Via het vak Handelseconomie krijg je inzicht in de handelswereld, gesitueerd in een breder economisch kader.Je maakt er kennis met de voornaamste spelers: de bedrijven en de gezinnen. Maar ook de rol van de financiële instellingen, het buitenland en de overheid komt bondig in het vizier.
Alle economische activiteiten ontstaan uit de behoeften van die spelers en hun zoektocht naar de juiste goederen en diensten om die behoeften te bevredigen.Je zal inzicht verwerven in de ondernemingen door deze te bestuderen vanuit de bedrijfskolom, de verschillende sectoren, de soort van activiteiten, de grootte en de jurudische vorm.Verder zal je je kennis over de handel en de handelaar verdiepen vanuit de functies die de handel vervult en de verschillende indelingen die je in de handel kan onderscheiden.Handel betekent kopen en verkopen. Je zal de verschillende stappen in het koop-verkoopproces leren kennen en inzicht verwerven in de documenten die uit dat proces ontstaan. Kopen en verkopen gaan bovendien gepaard met betalen en innen. Dat is de reden waarom je je kennis over enkele courant gebruikte betalingstechnieken, documenten en -bewijzen verdiept.Vaak zijn de eigen middelen ontoereikend om alle behoeften te bevredigen. Dan kunnen gezinnen en bedrijven beroep doen op kredieten. Je bestudeert enkele veel voorkomende kredieten. Je leert ook intresten te berekenen op eenvoudige beleggingen of kredieten. Tegelijk moet je als kredietnemer beducht zijn voor de valkuilen van kredieten. Daarom leer je de wet op het consumentenkrediet kennen.Zowel gezinnen als bedrijven lopen verschillende risico’s waaruit schade kan ontstaan. Om zich in te dekken tegen de financiële gevolgen van die schadegevallen, kunnen zij zich verzekeren. Vertrekkend vanuit je eigen leefwereld maak je kennis met enkele nuttige verzekeringsvormen en hun toepassing.In een apart deel bestudeer je de gezinnen, als belangrijke deelnemer aan het economisch leven. Je moet er antwoorden kunnen geven op enkele cruciale vragen. Welke inkomens verwerven de gezinnen? Waaraan besteden zij die inkomens? Wat beïnvloedt de koopkracht van de gezinnen?In handelseconomie leer je de maatschappelijke fenomenen begrijpen vanuit een theoretische achtergrond. Bekijk daarom de leerinhouden niet los van de realiteit maar koppel voortdurend terug naar de actualiteit.
de goederen en diensten
het onderscheid tussen economische en niet- economische goederen beschrijven en illustreren
het onderscheid tussen gebruiks- en verbruiksgoederen beschrijven en illustreren
deze verschillende soorten goederen en diensten herkennen, benoemen en toelichten op basis van een casus
produceren en consumeren: begrippen
deze begrippen beschrijven en illustreren
deze begrippen herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
de productiefactoren: natuur, arbeid en kapitaal
deze productiefactoren opsommen, beschrijven en illustreren
deze productiefactoren herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
het onderscheid tussen onderneming en bedrijf
dit onderscheid herkennen, benoemen en beschrijven op basis van een gegeven casus
de bedrijfskolom
het begrip bedrijfskolom herkennen, beschrijven en illustreren
verklaren waarom de consument geen deel uitmaakt van de bedrijfskolom
de verschillende stappen die een product aflegt tot bij de consument in een bedrijfskolom ordenen
een bedrijfskolom opstellen op basis van een gegeven casus
de toegevoegde waarde
het begrip toegevoegde waarde definiëren, toelichten en illustreren
de toegevoegde waarde voor elke stap uit de bedrijfskolom afleiden
de totale toegevoegde waarde afleiden uit de bedrijfskolom
de belasting over de toegevoegde waarde (btw):
btw voluit schrijven
het begrip btw definiëren
aan de hand van een bedrijfskolom het werkingsprincipe van de btw toelichten
verklaren aan de hand van een bedrijfskolom wie de btw betaalt aan de overheid en wie de btw als kost draagt
de btw berekenen
indeling in sectoren:
de verschillende sectoren beschrijven en illustreren
gegeven voorbeelden van bedrijven onderbrengen in de juiste sector op basis van hun output
de sectoren benoemen waartoe bedrijven in een bedrijfskolom behoren
relevante informatie over de sectoren in België afleiden uit statistieken van de FOD Economie
indeling in de profit en non-profit sector
deze begrippen beschrijven, toelichten en illustreren
het onderscheid tussen de profit en non profit sector herkennen, benoemen, beschrijven en toelichten
gegeven voorbeelden van ondernemingen indelen bij de profit of de non-profitsector
het belang van de non-profit sector beschrijven en toelichten
indeling volgens activiteit:
deze bedrijfsvormen herkennen, benoemen en beschrijven op basis van een gegeven casus
indeling volgens grootte:
deze begrippen beschrijven, toelichten en illustrerende voor- en nadelen van een kmo en een groot bedrijf herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
indeling volgens de ondernemingsvorm:
deze ondernemingsvormen beschrijven, toelichten en illustrerenhet onderscheid tussen de eenmanszaak en de vennootschap beschrijven en toelichten op basis van de genoemde criteriade nv en bv herkennen, benoemen en toelichten op basis van de genoemde criteria
de begrippen handel en handelaar
de functies van de handel: het beschikbaar stellen van producten
de functies van de handel opsommen, beschrijven en illustreren
de functies van de handel herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
verschillende indelingen van handel:
deze verschillende soorten handel herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
de stappen in het koop- en verkoopproces en de bijhorende documenten:
de opeenvolgende stappen in het koop- en verkoopproces opsommen en ordenen
het doel van deze verschillende stappen in het koop- en verkoopproces beschrijven en toelichten
de bijhorende documenten herkennen, benoemen en toelichten
het doel (functie) van elk document beschrijven
de verschillende documenten ordenen binnen het koop- en verkoopproces
het onderscheid tussen een vaste en een vrijblijvende prijsaanvraag herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
de belangrijkste elementen van een bestelbon herkennen, benoemen en toelichten
de elementen die de factuur (en creditnota) moet bevatten herkennen, benoemen en toelichten
een bestelbon invullen op basis van een prijsofferte
uit een gegeven factuur afleiden wanneer, hoe en hoeveel moet betaald worden door de koper
de verkoopsvoorwaarden:
de verkoopsvoorwaarden herkennen en benoemen op basis van een gegeven casus
de verkoopsvoorwaarden afleiden uit een bestelbon
het onderscheid herkennen, benoemen en beschrijven tussen handelskorting en financiële korting in een gegeven factuur
het onderscheid beschrijven en illustreren tussen contant en cash betalen
het onderscheid beschrijven en illustreren tussen contante betaling en betaling op termijn
het begrip incoterms beschrijven en illustreren
het belang van incoterms beschrijven en toelichten
de incoterms af magazijn en franco thuis herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
het onderscheid tussen een aankoop- en een verkoopfactuur
dit onderscheid herkennen, benoemen en toelichten
de factuur berekening met maatstaf van heffing, btw, handelskorting, financiële korting en kosten
een factuur invullen en berekenen op basis van een gegeven bestelbon
een factuurberekening controleren op juistheid
de creditnota berekening
een eenvoudige creditnota invullen en berekenen
een creditnota berekening controleren op juistheid
het onderscheid tussen de rechtstreekse en de onrechtstreekse betaling
afleiden en toelichten of het gaat om een rechtstreekse of onrechtstreekse betaling op basis van een gegeven casus
de rechtstreekse betaling
deze betekenis beschrijven, toelichten en illustreren
deze betalingsbewijzen herkennen, benoemen en toelichten
deze betalingsbewijzen opsommen en beschrijven
deze betalingsbewijzen herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
het belang van deze betalingsbewijzen beschrijven
de onrechtstreekse betaling via financiële instellingen
deze rol beschrijven en toelichten
deze begrippen beschrijven en toelichten
het onderscheid tussen de zicht- en de spaarrekening herkennen, beschrijven en toelichten
het belang van de zicht- en de spaarrekening beschrijven en toelichten
het rekeninguittreksel
relevante informatie afleiden uit een gegeven rekeninguittreksel
de bewijskracht van het rekeninguittreksel beschrijven, toelichten en illustreren
betalingstechnieken via financiële instellingen
deze betalingstechnieken en -kaarten herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
de meest geschikte betalingstechniek afleiden en je keuze verantwoorden op basis van een gegeven casus
het onderscheid tussen een domiciliëring en een doorlopende opdracht herkennen, beschrijven en illustreren
het onderscheid tussen een debetkaart en een kredietkaart beschrijven en illustreren
het onderscheid tussen een debetkaart en een bedrijfskaart herkennen, beschrijven en illustreren
verschillende manieren van e-banking herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
alternatieve betaalvormen en nieuwe tendensen
deze alternatieve betaalvormen beschrijven, toelichten en illustreren
deze betaalvormen herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
nieuwe tendensen herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven artikel
begrippen in verband met krediet
rol van de financiële instellingen en handelaars als kredietverleners
belang van het krediet voor de particulier
rangschikking van kredieten volgens hun looptijd
deze rol van de financiële instellingen en handelaars beschrijven en toelichten
dit belang voor de particulier beschrijven, toelichten en illustreren
de kredieten ordenen volgens hun looptijd in korte en lange termijnkredieten
kredieten op korte termijn
deze kredietvormen beschrijven en toelichten
deze kredietvormen herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
de meest geschikte kredietvorm aanduiden en verantwoorden op basis van een gegeven casus
de voor- en nadelen van deze kredietvormen opsommen en toelichten
het onderscheid tussen het kaskrediet en de kasfaciliteit beschrijven en toelichten
beschrijven en toelichten hoe je met een debet- en kredietkaart krediet opneemt
kredieten op lange termijn
de meest geschikte kredietvorm aanduiden en motiveren op basis van een gegeven casus
de voor- en nadelen van deze kredietvormen beschrijven en toelichten
deze begrippen in verband met leasing herkennen, benoemen en beschrijven op basis van een casus
de intrest
dit begrip definiëren en illustreren
de verschuldigde intrest voor een kaskrediet berekenen met de enkelvoudige intrestformule
de reële intrestlasten voor enkele kredietvormen vergelijken en beoordelen op basis van een gegeven casus
het begrip JKP definiëren
het JKP zonder berekeningen afleiden uit een gegeven voorbeeld
het JKP van enkele kredietvormen herkennen, vergelijken en beoordelen op basis van een gegeven casus
aandachtspunten in verband met veilig krediet opnemen door de kredietnemer
deze begrippen terugbetalingsplicht, financiële draagkracht en waarborgen beschrijven, toelichten en illustreren
de verplichtingen van de kredietnemer beschrijven en toelichten op basis van een gegeven casus
het risico van een krediet voor de kredietnemer herkennen, beschrijven en toelichten op basis van een gegeven casus
de waarborgen die de kredietgever vraagt herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
bescherming van de kredietnemer door de wet op het consumentenkrediet
het doel van de wet op het consumentenkrediet beschrijven en toelichten
de rechten en plichten van de kredietnemer afleiden uit een gegeven casus met behulp van uittreksels uit de wet op het consumentenkrediet
basisbegrippen in verband met verzekeringen :
deze basisbegrippen beschrijven, toelichten en illustreren
de verschillende begrippen herkennen, benoemen en beschrijven op basis van een gegeven casus
het belang van een verzekering voor de verzekeringsnemer beschrijven en toelichten
de onderdelen en partijen in een gegeven verzekeringspolis herkennen en benoemen met de juiste vaktermen
de verplichting van de verzekeringsnemer herkennen, benoemen en toelichten in een gegeven verzekeringspolis
de verplichting van de verzekeraar herkennen en benoemen in een gegeven verzekeringspolis
soorten van verzekeringen:
deze verzekeringssoorten herkennen, benoemen en beschrijven op basis van een gegeven casus
beschrijven en toelichten welke risico’s de opgesomde verzekeringen dekken
aanduiden welke verzekeringen wettelijk verplicht zijn en welke niet op basis van een gegeven casus
arbeidkapitaalsociale vergoedingentoevallige vergoedingen
deze bronnen van inkomsten voor gezinnen opsommen, beschrijven en illustreren
deze bronnen van inkomsten herkennen, benoemen en toelichten
werken als zelfstandige of als werknemer
het onderscheid tussen een zelfstandige en een werknemer herkennen, beschrijven en illustreren
de vergoeding van arbeid als werknemer benoemen en toelichten
de vergoeding van arbeid als zelfstandige benoemen en toelichten
het loon van de werknemer
elementen van het loon en de loonberekening: brutoloon, rsz-bijdrage, belastbaar loon, bedrijfsvoorheffing en nettoloon
loonberekening (van bruto naar netto)
deze begrippen herkennen, benoemen en beschrijven op basis van een casus
de voornaamste inhoudingen op het brutoloon opsommen en toelichten
een eenvoudige loonberekening maken en toelichten op basis van een gegeven casus
het nominaal en reëel loon: begrippen en onderscheid
het onderscheid tussen nominaal en reëel loon herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
sparen en beleggen:
deze begrippen herkennen, benoemen en toelichten
enkele bepalende factoren bij de keuze van beleggingsvormen opsommen en toelichten
opbrengsten uit spaar- en beleggingsvormen
de juiste opbrengstbenaming benoemen bij elke spaar- en beleggingsvorm
deze inkomsten uit kapitaal herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
sectoren van de sociale zekerheid:
deze sectoren opsommen en toelichten
deze sectoren herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
vervangingsinkomen of aanvullend inkomen
dit belang beschrijven en toelichten
het onderscheid tussen een vervangingsinkomen en een aanvullend inkomen herkennen, benoemen en toelichten
vervangings- of aanvullende inkomsten herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
consumptie
sparen en beleggen
belastingen
de drie belangrijkste manieren van inkomensbesteding opsommen, toelichten en illustreren
consumptie: begrip
dit begrip beschrijven, toelichten en illustreren
de begrippen sparen en beleggen beschrijven, toelichten en illustreren
deze spaar- en beleggingsvormen onderling vergelijken en toelichten
enkele bepalende factoren bij de keuze van deze spaar- en beleggingsvormen opsommen en toelichten
een vorm van belegging of sparen kiezen en verantwoorden op basis van gegeven criteria in een casus
het begrip ethisch beleggen beschrijven, toelichten en illustreren
het begrip ethisch beleggen herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
belastingen betalen:
de genoemde soorten van belastingen rangschikken als directe of indirecte belastingen en deze rangschikking verantwoorden
directe en indirecte belastingen herkennen, benoemen en toelichten op basis van een gegeven casus
het begrip roerende voorheffing beschrijven, toelichten en illustreren
de roerende voorheffing berekenen op een gegeven roerend inkomen (% niet van buiten kennen)
het onderscheid tussen de bruto- en de nettorente beschrijven, toelichten en illustreren
de bruto- en netto opbrengst van een spaar- of beleggingsvorm berekenen met toepassing van de roerende voorheffing
10 %
Basisbegrippen
15 %
Ondernemingen en bedrijven
5 %
Handel en handelaar
Koop- en verkoopproces
Betalen en innen
Krediet
Verzekeringen
Gezinnen
Je moet zelf op zoek naar leermiddelen om je examen voor te bereiden. De Examencommissie stelt zelf geen leermiddelen ter beschikking. Je kan ze kopen in een (online) boekhandel of ontlenen en raadplegen in een bibliotheek. De bibliotheken van de lerarenopleiding aan de universiteit of de hogeschool bieden heel wat leermiddelen aan.Bij elke nieuwe editie van de vakfiche actualiseren we deze bibliografie. Toch is het best mogelijk dat bepaalde werken niet meer verkrijgbaar zijn of dat nieuwe werken die al op de markt zijn nog niet zijn opgenomen. Ook websites veranderen al eens van naam of worden aangepast. Als je niet onmiddellijk op de juiste website terechtkomt, kan je die proberen te vinden via een goede zoekmachine.We maken bewust een selectie van leermiddelen die ons op dit ogenblik het meest aangewezen lijken om je voor te bereiden op onze examens. Zo willen we je helpen om je studie efficiënter aan te pakken. Je kan echter ook andere werken of cursussen gebruiken bij je voorbereiding op het examen.Hieronder staan enkele handboeken die vaak gebruikt worden in het secundair onderwijs. Ze bieden je voldoende ondersteuning om de leerstof zelfstandig te verwerken. We verwijzen naar websites of andere uitgaven die je ook kunnen helpen bij je voorbereiding.
Optimum 3 Handelseconomie - Boekhouden - Kantoortechnieken (2de graad bso)Let op: dit is een leerwerkboek
VAN IN
www.vanin.beTel: 03 432 95 02secundair.onderwijs@vanin.be
Optimum 4 Handelseconomie (2de graad bso)Let op: dit is een leerwerkboek
http://economie.fgov.be/nl/consument/consumentenkrediet/
Wet op het consumentenkrediet