Voor je de verschillende tabellen met leerinhouden begint te bestuderen, geven we je enkele studie- en examentips.
Studietips
1. Om oefeningen op te lossen moet je voldoende wiskundetaal beheersen anders begrijp je de oefening niet en zal je niet de juiste woorden vinden om ze op te lossen. Ga daarom altijd na of je de wiskundetaal bij de leerinhouden in de volgende tabellen voldoende begrijpt. Gebruik de juiste wiskundige symbolen en notaties: bijvoorbeeld bij het neerschrijven van de informatie van een grafische voorstelling of het noteren van een oplossing.
2. Om het examen vlot af te leggen, moet je verschillende structuren in de wiskunde kunnen herkennen en toepassen. Oefen daarom veel en regelmatig. Maak verschillende soorten oefeningen over dezelfde leerinhoud. Je hebt de vorige graden een waaier aan oplossingsmethoden en – technieken geleerd. Kies de meest efficiënte in functie van de oefening.
3. Op het examen zal je vraagstukken moeten oplossen. Probeer ze eerst goed te begrijpen door ze een paar keer te lezen. Misschien helpt het je ook om de opgave voor jezelf te herformuleren. Daarna probeer je best om het vraagstuk te structureren: maak een duidelijk onderscheid tussen het gegeven en het gevraagde. Dat kan je bijvoorbeeld door het vraagstuk voor te stellen in een schets of een schema.
4. Tot slot is het belangrijk dat je zelf controles inbouwt: bijvoorbeeld toets het resultaat van een vergelijking aan je opgave. Schat de uitkomst van een bewerking: 'is mijn resultaat wel realistisch?’ Rond je resultaat af in functie van de concrete situatie: bijvoorbeeld een aantal personen druk je steeds uit in gehelen.
5. Studeren met leeftijdsgenoten kan motiveren en helpen je eigen mogelijkheden te vergroten.
Enkele examentips
1. Op het examen noteer je altijd je tussenstappen, ook al vind je ze vanzelfsprekend. Ze geven jou houvast voor de opbouw van een oefening. We kunnen bij de verbetering je redenering en werkwijze beter volgen.
2. Wees nauwkeurig en consequent. De manier waarop je een resultaat bereikt is immers even belangrijk als het antwoord zelf. We houden daar rekening mee bij het toekennen van de punten.
3. De laatste jaren heeft ICT zijn intrede gedaan en het gewone rekenwerk overgenomen. Het biedt een ondersteuning en voor het tekenen van grafieken van verbanden tussen grootheden is het een knap en tijdbesparend middel. Het tekenen van grafieken komt meermaals voor bij de leerinhouden. Ook bij het oplossen van wiskundige problemen gebruik je verantwoord ICT. Oefen dan ook voldoende en leer je ICT-hulpmiddelen goed kennen en gebruiken.
Reële functies
Reële functies
de reële functies: veeltermfuncties, rationale, irrationale, goniometrische, exponentiële en logaritmische functies
de grafiek van reële functies
deze functies tekenen met behulp van ICT
de grafische voorstelling van deze functies herkennen
de kenmerken van reële functies:
domein en bereik, eventuele nulwaarden en/of extremawaarden, eventuele symmetrieën (punt- en lijnsymmetrie) , tekenverandering,
stijgen, dalen of constant zijn
deze kenmerken afleiden uit de grafische voorstelling
de juiste notaties en/of terminologie gebruiken voor het noteren van deze kenmerken
de grafische voorstelling vertalen naar een tekenverloop of –schema
de grafische voorstelling vertalen naar een verloopschema
toepassingen in context op reële functies: veeltermfuncties, rationale, irrationale, goniometrische, exponentiële en logaritmische functies
Bij het oplossen van een probleem waarbij gebruik gemaakt wordt van functionele verbanden kan je een vergelijking of een ongelijkheid opstellen en oplossen.
Tabellen en grafieken bij deze functies gebruiken om functievoorschriften, vergelijkingen en ongelijkheden te interpreteren.
Functioneel gebruik maken van ICT om een probleem op te lossen.
Problemen met beperkte moeilijkheidsgraad oplossen zonder gebruik te maken van ICT.
Veeltermfuncties
domein en bereik van een veeltermfunctie
het domein en bereik van deze functie bepalen
het differentiequotiënt
de afgeleide
de gemiddelde verandering over een interval berekenen
het verband leggen tussen de afgeleide in een punt en de ogenblikkelijke verandering in dat punt
het verband leggen tussen de helling in een punt, de richtingscoëfficiënt van de raaklijn in dat punt en het differentiequotiënt
de afgeleide van een functie in een punt herkennen als de richtingscoëfficiënt van de raaklijn aan de kromme in dat punt
de eerste en tweede afgeleide van een veeltermfunctie
de som- en productregel
deze regel toepassen voor het berekenen van de eerste en tweede afgeleide
functioneel gebruik maken van ICT om de eerste en tweede afgeleide te berekenen
definities van begrippen uit de analyse: afgeleide, min/max, stijgen/dalen, buigpunt, hol/bol...
deze definities formuleren
Rationale functies
domein en bereik van een rationale functie
het domein en bereik van deze functie bepalen
asymptoten van een rationale functie
de vergelijkingen van de verticale, horizontale en schuine asymptoten afleiden uit de grafische voorstelling
de vergelijking van een schuine asymptoot berekenen uit het functievoorschrift van een gegeven rationale functie met de euclidische deling van veeltermen
de euclidische deling en het binomium van Newton
uit het functievoorschrift herkennen of een rationale functie een schuine asymptoot heeft
het binomium toepassen waar nodig
deze deling toepassen voor het bepalen van de vergelijking van de schuine asymptoot
Irrationale functies
domein en bereik van een eenvoudige irrationale functie
het domein en bereik van deze functie bepalen
asymptoten van een irrationale functie
de vergelijkingen van de verticale, horizontale en schuine asymptoten afleiden uit de grafische voorstelling van deze functie
het verband tussen de machtsfunctie en de wortelfunctie
de machtsfunctie herkennen als de inverse van de wortelfunctie en omgekeerd
Exponentiële en logaritmische functies
machten met rationale exponenten
machtswortels
de rekenregels van de machtsverheffing toepassen op machten met rationale exponenten
rekenen met machtswortels (met )
- x berekenen uit
- y berekenen uit
- n berekenen uit
de vormen omzetten naar en omgekeerd (met a>0)
voor een gegeven waarde van n het voorschrift van de inverse functie van de machtsfunctie opstellen
voor een gegeven waarde van n het voorschrift van de inverse functie van de n-de machtswortelfunctie opstellen
de machtsfunctie herkennen als inverse van de machtswortelfunctie
de exponentiële functie: domein, bereik, bijzondere waarden, stijgen/dalen, asymptotisch gedrag, beginwaarde, groeifactor
deze functie tekenen met behulp van ICT
deze kenmerken aflezen van de grafische voorstelling
het verband tussen de exponentiële en logaritmische functie
het getal e en de natuurlijke logaritme
de logaritmische functie herkennen als de inverse van de exponentiële functie en omgekeerd
voor een gegeven waarde van het grondtal a het voorschrift van de inverse functie van de exponentiële functie opstellen
voor een gegeven waarde van het grondtal a het voorschrift van de inverse functie van opstellen
de natuurlijke logaritme herkennen als de inverse functie van en omgekeerd
een lineaire en exponentiële groei
deze groei herkennen in een verwoording, een tabelvorm, een functievoorschrift
het functievoorschrift opstellen voor deze groei op basis van de grafiek of de tabelvorm
een groeifactor met rationale exponent berekenen
voor een exponentiële groei berekeningen uitvoeren met betrekking tot de beginwaarde, groeifactor en groeipercentage
exponentiële vergelijkingen van de vorm
de rekenregel van de logaritme van de macht of de definitie van de logaritme toepassen voor het berekenen van de derde veranderlijke als de andere twee gegeven zijn
functioneel gebruik maken van ICT om de vergelijkingen op te lossen
exponentiële en logaritmische verbanden, vergelijkingen en ongelijkheden
een exponentieel en logaritmisch verband omzetten naar een functievoorschrift
vraagstukken over exponentiële en logaritmische verbanden oplossen met behulp van logaritmen
grafieken en tabellen gebruiken om vraagstukken op te lossen over exponentiële en logaritmische verbanden
functioneel gebruik maken van ICT om deze vraagstukken op te lossen
de rekenregels van logaritmen: product, quotiënt, macht en verandering van grondtal
deze rekenregels toepassen voor het oplossen van exponentiële en logaritmische vergelijkingen en ongelijkheden
logaritmen berekenen met behulp van ICT
Goniometrische functies
de radiaal als maatgetal van een hoek
de hoeken in graden en radialen
het maatgetal van een hoek omzetten van zestigdelige graden in radialen en omgekeerd in kale rekenoefeningen en in context.
de hoeken in graden en radialen berekenen met behulp van ICT
de verwante hoeken en hun goniometrische getallen: sinus, cosinus en tangens
de verwantschap tussen de goniometrische getallen van hoeken herkennen op een goniometrische cirkel
de verwantschap van de goniometrische getallen hanteren voor het vereenvoudigen van goniometrische uitdrukkingen
waar mogelijk de exacte waarde van de goniometrische getallen gebruiken en niet de afgeronde waarden (zie formularium)
de sinus- , cosinus- en tangensfunctie en hun grafische voorstelling
deze grafieken tekenen op basis van de goniometrische cirkel
functioneel gebruik maken van ICT om deze grafieken te tekenen
de kenmerken van een sinus-, cosinus- en tangensfunctie: domein, bereik, periodiciteit, nulwaarden, extremawaarden, stijgen en dalen, asymptoten, hol/bol
deze kenmerken aflezen van de grafische voorstelling
functioneel gebruik maken van ICT
de grafiek van de algemene sinusfunctie
f(x) = a . sin ( b x + c ) + d
de algemene sinusfunctie tekenen met behulp van ICT
de coëfficiënten a, b, c en d aflezen van de grafische voorstelling
de coëfficiënten a, b, c en d interpreteren
een functievoorschrift opstellen op basis van een grafische voorstelling
grafieken en tabellen gebruiken om vraagstukken over de algemene sinusfunctie op te lossen
functioneel gebruik maken van ICT
basisvergelijkingen in sinus, cosinus en tangens
basisongelijkheden in sinus, cosinus en tangens
deze vergelijkingen en ongelijkheden grafisch oplossen met behulp van de grafische voorstelling of de goniometrische cirkel
deze vergelijkingen en ongelijkheden algebraïsch oplossen
de inverse functie van de sinus, cosinus en tangens gebruiken om het maatgetal van de hoek x te vinden met behulp van ICT
functioneel gebruik maken van ICT om vergelijkingen en ongelijkheden op te lossen
som- en verschilformules, verdubbelingsformules, formules van Simpson, ontbinden in factoren
deze formules toepassen voor het oplossen van goniometrische vergelijkingen en ongelijkheden in sinus, cosinus en tangens
deze formules toepassen voor het bewijzen van goniometrische identiteiten
functioneel gebruik maken van ICT om vergelijkingen en ongelijkheden op te lossen
goniometrische verbanden en periodieke verschijnselen
vraagstukken oplossen waarbij een periodiek verschijnsel kan beschreven worden met een goniometrisch verband
functioneel gebruik maken van ICT om het vraagstuk op te lossen
Analyse
Verloop en kenmerken van functies
verloop van een veeltermfunctie, een rationale, irrationale, goniometrische, exponentiële, logaritmische functie
- domein en bereik
- snijpunten met de assen
- tekenschema van de functie
- veranderingsgedrag van de functie
- hol/bol zijn van de functie
een verloop van deze functies uitvoeren zijnde
- het domein en bereik van deze functies bepalen
- deze snijpunten algebraïsch bepalen
- het tekenschema van deze functie opstellen
- de eerste en de tweede afgeleide van deze functies berekenen
- de nulwaarden van de eerste afgeleide en de tweede afgeleide bepalen
- de nulwaarden van de eerste afgeleide herkennen als de extremawaarden van deze functies
- de nulwaarden van de tweede afgeleide herkennen als de buigpunten van deze functies
- de vergelijking van de raaklijn aan de kromme in een (buig)punt van deze functies bepalen
- het tekenverloop van de eerste en de tweede afgeleide bepalen
- het verband leggen tussen het teken van de eerste afgeleide en het veranderingsgedrag van deze functies
- het verband leggen tussen het teken van de tweede afgeleide en het hol/bol zijn van deze functies
aan de hand van een onderzoek de grafiek van deze functies tekenen
functioneel gebruik maken van ICT om het verloop van een functie te onderzoeken
Extremawaarden van een veeltermfunctie, een rationale, irrationale, goniometrische, exponentiële, logaritmische functie
bij vraagstukken, die te herleiden zijn tot het bepalen van extremawaarden:
· zelf een veranderlijke kiezen,
· het functievoorschrift van een veeltermfunctie, een rationale, irrationale of goniometrische functie opstellen
· de extremawaarden bepalen
· en de vraagstukken oplossen
grafieken en tabellen gebruiken om extremumproblemen op te lossen
functioneel gebruik maken van ICT om extremumproblemen op te lossen
het begrip eerste en tweede afgeleide in domeinen buiten de wiskunde voor een veeltermfunctie, een rationale, irrationale, goniometrische, exponentiële, logaritmische functie
toepassingen herkennen en berekenen van het begrip afgeleide in domeinen buiten de wiskunde zoals de afgeleide van de plaatsfunctie van een wagen, de afgeleide functie van de snelheidsfunctie om de ogenblikkelijke snelheid en versnelling te berekenen.
functioneel gebruik maken van ICT om toepassingen te onderzoeken en op te lossen
Integralen
de onbepaalde integraal van een veeltermfunctie, rationale, irrationale, goniometrische, exponentiële en logaritmische functie
de onbepaalde integraal voor deze functies berekenen
de integratiemethodes: splitsen van integralen (som), substitutiemethode, partiële integratie
deze methoden manueel toepassen
de begrippen: bepaalde integraal, primitieve functie en oppervlakte
het verband leggen tussen de bepaalde integraal en de primitieve functie
het verband leggen tussen de bepaalde integraal en de oppervlakte tussen de grafiek van een functie en de horizontale as
de bepaalde integraal van een veeltermfunctie, rationale, irrationale, goniometrische, exponentiële en logaritmische functie
deze integraal manueel berekenen
functioneel gebruik maken van ICT om deze integraal te berekenen
deze integraal toepassen bij de berekening van een oppervlakte
deze integraal toepassen bij de berekening van de inhoud van een omwentelingslichaam
deze integraal berekenen in toepassingen in domeinen buiten de wiskunde zoals in de fysica, vulfunctie van een bad…