Skip to Main Content

Vakfiche boekhouden 3 tso

Geldig van 01 januari 2021 tot en met 31 december 2021
 

content

Studierichting

3e graad tso
  • Handel

Referentiekader

ReferentiekaderOpmerking
LeerplannenGO! 2006/128 2de graad en 2007/064 deel A 3de graad OVSG O/2/2008/141 deel 6.2 2de graad en O/2/2009/313 deel 6.2.1.6 3de graad VVKSO D/2005/0279/015 deel 2 2de graad en D/2011/7841/008 3de graad

Waarom leer je dit vak?

Het vak Boekhouden is een praktisch vak. Je leert de inhouden van dit vak beheersen om in een onderneming eenvoudige boekhoudverrichtingen uit te voeren en om je voor te bereiden op het ondernemerschap.

Elke activiteit die een onderneming of een zelfstandige onderneemt brengt kosten, opbrengsten, inkomsten en/of uitgaven met zich mee. Het is belangrijk dat die allemaal geregistreerd worden op een gestructureerde wijze. Alle belanghebbenden zoals aandeelhouders, leveranciers, klanten, kredietverschaffers, fiscus, werknemers, …moeten hier immers een duidelijk zicht op krijgen.

Boekhouden is een methode om alle bedrijfsactiviteiten met financiële gevolgen op een uniforme wijze te registreren. Alle bedrijven moeten daarbij dezelfde spelregels respecteren zodat we ze bijvoorbeeld binnen eenzelfde sector kunnen vergelijken.

Ook voor de ondernemer of de zelfstandige zelf is het belangrijk inzicht te hebben in de boekhouding of de financiële toestand van zijn bedrijf. Hij moet er een antwoord vinden op zeer uiteenlopende vragen: of zijn onderneming winst  maakt, hoeveel de omzet bedraagt, hoeveel schulden hij heeft openstaan, hoe hoog zijn personeelskosten zijn, of hij moet investeren, …

Zelf een boekhouding kunnen voeren en kunnen lezen, dat is het doel van dit vak. Daarvoor moet je de boekhoudregels en het systeem van dubbel boekhouden beheersen. Wanneer je die boekhoudprincipes beheerst kan je elke bedrijfsactiviteit boekhoudkundig registreren. Je kan later ook zelf toezicht houden op je eigen bedrijf. Ook al besteed je je boekhouding uit aan een gespecialiseerde boekhouder of accountant, dan nog kan je je boekhouding lezen, begrijpen en er belangrijke besluiten uit trekken.

Toon meer
Toon minder

Op het examen krijg je:

  • theorievragen over boekhouden.
  • documenten die je moet verwerken in een boekhoudalgoritme, grootboek of journaal.
  • vragen over een boekhoudpakket aan de hand van schermafdrukken en lijsten, zowel om aan te vullen als om te interpreteren.

De examencommissie toetst zo je kennis van en inzicht in boekhouden uit de praktijk. We toetsen niet de beheersing van de techniek die eigen is aan één bepaald boekhoudpakket. De boekhoudpakketten die de examencommissie zal gebruiken om vragen op te stellen zijn BOB en ProAcc. Als je met één van deze twee pakketten oefent, kan je je voldoende voorbereiden op onze examens.

Er wordt tevens rekening gehouden met de recentste aanpassingen in de boekhoudwetgeving die doorgevoerd werden sedert 01/01/2016. De gewijzigde structuur van de resultatenrekening heeft immers invloed op de MAR (Minimumindeling van het Algemeen Rekeningenstelsel). De examencommissie voegt daarom een aangepaste MAR toe aan deze vakfiche.

Ook met de wijzigingen in de btw-wetgeving werd rekening gehouden: die is van kracht sedert 01/04/2017. Dit heeft gelukkig weinig gevolgen voor de basis van boekhouden.

Wat moet je leren?

In de derde graad worden de leerinhouden van de tweede graad vooral verdiept. Enkele posten van de actief- en passiefzijde leer je dan grondiger kennen.

Bovendien wordt het belang van de jaarrekening benadrukt.

 

In de volgende tabellen vind je wat je voor elke leerinhoud moet kennen en kunnen op het examen.

Verderop vind je concrete leermiddelen en tips die je kunnen helpen om deze leerinhouden onder de knie te krijgen.

 

Voor elk van deze leerinhouden moet je op het examen aantonen dat je de volgende vaardigheden beheerst:

  • details opmerken
  • nauwkeurig rekenen
  • boekingen ordelijk en nauwkeurig uitvoeren in een boekhoudalgoritme, grootboek of journaal

Belangrijke richtlijnen

1.      Als we bij de leerinhouden spreken over ‘registreren’, dan bedoelen we boekhoudkundig registreren in :

  • een boekhoudalgoritme,
  • het grootboek of
  • het journaal

 

2.      Voor de btw gebruiken we de volgende rekeningen:

  • tijdens de boekingsperiode:
    • bij een aankoopfactuur:                         41110
    • bij een verkoopfactuur:                          45110
    • bij een inkomende creditnota:              45120
    • bij een uitgaande creditnota:                41120
  • bij de btw-afrekening, één keer per kwartaal of per maand, voor de overboeking van het saldo:
    • bij een vordering op de overheid:         41100
    • bij een schuld aan de overheid:            45100

 

3.      Voor de kortingen en kosten op aan- en verkoopfacturen boeken we:

  • bij een aankoop het nettobedrag exclusief btw op de rekening 60400.
    Met nettobedrag bedoelen we: aankoopprijs – handelskorting + aankoopkosten.
    Er worden dus geen afzonderlijke rekeningen gebruikt voor de handelskorting en de aankoopkosten.

 

  • bij een verkoop het nettobedrag exclusief btw op de rekening 70400.
    Met nettobedrag bedoelen we: verkoopprijs – handelskorting.
    De verkoopkosten komen op de rekening 74600.

 

Tips

De meeste kandidaten in de derde graad Handel zullen instromen vanuit de studierichting Handel of Handel-Talen.
Voor deze kandidaten sluit deze vakfiche naadloos aan bij de leerinhouden van de tweede graad.

De kandidaten die instromen vanuit een aso-richting met Economie hebben een meer theoretische bagage. Mits een grondige opfrissing van de basisprincipes van boekhouden, kunnen zij gemakkelijk de leerinhouden van de derde graad tso verwerken.

De kandidaten die echter afkomstig zijn uit niet-economische richtingen wordt aanbevolen zich eerst de leerinhouden uit de vakfiche van Boekhouden tweede graad Handel-Talen eigen te maken om zich dan te verdiepen in de leerinhouden van de 3de graad Handel.

Basisbegrippen van dubbel boekhouden

Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

inventaris

het begrip inventaris definiëren

een eenvoudige inventaris opstellen aan de hand van gegeven cijfermateriaal

het vermogen van een onderneming berekenen aan de hand van een inventaris

balans

het begrip balans definiëren door de begrippen oorsprong en aanwending te gebruiken

delen, rubrieken en balansposten benoemen

de verschillende rubrieken van een balans illustreren met voorbeelden

een gegeven voorbeeld van een balansonderdeel situeren in de balans

het balansevenwicht verklaren

de balans afleiden uit de inventaris

een eenvoudige balans opstellen met rubrieken

 

rekeningen en grootboek

de balans uitsplitsen in balansrekeningen

het begrip grootboek definiëren

de samenhang tussen rekeningen en grootboek verklaren

de boekingsregels van de balansrekeningen benoemen

de boekingsregels van de balansrekeningen toepassen

minimumindeling van het algemeen rekeningenstelsel of MAR

het doel van het MAR als geordend boekhoudsysteem verklaren

de decimale structuur en de indeling van het MAR in klassen en groepen verklaren

de balansrekeningen in het MAR situeren

journaal

het begrip journaal definiëren

eenvoudige verrichtingen in het journaal registreren

salderen van de rekeningen

het saldo van rekeningen berekenen

het saldo van rekeningen verklaren

proef- en saldibalans

het begrip proef- en saldibalans definiëren

het doel van een proef- en saldibalans verklaren

de proefbalans opstellen aan de hand van grootboekrekeningen

de saldibalans opstellen aan de hand van de proefbalans

de eindbalans met rubrieken opstellen uitgaande van de saldibalans

fouten in de boekhouding opzoeken en corrigeren aan de hand van de proef- en saldibalans

de resultatenrekeningen

het begrip resultaat definiëren

het resultaat berekenen

de resultaten groeperen in

  • bedrijfsresultaten
  • financiële resultaten

 

het begrip resultatenrekening definiëren

de boekingsregels voor resultatenrekeningen definiëren

de boekingsregels voor resultatenrekeningen toepassen

resultatenrekeningen in het MAR situeren

het onderscheid tussen kosten en uitgaven enerzijds en tussen opbrengsten en inkomsten anderzijds verklaren

het resultaat van het boekjaar

de indeling van de resultatenrekening (volgens de jaarrekening) beschrijven en toelichten (let op: nieuwe wetgeving)

het begrip resultaat van het boekjaar definiëren en toelichten

het resultaat van het boekjaar indelen in het bedrijfs- en financieel resultaat

de niet-recurrente kosten en opbrengsten onderbrengen bij het bedrijfsresultaat of het financieel resultaat

Verrichtingen in de loop van het boekjaar

Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

aankopen

de aankopen indelen in

  • aankopen van handelsgoederen
  • aankopen van diensten en diverse goederen
  • aankopen van vaste activa

 

een aankoopfactuur inclusief btw (1 of meerdere btw-tarieven) met of zonder kortingen, kosten en terugstuurbare verpakking registreren

een inkomende creditnota inclusief btw (1 of meerdere btw-tarieven) met en zonder kortingen en terugstuurbare verpakking registreren

verkopen

de verkopen indelen in verkopen van handelsgoederen met en zonder factuur, verkopen van vaste activa en diverse verkopen

winkelverkopen registreren

een verkoopfactuur inclusief btw (1 of meer btw-tarieven) met en zonder kortingen, kosten en terugstuurbare verpakking registreren

een diverse opbrengst uit verkoop zoals huuropbrengsten registreren

een verkoopfactuur voor de verkoop van materiële vaste activa registreren met behulp van de rekening 70600 Verkopen vaste activa

een uitgaande creditnota inclusief btw (1 of meerdere btw-tarieven) met en zonder kortingen en terugstuurbare verpakking registreren

verrichtingen met het buitenland

de begrippen in verband met buitenlandse handel verklaren:

  • intracommunautaire verwerving
  • intracommunautaire levering
  • invoer
  • uitvoer

intracommunautaire verrichtingen

aankoopfacturen en creditnota’s van leveranciers uit andere EU-lidstaten registreren

verkoopfacturen en creditnota’s aan klanten uit  andere EU-lidstaten registreren

in- en uitvoer

aankoopfacturen en creditnota’s van leveranciers buiten de EU registreren, rekening houdend met de plaats waar de btw bij invoer werd voldaan:

  • contant aan de grens of
  • met verlegging via de btw-aangifte

 

verkoopfacturen en creditnota’s aan klanten buiten de EU registreren

er worden geen boekingen in vreemde munten gevraagd

financiële verrichtingen

betalingen van uiteenlopende schulden registreren

inningen van uiteenlopende vorderingen registreren

de transfers tussen kas en rekeningen bij financiële instellingen registreren door gebruik te maken van de rekening interne overboekingen

bezoldigingen en sociale lasten

loonkost en loonstaat

uit een loonstaat voor arbeiders en bedienden relevante gegevens afleiden zoals

  • het bruto- en nettoloon of-salaris
  • de werkgevers- en werknemersbijdrage rsz
  • de bedrijfsvoorheffing
  • de totale loonkost

 

de elementen van de factuur van een sociaal secretariaat herkennen en benoemen

 

 

 

boekhoudkundige verwerking van de bezoldigingen

de betaling van de voorschotten aan arbeiders registreren

een loonstaat, zowel voor arbeiders als voor bedienden, registreren

de factuur van een sociaal secretariaat registreren

Btw

Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

btw-principes

het begrip btw definiëren

verklaren waarom de btw op aankopen een vordering op de btw-administratie betekent

verklaren waarom de btw op verkopen een schuld aan de btw-administratie betekent

btw-registratie

de btw-verrekening registreren door de volgende btw-rekeningen te gebruiken:

  • 41110 Aftrekbare btw
  • 41120 Aftrekbare btw op uitgaande creditnota’s
  • 45110 Verschuldigde btw
  • 45120 Verschuldigde btw op inkomende creditnota’s
  • 45130 Verschuldigde btw wegens intracommunautaire verwerving
  • 45140 Verschuldigde btw wegens invoer met verlegging
  • 45150 Verschuldigde btw wegens medecontractant
  • 41100 Terug te vorderen btw
  • 45100 Te betalen btw

documenten die verband houden  met btw

  • btw aangifte
  • klantenlisting
  • intracommunautaire opgave

de boekhoudkundige verplichtingen in verband met de btw-aangifte en btw-betaling benoemen

de belangrijkste vakken en roosters van een btw-aangifte herkennen

aan de hand van gegevens uit de boekhouding een btw-aangifte invullen

het doel van de jaarlijkse klantenlisting verklaren

het doel van de trimestriële intracommunautaire opgave verklaren

Eindejaarsverrichtingen

Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

situering

het doel van de eindejaarsverrichtingen verklaren

de belangrijkste stappen in de eindejaarsverrichtingen benoemen

 

voorlopige proef- en saldibalans

het doel van de voorlopige proef- en saldibalans verklaren

de voorlopige proefbalans opstellen

de bedragen in de voorlopige proef- en saldibalans verklaren

regularisatieboekingen

de regularisatieboekingen situeren in het verloop van alle boekhoudkundige verrichtingen van een boekjaar

het doel van de regularisatieboekingen verklaren

afschrijvingen

het bedrag van de jaarlijkse afschrijving berekenen volgens de lineaire en degressieve afschrijvingsmethode rekening houdend met de restwaarde

de jaarlijkse afschrijving, de gecumuleerde afschrijvingen en de huidige boekwaarde berekenen in een afschrijvingstabel volgens de lineaire en degressieve afschrijvingsmethode

de jaarlijkse afschrijving van materiële vaste activa registreren

regularisatie van een verkocht vast actief

de regularisatie van een verkocht vast actief met of zonder niet-recurrente bedrijfskost of -opbrengst registreren

voorraadwijzigingen

de voorraadwijziging registreren

de invloed van de voorraadwijziging op het bedrijfsresultaat verklaren

de kostprijs van de verkochte goederen afleiden uit de rekeningen 70400 Verkopen handelsgoederen, 60400 Aankopen handelsgoederen en 60940 Voorraadwijziging handelsgoederen

schulden op meer dan 1 jaar die binnen het jaar vervallen

de overheveling van schulden op lange termijn die binnen het jaar vervallen registreren

overlopende rekeningen

het deel van kosten en opbrengsten dat behoort tot het resultaat van het huidig boekjaar berekenen

het juiste deel van de kosten en opbrengsten toewijzen aan het resultaat van het huidige of het volgende boekjaar en dit registreren door overlopende rekeningen te gebruiken:

  • 49000 Over te dragen kosten
  • 49100 Verkregen opbrengsten
  • 49200 Toe te rekenen kosten
  • 49300 Over te dragen opbrengsten

 

de kost van reeds ontvangen handelsgoederen, waarvoor nog geen aankoopfactuur werd ontvangen, registreren via de rekeningen:

  • 44400 Te ontvangen facturen en
  • 44410 Te ontvangen creditnota’s’

 

de opbrengst van reeds geleverde handelsgoederen, waarvoor nog geen verkoopfactuur werd gemaakt ,registreren via de rekeningen: 

  • 40400 Te innen opbrengsten en
  • 40410 Op te maken creditnota’s

het resultaat van het boekjaar

het resultaat vóór belastingen berekenen

het definitief resultaat berekenen (let op: nieuwe boekhoudwetgeving - zie bijlage)

de bestemming van het resultaat van het boekjaar in de eindbalans

de toevoeging van het overgedragen resultaat van het vorig boekjaar naar het resultaat van het huidig boekjaar registreren

aan de hand van een cijfervoorbeeld het te bestemmen resultaat uitsplitsen volgens aard van de bestemming in:

  • wettelijke en overige reserves
  • vergoeding van kapitaal
  • bestuurders of zaakvoerders
  • overdracht naar volgend boekjaar

 

de opgegeven bestemming van het resultaat registreren

de definitieve proef- en saldibalans

het onderscheid tussen een voorlopige en definitieve proef- en saldibalans verklaren

uit het grootboek, na de regularisatieboekingen en de overheveling van het resultaat, de definitieve proef- en saldibalans opmaken

de jaarrekening

een balans en resultatenrekening invullen aan de hand van een definitieve proef- en saldibalans

verklaren dat de eindbalans en de resultatenrekening onderdelen zijn van de jaarrekening

Aanvullende studie van de actiefzijde

Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

oprichtingskosten

het begrip oprichtingskosten definiëren

de oprichtingskosten in een gegeven case herkennen

de oprichtingskosten situeren in het MAR en in de jaarrekening (volgens nieuwe boekhoudwetgeving: niet meer onder de vaste activa!)

de facturen die verband houden met de oprichting of uitbreiding van de onderneming registreren

de afschrijving van oprichtingskosten registreren

immateriële vaste activa

voorbeelden van immateriële vaste activa indelen in de juiste groep:

  • Kosten van onderzoek en ontwikkeling
  • Concessies, octrooien, licenties, knowhow, merken en
  • Goodwill

 

de immateriële vaste activa situeren in het MAR en in de jaarrekening

de aankoopfactuur van immateriële vaste activa registreren

de afschrijving van immateriële vaste activa registreren

materiële vaste activa

de aanschaffingswaarde van een materieel vast actief bepalen met inbegrip van aankoop-, installatie- en uitbreidings- of verbeteringskosten

de begrippen ‘werken in onroerende staat’ en ‘btw-medecontractant’ toepassen in een gegeven situatie

een aankoopfactuur met btw-medecontractant registreren

de afschrijvingstabel van materiële vaste activa volgens de lineaire en degressieve methode opstellen en de jaarlijkse afschrijvingen registreren

financiële vaste activa

het onderscheid tussen aandelen in de eigen onderneming (kapitaal) en in andere ondernemingen (belegging in financiële vaste activa) herkennen in een opgegeven situatie

de financiële vaste activa situeren in het MAR en in de jaarrekening

vorderingen op meer dan 1 jaar

de vorderingen op meer dan 1 jaar situeren in het MAR en in de jaarrekening

vorderingen op ten hoogste 1 jaar

de vorderingen op ten hoogste 1 jaar situeren in het MAR en in de jaarrekening

het ontstaan en innen van vorderingen op ten hoogste 1 jaar registreren

het verloop van dubieuze vorderingen registreren:

  • ontstaan
  • waardevermindering
  • realisatie van de vordering met minderwaarde of meerwaarde (recurrente kost of opbrengst!)

voorraadrekeningen

het saldo op een voorraadrekening verklaren

aan de hand van voorbeelden de voorraden indelen in:

  • grondstoffen
  • hulpstoffen
  • goederen in bewerking
  • gereed product
  • handelsgoederen

 

de waarde van de eindvoorraad handelsgoederen berekenen aan de hand van verschillende waarderingsmethodes:

  • FIFO
  • LIFO
  • gewogen gemiddelde
  • marktwaarde

 

de juiste waarde voor de eindvoorraad handelsgoederen kiezen

de voorraadwijziging registreren

de waardevermindering op een voorraad registreren

geldbeleggingen

de geldbeleggingen of termijndeposito’s situeren in het MAR en in de jaarrekening

de verwerving van geldbeleggingen of termijndeposito’s registreren

de opbrengsten uit geldbeleggingen of intresten op termijndeposito’s registreren

Aanvullende studie van de passiefzijde

Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

kapitaal

de rekening 10000 Kapitaal bij de oprichting van een eenmanszaak gebruiken

het gebruik van de rekening 48900 Schulden aan de eigenaar in een eenmanszaak verklaren

het kapitaal bij de oprichting van een vennootschap opdelen in 10000 Geplaatst kapitaal en 10100 Niet-opgevraagd kapitaal

de betekenis van een saldo op de rekeningen 10000 Geplaatst kapitaal en 10100 Niet-opgevraagd kapitaal in de boekhouding van een vennootschap verklaren

de kapitaalrekeningen situeren in de MAR en in de jaarrekening

herwaarderingsmeerwaarden

het begrip herwaarderingsmeerwaarde definiëren

de herwaarderingsmeerwaarden indelen en illustreren met voorbeelden:

  • op immateriële vaste activa
  • op materiële vaste activa
  • op voorraden

 

de herwaarderingsmeerwaarden situeren in de MAR en in de jaarrekening

reserves

het begrip reserves definiëren

de soorten reserves indelen en illustreren met voorbeelden

de reserves situeren in de MAR en in de jaarrekening

overgedragen winst of verlies

het begrip overgedragen winst of verlies verklaren

de overgedragen winst of verlies situeren in de MAR en in de jaarrekening

voorzieningen voor risico's en kosten

het begrip voorzieningen voor risico’s en kosten verklaren

de indeling van voorzieningen illustreren via voorbeelden

de voorzieningen situeren in het MAR en in de jaarrekening

het aanleggen van een voorziening voor grote herstellings- en onderhoudswerken registreren

het aanwenden van een voorziening voor grote herstellings- en onderhoudswerken registreren

schulden op meer dan één jaar

schulden op meer dan 1 jaar indelen en illustreren met voorbeelden

het gebruik van enkele vormen van schulden op meer dan 1 jaar verklaren :leasingschuld, hypothecaire lening, investeringslening, schuld aan kredietinstellingen

schulden op meer dan 1 jaar situeren in het MAR en in de jaarrekening

de verschillende stappen in de levensloop van een lening registreren:

  • aangaan van de lening
  • kosten verbonden aan de lening
  • overboeken van lange termijn schuld naar korte termijn schuld
  • kapitaalaflossingen en
  • intresten

 

een gegeven aflossingstabel van een leningscontract gebruiken om de verrichtingen met betrekking tot die lening te registreren

schulden op ten hoogste één jaar

schulden op minder dan 1 jaar indelen en illustreren met voorbeelden

het gebruik van enkele vormen van schulden op minder dan 1 jaar verklaren:

  • leasingschulden
  • hypothecaire lening
  • investeringslening
  • schuld aan kredietinstellingen

de schulden op minder dan 1 jaar situeren in het MAR en in de jaarrekening

het ontstaan van schulden op een zichtrekening op het einde van het boekjaar registreren

winstbelastingen

het belastbaar resultaat bepalen aan de hand van een gecorrigeerde saldibalans

het geraamde bedrag van de winstbelastingen berekenen aan de hand van concrete gegevens

het geraamd bedrag van de winstbelasting boekhoudkundig verwerken

De jaarrekening

Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

wettelijke kaders

de ondernemingen indelen volgens de criteria uit de nieuwe boekhoudwetgeving in micro, kleine en grote vennootschappen

voor de micro, kleine en grote vennootschappen  verklaren welke soort boekhouding ze moeten voeren en welke publicatieverplichtingen ze hebben

In bijlage vind je een overzichtstabel die je ook op het examen krijgt.

inhoud van de jaarrekening

de onderdelen en de inhoud van de jaarrekening benoemen (zie Balanscentrale voor aangepaste jaarrekeningen)

het doel van de jaarrekening verklaren

het belang dat de verschillende stakeholders hebben bij inzicht in de jaarrekening verklaren

een bedrag in de balans of de resultatenrekening van een gegeven jaarrekening verklaren aan de hand van informatie uit de toelichting en/of de sociale balans

in de verschillende onderdelen van de jaarrekening courante informatie opzoeken en verklaren

Welke opdracht moet je uitvoeren?

Dit vak heeft geen opdrachten

Welke bijlagen heb je nodig?

Bijlage
Bijlage 2 MAR_nieuw_2017.pdf
Bijlage 1 Veel gebruikte afkortingen.pdf
btw-aangifte.pdf
Bijlage 4 Boekhoudalgoritme in Edumatic.pdf
Bijlage 5 Nieuwe boekhoudwetgeving-aandachtspunten.pdf
Bijlage 6 Indeling van ondernemingen vlgs nieuwe boekhoudwetgeving.pdf

Hoe verloopt het examen?

120 minuten voor examens vanaf 01-01-2021 tot 31-12-2021
Het examen boekhouden is een digitaal examen. Vraag je je af hoe een digitaal examen verloopt? De uitleg over onze digitale examens, de instructies en heel wat voorbeeldvragen vind je op http://examencommissiesecundaironderwijs.be/examens
/
Kladpapier Balpen Digitale rekenmachine op de computer Bijlagen: - veel gebruikte afkortingen - MAR - btw-aangifte - indeling van ondernemingen volgens nieuwe boekhoudwetgeving - een jaarrekening van een willekeurig bedrijf
Het digitaal examen Boekhouden bestaat uit gesloten vragen. Er zijn verschillende vraagtypes: invulvragen, sleepvragen, dropdownvragen, meerkeuzevragen en boekhoudalgoritmes. Elk vraagtype heeft zijn eigen instructiezin, die duidelijk aangeeft wat je precies moet doen. Het is belangrijk dat je de verschillende vraagtypes vooraf inoefent. OP de website vind je enkele voorbeeldvragen, die je kan uitproberen. Uiteraard is dit geen echt examen: de bedoeling is dat je de techniek van de digitale vraagtypes in de vingers krijgt. Boekingen kunnen op volgende manieren gevraagd worden: - in journaalposten - op grootboekrekeningen - in boekhoudalgoritmes. Een boekhoudalgoritme of coderingsschema of redeneerschema is een hulpmiddel om stapsgewijs tot de juiste boeking te komen. Daarbij beantwoord je enkele vragen die leiden tot de uiteindelijke boeking: - welke rekeningen veranderen? - welke is het MAR-nummer van deze rekeningen? - is het een actief-, passief-, kosten- of opbrengstenrekening? - wordt de rekening vermeerderd of verminderd? - welk is het te boeken bedrag? - controleer of het debettotaal gelijk is aan het credittotaal Lees aandachtig de rubriek over de beoordeling van vragen. Daarin staat aangegeven welke delen van het boekhoudalgorime gequoteerd worden en welke niet.

Hoe beoordelen we het examen?

Via het examen test de examencommissie vooral of de kandidaat een inzichtelijk redeneervermogen heeft. Daarvoor wordt vooral het boekhoudalgoritme (redeneerschema) gehanteerd. Tevens wordt getest of de kandidaat het waarom van een boeking en de achterliggende mechanismen beheerst. Je kennis van en inzicht in boekhouden wordt in de eerste plaats getest via theoretische vragen, zoals: - welke soort rekening is het? A/P/K/O - op welke zijde van de rekening boek je … ? - welke rekening gebruik je om … te registreren? - wat is de betekenis van rekening … ? - … Op de tweede plaats wordt je inzicht in boekhouden getest aan de hand van praktische toepassingen, zoals: - het kunnen lezen van documenten (AF, VF, CNA, CNV, BU, …) en er vragen over kunnen beantwoorden; dat kunnen schermafdrukken uit een boekhoudpakket zijn; - documenten boekhoudkundig verwerken (coderen) in een boekhoudalgoritme, in een grootboek, in een journaal of in een blanco schermafdruk uit een boekhoudpakket; - berekenen van het resultaat van de onderneming; - … Sommige vragen handelen over één bepaalde leerinhoud: bijvoorbeeld over aankopen, verkopen, personeelskosten, btw, … Andere vragen gaan echter over de leerinhouden heen: bijvoorbeeld over verschillende elementen uit een balans of resultatenrekening, … REGELS BIJ QUOTERING VAN HET BOEKHOUDALGORITME De boekingen van verrichtingen zal je meestal moeten invoeren in een boekhoudalgoritme, zoals hieronder voorgesteld. - Bij het invullen van een boekhoudalgoritme, bekom je punten per regel die juist is. - Dit wil zeggen: het rekeningnummer, het bedrag én de plaats van het bedrag (D of C) moeten juist zijn. Als hierin iets fout is, bekom je geen punten. - De rekeningnaam verschijnt automatisch wanneer je het rekeningnummer hebt ingevoerd. Een volledig rekeningnummer bestaat uit 5 cijfers. - Je mag, maar moet niet de soort rekening (A/P/K/O) of +/- invullen. Dit grijze gedeelte wordt niet gequoteerd. Je mag ze gebruiken om je redenering op te bouwen. Maak je hierin fouten, dan worden hiervoor geen punten afgetrokken. - Het debet- en credittotaal wordt automatisch berekend: dit deel wordt ook niet gequoteerd. In de bijlagen vind je een voorbeeld van zo'n boekhoudalgoritme. REGELS BIJ QUOTERING VAN MEERKEUZEVRAGEN Bij de meerkeuzevragen is er telkens slechts één antwoord mogelijk. Er worden geen punten afgetrokken voor een fout antwoord. Met andere woorden: er gebeurt geen giscorrectie.

15 %

Basisbegrippen dubbel boekhouden

30 %

Verrichtingen in de loop van het boekjaar

5 %

BTW

20 %

Eindejaarsverrichtingen

10 %

Aanvullende studie van de Actiefzjde

10 %

Aanvullende studie van de Passiefzjde

10 %

Jaarrekening

Met welk materiaal bereid je je voor?

Je moet zelf op zoek naar leermiddelen om je examen voor te bereiden. De Examencommissie stelt zelf geen leermiddelen ter beschikking. Je kan ze kopen in een (online) boekhandel of ontlenen en raadplegen in een bibliotheek. De bibliotheken van de lerarenopleiding aan de universiteit of de hogeschool bieden heel wat leermiddelen aan.
Bij elke nieuwe editie van de vakfiche actualiseren we deze bibliografie. Toch is het best mogelijk dat bepaalde werken niet meer verkrijgbaar zijn of dat nieuwe werken die al op de markt zijn nog niet zijn opgenomen. Ook websites veranderen al eens van naam of worden aangepast. Als je niet onmiddellijk op de juiste website terechtkomt, kan je die proberen te vinden via een goede zoekmachine.
We maken bewust een selectie van leermiddelen die ons op dit ogenblik het meest aangewezen lijken om je voor te bereiden op onze examens. Zo willen we je helpen om je studie efficiënter aan te pakken. Je kan echter ook andere werken of cursussen gebruiken bij je voorbereiding op het examen.
Hieronder staan enkele handboeken die vaak gebruikt worden in het secundair onderwijs. Ze bieden je voldoende ondersteuning om de leerstof zelfstandig te verwerken. We verwijzen naar websites of andere uitgaven die je ook kunnen helpen bij je voorbereiding.
 

Methode
Uitgeverij
Gegevens

Boekhouden voor het beleid  (Van Liedekerke, Walraevens) -  978-90-455-6108-0 (elfde editie) 

(bevat de recentste boekhoudwetgeving  maar komt verder quasi overeen met 'Algemeen boekhouden' 

978-90-455-6106-6)

Van In/De Boeck

www.vanin.be

bestellingen@deboeck.com

Het systeem van dubbel boekhouden (Van Liedekerke, Walraevens)  978-90-455-6112-7

Van In/De Boeck

www.vanin.be

bestellingen@deboeck.com

Handelwijs 4 Dubbel boekhouden

Let op: dit is een invulboek

Van In/De Boeck

www.vanin.be

bestellingen@deboeck.com

Boekhouden met BOB deel 1 en 2 (Fastré, Wintmolders)

Van In/De Boeck

www.vanin.be

bestellingen@deboeck.com

De h@ndel en wij 6.2 Theorieboek (deel 10)

Van In/De Boeck

www.vanin.be

bestellingen@deboeck.com

De h@ndel en wij 6.1 Handel - BOB

Van In/De Boeck

www.vanin.be

bestellingen@deboeck.com

Website
Hoe kan deze site je helpen? Wat vind je hier?

http://www.lexalert.be/nl/article/omzetting-boekhoudrichtlijn-belgisch-recht-het-kb

Wijzigingen in jaarrekening en MAR sinds 1 januari 2016: beknopt maar met verwijzing naar de volledige tekst van het koninklijk besluit

http://www.cnc-cbn.be/files/news/link/20072016_Ontwerpadvies_Niet_recurrente_resultaten_NL_ED.pdf

Commissie voor Boekhoudkundige Normen: nieuwe schema van de resultatenrekening en overzicht van MAR-rekeningen in verband met niet-recurrente resultaten

https://www.nbb.be/nl/balanscentrale/opmaken/modellen/modellen-ondernemingen

Website van de NBB/ Balanscentrale: standaardmodellen van jaarrekeningen in functie van de grootte van de onderneming

www.minfin.fgov.be

website van de federale overheid / ministerie van financiën

http://financien.belgium.be/nl/ondernemingen/btw/aangifte/periodieke_aangifte

btw-handleiding van de federale overheid

http://financien.belgium.be/nl/ondernemingen/btw/aangifte/periodieke_aangifte/verplichte_voorschotten

btw-handleiding van de federale overheid met verwijzing naar de afschaffing van de voorschotten bij kwartaalaangifte

/