Vaak vragen we ons af: waarom moeten we weten wat er in het verleden gebeurd is? Dat is toch allemaal voorbij. Kunnen we dan zeggen dat een vak geschiedenis zinloos is? Eigenlijk niet. Geschiedenis is de dialoog tussen verleden, heden en toekomst. Door inzicht te krijgen in wat vroeger gebeurd is, kan je de huidige samenleving beter begrijpen. Je zal inzien dat de situatie van vandaag het resultaat is van een vroegere evolutie. Zonder het ontstaan van de landbouw en de verbeteringen die in de loop van de tijd zijn aangebracht, zouden we bijvoorbeeld nu nog rondtrekkende groepen zijn die voor hun voeding afhankelijk zijn van een geslaagde jacht. Zo kunnen we ervan uitgaan dat ook onze samenleving niet stilstaat: allerlei vernieuwingen zorgen ervoor dat we ons als mensen voortdurend aanpassen.
In de zoektocht naar je eigen persoonlijke identiteit speelt de studie van het verleden onbewust een grote rol: je leert je eigen positie bepalen door ideeën en samenlevingen te bestuderen. Je leert af te wegen wat de voor- en nadelen zijn. Je beseft wat de mogelijke gevolgen kunnen zijn. Je bent in staat om maatschappelijke fenomenen vanuit meerdere perspectieven te bekijken. Zo breng je respect op voor andere meningen en vel je niet te snel een oordeel. De media kunnen een gebeurtenis vandaag als iets positief of als iets negatief voorstellen. Zo gebeurt het ook bij de studie over het verleden. Bronnen bieden geen exacte weergave van dat verleden. Op basis van een kritische bronnenanalyse maken historici een bepaald beeld van het verleden. Dat beeld hangt af van hun persoonlijke situatie en van de context waarin ze leven. Het komt er dus op aan om altijd kritisch te zijn over de teksten die je leest of de afbeeldingen die je ziet. Dat is een vaardigheid die je ook vandaag zeker van pas zal komen. Geschiedenis is meer dan data alleen. Geschiedenis is meer dan losse feitjes alleen. Data en feiten zijn meer een kapstok die je een goede achtergrond bieden om een stapje verder te gaan. Het is zinvol om te begrijpen hoe en waarom iets in de tijd verandert of gelijk blijft. Het is leerrijk om te verklaren waarom bijvoorbeeld een politieke verandering tot een sociale verandering kan leiden. Het is boeiend om te analyseren welke invloed een lokaal proces op het internationale vlak heeft. Het is verrassend om te zien wat je allemaal uit foto's, spotprenten of films kan afleiden. In het vak geschiedenis van de derde graad bestudeer je de samenlevingen na het ancien régime: de nieuwste tijd en de eigen tijd. Je toont belangstelling en waardering voor de samenleving uit deze historische periodes.
In de volgende tabellen vind je wat je voor elke leerinhoud moet kennen en kunnen. Er zijn historische vaardigheden die je op elke leerinhoud moet toepassen Die vind je hier. We gebruiken in de vakfiche altijd dezelfde werkwoorden. Om te weten wat die werkwoorden precies inhouden, lees je best de betekenis hieronder. Tenslotte krijg je nog enkele tips over het gebruik van een atlas en een begrippenlijst.HISTORISCHE VAARDIGHEDENOp alle leerinhouden zal je historische vaardigheden moeten toepassen. Deze zijn noodzakelijk om op een correcte manier om te gaan met bronnen. Je moet op het examen aantonen dat je de volgende vaardigheden beheerst: informatie uit gevarieerd bronnenmateriaal zoals afbeeldingen, brieven, dagboekfragmenten, diagrammen, films, foto’s, kaarten, memoires, reisverslagen, schema’s, spotprenten, tabellen, tekeningen…opzoeken, ordenen, selecteren, vergelijken en structureren;deze selectie van informatie kritisch verantwoorden;op gevarieerd bronnenmateriaal de methode van de historische kritiek toepassen. Je vindt dit in elk handboek geschiedenis. Op basis van die methode je onderzoek bijsturen;in historische informatie de hoofd- en bijzaken van elkaar kunnen onderscheiden;in historische informatie feiten en meningen van elkaar kunnen onderscheiden;historische informatie interpreteren en verbanden leggen tussen informatie;historische informatie bevragen door gebruik te maken van de vermelde structuurbegrippen;historische informatie situeren in het historisch referentiekader;begrijpen dat geschiedenis een constructie van het verleden is op basis van de interpretatie van het bronnenmateriaal;je eigen standpunt bepalen tegenover een historisch probleem;de leerinhouden verbinden met de actualiteit. Als er geschreven bronnen gebruikt worden, zijn dit steeds Nederlandstalige bronnen. Je zal voor dit examen een literatuuropdracht uitvoeren. De opdracht staat in de bijlagen.
GEBRUIK VAN WERKWOORDEN
In de tabel 'wat moet je kunnen?’ staat heel vaak dat je iets moet benoemen of uitleggen. Benoemen wordt gebruikt bij een begrip. Uitleggen wordt gebruikt bij een proces, evolutie of situatie. Beide woorden betekenen dat je in staat moet zijn om de inhoud in je eigen woorden te omschrijven. Het komt er niet op aan om exacte definities van bepaalde begrippen te geven, maar wel de begrippen juist te kunnen uitleggen in een bepaalde context. Situeren in de tijd betekent dat je geen exacte data moet geven, maar moet bepalen of een gebeurtenis voor of na een andere plaatsvond. Situeren in de ruimte betekent dat je moet bepalen in welk land of gebied iets plaatsvond.
Soms wordt het werkwoord vergelijken gebruikt. Als je twee begrippen of ideeën moet vergelijken met elkaar, moet je voor jezelf eerst de begrippen of ideeën goed formuleren en dan op zoek gaan naar overeenkomsten en verschillen. Verklaren betekent dan weer dat je moet kunnen uitleggen waarom iets op die manier geëvolueerd is. Als we 'illustreren’ vermelden, dan moet je in staat zijn om concrete voorbeelden te geven van een leerinhoud.
Toepassen komt ook voor in deze vakfiche. Het betekent dat je de theorie moet kunnen verbinden aan bronnen. Je krijgt bijvoorbeeld een bron en een vraag. Om op die vraag te kunnen antwoorden heb je zowel achtergrondkennis nodig als de bron zelf. Toepassen betekent ook dat je in staat moet zijn om verbanden te leggen tussen verschillende leerinhouden. We kunnen je ook vragen om kennis af te leiden uit bronnen of om bronnen te interpreteren. Wanneer alleen toepassen als werkwoord vermeld is, moet je de inhoud niet zelf kunnen reproduceren, maar krijg je de inhoud via een bron.
Wanneer het werkwoord analyseren voorkomt, dan vragen we dat je deze inhoud zeer grondig beheerst. Vaak zal je aan de hand van teksten of afbeeldingen moeten bewijzen dat je de inhoud goed begrijpt, dat je de relatie legt met grotere structuren en dat je over die inhoud kan reflecteren. Dat betekent dat je bijvoorbeeld in staat moet zijn om de gevolgen van iets in te schatten, of de voor- en nadelen te bepalen. Je zal ook in staat moeten zijn om een probleem kritisch te bekijken en standpunten van voor- en tegenstanders vast te stellen.
Bij het beoordelen verwachten we dat je je eigen standpunt bepaalt. Hier komt het erop aan om na een grondige analyse je eigen persoonlijke standpunt te formuleren met duidelijke argumenten.
BEGRIPPENLIJST EN ATLAS
Er worden in de tabellen veel begrippen aangereikt: het kan je helpen om een begrippenlijst aan te leggen of begrippenlijsten uit handboeken te gebruiken. Op het examen moet je geen historische atlas meebrengen. Het kan je wel helpen om bij de voorbereiding van je examen de kaarten van de nieuwste tijd en de eigen tijd in een historische atlas te bekijken. Ze bieden een goede ondersteuning van de leerinhouden. Er worden op het examen wel vragen gesteld aan de hand van gegeven kaarten.
de historische periodes: prehistorie, oude nabije oosten, klassieke oudheid, middeleeuwen, nieuwe tijd, nieuwste tijd, eigen tijd
deze periodes benoemen
begin- en einddata van deze periodes benoemen
gebeurtenissen of bronnen situeren in de juiste historische periode
historische gebeurtenissen chronologisch ordenen
de historische periodes in andere samenlevingen
verschillen in historische periodes in andere samenlevingen benoemen, illustreren en toepassen
de relativiteit aantonen van de westerse indeling in historische periodes
het ancien régime
dit begrip benoemen en toepassen
uitleggen waarom er een einde kwam aan het ancien régime
de vergelijking tussen de nieuwste tijd en de eigen tijd
de veranderingen benoemen waarom we de nieuwste tijd en de eigen tijd als een aparte periode bekijken
de gelijkenissen benoemen waarom we de nieuwste tijd en de eigen tijd als één periode na het ancien régime bekijken
verklaren waarom de nieuwste tijd (g)een breuk is met het ancien régime
verklaren waarom de nieuwste tijd (g)een breuk is met de eigen tijd
het verband tussen oorzaak en gevolg
dit verband toepassen
het gevolg op korte, middellange en lange termijn
dit begrip toepassen
continuïteit en verandering
historische gebeurtenissen benoemen als gebeurtenissen die gelijk gebleven zijn (continuïteit) of veranderd zijn in een bepaalde periode
de overgang van samenlevingen van jagers-verzamelaars, naar een landbouwsamenleving, een industriële en een post-industriële samenleving
deze overgangen situeren in de tijd
kenmerken van deze samenlevingen benoemen en vergelijken
kaarten over het verleden
historische gebeurtenissen of rijken situeren op een kaart over het verleden
kaarten over het verleden en het heden vergelijken
ruimtelijke begrippen:
deze ruimtelijke begrippen benoemen, illustreren en toepassen
de vier maatschappelijke domeinen: politiek, economisch, sociaal en cultureel
historische gebeurtenissen situeren in het juiste domein
verbanden tussen de maatschappelijke domeinen
aantonen hoe gebeurtenissen het resultaat zijn van verbanden tussen de maatschappelijke domeinen
wisselwerking binnen de maatschappelijke domeinen
aantonen hoe gebeurtenissen het resultaat zijn van een wisselwerking binnen één maatschappelijk domein
gebeurtenissen gericht op verandering of op het behoud van een situatie
bepalen of een gebeurtenis gericht is op verandering of op het behoud van een situatie
wisselwerking tussen westerse en niet-westerse samenlevingen
aantonen hoe gebeurtenissen het resultaat zijn van een wisselwerking tussen westerse en niet-westerse samenlevingen
algemene historische begrippen: alliantie, (anti)klerikaal, beschaving, censuur, cijns, coalitie, conservatief, (de)kolonisatie, democratie, demografie, dynastie, economische crisis, federalisering, genocide, globalisering, grondwet, holocaust, ideologie, imperialisme, interbellum, kapitalisme, klassenmaatschappij, moderniteit, monarchie, mondialisering, natie, oppositie, politiek, progressief, propaganda, rechtsstaat, republiek, secularisatie, vakbond, verzorgingsstaat, zelfbeschikking
deze begrippen benoemen, illustreren en toepassen
de betekenisverschuiving in de tijd en in de ruimte van deze begrippen illustreren, begrijpen en toepassen
de betekenis van deze begrippen in andere disciplines illustreren en toepassen
begrippen in verband met de groei en de samenhang: aanleiding, belang, breuk(lijn), conjunctuur, doel, evenement, evolutie, gevolg, impact, implosie, invloed, mechanisme, mentaliteit, middel, motief, oorzaak, proces, revolutie, samenhang, strategie, structuur, traditie, verandering, verband
deze begrippen toepassen
begrippen in verband met de omgang met informatie: argumentatie, betrouwbaarheid, bevoegdheid, bruikbaarheid, feit, gezag, interpretatie, legende, leugen, mening, mythe, objectiviteit, primaire bron, redenering, relevantie, secundaire bron, stereotype, subjectiviteit, veralgemening, vooroordeel, waarde
het Congres van Wenen
dit congres situeren in tijd en ruimte
de restauratiepolitiek op het congres
deze politiek uitleggen en verklaren
de breuk met de ideeën van de verlichting uitleggen, toepassen en analyseren
de veranderingen in de grenzen van Europese landen op een kaart aanduiden
het verband tussen de beslissingen van het congres en revoluties in de 19e eeuw
dit verband verklaren, toepassen en analyseren
de Eerste en de Tweede Industriële Revolutie
deze revoluties situeren in tijd en ruimte
oorzaken en gevolgen van de Eerste en de Tweede Industriële Revolutie
deze oorzaken en gevolgen uitleggen, verklaren en toepassen
kenmerken van de Eerste en de Tweede Industriële Revolutie: uitvindingen, energiebronnen, industrietakken, bedrijfsorganisatie
deze kenmerken uitleggen, verklaren, toepassen en analyseren
deze kenmerken vergelijken met huidige groeilanden zoals de BRICS
deze kenmerken vergelijken met een agrarische en een post-industriële samenleving
de geïndustrialiseerde regio’s in België: Gent, Luik en Henegouwen
verklaren waarom deze regio's geïndustrialiseerd zijn
succesfactoren aan de aanbod- en vraagzijde: grondstoffen, arbeidskrachten, kapitaal, afzetmarkt
deze factoren uitleggen, verklaren, toepassen en analyseren
kenmerken van de industrialisatie in België: energiebronnen, industrietakken, leef- en werkomstandigheden van de arbeiders, kinderarbeid, proletarisering
deze kenmerken uitleggen, verklaren en toepassen
deze kenmerken vergelijken met andere geïndustrialiseerde landen
deze kenmerken vergelijken met de actuele situatie
de Belgische revolutie
de revolutie situeren in de tijd
de oorzaken van de Belgische revolutie
deze oorzaken uitleggen, verklaren, toepassen en analyseren
het unionisme
dit begrip uitleggen, verklaren en toepassen
de nieuwe Belgische grondwet van 1831: standpunten van katholieken en liberalen
deze standpunten toepassen op de grondwet van 1831
kenmerken van de grondwet: het cijnskiesrecht, scheiding der machten, constitutionele parlementaire monarchie
deze kenmerken uitleggen
de ideeën van het marxisme, het socialisme en de christendemocratie
deze ideeën uitleggen, verklaren, vergelijken en toepassen
Rerum Novarum en de christendemocratie
uit dit document de ideeën van de christendemocratie afleiden
het ontstaan en de standpunten van nieuwe politieke partijen: de BWP, de Daensisten en de KBP
het ontstaan van deze partijen situeren in de tijd
de standpunten van deze partijen uitleggen en verklaren
de verzuiling en de breuklijnen
deze begrippen uitleggen, verklaren en toepassen
verbeteringen van de leef- en werkomstandigheden: coöperatieven, mutualiteiten, sociale wetgeving, vakbonden
deze verbeteringen uitleggen, verklaren en toepassen
verklaren wie verantwoordelijk is voor die verbeteringen
de evolutie van het stemrecht in België in de 19e en de 20e eeuw
deze evolutie uitleggen, toepassen en beoordelen
de evolutie van de levensstandaard en het consumptiepatroon
deze evolutie toepassen en beoordelen
het liberalisme en het nationalisme
deze stromingen situeren in de tijd
verklaren waarom deze stromingen ontstaan in deze tijd
de ideeën van het liberalisme en het nationalisme
deze ideeën uitleggen, verklaren, toepassen, analyseren en beoordelen
voor- en nadelen van deze ideeën verklaren en toepassen
deze ideeën verbinden met revoluties in de 19e eeuw
de gevolgen van deze ideeën uitleggen, verklaren, toepassen en analyseren
de soorten nationalisme: versterkend, opbouwend en ontbindend nationalisme
deze soorten uitleggen en vergelijken
deze soorten verbinden met revoluties in de 19e eeuw
deze soorten verbinden met gebeurtenissen en conflicten in de 20e en de 21e eeuw
één kunststroming naar keuze: romantiek, realisme, impressionisme, art nouveau, expressionisme, surrealisme, kubisme
kenmerken van de gekozen kunststroming uitleggen, verklaren en toepassen
deze kunststroming situeren in de tijd
verklaren waarom deze kunststroming in deze tijd ontstaan is
denkstromingen in de nieuwste tijd: abolitionisme, eugenetica, fin de siècle, positivisme, romantiek, sociaal darwinisme
ideeën van deze denkstromingen uitleggen, verklaren en toepassen
deze denkstromingen situeren in de tijd
verklaren waarom deze denkstromingen in die tijd ontstaan zijn
de kenmerken van migratie in de nieuwste tijd
deze kenmerken toepassen
deze kenmerken vergelijken met migratie in de eigen tijd
de reactie op deze migratie vergelijken
het modern imperialisme
dit begrip situeren in de tijd en in de ruimte
de motieven van imperialisme (België, Frankrijk, Groot-Brittannië, Japan, Rusland, VS)
deze motieven uitleggen, verklaren, toepassen en analyseren
deze motieven verbinden met het juiste land
het begrip beschaving
dit begrip verbinden met de motieven
de Conferentie van Berlijn
deze conferentie situeren in de tijd
de beslissingen op deze conferentie toepassen, analyseren en beoordelen
de beslissingen analyseren met behulp van een kaart
de gevolgen voor het Afrikaanse continent toepassen, analyseren en beoordelen
de voor- en nadelen van imperialisme
deze voor- en nadelen uitleggen, verklaren en toepassen
overeenkomsten en verschillen met de kolonisatie uit het ancien régime
deze overeenkomsten en verschillen uitleggen en verklaren
de Belgische kolonisatie van Congo: Kongo-Vrijstaat en Belgisch-Congo
deze kolonisatie situeren in tijd en ruimte
de rol van Stanley in de verkenning van Afrika
deze rol uitleggen en verklaren
de rol van Leopold II in de kolonisatie van Congo
deze rol uitleggen, verklaren, toepassen, analyseren en beoordelen
de rol van de Tweede Industriële Revolutie
deze rol toepassen en analyseren
de gevolgen voor de Congolese bevolking
deze gevolgen uitleggen, verklaren, toepassen, analyseren en beoordelen
de nationale en internationale kritiek op de kolonisatie
deze kritiek toepassen, analyseren en beoordelen
de reactie op het imperialisme in de kolonies
deze reactie toepassen en analyseren
de politieke, economische en sociale situatie van Rusland in de 19e eeuw
deze situatie uitleggen en verklaren
de revolutie in 1905, de februarirevolutie en de oktoberrevolutie van 1917
de oorzaken van deze revoluties uitleggen en verklaren
de nationale en de internationale impact en de gevolgen van deze revoluties uitleggen, verklaren, toepassen, analyseren en beoordelen
begrippen zoals aprilthesen, bolsjewieken, communisme, dictatuur van het proletariaat, doema, koelakken, sovjet, tsaar, voorlopige regering, Vrede van Brest-Litowsk
deze begrippen verklaren en toepassen
kenmerken van de Nieuwe Economische Politiek
deze kenmerken toepassen en analyseren
de totalitaire dictatuur onder Lenin
verklaren waarom het beleid van Lenin een totalitaire dictatuur is
het economische beleid van Stalin: vijfjarenplannen en collectivisatiehet politieke beleid van Stalin: totalitaire staat en deportatie van dissidenten naar de goelaghet culturele beleid van Stalin: personencultus en agitprop
dit beleid uitleggen, verklaren, toepassen en analyseren
dit beleid vergelijken met het beleid van Lenin
de rol van Stalin in de Tweede Wereldoorlog
deze rol uitleggen, verklaren en toepassen
de oorzaken en de aanleiding van de Eerste Wereldoorlog
de oorzaken en de aanleiding uitleggen, verklaren, toepassen en analyseren
het verloop van de Eerste Wereldoorlog
gebeurtenissen uit het verloop chronologisch ordenen
bronnen verbinden met de juiste fase van de oorlog
de allianties van de Eerste Wereldoorlog benoemen en aanduiden op een kaart
de kenmerken van de Eerste Wereldoorlog: militair, politiek, economisch, sociaal
die kenmerken benoemen, illustreren en toepassen
de samenhang tussen die kenmerken uitleggen en verklaren
propaganda-affiches van de Eerste Wereldoorlog
deze affiches analyseren
België tijdens de Eerste Wereldoorlog: de frontbeweging en het activisme
de doelstelling van die bewegingen uitleggen en verklaren
de invloed op het Vlaams-nationalisme uitleggen, verklaren en toepassen
de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog
deze gevolgen uitleggen, verklaren, toepassen en analyseren
de bepalingen van het Verdrag van Versailles
deze bepalingen uitleggen, verklaren, toepassen, analyseren en beoordelen
deze bepalingen aanduiden op een kaart
het verband leggen tussen deze bepalingen en de doelstellingen van de overwinnaars
het verband leggen tussen deze bepalingen en de Tweede Wereldoorlog
het 14-puntenplan van Wilson: zelfbeschikkingsrecht
dit plan toepassen en analyseren
het begrip zelfbeschikkingsrecht uitleggen, verklaren en toepassen
de sterktes en de zwaktes van de Volkenbond
de sterktes en de zwaktes uitleggen en verklaren
die sterktes en de zwaktes vergelijken met de Verenigde Naties
de oorzaken van de economische crisis
deze oorzaken benoemen, verklaren en toepassen
de kenmerken van de economische crisis
deze kenmerken benoemen, verklaren, toepassen en analyseren
deze kenmerken aan de hand van documenten vergelijken met de kredietcrisis van 2007-2011
de oplossingen van de economische crisis
deze oplossingen benoemen, verklaren en toepassen
de kenmerken van een keynesiaans beleid
de ideeën van het fascisme en het nazisme
deze ideeën benoemen en illustreren
deze ideeën vergelijken met elkaar
deze ideeën vergelijken met het communisme en met de democratische rechtsstaat
de oorzaken voor het succes van het fascisme in Duitsland en Italië
het totalitaire regime van Adolf Hitler in Duitsland
het totalitaire beleid van Hitler uitleggen, verklaren, toepassen en analyseren
het beleid van Adolf Hitler tegenover de joden: antisemitisme, Nürnbergerwetten, Entartete Kunst, Kristallnacht, getto
dit beleid illustreren, verklaren en toepassen
de voorbereiding van Hitler op de Tweede Wereldoorlog: het Anti-Kominternpact en het Duits-Russisch Niet-Aanvalspact
deze verdragen uitleggen, verklaren en toepassen
de reactie van het buitenland op het succes van het communistische en fascistische regimes
deze reactie uitleggen, verklaren en toepassen
het begrip appeasementpolitiek en de Conferentie van München
dit begrip uitleggen en verklaren
dit begrip verbinden met de beslissingen op de Conferentie van München
de oorzaken en de aanleiding van de Tweede Wereldoorlog
het verloop van de Tweede Wereldoorlog: de inval in Polen, de inval in België (Achttiendaagse veldtocht), de Battle of Britain, de aanval op Pearl Harbour, Operatie Barbarossa, Beleg van Stalingrad, Slag bij Midway, D-Day, Ardennenoffensief, V-Day, Atoombommen op Hiroshima en Nagasaki, de capitulatie van Japan
deze gebeurtenissen uit het verloop chronologisch ordenen
bronnen verbinden met de juiste fase en het juiste front van de oorlog
de allianties van de Tweede Wereldoorlog benoemen en aanduiden op een kaart
de kenmerken van de Tweede Wereldoorlog: militair, politiek, economisch, sociaal
propaganda-affiches van de Tweede Wereldoorlog
de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog
de bepalingen van de Verdragen van Jalta en Potsdam
het verband leggen tussen deze bepalingen en de Koude Oorlog
het verband leggen tussen deze bepalingen en de naoorlogse situatie in Duitsland
collaboratie, verzet en repressie
deze bewegingen verklaren en illustreren
het begrip holocaust
dit begrip benoemen
verklaren waarom de nazi’s spreken van ‘Endlösung’ en de joden van ‘Shoah’
de Wannseeconferentie in 1942
verklaren waarom deze conferentie de start is van de holocaust
de organisatie van de holocaust
deze organisatie uitleggen, verklaren, toepassen, analyseren en beoordelen
de oorzaken voor de oprichting van de VN
deze oorzaken uitleggen en verklaren
de oprichting verbinden aan de historische context
de oprichting situeren in de tijd
de doelstellingen van de VN
deze doelstellingen uitleggen, verklaren en toepassen
de samenstelling en de werking van de VN
deze samenstelling en werking uitleggen, verklaren, toepassen, analyseren en beoordelen
de taak van gespecialiseerde organisaties van de VN: FAO, IAEA, ITU, UNESCO, UNHCR, UNICEF, WHO
deze taak benoemen
het begrip vetorecht
dit begrip uitleggen, toepassen en beoordelen
de duurzame ontwikkelingsdoelen: 2016-2030
deze doelen toepassen
de secretaris-generaal van de VN
de naam van de secretaris benoemen
deze secretaris herkennen op een foto
de rol van de VN in internationale conflicten
de oorzaken voor de oprichting van de EU
deze oorzaken uitleggen, verklaren en toepassen
de doelstellingen van de EU
de politieke organen en de werking van de EU: de Raad van de Europese Unie, de Europese Commissie, het Europees parlement en de Europese Raad
de belangrijkste fasen in het Europese eenmakingsproces: de EGKS, de EEG, het Verdrag van Maastricht, het Verdrag van Lissabon
deze fasen uitleggen en verklaren
de uitbreiding van de Europese Unie van een kaart aflezen
de Europese president en de voorzitter van de Europese Commissie
de namen van deze mensen benoemen
deze mensen herkennen op een foto
de invloed van de Europese wetgeving op de nationale wetgeving
deze invloed verklaren, toepassen en analyseren
de actuele uitdagingen van de EU
deze uitdagingen uitleggen, verklaren en toepassen
het sociaal pact van 1944: de overlegeconomie, de RSZ en de index
de drie beslissingen van het sociaal pact uitleggen, verklaren en toepassen
de evolutie van verzorgingsstaat naar actieve welvaartsstaat
deze evolutie verklaren en toepassen
de actuele uitdagingen van de welvaartsstaat uitleggen, verklaren, toepassen en analyseren
de evolutie van verzuiling naar ontzuiling
deze evolutie uitleggen, illustreren en verklaren
de evolutie naar het neoliberalisme
kenmerken van het neoliberalisme benoemen en toepassen
de actuele uitdagingen van de neoliberale staat uitleggen, verklaren, toepassen en analyseren
de evolutie van unitaire staat naar federale staat
de begrippen unitaire staat en federale staat uitleggen
deze evolutie uitleggen, verklaren en toepassen
de breuklijnen aan de basis van deze evolutie
deze breuklijnen verklaren en toepassen
de bevoegdheden van de gemeente, provincie, gemeenschappen, gewesten en federale overheid
deze bevoegdheden benoemen
de premier, de Vlaamse minister-president en de Vlaamse partijvoorzitters
de Vlaamse partijen en hun standpunten
één standpunt per Vlaamse partij benoemen
standpunten en ideologieën verbinden met de juiste Vlaamse partij
naoorlogse conflicten en de breuklijnen: koningskwestie, tweede schoolstrijd, eenheidswet, Leuven Vlaams
deze conflicten uitleggen, verklaren en toepassen
het ontstaan van de bipolaire wereldorde
het begrip bipolaire wereldorde uitleggen
het ontstaan van die wereldorde situeren in de tijd
de oorzaken van dit ontstaan uitleggen, verklaren en toepassen
de begrippen bewapeningswedloop, communisme, geleide economie, IJzeren Gordijn, invloedssfeer, kapitalisme, MAD-principe, non-proliferatieverdrag
de invloedssfeer van een kaart afleiden
het IJzeren Gordijn op een kaart situeren
bronnen situeren in de juiste invloedssfeer
de Trumandoctrine
deze doctrine uitleggen, verklaren en toepassen
het begrip containmentpolitiek
het doel en het belang van het Marshallplan
dit doel en belang uitleggen, verklaren, toepassen en analyseren
het doel van de oprichting van de NAVO
dit doel uitleggen, verklaren en toepassen
de reactie van de Sovjet-Unie: de Brezjnevdoctrine, de Comecon en het Warschaupact
de Koude Oorlog in Duitsland: de blokkade van Berlijn, de splitsing in BRD en DDR, de bouw van de Berlijnse muur, de eenmaking
deze gebeurtenissen uitleggen, verklaren en toepassen
de oorzaken en gevolgen van deze gebeurtenissen uitleggen, verklaren en toepassen
conflicten tijdens de Koude Oorlog: de Cubacrisis, de Viëtnamoorlog, de Praagse Lente
de hervormingspolitiek van Gorbatsjov: glasnost en perestrojka
deze hervormingspolitiek uitleggen, verklaren, toepassen en analyseren
de gevolgen voor Oost-Europa: Polen, de DDR en Joegoslavië
deze gevolgen uitleggen, verklaren en toepassen
de implosie van de Sovjet-Unie
de gevolgen van die implosie toepassen en analyseren
de actuele verhouding tussen de VS en Rusland
deze verhouding analyseren aan de hand van documenten
de rol van nieuwe sterke landen en groeieconomieën: BRICS, de EU
deze rol analyseren aan de hand van documenten
de evolutie van een unipolaire naar een multipolaire wereldorde
deze evolutie analyseren aan de hand van documenten
de theorie van het Einde van de Geschiedenis (Fukuyama) en de theorie van de Botsende Beschavingen (Huntington)
deze theorieën uitleggen, toepassen, analyseren en beoordelen
de oorzaken van de dekolonisatie
verschillen in het dekolonisatieproces in Azië en Afrika
die verschillen uitleggen, illustreren, verklaren en toepassen
belangrijke figuren in het dekolonisatieproces: Gandhi, Lumumba, Mao, Mandela, Nasser
de rol van deze figuren verklaren en toepassen
deze figuren verbinden met het juiste land
de oorzaken en de gevolgen van de dekolonisatie van Congo
de dekolonisatie situeren in de tijd
de gevolgen voor de huidige relatie met Congo toepassen
het verband tussen het dekolonisatieproces en de Koude Oorlog
dit verband uitleggen en verklaren
de gevolgen van de dekolonisatie in Afrika en Azië
deze gevolgen situeren in tijd en ruimte
deze gevolgen verklaren, toepassen en analyseren
de Balfourverklaring en het zionisme
deze verklaring situeren in de tijd en uitleggen
het zionisme situeren in de tijd en uitleggen
de impact van deze verklaring en deze denkrichting op de onafhankelijkheid van Israël verklaren, toepassen en analyseren
de belangrijke fasen in het conflict: de onafhankelijkheid van Israël, de Suezcrisis, de Zesdaagse Oorlog, de Yom Kippoeroorlog, de Camp Davidakkoorden, de Oslo-akkoorden, de eerste en de tweede Intifada, de bouw van de Veiligheidsmuur
deze fasen toepassen en analyseren
de oorzaken en de gevolgen van deze fasen toepassen en analyseren
deze fasen situeren in tijd en ruimte
de begrippen etnische zuivering, Hamas, intifada, Palestijnse Autoriteit
deze begrippen uitleggen en verklaren
de actuele uitdagingen in het conflict: de rol van Jeruzalem, de vluchtelingen, de bouw van joodse nederzettingen, de spiraal van geweld, het waterprobleem
deze uitdagingen toepassen en analyseren
de relatie met Japan, Rusland en de VS in de 20e en de 21e eeuw
deze relatie analyseren aan de hand van documenten
de oorzaken voor het succes van de communisten in de eerste periode van de Chinese Volksrepubliek
het beleid onder Mao Zedong: de kenmerken, de problemen en de gevolgen
dit beleid uitleggen, verklaren en toepassen
de oorzaken en de gevolgen van de Culturele Revolutie (1966-1976) en het studentenprotest op het Plein van de Hemelse Vrede (1989)
deze oorzaken en gevolgen toepassen en analyseren
actuele uitdagingen van China
deze uitdagingen analyseren aan de hand van documenten en vergelijken met westerse problemen
het emancipatieproces in de jaren ’60 en ’70: de seksuele revolutie, de emancipatie van de vrouw, protestbewegingen tegen gezag, de oorlog en de kerk
dit proces uitleggen, verklaren en toepassen
denkstromingen in de eigen tijd: andersglobalisten, negationisme, neofascisme, pegida, (post)modernisme, secularisatie
deze denkstromingen uitleggen en verklaren
Deze verdeling in componenten is geldig voor examens van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023.
Het historisch referentiekader
10%
De samenleving in de nieuwste tijd
43%
De samenleving in de eigen tijd
30%
Synthese van de nieuwste tijd en de eigen tijd
5%
Literatuuropdracht
12%
Je moet zelf op zoek naar leermiddelen om je examen voor te bereiden. De Examencommissie stelt zelf geen leermiddelen ter beschikking. Je kan ze kopen in een (online) boekhandel of ontlenen en raadplegen in een bibliotheek. De bibliotheken van de lerarenopleiding aan de universiteit of de hogeschool bieden heel wat leermiddelen aan.Bij elke nieuwe editie van de vakfiche actualiseren we deze bibliografie. Toch is het best mogelijk dat bepaalde werken niet meer verkrijgbaar zijn of dat nieuwe werken die al op de markt zijn nog niet zijn opgenomen. Ook websites veranderen al eens van naam of worden aangepast. Als je niet onmiddellijk op de juiste website terechtkomt, kan je die proberen te vinden via een goede zoekmachine.We maken bewust een selectie van leermiddelen die ons op dit ogenblik het meest aangewezen lijken om je voor te bereiden op onze examens. Zo willen we je helpen om je studie efficiënter aan te pakken. Je kan echter ook andere werken of cursussen gebruiken bij je voorbereiding op het examen.Hieronder staan enkele handboeken die vaak gebruikt worden in het secundair onderwijs. Ze bieden je voldoende ondersteuning om de leerstof zelfstandig te verwerken. We verwijzen naar websites of andere uitgaven die je ook kunnen helpen bij je voorbereiding.
Memoria
Pelckmans
www.pelckmans.be
Passages
Averbode
www.averbode.be
Pionier
De Boeck
www.vanin.be
STORIA classic, live en GO!
Van In
Atlas van de Algemene en Belgische geschiedenis