de begrippen diapason, contrast, richting, beweging, afstand, limiet, materie en textuur, evenwicht, harmonie en ritme in al hun facetten herkennen en beschrijven
de begrippen diapason, contrast, richting, beweging, afstand, limiet, materie en textuur, evenwicht, harmonie en ritme in al hun facetten in onderlinge relaties en in relatie met andere beeldende middelen toelichten, interpreteren, analyseren, onderzoeken, ontdekken, mee experimenteren en gebruiken met betrekking tot je creatief leer- en ontwerpproces en de daaruit voortvloeiende/ingeleverde (deel)opdrachten
de begrippen diapason, contrast, richting, beweging, afstand, limiet, materie en textuur, evenwicht, harmonie en ritme in al hun facetten toelichten, interpreteren, analyseren, onderzoeken, mee experimenteren, ontdekken en toepassen in opdrachten binnen het platte vlak (tweedimensionaal) en in de ruimte (driedimensionaal)
met de begrippen diapason, contrast, richting, beweging, afstand, limiet, materie en textuur, evenwicht, harmonie en ritme in al hun facetten experimenteren en zelfstandig tot creatieve oplossingen komen
de begrippen diapason, contrast, richting, beweging, afstand, limiet, materie en textuur, evenwicht, harmonie en ritme in al hun facetten integreren in een harmonische compositie
rond de begrippen diapason, contrast, richting, beweging, afstand, limiet, materie en textuur, evenwicht, harmonie en ritme in al hun facetten een innerlijk voorstellingsvermogen ontwikkelen