfevatenstelsel en de lymfeklieren 

de bouw van het lymfevatenstelsel toelichten 

de functie van het lymfevatenstelsel toelichten: 

  • drainage 
  • afweer 
  • verwerking lipiden 

aanpassingen van het hart -en bloedvatenstelsel bij inspanning en training 

de volgende aanpassingen van het bloedvatenstelsel bij inspanning en training beschrijven en toelichten: 

  • hartritme 
  • hartminuutvolume 
  • sporthart 
  • veneuze terugstroom 

DE ENERGIESTOFWISSELING

Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

ATP als energierijk molecule 

de oxidatie van glucose weergeven in een reactievergelijking en het belang hiervan toelichten 

illustreren in welke processen ATP wordt verbruikt 

aanvullingen van ATP

de volgende processen beschrijven en situeren: (an)aerobe afbraak van glucose, aerobe afbraak van vetzuren 
 
het relatief aandeel van de anaeroob alactische, anaeroob lactische en aerobe energiesystemen in energielevering toelichten in een gegeven situatie en tijdens sportbeoefening 

O2-tekort en O2-schuld

de begrippen O2-tekort en O2-schuld benoemen en toelichten

melkzuurproductie, anaërobe drempel, omslagpunt, recuperatie en lactaatmetingen  

de begrippen melkzuurproductie, anaërobe drempel, omslagpunt, recuperatie en lactaatmetingen definiëren en toelichten 

DE LICHAAMSASSEN EN - VLAKKEN

Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

de lichaamsassen en de lichaamsvlakken

 

de lichaamsassen en de lichaamsvlakken benoemen, herkennen en aanduiden op beeldmateriaal 
deze assen en vlakken herkennen bij eenvoudige bewegingen 

de lichaamsbewegingen

 

de volgende lichaamsbewegingen herkennen, benoemen en aanduiden op een afbeelding:  

  • abductie en adductie 
  • anteflexie en retroflexie 
  • flexie en extensie 
  • plantair en dorsaalflexie 
  • pronatie en supinatie 
  • inversie en eversie 
  • endorotatie en exorotatie 

de richtingsaanduidingen

de volgende richtingsaanduidingen herkennen en benoemen en er voorbeelden van geven: 

  • proximaal en distaal 
  • mediaal en lateraal 
  • dorsaal en ventraal 
  • caudaal en craniaal 
  • centraal en perifeer 
  • anterior en posterior 
  • superior en inferior

DE BEENDEREN EN GEWRICHTEN

Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

de beenderen als onderdeel van het skelet

 

 

 

 

 

letsels aan het skelet

 

 

de volgende beenderen als onderdelen van het skelet benoemen, herkennen en aanduiden op beeldmateriaal:  

  • schedelbeenderen 
  • wervelkolom 
  • borstkas 
  • schoudergordel en bekkengordel 
  • bekkenbeenderen 
  • onderste en bovenste ledematen  
 
de volgende letsels aan het skelet herkennen en benoemen en de oorzaken toelichten: 
  • skeletafwijkingen 
  • stressfracturen 
  • beenvliesontstekingen  

de gewrichten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

gewrichtsletsels en blessures

 

de volgende gewrichten benoemen, herkennen en aanduiden op beeldmateriaal:  

  • schoudergewricht 
  • ellebooggewricht 
  • heupgewricht 
  • kniegewricht 
  • enkelgewricht 
  • wervelkolom 
 

de bouw en samenstelling van deze gewrichten beschrijven gebruik makend van de begrippen  synoviale ruimte, synoviaal vocht, bursa, kapsel, pees ligament, kraakbeen 

de bewegingsmogelijkheden van deze gewrichten toelichten 

gewrichtsletsels toelichten: 
  • verstuikingen 
  • ontwrichtingen 
  • artrose 
  • letsels van het kniegewricht 

HET SPIERSTELSEL

Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

de dwarsgestreepte spier 
 
 

soorten spiervezels 
 

 

hulpstructuur van een spier 
 

 


 
spierletsels 

 

de bouw en de samenstelling van de dwarsgestreepte spier tot op microscopisch niveau

herkennen, benoemen en toelichten 
 
het mechanisme van de spiercontractie op microscopisch niveau toelichten 

de kenmerken van type I en type II vezels beschrijven 

het verband tussen het type spiervezels en de sportbeoefening toelichten 

de volgende hulpstructuren van de spier herkennen en aanduiden op een afbeelding: 

  • pees 
  • peesschede 
  • slijmbeurs 
 

de volgende spierletsels classificeren en toelichten hoe te voorkomen en te verzorgen: 
  • spierscheur 
  • spierkramp 
  • spiercontusie 
  • spierpijn  

soorten spiercontractie 

 

 

factoren die de spierwerking beïnvloeden 

 

 

tonus van de spier 

de soorten spiercontractie herkennen in functie van beweging en kracht:  

  • dynamische spiercontractie (concentrische, excentrische, isokinetische en isotone contractie)  
  • statische spiercontractie (isometrische contractie) 
 

factoren die de spierwerking beïnvloeden herkennen en toelichten: 

  • intensiteit van de spiercontractie afhankelijk van
    • de prikkelfrequentie, de prikkelduur, de voorafgaande belasting 
  • de regeling van de contractie: de motorische eenheid 
 

het begrip spiertonus definiëren en de voordelen van goede toniciteit van een spier toelichten 

bewegingsuitvoerende spieren 

oorsprong en insertie van de belangrijkste spieren, spiergroepen en buikspieren

de belangrijkste bewegingsuitvoerende spieren opnoemen, situeren,                                                                                                          hun oorsprong en aanhechting aanduiden op een afbeelding en hieruit hun werking afleiden: 

  • tweehoofdige armbuigspier, driehoofdige armstrekker, monnikskapspier, deltaspier, brede rugspier,                              grote borstspier, grote bilspier, vierhoofdige dijbeenspier, tweehoofdige dijbeenspier, kuitspier 
  • buikspieren 
  • spiergroepen: borstspieren, buikspieren, rugspieren, schouderspieren 

houdingen en bewegingen

de begrippen agonist, antagonist en synergist toepassen op bewegingen en sportoefeningen 

opsommen welke spieren of spiergroepen vooral gebruikt worden bij een gegeven beweging                                                            of sportoefening 

hefbomen en krachten herkennen bij een gegeven houding of beweging 

HET ZENUWSTELSEL

Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

bouw van het zenuwstelsel

de bouw van het zenuwstelsel toelichten en op een afbeelding het centraal en perifeer zenuwstelsel situeren: 

  • grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam, ruggenmerg 
  • sensibele, motorische en gemengde zenuwen 
het verschil in functie tussen animaal en vegetatief zenuwstelsel toelichten 

de coördinerende functie van het animaal zenuwstelsel bij reflexen, bewuste gewaarwordingen en gewilde bewegingen toelichten 

HET HORMOONSTELSEL

Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

hormonen en hormonale doping

hormonen en producten die een invloed hebben op sportprestaties benoemen en herkennen:  

  • stimulerende middelen en drugs: cannabis, amfetamines, efedrine 
  • hormonen: steroïden, zwangerschapshormoon, groeihormoon, epo, glucocorticoïden 
  • andere: diuretica, bèta-blokkers, salbutamol 
 

hormonale doping en de gevaren ervan toelichten en uitleggen hoe hormonen sportprestaties beïnvloeden 

VOEDING EN SPORT

Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

voedingsstoffen en vertering

in een gegeven voedingsmiddel de voedingsbestanddelen en hun bouwstenen benoemen en herkennen: 

  • koolhydraten, eiwitten, vetten 
  • glucose, aminozuren, glycerol en vetzuren 
 

de enzymatische vertering van koolhydraten, eiwitten en vetten als noodzakelijke stap voor opname (absorptie) van voedingsbestanddelen toelichten 

de enzymatische vertering van koolhydraten, eiwitten en vetten in het spijverteringskanaal toelichten en aanduiden waar in het spijsverteringskanaal de verteringsstap plaatsvindt: 
  • amylase, lipase, (chymo)trypsine, peptidase, protease 

voedingsbehoeften bij sporters 

de betekenis en de noodzaak van een gevarieerde en evenwichtige voeding toelichten 

het belang van vochtopname en vochtregulatie bij sportprestaties toelichten 

in een voedingsschema voor sporters de soorten suikers en sportdranken classificeren en het gebruik ervan toelichten 

  • soorten suikers: snelle en trage suikers 
  • sportdranken: hypo,- iso,- en hypertone dranken 
 

een specifiek voedingsschema bij training, tijdens een wedstrijd, na de wedstrijd en bij duursporten interpreteren en toelichten 

Welke opdracht moet je uitvoeren?

Dit vak heeft geen opdrachten

Welke bijlagen heb je nodig?

Dit vak heeft geen bijlagen

Hoe verloopt het examen?

60 minuten voor examens vanaf 01-01-2023 tot 31-12-2023
Het examen fysiologie van de beweging is een digitaal examen. Vraag je je af hoe een digitaal examen verloopt? De uitleg over onze digitale examens, de instructies en heel wat voorbeeldvragen vind je op http://examencommissiesecundaironderwijs.be/examens
/
kladpapier en een balpen
Het digitaal examen bestaat uit gesloten vragen. Er zijn verschillende vraagtypes: invulvragen, sleepvragen, dropdownvragen, meerkeuzevragen. Elk vraagtype heeft zijn eigen instructiezin, die duidelijk aangeeft wat je precies moet doen. Het is belangrijk dat je de verschillende vraagtypes vooraf inoefent. Op de website vind je een oefenexamen, waarin je ze kan uitproberen. Uiteraard is dit geen echt examen: de bedoeling is dat je de techniek van de digitale vraagtypes in de vingers krijgt.

Hoe beoordelen we het examen?

Voor de gesloten vragen moet je het juiste antwoord aanduiden, invullen of slepen om punten te scoren, naargelang het vraagtype kan je voor een gedeeltelijk juist antwoord soms ook punten scoren en is er bij meerkeuzevragen geen giscorrectie.

Het ademhalingsstelsel

10%

Het bloed- en lymfevatenstelsel

20%

Energiestofwisseling

10%

De lichaamsassen en  lichaamsvlakken

5%

De beenderen en gewrichten

13%

Het spierstelsel

22%

Het zenuwstelsel

5%

Het hormoonstelsel

5%

Voeding en sport

10%

Met welk materiaal bereid je je voor?

Je moet zelf op zoek naar leermiddelen om je examen voor te bereiden. De Examencommissie stelt zelf geen leermiddelen ter beschikking. Je kan boeken of cursussen kopen in een (online of tweedehands-) boekenhandel of ontlenen in een bibliotheek. De bibliotheken van de lerarenopleiding aan de universiteit of de hogeschool bieden heel wat leermiddelen aan in hun collectie.
Bij elke nieuwe editie van de vakfiche actualiseren we deze bibliografie. Toch is het best mogelijk dat bepaalde werken niet meer verkrijgbaar zijn of dat nieuwe werken die al op de markt zijn nog niet zijn opgenomen.
We maken bewust een selectie van leermiddelen die ons op dit ogenblik het meest aangewezen lijken om je voor te bereiden op onze examens. Door een selectie te maken, willen we je helpen om je studie efficiënter aan te pakken. Je kan echter ook andere werken of cursussen gebruiken bij je voorbereiding op het examen.
In dit deel van de bibliografie vind je enkele handboeken die vaak gebruikt worden in het secundair onderwijs. Ze bieden je voldoende ondersteuning om zelfstandig de leerstof te verwerken dankzij elektronische hulpmiddelen zoals oefeningen die de uitgever aanbiedt bij het handboek. De hier opgenomen lijst houdt geen enkele aanbeveling of kwaliteitsgoedkeuring in.

Methode
Uitgeverij
Gegevens

Het menselijk lichaam voor Dummies

Standaard Boekhandel

9789045350240

Anatomie en fysiologie van de mens 4e editie

L. Gregoire, A.T. van Straaten-Huygen, R.J. Trompert

ThiemeMeulenhoff bv

9789006925630

9789006147674 (E-book)

Samengevat Anatomie en Fysiologie

L. Gregoire, A.T. van Straaten-Huygen, R.J. Trompert

ThiemeMeulenhoff bv

9789066364004

http://coachmefit.nl/kennisbank/health-facts/anatomische-lichaamsvlakken-en-plaatsaanduidingen/

Oefensite  https://website.thiememeulenhoff.nl/anatomiefysiologie/artikelen/toetsenbank.html

https://www.dopingautoriteit.nl/wat_is_doping/dopingcategorieen/peptidehormonen_groeifactoren_en_verwante_stoffen

https://www.voedingscentrum.nl

https://www.gezondleven.be/

/