Skip to Main Content

Vakfiche groep van de creatieve vakken 3 kso

Geldig van 01 januari 2022 tot en met 31 december 2022
 

content

Studierichting

3e graad kso
  • Muziek (*stopt in 2025)

Referentiekader

ReferentiekaderOpmerking
LeerplannenLeerplan VVKSO kso 3 Muziek – Brussel D/2012/7841/039 Leerplan GO! 3de graad kso - Creatief musiceren 97058 Leerplan GO! 3de graad kso - Voordracht en Welsprekendheid 94047 Leerplan GO! 3de graad kso - Koorzang 97065

Waarom leer je dit vak?

De studierichting Muziek kso omvat in het specifieke gedeelte een veelzijdig artistiek palet van zowel vocale als instrumentale expressievormen. Naast de algemene muzikale onderdelen word je geacht voldoende competenties te beschikken in de keuze van het hoofdinstrument.


De grondigere voorbereiding die sommige vakken nodig hebben (onder andere de hoofddiscipline), is nodig voor de productevaluatie van de Examencommissie. Een grondige individuele voorbereiding van de muziektheorie en het instrument gaan hand in hand met het proces van het samen musiceren zoals in de vakken koorzang, instrumentaal ensemble, zangproef notenleer of instrumentaal ensemble.


Dit niveau verwerf je met muziektechnische bagage op psychomotorisch niveau met de noodzakelijke vaardigheden om het muzikaal verwerken mogelijk te maken (mede door de omringingsvakken). Je moet je ook kunnen inleven in een compositie (affectief niveau) en deze op een artistiek verantwoorde wijze interpreteren. Deze niveaus lopen in de praktijk door elkaar en worden niet afzonderlijk behandeld.


Je moet probleemoplossend kunnen denken. Om je op dit muzikaal technisch en communicatief niveau te brengen, verwachten we dat je je zelfstandig kan voorbereiden en in staat bent je persoonlijk en artistiek op voldoende niveau uit te drukken. Ook moet je de gevraagde documenten op de dag van het examen kunnen overhandigen.


In het vak 'Creatief musiceren' mag je creatief omspringen met alle realistische middelen en het grafisch voelbaar weergeven in een partituur zonder muziektekens. Je combineert zinnen, thema's, vormen en ritmische figuren op een correcte creatieve manier.


Bij het vak 'Koorzang' mag je uit een koorpartituur je eigen stem selecteren en deze melodielijn zingen in een correcte taal met besef van de inhoud van de tekst. Je hebt kennis over het leven, de stijl en andere belangrijkste werken van de componist en zijn/haar tijdgenoten.


Je kan in het vak 'Dictie' jezelf met een duidelijke en klare stem tot een publiek richten met een correct Nederlands taalgebruik. Je stelt jezelf voor of leest een literair stukje voor in het correct Nederlands en niet in je eigen dialect of tussentaal die bij het dialect aanleunt.


De einddoelstelling van dit deel is om voldoende bagage mee te geven om de leerstof verder te kunnen verfijnen en aan zelfstandig onderzoek te doen. Deze attitude, de verzelfstandiging van het artistieke leerproces, dient om je goed te kunnen voorbereiden op de artistieke uitvoering (het product).
 

De vakfiches KSO 3 Muziek omvatten de vakken van de richting klassiek en niet de richtingen jazz/lichte muziek en musical.

Toon meer
Toon minder

Wat moet je leren?

Creatief musiceren

Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

ritmisch en melodisch:

  • onderzoeken van de verschillende mogelijkheden met slagvlakken
  • ritmisch ‘voor’ en ‘na’
  • ritmisch vraag en antwoord
  • ritmisch ostinato
  • ABA-vorm
  • eenvoudige ritmische canon
  • rondo
  • vindinstrumenten
  • klein slagwerk

ritmische en melodische structuren uitvoeren

ritmische en melodische structuren imiteren

ritmische en melodische structuren vervolledigen
 

muzikale vormen (canon, ABA-vorm, rondovorm) herkennen en toepassen

ritmisch en melodisch improviseren en experimenteren met lichaamsinstrumenten, vindingsinstrumenten, Orff en andere instrumenten en met de stem

Carl Orff en het instrumentarium

begeleidingstechnieken (ostinaat, tonica-begeleiding, bourdon) herkennen en toepassen op klein slagwerk en staafspellen

de gekende muzikale technieken vindingrijk gebruiken en tot een kleine compositie uitvoeren

Carl Orff-instrumenten en teksten

de Orff-instrumenten herkennen en bespelen

teksten en beelden interpreteren en op verantwoorde manier muzikaal toepassen (ritmeren)

voor verscheidene muziekstijlen openstaan

toonsoorten

bepaalde toonsoorten onderscheiden

muzikale zinnen in eenvoudige toonsoorten uitvoeren (hoogstens één # of één b)

eenvoudige I-IV-V begeleidingen bij deze muzikale zinnen toepassen

tonale melodieën op reeds geritmeerde teksten toepassen

teksten in strofen en refrein structureren

parameters van de dynamiek:

  • duur
  • hoogte
  • kleur
  • samenklank
  • tempo
  •  …

de verschillende muzikale parameters van de dynamiek (duur, hoogte, kleur, samenklank, tempo, …) toepassen

de opbouw van klankspelen met steeds wisselende parameters toepassen

creaties met fragmenten uit de bestaande literatuur vergelijken

avant-garde technieken:

  • nieuwe samenklanken
  • opbouw van klankspelen
  • grafische partituur
  • ongebruikelijke speelwijze van de instrumenten
  • technieken uit bestaande literatuur

nieuwe samenklanken (cluster, glijdende klank, ...) toepassen

de opbouw van klankspelen toepassen

een grafische notatie/notenbeeld analyseren en interpreteren

een grafische notatie/notenbeeld toepassen en verantwoorden

de ongebruikelijke speelwijze van de instrumenten toepassen

de technieken uit bestaande literatuur (repetitieve muziek, toevalsmuziek, …) onderzoeken en verwerken

geluiden die met behulp van de stem gerealiseerd kunnen worden, inventariseren en passende symbolen voor deze geluiden zoeken

spelingen met teksten (bijvoorbeeld herhalen van bepaalde medeklinkers, herhalen van lettergrepen, dynamische hoogteverschillen) toepassen

Koorzang

Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

gehoor

het gehoor verfijnd toepassen (intonatie, harmonisch gevoel, ritmegevoel, tekstuitspraak, articulatie, relatie tekst/muziek, analytisch inzicht)

notenbeeld/grafische notatie

het notenbeeld/grafische notatie analyseren, interpreteren en toepassen

genres en stijlen

een gevarieerd aanbod van genres en stijlen (in groepsverband) uitvoeren

repertoirevorming:

  • éénstemmige liederen (a capella – met begeleiding)
  • eenvoudige vormen van meerstemmigheid (tonica-dominantbegeleiding, bourdon, ostinatogebruik)
  • canons
  • quodlibets
  • enkele spreekkoren
  • homofone koorcomposities
  • polyfone koorcomposities

een repertoire van verschillende stijlen en genres ontwikkelen en muzikaal begeleiden

Dictie

Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

soorten taal:

  • verbale taal
  • non-verbale taal
  • analoge taal
  • digitale taal
  • levende taal
  • dode taal
  • streektaal
  • standaardtaal
  • schrijftaal
  • spreektaal

deze soorten taal herkennen, begrijpen, ordenen en toepassen

taaltekens

het meerduidig of gelaagd gebruik van taaltekens herkennen en toepassen

het belang van de context bij het coderen of decoderen van taaltekens herkennen en toepassen

argumentatieleer

het gebruik van taalhandelingen met louter communicatief of met interactioneel effect herkennen

individuele standpunten formuleren

een individueel betoog (individuele uiteenzettingen, gelegenheidstoespraken) uitvoeren

het gebruik van taalhandelingen begrijpen en toepassen in betogen en discussies (classificatie van argumenten, argumentatietypes en bewijsgronden, gebruik van stijlfiguren, opsporen van drogredeneringen)

voordracht

waardevolle teksten publieksgericht op een doorleefde manier voordragen

de gepaste spreektechniek en de uitspraak van het Algemeen Nederlands spontaan toepassen

teksten op expressieve wijze verklanken en vertolken

inzicht hebben in een aanzienlijke diversiteit aan tekstuele werkvormen en literaire stijlperioden (de evolutie van de Nederlandse poëzie in het bijzonder)

Welke opdracht moet je uitvoeren?

• opdracht bij het onderdeel ‘creatief musiceren’- soundscape: Je kiest één thema uit één van de onderwerpen die je na inschrijving ontvangt via het platform enkele weken vóór de effectieve examendatum. Je maakt er een grafische partituur (+ één kopie voor de jury) bij. Je brengt deze twee partituren (één kopie voor jezelf en één kopie voor de jury) EN jouw instrumentarium mee. • opdracht bij het onderdeel ‘koorzang’: Je zoekt zes koorwerken van diverse stijlen en brengt deze mee (één kopie voor jezelf en één kopie voor de jury). • opdracht bij het onderdeel ‘dictie’: Je bereidt je persoonlijke voorstelling voor. Je brengt ook een eigen tekst mee van een literair niveau (één kopie voor jezelf en één kopie voor de jury). Niet enkel de technische vaardigheden, maar ook de muzikaliteit van de uitvoering en het structureel inzicht worden eveneens beoordeeld. Deze opdrachten worden meer gedetailleerd besproken bij 'Hoe verloopt het examen?.
Dit vak heeft geen opdrachten

Welke bijlagen heb je nodig?

Dit vak heeft geen bijlagen

Hoe verloopt het examen?

180 minuten voor examens vanaf 01-01-2022 tot 31-12-2022
Het examen duurt in totaal ongeveer 30 minuten al naargelang je oeuvre. Het examen gaat door op een externe locatie. De locatie en uren worden meegedeeld op het platform vanaf het moment dat je jezelf inschrijft voor dit vak. - Verloop onderdeel 'creatief musiceren': • Je maakt een soundscape (een auditieve ruimtespectrum creëren door een instrumentarium – je creëert een primitieve auditieve architectuur). • Duur: ongeveer drie minuten. • Je gebruikt minstens één zelfgemaakt instrument. • De andere instrumenten haal je uit de natuur, huis/tuin/keuken, … . • Je mag eveneens impulsen creëren met je hoofd- of neveninstrument. • Je moet een contrastrijke structuur nastreven. • Je zet de verschillende fragmenten met hun details om in een grafische partituur (kleuren, grafische tekens) in een relatie tot welk effect je hoort of ziet. Bij voorkeur geen tekens uit de officiële muzieknotatie gebruiken. • Elementaire improvisaties gebruiken met behulp van eigen slagwerk (vingers, handen, knieën, voeten,…), klein slagwerk (handtrom, slagstaven,…), staven (klokkenstaaf, metallofoon, xylofoonstaaf;…) of met behulp van je stem (ritmische of melodische kern, tekst, rappen, ostinato, variaties, vrije improvisatie,… . • Je creëert een voor- en een naspel. • Je brengt het instrumentarium mee voor het onderdeel 'creatief musiceren' en installeert je tot deze installatie gebruiksklaar is voor de uitvoering van jouw grafische partituur. - Verloop onderdeel 'koorzang': • Je legt een zelfgekozen repertoire voor van zes liederen. • De werken in het repertoire komen uit verschillende stijlperiodes en genres (gregoriaans, polyfonie, Bach, renaissance, barok, klassiek, romantiek, (post-)moderne literatuur). • Je zingt jouw eigen stempartij met ondersteuning van de instrumentele vaardigheden (ontspanning, steun, ademhaling, stemplaatsing). • Tekstbegrip en -interpretatie komen tot uiting bij het zingen van de literatuur. • Je mag samen met meerdere kandidaten dit onderdeel afleggen (uit één werk, meerstemmig, elk een eigen stempartij). Dit is niet verplicht maar wel mogelijk. • Je kan elke koorpartituur situeren in tijd en ruimte (stijl, genre, biografische kennis componist, voornaamste werken componist, hoofdkenmerken). - Verloop onderdeel 'dictie': • Je stelt jezelf en je hobby’s voor. • Je leest je zelfgekozen gedicht/proza voor. • Je leest een prima vista-artikel uit een recente mediabron (die je krijgt van de jury). • Dit onderdeel draag je voor met een correct taalgebruik (zie vakinhoud bij Nederlands). De volgorde van de uitvoeringen gebeurt in overleg (naargelang het tijdstip en de andere kandidaten).
-Jouw grafische partituur EN één kopie voor de jury. -Jouw zes koorpartituren EN één kopie voor de jury (waarin je jouw gekozen stem hebt aangeduid aan het begin van de partij) -Jouw zelf gekozen literair stukje EN één kopie voor de jury. -Je brengt het instrumentarium mee voor het onderdeel 'creatief musiceren'. Dit maakt allemaal deel uit van de evaluatie!
Je krijgt de tekstopgave voor het onderdeel 'dictie'.
De jury kan met jou een explorerend gesprekje hebben om de achtergrond van de gezongen en gesproken werken en ook om jou beter te leren kennen.

Hoe beoordelen we het examen?

De jury geeft op jouw uitgevoerde werken een totaalquotatie op 100 die een optelling is van de verschillende onderdelen van dit vak (creatief musiceren, koorzang en dictie).

creatief musiceren

50%

koorzang

30%

dictie

20%

Met welk materiaal bereid je je voor?

Je moet zelf op zoek naar leermiddelen om je examen voor te bereiden. De Examencommissie stelt zelf geen leermiddelen ter beschikking. Je kan ze kopen in een (online) boekhandel of ontlenen en raadplegen in een bibliotheek. De bibliotheken van de lerarenopleiding aan de universiteit of de hogeschool bieden heel wat leermiddelen aan.

Bij elke nieuwe editie van de vakfiche actualiseren we deze bibliografie. Toch is het best mogelijk dat bepaalde werken niet meer verkrijgbaar zijn of dat nieuwe werken die al op de markt zijn nog niet zijn opgenomen. Ook websites veranderen al eens van naam of worden aangepast. Als je niet onmiddellijk op de juiste website terechtkomt, kan je die proberen te vinden via een goede zoekmachine.

We maken bewust een selectie van leermiddelen die ons op dit ogenblik het meest aangewezen lijken om je voor te bereiden op onze examens. Zo willen we je helpen om je studie efficiënter aan te pakken. Je kan echter ook andere werken of cursussen gebruiken bij je voorbereiding op het examen.

Hieronder staan enkele handboeken en verwijzen we naar websites of andere uitgaven die je ook kunnen helpen bij je voorbereiding.

Titel

Auteur

ISBN/Uitgever

ONDERDEEL:  KOORZANG

Spreken en zingen

Eldar A.M. – Ed. Van Gorcum

90 232 3322 0

Tipboek zang

Pinksterboer Hugo

90 761 9208 1

Sesam atlas van de zangkunst + CD

Reinders Ank

90 557 4301 1

Complete vocal technique + CD

Satijn Cathrine

87 9867 972 4

In Koor: Natuurlijk Zingen!

Van Der Vinne Klazienen

9071939030

Ars Musica – Chorbuch für gemischte Stimmen (Band IV)

Wolsters Gottfried

 Möseler Verlag Wolfenbüttel

ONDERDEEL: CREATIEF MUSICEREN

Musica pedagogisch hoger onderwijs

De Wispelaere A.M.

Van In

Muziekinstrumenten, zelf maken – zelf bespelen

Heerkens Ad

Van In

Hummeltje Tummeltje – muziek voor kleuters om te zingen, te dansen en te spelen op instrumenten

Heerkens Ad

Muusses, Purmerend.

Het muziekboek voor kinderen. Luisteren, zingen, spelen en dansen met kinderen van 2 – 8 jaar

Kreusch Jacob D.

9789021306421

Orff-Schulwerk – Muziek voor kinderen (4 delen)

Orff Carl – Nederlandse bewerking Andries Marcel, Wuytack Jos

Schott

Ding-Dong

Bakker José

90 321 0437 3

Website

Website

http://www.classical-composers.org

http://www.classical.net

http://www.componisten.net

http://www.ipl.org.div.mushist

http://www.klassiekemuziekgids.net

http://go.to/musicerendejeugd

/