In onze samenleving is wiskunde overal. Zo zie je om je heen bijvoorbeeld vaak informatie in tabellen met getallen, in grafieken, diagrammen en schema's. Het vak wiskunde leert je relevante informatie onderscheiden van overbodige informatie en kritisch omgaan met deze overvloed aan cijfermateriaal en grafische voorstellingen.Je hebt ongetwijfeld ook gemerkt dat je regelmatig alledaagse problemen moet oplossen of vragen moet beantwoorden waarvoor je wiskunde nodig hebt zoals meetkundige vraagstukken oplossen of een verband tussen variabelen toepassen. Die problemen zelfstandig aanpakken op een wiskundige manier is niet altijd gemakkelijk. Het vraagt doorzettingsvermogen en volharding.Bovendien moet je een aantal basisleerinhouden beheersen en belangrijke wiskundige vaardigheden ontwikkelen om structuren en verbanden in het dagelijkse leven te herkennen en zo die concrete problemen op te lossen. De vraag naar praktisch bruikbare en concrete wiskunde is in onze samenleving dan ook erg groot. Het vak wiskunde biedt hier een antwoord op en leert je de wisselwerking maken tussen de theorie en de toepassing ervan in je dagelijkse leven.Daarnaast vult het vak wiskunde ook andere vakken aan. Je leert ordenen, structureren, analyseren, werken volgens een plan. Ook in andere domeinen buiten wiskunde is dit erg nuttig.Tenslotte heeft wiskunde ook zijn sporen nagelaten in culturele, historische en wetenschappelijke evoluties. Leer die herkennen en de mogelijkheden en beperkingen te waarderen.
Om je goed voor te bereiden op het examen, probeer je best deze studietips te volgen.1. Om oefeningen op te lossen moet je voldoende wiskundetaal beheersen anders begrijp je de oefening niet en zal je niet de juiste woorden vinden om ze op te lossen. Ga daarom altijd na of je de wiskundetaal bij de leerinhouden in de volgende tabellen voldoende begrijpt. Gebruik de juiste wiskundige symbolen en notaties: bijvoorbeeld bij het neerschrijven van de informatie van een grafische voorstelling of het noteren van een oplossing.2. Om het examen vlot af te leggen, moet je verschillende structuren in de wiskunde kunnen herkennen en toepassen. Oefen daarom veel en regelmatig. Maak verschillende soorten oefeningen over dezelfde leerinhoud. Je hebt in de vorige graden een waaier aan oplossingsmethoden en – technieken geleerd. Kies de meest efficiënte in functie van de oefening.3. Op het examen zal je vraagstukken moeten oplossen. Probeer ze eerst goed te begrijpen door ze een paar keer te lezen. Misschien helpt het je ook om de opgave voor jezelf te herformuleren. Daarna probeer je best om het vraagstuk te structureren: maak een duidelijk onderscheid tussen het gegeven en het gevraagde. Dat kan je bijvoorbeeld door het vraagstuk voor te stellen in een schets of een schema.4. Tot slot is het belangrijk dat je zelf controles inbouwt: bijvoorbeeld toets het resultaat van een vergelijking aan je opgave. Schat de uitkomst van een bewerking: 'is mijn resultaat wel realistisch?’ Rond je resultaat af in functie van de concrete situatie: bijvoorbeeld een aantal personen druk je steeds uit in gehelen.5. Studeren met leeftijdsgenoten kan motiveren en helpen je eigen mogelijkheden te vergroten.Bij open vragen moet je bovendien proberen om altijd je tussenstappen te noteren ook al vind je ze vanzelfsprekend. Ze geven jou houvast voor de opbouw van een oefening en ze geven ons de mogelijkheid je redenering en werkwijze te volgen. Wees hierbij nauwkeurig en consequent. De manier waarop je een resultaat bereikt is immers even belangrijk als het antwoord zelf. We houden daar rekening mee bij het toekennen van de punten.De laatste jaren heeft ICT zijn intrede gedaan en het gewone rekenwerk overgenomen. Het biedt een ondersteuning en voor het tekenen van grafieken van verbanden tussen grootheden is het een knap en tijdbesparend middel. Het tekenen van grafieken komt immers meermaals voor bij de leerinhouden. Ook bij het oplossen van wiskundige problemen kan je ICT handig inzetten. Oefen dan ook voldoende en leer je ICT-hulpmiddelen goed kennen en gebruiken.
de reële functies: veeltermfuncties, rationale, irrationale, goniometrische, exponentiële en logaritmische functies
de grafiek van reële functies
deze functies tekenen met behulp van ICTde grafische voorstelling van deze functies herkennen
de kenmerken van reële functies: domein en bereik, eventuele nulwaarden en/of extremawaarden, eventuele symmetrieën, stijgen, dalen of constant zijn, tekenverandering
deze kenmerken afleiden uit de grafische voorstelling
de juiste notaties en/of juiste terminologie gebruiken voor het noteren van de kenmerken
de grafische voorstelling vertalen naar een tekenschema
de grafische voorstelling vertalen naar een verloopschema
de even en oneven functies: punt – en lijnsymmetrie
het soort symmetrie afleiden uit de grafische voorstelling
toepassingen in context op reële functies: veeltermfuncties, rationale, irrationale, goniometrische, exponentiële en logaritmische functies
bij het oplossen van een probleem waarbij gebruik gemaakt wordt van functionele verbanden kan je een vergelijking of een ongelijkheid opstellen en oplossen met ICTtabellen en grafieken bij deze functies gebruiken om functievoorschriften, vergelijkingen en ongelijkheden te interpreterenoplossen van vraagstukken over rationale, irrationale, goniometrische, exponentiële en logaritmische functies enkel met ICT
de nulwaarden van veeltermfuncties
de ontbindingstechnieken: regel van Horner, discriminant, gemeenschappelijk factor
de nulwaarden van een veeltermfunctie aflezen van een grafiek
deze waarden algebraïsch bepalen uit het functievoorschrift door de geschikte ontbindingstechniek toe te passen
de afgeleide van een veeltermfunctie
de afgeleide berekenen van een machtsfunctie
het begrip afgeleide van een functie in een punt uitbreiden tot het definiëren van de afgeleide functie
de som- en productregel
deze regel toepassen om de afgeleide functie te berekenen
het differentiequotiënt
de afgeleide van een veeltermfunctie en de helling van de grafiek in een punt
een gemiddelde verandering over een interval berekenen
het verband leggen tussen helling in één punt, de richtingscoëfficiënt van de raaklijn in dat punt en de afgeleide in dat punt
de afgeleide van een functie in een punt herkennen als de richtingscoëfficiënt van de raaklijn aan de kromme in dat punt
het verloop van veeltermfunctie:
de nulwaarden van de afgeleide functie
het tekenverloop van de afgeleide functie
het stijgen en dalen van de functie
de afgeleide van een veeltermfunctie berekenen
de nulwaarden van de afgeleide functie algebraïsch bepalen
de nulwaarden van de afgeleide functie herkennen als de extremawaarden van de functie
het tekenschema van de afgeleide functie bepalen
het verband leggen tussen het teken van de afgeleide functie en het veranderingsgedrag van de functie
toepassingen van het begrip afgeleide in domeinen buiten de wiskunde zoals de afgeleide van de plaatsfunctie van een wagen, de afgeleide functie van de snelheidsfunctie, de afgeleide van de vulfunctie van een bad, snelheid, versnelling
het begrip afgeleide functie herkennen in domeinen buiten de wiskunde
de extremawaarden en het stijgen en dalen
vraagstukken oplossen met behulp van de afgeleide van een veeltermfunctie: stijgen, dalen en extremawaarden van de veeltermfunctie
bij vraagstukken, die te herleiden zijn tot het bepalen van extremawaarden, zelf een veranderlijke kiezen, het functievoorschrift van de veeltermfunctie opstellen en de extrema bepalen
vraagstukken over extremaproblematiek oplossen
machten met rationale exponenten
nde machtswortels
de rekenregels van de machtsverheffing toepassen op machten met rationale exponentenrekenen met nde machtswortels (met x,y∈R+,n∈N0)· x berekenen uit xn=y · y berekenen uit xn=y· n berekenen uit xn=yde vormen anm omzetten naar anm met a > 0voor een gegeven waarde van n het voorschrift van de inverse functie van de machtsfunctie f(x)=xn opstellenvoor een gegeven waarde van n het voorschrift van de inverse functie van de n-de machtswortelfunctie f(x)=xn opstellende machtsfunctie f(x)=xn herkennen als inverse van de machtswortelfunctie g(x)=xn
de exponentiële functie: domein, bereik, bijzondere waarden, stijgen/dalen, asymptotisch gedrag
deze functie tekenen met behulp van ICTdeze kenmerken aflezen van de grafische voorstellingde beginwaarde en de groeifactor afleiden uit de grafiek en deze interpreteren
de logaritmische functie en de wortelfunctie
deze functies tekenen met behulp van ICT
een lineaire en exponentiële groei
lineaire of exponentiële groei herkennen in een verwoording, een tabelvorm, een functievoorschrift of een grafische voorstelling
het functievoorschrift opstellen voor een lineaire of exponentiële groei op basis van de grafiek of de tabelvorm
het groeipercentage berekenen aan de hand van de groeifactor
de rekenregels van logaritmen
logaritmen berekenen met behulp van ICTde rekenregels van logaritmen toepassen
exponentiële vergelijkingen
de rekenregels van logaritmen toepassen om exponentiële vergelijkingen op te lossenfunctioneel gebruik maken van ICT om de vergelijkingen op te lossen
het verband tussen exponentiële en logaritmische functie
de logaritmische functie herkennen als de inverse van de exponentiële functie en omgekeerdvoor een gegeven waarde van het grondtal a het voorschrift van de inverse functie van de exponentiële functie f(x)=ax opstellenvoor een gegeven waarde van het grondtal a het voorschrift van de inverse functie van f(x)=alog(x) opstellen
exponentiële verbanden
een exponentieel verband herkennen in een probleemstelling
de verwoording van een exponentieel verband vertalen naar een functievoorschrift van een exponentiële functie
vraagstukken oplossen door logaritmen te gebruiken
de radiaal als maatgetal van een hoekde hoeken in graden en radialen
het maatgetal van een hoek omzetten van zestigdelige graden in radialen en omgekeerd in kale rekenoefeningen en in context.de hoeken in graden en radialen berekenen met behulp van ICT
de verwante hoeken en hun goniometrische getallen: sinus, cosinus en tangens
de verwantschap tussen de goniometrische getallen van hoeken herkennen op een goniometrische cirkel
de sinusfunctie en haar grafische voorstelling
de sinus van een hoek aanduiden op een goniometrische cirkelde grafiek van de sinusfunctie tekenen met behulp van de goniometrische cirkelde sinusfunctie tekenen met behulp van ICT
de kenmerken van de sinusfunctie: domein, bereik, periodiciteit, nulwaarden, extremawaarden, stijgen en dalen
deze kenmerken aflezen van de grafische voorstelling van de sinusfunctie
de grafiek van de algemene sinusfunctief(x) = a . sin (b x + c)
verschuivingen en vervormingen toepassen op de sinusfunctie om de algemene sinusfunctie te bekomende algemene sinusfunctie tekenen met behulp van ICTde coëfficiënten a, b en c afleiden uit de grafiek van de algemene sinusfunctiede coëfficiënten a, b en c interpreteren
de sinusvergelijking sin x = k
deze vergelijking grafisch oplossendeze vergelijking algebraïsch oplossende inverse functie van de sinus gebruiken om het maatgetal van de hoek x te vinden met behulp van ICT
de soorten variabelen: kwalitatief (nominaal en ordinaal), kwantitatief (continu en discreet)
de soorten variabelen benoemen
de normaalverdeling
een symmetrische en een niet symmetrische verdeling herkennen in een histogram en een frequentiepolygoon van relatieve frequentiesin betekenisvolle situaties de normaalverdeling hanteren als benadering van discrete gegevensde klokcurve van gauss tekenen met behulp van ICTde klokcurve van gauss herkennen als een normaalverdeling van gegevens
het gemiddelde en de standaardafwijking
het gemiddelde en de standaardafwijking aanduiden op een grafische voorstelling van een normaalverdeling en deze interpreterenhet gemiddelde en de standaardafwijking berekenen met behulp van ICTuit de berekening van de standaardafwijking de juiste waarde kiezen voor de populatie of steekproef
de standaardnormaalverdeling
de standaardnormaalverdeling herkennen als een klokcurve met μ = 0 en σ = 1
het verband leggen tussen de normaalverdeling en de standaard normaalverdeling
de relatieve frequentie en kans
het verband leggen tussen de relatieve frequentie tussen twee waarden en de oppervlakte onder de normaalcurve tussen twee grenzen
het verband leggen tussen de relatieve frequentie en de kans dat een waarde voorkomt in een gegeven interval
kansrekenen met de normaalverdeling
met behulp van ICT de relatieve frequentie of kans berekenen tussen twee gegeven waarden, waarden kleiner of groter dan een gegeven grensvraagstukken rond het berekenen van kans en/of relatieve frequentie oplossen
de 68 -95 – 99,7% regel
de waarden σ, 2σ, 3σ interpreteren naar oppervlakten en percentage onder de klokcurvedoor middel van berekeningen met ICT de 65-95-99,7% regel gebruiken om te controleren of het model van de normale verdeling gebruikt kan worden als benadering voor een gegeven dataset
de z-scores
verschillende statistische gegevens, die als continu kunnen worden beschouwd, vergelijken
Reële functies
80%
Statistiek
20%
Je moet zelf op zoek naar leermiddelen om je examen voor te bereiden. De Examencommissie stelt zelf geen leermiddelen ter beschikking. Je kan boeken of cursussen kopen in een (online of tweedehands-) boekenhandel of ontlenen in een bibliotheek.Bij elke nieuwe editie van de vakfiche actualiseren we deze bibliografie. Toch is het best mogelijk dat bepaalde werken niet meer verkrijgbaar zijn of dat nieuwe werken die al op de markt zijn nog niet zijn opgenomen.We maken bewust een selectie van leermiddelen die ons op dit ogenblik het meest aangewezen lijken om je voor te bereiden op onze examens. Zo willen we je helpen om je studie efficiënter aan te pakken. Je kan echter ook andere werken of cursussen gebruiken bij je voorbereiding op het examen.Hieronder vind je enkele handboeken die vaak gebruikt worden in het secundair onderwijs. Ze bieden je voldoende ondersteuning om zelfstandig de leerstof te verwerken dankzij elektronische hulpmiddelen zoals oefeningen die de uitgever aanbiedt bij het handboek.
Van Basis tot Limiet 5/63 en 4 uurs
Die Keure
www.diekeure.be
Matrix 5/63 en 4 uurs
Pelckmans
www.pelckmans.be
Delta 5/63 en 4 uurs
Delta Nova 5/63 en 4 uurs
Wiskunde Project 5 en 63 en 4 uurs
Integraal 5/63 uurs
Plantyn
www.plantyn.com
Pienter 5/63 en 4 uursArgument 5/63 uurs
Van In
www.vanin.be