Skip to Main Content

Vakfiche toonmoment 2 (WT) 3 kso

Geldig van 01 januari 2020 tot en met 31 december 2020
 

content

Studierichting

Geen studierichtingen gevonden

Referentiekader

ReferentiekaderOpmerking
LeerplannenDe leerplandoelstellingen die de kandidaten moeten behalen om te slagen voor het vak Waarnemingstekenen 3kso komen uit het leerplan van het VVKSO (D/2011/7841/004), het GO! (2002/223) – het GO! (2002/222) en het GO! DKO 2018-006

Waarom leer je dit vak?

Je ontwikkelt in het vak waarnemingstekenen het visueel en tactiel bewustzijn en vermogen. 

Je maakt kennis met de universele beeldende taal waarmee je jezelf kan uitdrukken en je begrijpt en hanteert die.

Tekenen is een primaire en universele vorm van communicatie, het is een dialoog met de ruimte. Door de ruimte op analytische en structurele wijze te bestuderen, leer je je op authentieke wijze uitdrukken. Je hanteert hiervoor specifieke materialen en technieken.

Het examen Waarnemingstekenen bestaat uit een mondeling en praktisch gedeelte. Het praktisch gedeelte  bestaat uit twee toonmomenten en één examenmoment waarbij in verschillende (deel)opdrachten jouw kennis en vaardigheden worden getest. 

Je leert een goed plan opstellen. We dagen je eerst uit om het antwoord te vinden op de vraag wat we van je verwachten. Wat is je concrete opdracht voor dit vak, wat moet je bereiken, welke doelstellingen moet je realiseren en wat kan je met deze opdracht leren? Vervolgens moet je het plan natuurlijk ook vastleggen en uitvoeren: wat doe je eerst, waar haal je de nodige informatie vandaan, welk materiaal heb je nodig en wie spreek je aan als vastloopt? Tijdens je leerproces zal je je trouwens ook voortdurend moeten afvragen of je al bereikt wat je wilde bereiken en of je tevreden bent?

Alle vakken in je studierichting bereiden je voor op de noodzakelijke attitudes, kennis en vaardigheden om door te stromen naar de verschillende opties van de bachelor- en masteropleidingen van het hoger kunstonderwijs. Ook met het vak Waarnemingstekenen beogen we een brede vorming. 

Toon meer
Toon minder

Wat moet je leren?

gericht waarnemen en tekenmethodes toepassen

Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

het begrip analyserend tekenen

het begrip analyserend tekenen beschrijven en toelichten

 

een object, een object in een ruimte of een ruimte waarnemen, analyseren, onderzoeken en deze analyse gebruiken bij het analyserend tekenen

het begrip blindcontourtekenen

het begrip blindcontourtekenen beschrijven en toelichten

 

een object, een object in een ruimte of een ruimte waarnemen, analyseren, onderzoeken en deze analyse gebruiken bij het blindcontourtekenen 

het begrip contourtekenen

het begrip contourtekenen beschrijven en toelichten

 

een object, een object in een ruimte of een ruimte waarnemen, analyseren, onderzoeken en deze analyse gebruiken bij het contourtekenen

de begrippen meten en schatten in functie van de waarneming

(grootste hoogte/grootste breedte, afstanden,  assen,…)

de begrippen meten en schatten in functie van de waarneming beschrijven en toelichten

 

een object, een object in een ruimte of een ruimte waarnemen,  analyseren en onderzoeken via meet- en schatmethodes en deze analyse gebruiken bij het waarnemingstekenen

het begrip snelschetsen

het begrip snelschetsen beschrijven en toelichten

 

zich in een korte tijdspanne een beeld vormen van een object, een object in een ruimte of een ruimte en deze analyse gebruiken bij het snelschetsen

de begrippen positieve en negatieve ruimte in functie van de waarneming

de begrippen positieve en negatieve ruimte in functie van de waarneming beschrijven en toelichten

 

een object, een object in een ruimte of een ruimte waarnemen, analyseren en onderzoeken door toepassing van de positieve en negatieve ruimte bij het waarnemen en deze analyse gebruiken bij het waarnemingstekenen 

beeldende middelen

compositie, organisatie, ordening
Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

het begrip compositie

het begrip  compositie  van een object, een object in een ruimte of ruimte herkennen, toelichten, analyseren, onderzoeken en deze analyse gebruiken bij het waarnemingstekenen

het begrip organisatie

het begrip organisatie van een object, een object in een ruimte of ruimte herkennen, toelichten, analyseren, onderzoeken en deze analyse gebruiken bij het waarnemingstekenen

het begrip ordening

het begrip ordening van een object, een object in een ruimte of ruimte herkennen, toelichten, analyseren, onderzoeken en deze analyse gebruiken bij het waarnemingstekenen

verhoudingen
Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

het begrip verhoudingen binnen een object

het begrip verhoudingen binnen een object herkennen, toelichten analyseren, onderzoeken en deze analyse gebruiken bij het waarnemingstekenen

het begrip verhoudingen tussen verschillende objecten in een omgeving of ruimte

het begrip verhoudingen tussen de verschillende objecten in een omgeving of ruimte herkennen, toelichten, analyseren, onderzoeken en deze analyse gebruiken bij het waarnemingstekenen

vorm- en vormweergave
Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

de begrippen organische en geometrische vormen

de begrippen organische en geometrische vormen herkennen, toelichten, analyseren, onderzoeken en deze analyse gebruiken bij het waarnemingstekenen

de begrippen abstracte en figuurlijke vormen

de begrippen abstracte en figuurlijke vormen herkennen, toelichten, analyseren, onderzoeken en deze analyse gebruiken bij het waarnemingstekenen

ruimte, ruimtewerking en volume
Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

het begrip ruimte

het begrip ruimte binnen het waargenomen geheel toelichten, analyseren, onderzoeken en deze analyse gebruiken bij het waarnemingstekenen 

het begrip ruimtewerking

  • waargenomen diepte
  • voorgrond
  • achtergrond

het begrip ruimtewerking in al zijn facetten (waargenomen diepte, voorgrond en achtergrond) toelichten, analyseren, onderzoeken en deze analyse gebruiken bij het waarnemingstekenen

het begrip volume

het begrip volume toelichten, analyseren, onderzoeken en deze analyse gebruiken bij het waarnemingstekenen

contrast, licht-donker, kleur, toon- en grijswaarden
Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

de begrippen:

  • contrast
  • licht-donker
  • kleur
  • toon-en grijswaarden

de begrippen contrast, licht-donker, kleur, toon- en grijswaarden herkennen, toelichten, analyseren, onderzoeken en deze analyse gebruiken bij het waarnemingstekenen

perspectief en constructie
Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

de begrippen:

  • een perspectief met één vluchtpunt
  • een perspectief met twee vluchtpunten
  • een perspectief met drie vluchtpunten

de begrippen perspectief met één vluchtpunt, perspectief met twee vluchtpunten en perspectief met drie vluchtpunten herkennen, toelichten,  analyseren, onderzoeken en deze analyse gebruiken bij het waarnemingstekenen  

structuur, textuur, materiaalweergave
Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

de begrippen:

  • structuur (de opbouw)
  • textuur (de manier waarop het object is samengesteld)
  • materiaal(weergave)

de begrippen structuur, textuur en materiaal(weergave) van een waargenomen object herkennen, toelichten, analyseren, onderzoeken en deze analyse gebruiken bij het waarnemingstekenen

beeldende materialen en technieken

beeldende materialen
Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

het begrip beeldend materiaal

  • potlood
  • pastel
  • krijt (vet en droog)
  • houtskool
  • pen
  • inkt
  • penselen
  • borstels
  • verven (aquarel, acryl, gouache,...)
  • papier (tekenkarton, linnen, hout,...) 
  • soorten dragers, hun textuur en hun formaat (blad - doek -paneel - muur - glas, ...)
  • grafische computer hardware en - software (ICT)
  • alle andere materialen die visuele twee- en/of driedimensionale sporen kunnen bevatten (bijvoorbeeld hout, metaal, zand, lucht, …)
 (deze opsomming is geen beperking)

het begrip beeldend materiaal  in al zijn facetten (potlood, pastel, krijt, houtskool, pen, inkt, …) herkennen, toelichten, analyseren, zelfstandig onderzoeken en mee experimenteren bij het ontwikkelen van persoonlijkheid, creativiteit en expressiviteit 

 

het begrip beeldend materiaal in al zijn facetten (potlood, pastel, krijt, houtskool, pen, inkt, …) gemengd gebruiken in functie van een boodschap en/of inhoud

beeldende technieken
Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

het begrip beeldende techniek

  • potlood
  • pastel
  • krijt (vet en droog)
  • houtskool
  • pen
  • inkt
  • penselen
  • borstels
  • verven (aquarel, acryl, gouache,...)
  • papier (tekenkarton, linnen, hout,...) 
  • soorten dragers en hun texturen, formaten
  • grafische computerhardware (ICT)
  • alle andere materialen die visuele twee- en/of driedimensionale sporen kunnen bevatten (bijvoorbeeld hout, metaal, zand, lucht, …)
(deze opsomming is geen beperking)

het begrip beeldende techniek in al zijn facetten (potlood, pastel, krijt, houtskool, pen, inkt, …) herkennen, toelichten, analyseren, zelfstandig onderzoeken en mee experimenteren bij het ontwikkelen van persoonlijkheid, creativiteit en expressiviteit

 

het begrip beeldende techniek in al zijn facetten (potlood, pastel, krijt, houtskool, pen, inkt, …) gemengd gebruiken in functie van een boodschap en/of inhoud

gedrevenheid en creatie

Individuele gedrevenheid komt tot uiting in de mate waarin je de verschillende bestudeerde beeldende uitdrukkingsvormen verkent. Deze verkenning vertrekt vanuit de eigen wil, de belangstelling en de behoefte om beeldende middelen tot uitdrukking te brengen door: zintuiglijke waarneming; ervaring en beleving; fantasie, transformatie en voorstelling; omschrijving; bespreking; duiding en waardering; ontleding en onderzoek; concludering en beoordeling.

Het is noodzakelijk dat je inzicht krijgt in je eigen manier van werken (competenties) zodat je jezelf daar waar nodig tijdig kan bijsturen. Je moet aanhoudend inzicht verwerven in wat je weet en (nog) niet weet, in wat je kent en (nog) niet kent, in welke vaardigheden je beheerst en welke (nog) niet, zodat je die kennis en vaardigheden daarna kan inzetten om weer nieuwe (beeldende) vaardigheden te verwerven of (beeldende) problemen op te lossen. 

Hierbij hanteer je best een betekenisgerichte leerstijl: je houdt steeds de grote lijnen van je leerproces in de gaten en je bent kritisch belangstellend. Bovendien denk en handel je voortdurend toepassingsgericht: je bekijkt wat je in de praktijk kan aanvangen met wat je jezelf aanleerde (Wat kan ik ermee?).

Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

het begrip (artistieke) persoonlijkheid

een eigen (artistieke) persoonlijkheid ontwikkelen door je eigen waarnemings-, belevings- en verbeeldingswereld uit te breiden

het begrip (persoonlijke) beeldtaal

een (persoonlijke) beeldtaal ontwikkelen door persoonlijke ervaringen, inzichten en verworven vaardigheden 

het begrip (artistiek) parcours/proces

het vertrouwen in je eigen (artistiek) parcours/proces en je eigen mogelijkheden aantonen

het begrip (artistieke) visie

een eigen (artistieke) visie toelichten en aantonen met behulp van beeldende middelen

een eigen (artistieke) visie ontwikkelen rond de waargenomen, onderzochte en verbeelde ruimtelijke dimensies op basis van kennis, intuïtie, waarnemingen en inzichten

het begrip werkplan

het begrip werkplan herkennen, beschrijven en toelichten

een werkplan opmaken, bewaken en uitvoeren

het begrip probleemoplossend denken

zelfstandig problemen oplossen via  hulpmiddelen

het begrip reflectie

het begrip reflectie over je eigen werk en dat van anderen beschrijven, toelichten en gebruiken bij de ontwikkeling van je creatief leerproces en je artistieke ontwerpen/creaties

systematisch je eigen werk/handelingen en dat van anderen analyseren, onderzoeken en  een duidelijk beeld over je eigen kwaliteiten en beperkingen ontwikkelen

de begrippen:

  • intuïtie
  • verbeelding
  • ervaring
  • emoties 
  • gedachten

de begrippen intuïtie, verbeelding, ervaring, emoties en gedachten toelichten, analyseren, onderzoeken en gebruiken in je artistieke ontwerpen/creaties

de begrippen: 

  • het onverwachte
  • het toevallige 
  • het onbekende 

de confrontatie met het onverwachte, het toevallige, het onbekende herkennen, toelichten en hierbij initiatief nemen

het begrip presentatie(voorstelling)technieken

  • verbaal
  • driedimensionale voorstelling (schetsen, schaaltekening, …)
  • digitaal
  •  ...

het begrip presentatie(voorstelling)technieken in al zijn facetten (verbaal, driedimensionale voorstelling, digitaal, …)herkennen,  beschrijven en toelichten

de presentatie/voorstelling van het werk op een creatieve manier uitvoeren

Welke opdracht moet je uitvoeren?

Als je je inschrijft voor het vak Waarnemingstekenen 3 kso ontvang je de volledige opdracht (de deelopdrachten bij de toonmomenten en de examenopdracht) ongeveer een drietal weken voorafgaande aan de datum van het eerste toonmoment. Er zijn drie evaluatiemomenten voor dit vak: twee toonmomenten en één examenmoment. De deelopdrachten bij de toonmomenten maak je thuis. Afhankelijk van de opdracht kan het zijn dat je ook de dag van het toonmoment zelf ter plaatse op de examenlocatie een onderdeel van deze opdracht dient uit te werken. De examenopdracht werk je ter plaatse uit op de examenlocatie zelf. De richtlijnen staan duidelijk vermeld in de volledige opdracht. Tijdens de toonmomenten kom je je werk voorstellen en mondeling verdedigen (afhankelijk van de opdracht werk je ook een deel van de deelopdracht uit op het toonmoment zelf). Je wordt mondeling ondervraagd over de leerinhouden en er wordt gekeken of je de vaktermen voldoende beheerst. Tijdens het examenmoment moet je ter plaatse een opdracht uitwerken en zal je ook dit werk mondeling toelichten. Alle werken die getoond worden tijdens de drie evaluatiemomenten worden gefotografeerd en digitaal bewaard.
Dit vak heeft geen opdrachten

Welke bijlagen heb je nodig?

Dit vak heeft geen bijlagen

Hoe verloopt het examen?

90 minuten voor examens vanaf 01-01-2020 tot 31-12-2020
Wanneer je je inschrijft voor het vak Waarnemingstekenen 3kso schrijf je je automatisch in voor de twee toonmomenten en het examen. Je moet de drie onderdelen afleggen om te kunnen slagen voor dit vak! Op het platform staan de tijdstippen van de toonmomenten en het examenmoment vermeld. Als je ingeschreven bent voor dit vak, krijg je via het platform de volledige opdracht doorgestuurd ongeveer een drietal weken voorafgaande aan de datum van het eerste toonmoment. Wegens Coronamaatregelen worden de toonmomenten en het examen samen georganiseerd en leg je alle onderdelen op dezelfde dag af. De deelopdrachten bij de toonmomenten maak je thuis. Afhankelijk van de opdracht kan het zijn dat je ook de dag van het toonmoment zelf ter plaatse op de examenlocatie een onderdeel van deze opdracht dient uit te werken. De examenopdracht werk je ter plaatse uit op de examenlocatie zelf. De richtlijnen staan duidelijk vermeld in de volledige opdracht. Tijdens de evaluatiemomenten zal je kort je uitgewerkte opdrachten moeten presenteren en toelichten. Je wordt ook mondeling ondervraagd over de leerinhouden en er wordt gekeken of je de vaktermen voldoende beheerst. Tijdens de toonmomenten krijg je feedback op je geleverde werk met als doel je proces en je product zelfstandig te kunnen bijsturen. Tijdens de verschillende evaluatiemomenten wordt rekening gehouden met de evaluatiecriteria weergegeven in de opdracht. Je meldt je stipt aan op elk toonmoment en het examenmoment conform het examenreglement van de Examencommissie. De examenlocatie wordt vermeld op het platform bij de toonmomenten en het examen waarvoor je bent ingeschreven.
Dat is afhankelijk van de opdracht. Je brengt zelf al het nodige materiaal mee naar de toonmomenten en het examen. Dit materiaal wordt duidelijk weergegeven in de verschillende opdrachten.
De Examencommissie voorziet geen materiaal en leent geen materiaal uit.
Je wordt mondeling ondervraagd over de leerinhouden en er wordt gekeken of je de vaktermen voldoende beheerst. Er worden bijvoorbeeld vragen gesteld over de perspectief-regels naar waarneming, licht, diepte, schaduw, materialenleer en toepassingen, ...

Hoe beoordelen we het examen?

Tijdens de verschillende evaluatiemomenten wordt rekening gehouden met de evaluatiecriteria weergegeven in de opdracht. Het examen wordt onder andere beoordeeld op technische vaardigheden: perspectief-regels naar waarneming, toepassen van licht, diepte en schaduw in het tekenwerk, het gebruik van materialen en de bladschikking, ... Let op, op het platform worden de punten van de toonmomenten en het examen apart weergegeven op 100. Deze drie onderdelen hebben echter een verschillend gewicht. In het totaal moet je 50% behalen om te slagen.

Toonmoment 1 Waarnemingstekenen 3kso

25%

Toonmoment 2 Waarnemingstekenen 3kso

25%

Examen Waarnemingstekenen 3kso

50%

VAKVERHOUDING
toonmoment 1 (WT) 3 kso25 (01-01-2000-31-12-2999)
toonmoment 2 (WT) 3 kso25 (01-01-2000-31-12-2999)
examen (WT) 3 kso50 (01-01-2000-31-12-2999)

Met welk materiaal bereid je je voor?

Je moet zelf op zoek naar leermiddelen om je examen voor te bereiden. De Examencommissie stelt zelf geen leermiddelen ter beschikking. Je kan ze kopen in een (online) boekhandel of ontlenen en raadplegen in een bibliotheek. De bibliotheken van de lerarenopleiding aan de universiteit of de hogeschool bieden heel wat leermiddelen aan.

 

Bij elke nieuwe editie van de vakfiche actualiseren we deze bibliografie. Toch is het best mogelijk dat bepaalde werken niet meer verkrijgbaar zijn of dat nieuwe werken die al op de markt zijn nog niet zijn opgenomen. Ook websites veranderen al eens van naam of worden aangepast. Als je niet onmiddellijk op de juiste website terechtkomt, kan je die proberen te vinden via een goede zoekmachine.

 

We maken bewust een selectie van leermiddelen die ons op dit ogenblik het meest aangewezen lijken om je voor te bereiden op onze examens. Zo willen we je helpen om je studie efficiënter aan te pakken. Je kan echter ook andere werken of cursussen gebruiken bij je voorbereiding op het examen.

 

Hieronder staan enkele handboeken en verwijzen we naar websites of andere uitgaven die je ook kunnen helpen bij je voorbereiding.

Titel

Auteur/Uitgeverij

Gegevens/ISBN

THE ART OF DRAWING

Chaet, B.,  Harcourt Brace Jovanovich College Publishers

SBN 0-03062028-7

DESIGN–DRAWING

Ching, F. D.K., Juroszek, S. P., Van Nostrand Reinhold

SBN 0-442-01909-2

 

KLEURENLEER

Fraser, T.,  Librero, Kerkdriel, 2006

ISBN 9789057645839

HET FENOMEEN KLEUR,

De nieuwe kleurenleer gebaseerd op wetmatigheden van kleurperceptie

Gerritsen, F.,  De Bilt – Cantecleer

ISBN 9021300559,

ISBN 9789021300559

 

DE MENSELIJKE MAAT

Haak A.J.H.,  De Vrije Uitgevers

ISBN 9789040725678

KLEURPOTLODEN,

Adviezen voor materiaal en techniek

Hutton-Jamieson,  Veenendaal

ISBN 9060176383

HART VOOR ARCHITECTUUR

Nelissen, N., Uitgeverij Lambo

ISBN 9789080785724

UIT DE HAND - SCHETSVAARDIGHEDEN IN DE BOUWKUNDESTUDIE

Van Haaften A., Publikatieburo Bouwkunde

ISBN 9789052692388

KUNST & KLEUR

Zuffi, S.,  Ludion

ISBN 109461300506,

ISBN 139789461300508

www.frameweb.com

 

 

 

 

Titel

Uitgever

  • FRAME (interieur, design en toegepaste kunst)
  • MARK (interieur en architectuur)
  • ELEPHANT (vrije beeldende kunsten)
 

uitgegeven door Frame Publishers

www.frameweb.com

Kunstschrift.(Werken rond thema’s), een tweemaandelijks kunsttijdschrift.
 

 

Postbus 10859, 1001 EW Amsterdam.

- 020-625 1607.