Skip to Main Content

Vakfiche theorie en schriftuur 3 kso

Geldig van 01 januari 2023 tot en met 31 december 2023
 

content

Studierichting

3e graad kso
  • Muziek (*stopt in 2025)

Referentiekader

ReferentiekaderOpmerking
LeerplannenLeerplan VVKSO KSO 3 Muziek – Brussel D/2012/7841/039 GO 2015/031 (vervangt 97066) Minimum-leerplan Vlaamse Gemeenschap DKO Muziek AMT/MT juli 1990

Waarom leer je dit vak?

De studierichting Muziek kso omvat in het specifieke gedeelte een veelzijdig artistiek palet van zowel vocale als instrumentale expressievormen. Naast de algemene muzikale onderdelen word je geacht voldoende competenties te beschikken in de keuze van het hoofdinstrument.


De grondigere voorbereiding die sommige vakken nodig hebben (o.a. de hoofddiscipline), is nodig voor de productevaluatie van de Examencommissie. Een grondige individuele voorbereiding van de muziektheorie en het instrument gaan hand in hand met het proces van het samen musiceren zoals in de vakken koorzang, instrumentaal ensemble, zangproef notenleer of instrumentaal ensemble.


Dit niveau verwerf je met muziektechnische bagage op psychomotorisch niveau, met de noodzakelijke vaardigheden om het muzikaal verwerken mogelijk te maken (mede door de omringingsvakken) en op affectief niveau met het zich kunnen inleven in een compositie en het op een artistiek verantwoorde wijze kunnen interpreteren. Deze drie niveaus lopen in de praktijk door
elkaar en worden niet afzonderlijk behandeld.


Als afgestudeerde kunststudent verwachten we dat je in staat bent om probleemoplossend te denken in de materie eigen aan dit diplomaniveau. Om je op dit muzikaal technisch en communicatief niveau te brengen, verwachten we dat je zelfstandig kan voorbereiden, de gevraagde administratieve vereisten op de dag van het examen kan overhandigen en in staat bent je persoonlijk
en artistiek tot een minstens voldoende niveau uit te drukken.


Het vak 'Theorie en schriftuur' is een algemene basis om de instrumentele vakken, waar je de partituur uitvoert, te steunen. Het ontbreken van de kennis van melodische opbouw, akkoordopbouw, harmonische en melodische processen in de analyse van de partituur kunnen de artistieke uitvoering van hoofd- en neveninstrument grote schade toebrengen.


Niet alleen de analyse maar ook het zelf realiseren van eenvoudige akkoorden en zijn verbindingen in een vierstemmige harmonieopgave vormt een belangrijke basis bij de inzichten van de uitvoerende musicus.


De gedetailleerde analyse die je dient voor te bereiden vormt een sleutelstuk in de attitude van het zelfstandige voorbereidingswerk van de partituur als uitvoerder. Een voorbereide analyse van het te spelen stuk verrijkt de uitvoering en draagt bij in de expressie tussen de uitvoerder en het publiek.


De algemene doelstelling is het verwerven van een algemeen inzicht met betrekking tot de harmonische, contrapuntische en formele constructie van een muziekwerk zowel door analyse als door eigen creatieve realisatie.

Via analytisch inzicht in de muzikale literatuur wordt je inzicht verruimd. Dat kan je inzetten om je muziekstudie te verdiepen. Deze analyse kan je gebruiken om de harmonische schrijftechnieken toe te passen door het innerlijk voorstellingsvermogen. Via harmonie raak je bekend met het klankidioom van de klassieke muziek (barok, classicisme en (vroeg-) romantiek).

De einddoelstelling van dit deel is om voldoende bagage mee te geven om de leerstof verder te kunnen verfijnen en om aan zelfstandig onderzoek te doen. Deze attitude, de verzelfstandiging van het artistieke leerproces, dient om de kandidaat goed te kunnen voorbereiden op de artistieke uitvoering (het product).


De vakfiches KSO 3 Muziek omvatten de vakken van de richting klassiek en niet de richtingen jazz/lichte muziek en musical.

Toon meer
Toon minder

Wat moet je leren?

Harmonische schriftuur

Melodisch
Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

akkoordnoten
 

akkoordnoten als reële noten van een akkoord/graad herkennen, toelichten en toepassen

akkoordnoten functioneel (T, S, D – tonica, subdominant, dominant) herkennen, toelichten en toepassen (met omkeringen)
in zowel de sopraan- als de baspartij

akkoordnoten die als TD en DD (tussendominant en dubbeldominant) zijn geschreven/bedoeld zijn, herkennen, toelichten en toepassen (met omkeringen)

akkoordnoten als aparte noten in een akkoord of graad herkennen

overige stemmen

de overige stemmen (bij basopgave: de sopraan, de alt en de tenor en bij de sopraanopgave: de alt, de tenor en de bas) in een
overeenstemmend ritme toepassen

sequensen

sequensen benoemen en toelichten

sequensen in de opgegeven partij herkennen en harmonisatie in dezelfde en eventueel in de overige stemmen toepassen

modulatie

modulatie herkennen, toelichten en toepassen

laddervreemde noot

een laddervreemde noot herkennen, toelichten en de context met de overige stemmen inschatten

cadens

de cadens herkennen, toelichten en toepassen

bij een basopgave en sopraanopgave herkennen wanneer er een cadens moet geschreven worden

lange noot

een lange noot herkennen, toelichten en toepassen

de invulling van een lange noot in de bas- of sopraanopgave gepast toepassen met bijvoorbeeld een kwart-sext- en een kwintakkoord

ritme

het ritme herkennen en toelichten

het schrijven van gepaste ritmes toepassen in de overige stemmen

metrum

het metrum herkennen en toelichten

het schrijven van gepaste akkoorden en ritmes toepassen vanuit het maatcijfer (sterkte tijden – zwakke tijden)

stemvoering :

  • stemkruising: verboden
  • samengevoegde beweging: trapsgewijs dalen of stijgen
  • gescheiden beweging: sprongsgewijs dalen of stijgen
  • parallelle beweging
  • tegenbeweging
  • zijdelingse beweging: één stem houdt een liggende beweging aan
  • vermijden van de vergrote seconde in de kleine tertstoonaard en de vergrote kwart in de grote tertstoonaard

deze stemvoeringen herkennen, toelichten en toepassen

omvang der stemmen

het begrip stemsoort herkennen en toelichten dat elke stemsoort (sopraan, alt, tenor, bas) zijn omvang volgens de vocale tessituur
niet mag overschrijden

graden

de tonale noten/graden (I – V – IV) en de nevenakkoorden (II – VI – III – VII ) herkennen

Harmonisch
Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

verbindingsregels hoofdakkoorden:

  • de verbindingen tussen I-IV en I-V gebeuren door één stem  als gemeenschappelijke noot aan te houden en een samengevoegde beweging in de andere stemmen
  • bij de verbindingsregels tussen IV en V maken drie stemmen een tegenbeweging

deze verbindingsregels bij hoofdakkoorden herkennen, toelichten en toepassen

verbindingsregels nevenakkoorden:

  • bij kwintverbindingen bij de nevenakkoorden (II, VI en III) wordt met de bas een kwintsprong gemaakt
  • bij secondeverbindingen maakt de basstem een stijgende of dalende beweging met samengevoegde graden (IV-V of V-VI)
  • bij tertsverbindingen maakt de bas een dalende tertssprong (of een stijgende sextsprong)

deze verbindingsregels bij nevenakkoorden herkennen, toelichten en toepassen

cadens:

  • de volmaakte cadens: IV-I-V-I of IV-V-I
  • de plagale cadens: IV-I
  • de halve cadens: IV-II-V of VI-II-V
  • de gebroken cadens: IV-V-VI of II-V-VI
  • de frygische cadens: V-VIb

het schrijven van de juiste cadens aan het einde van een zin

harmonische ligging:

  • de enge ligging: de drie bovenstemmen nemen de op elkaar volgende noten van het akkoord
  • wijde ligging: de drie bovenstemmen laten tussen elkaar een noot van het akkoord weg
  • gemengde ligging: in alle andere gevallen
  • de afstand tussen bas en tenor telt niet mee

de bepaling van deze harmonische liggingen bij een opgegeven sopraan- of baspartij toepassen

volmaakte drieklank, sext- en kwart-sextligging

  • de volmaakte drieklank in zijn grondligging waarbij de basnoot de grondnoot is, toepassen
  • de sextligging waarbij de terts van het akkoord in de basnoot geschreven wordt, toepassen
  • de kwart-sextligging waarbij de kwint van het akkoord als basnoot gebruikt wordt, toepassen

vierklank – het dominant septiemakkoord

een septiemakkoord met de juiste opbouw in de grondligging, de eerste omkering, de tweede omkering en de derde omkering
noteren en toepassen

parallelle, naslaande en bedekte octaven en kwinten

herkennen en toelichten dat niet gewenste verbindingen, telkens tussen twee dezelfde stemmen en twee akkoorden van een
verschillende graad, niet geschreven mogen worden

modulaties en chromatische wijzigingen

verbindingen met hoofdakkoorden naar naburige toonaarden (bv. la klein naar mi klein) laten moduleren

verbindingen met hoofdakkoorden naar meer verwijderde toonaarden (bijvoorbeeld van do groot naar re groot) met een laddervreemde noot in de opgegeven sopraan- of basopgave laten moduleren

verbindingen met hoofdakkoorden via sextakkoorden en dominantseptiemakkoorden laten moduleren (via een aanduiding
op de partituur boven de opgave, bijvoorbeeld van sol groot naar do groot)

Analyse

Formeel
Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

eenvoudige tweestemmigheid tot en met polyfone en homofone schrijfstijl (imitatie en canon inbegrepen)

de partituur in een ruimer historisch kader met behulp van de parameters specifiek voor een bepaald genre toepassen

de ontwikkeling van meerstemmigheid vanuit historisch perspectief (zoals gregoriaans, ars antiqua, ars nova, polyfonie, begeleide monodie, homofonie, close harmony) toepassen

vormen van een partituur

de rondovorm, blues, sonatevorm, fugavorm herkennen en de verschillende onderdelen aanduiden en benoemen

Harmonisch-melodisch-ritmisch
Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

de akkoorden becijferen in grond-, sext- en kwartsextligging

het functioneel becijferen van akkoordnoten als reële noten van een akkoord/graad toelichten

akkoordnoten

akkoordnoten functioneel (T, S, D – tonica, subdominant, dominant) herkennen en toelichten

akkoordnoten die als TD en DD (tussendominant en dubbeldominant) zijn geschreven/bedoeld zijn, herkennen en toelichten

sequensen

sequensen in de opgegeven partij herkennen en aanduiden in dezelfde en eventueel in de overige stemmen

modulatie

een laddervreemde noot herkennen en de becijfering van het akkoord herkennen

cadens

aan de basopgave (en sopraanopgave) herkennen wanneer er een cadens moet aangeduid worden

lange noot

het gepast aanduiden van een lange noot in de bas- of sopraanopgave met bijvoorbeeld een kwart-sext- en een kwintakkoord herkennen

ritme

terugkomende ritmes herkennen in de overige stemmen

metrum

gepaste akkoorden en ritmes vanuit het maatcijfer (sterkte tijden / zwakke tijden) herkennen en toelichten

stemvoering :

  • samengevoegde beweging: trapsgewijs dalen of stijgen
  • gescheiden beweging: sprongsgewijs dalen of stijgen
  • parallelle beweging
  • tegenbeweging
  • zijdelingse beweging: één stem houdt een liggende beweging aan
  • vermijden van de vergrote seconde in de kleine tertstoonaard en de vergrote kwart in de grote tertstoonaard

deze stemvoeringen (stemkruisingen) herkennen

omvang der stemmen

toelichten en toepassen dat elke stemsoort (sopraan, alt, tenor, bas) zijn omvang volgens de vocale tessituur niet mag overschrijden

graden

de tonale noten/graden (I – V – IV) en de nevenakkoorden (II – VI – III) – VII waarbij de leidtoon nooit als grondnoot van een akkoord
wordt gebruikt, herkennen

cadens:

  • volmaakte cadens: IV-I-V-I of IV-V-I
  • plagale cadens: IV-I
  • halve cadens: IV-II-V of VI-II-V
  • gebroken cadens: IV-V-VI of II-V-VI
  •  frygische cadens: V-VIb

deze cadensen aan het einde van een zin herkennen

harmonische ligging:

  • de enge ligging: de drie bovenstemmen nemen de op elkaar volgende noten van het akkoord
  • wijde ligging: de drie bovenstemmen laten tussen elkaar een noot van het akkoord weg
  • gemengde ligging: in alle andere gevallen
  • de afstand tussen bas en tenor telt niet mee

de bepaling van deze harmonische liggingen bij een opgegeven sopraan- of baspartij herkennen

volmaakte-, sext- en kwart-sextligging

de bepaling en becijfering van de volmaakte drieklank in zijn grondligging herkennen (basnoot is de grondnoot)

sextligging en becijfering herkennen (de terts van het akkoord wordt in de basnoot geschreven)

de kwart-sextligging herkennen (de kwint van het akkoord wordt als basnoot gebruikt)

vierklank – het dominant septiemakkoord

het septiemakkoord met de juiste opbouw in de grondligging, de eerste omkering, de tweede omkering en de derde omkering
herkennen en de becijfering herkennen

parallelle, naslaande en bedekte octaven en kwinten

niet gewenste verbindingen, telkens tussen twee dezelfde stemmen en twee akkoorden van een verschillende graad, herkennen

modulaties en chromatische wijzigingen

verbindingen met hoofdakkoorden en het moduleren naar naburige toonaarden (bv. la klein naar mi klein) herkennen

verbindingen met hoofdakkoorden naar meer verwijderde toonaarden (bijvoorbeeld van do groot naar re groot) met een laddervreemde noot in de opgegeven sopraan- of basopgave toepassen

versieringen:

  • wisselnoot
  • doorgangsnoot
  • vertraging
  • anticipatie
  •  appogiatuur
  • afspringende noot

deze versieringen herkennen en toelichten (wisselnoot , doorgangsnoot , vertraging , anticipatie , appogiatuur en afspringende noot)

Welke opdracht moet je uitvoeren?

Je bereidt een gedetailleerde analyse voor: • Je geeft deze analyse in tweevoud af aan de jury op de dag van het examen. • Deze gedetailleerde analyse gebeurt aan de hand van ofwel een werk in één van de polyfone vormen (fuga, inventie, …) ofwel een werk in één van de homofone vormen (ABA-vorm, liedvorm, rondovorm, hoofdvorm (en sonatevorm). • Voor de gedetailleerde analyse kan je één van jouw partituren nemen die je speelt op één van je examens. Je moet op het examen mondeling en zelfstandig deze analyse kunnen verdedigen. • De gedetailleerde analyse bespreek je in grote vorm (thema’s, variaties, delen, cadens, pedaal, …) en in detail met melodische opbouw in voor- en nazin alsook aanduiding toonaarden en modulaties (hoe worden die bereikt) – cadensen (hoe en benoemen) en andere noodzakelijke items voor de grondige analyse. • Jouw schriftelijke voorbereiding dient voor jou enkel als leidraad en maakt geen deel uit van het examen. Deze aparte voorbereiding (naast de partituur) wordt ook niet gequoteerd, de mondelinge verdediging wel. Let wel: jouw aanduidingen in structuur en harmonie op de partituur zijn wel nodig.
Dit vak heeft geen opdrachten

Welke bijlagen heb je nodig?

Dit vak heeft geen bijlagen

Hoe verloopt het examen?

180 minuten voor examens vanaf 01-01-2023 tot 31-12-2023
Het onderdeel 'harmonische schriftuur' duurt 120 minuten. Het onderdeel 'analyse opgelegd werk' duurt ongeveer 30 minuten. Het onderdeel 'gedetailleerde analyse' duurt ongeveer 15 minuten. Het examen gaat door op een externe locatie. De locatie en uren worden meegedeeld op het platform vanaf het moment dat je jezelf inschrijft voor dit vak. Meer info over de locatie kan je vinden via: https://examencommissiesecundaironderwijs.be/examenlocaties - Het onderdeel 'harmonische schriftuur' is een schriftelijk examen waarbij je twee examenbladen krijgt met een sopraan- en een basopgave. Je krijgt een opgave met een sopraanpartij en een baspartij. De gegeven sopraan- en basopgave moet worden voorzien van een vierstemmige vocale harmonie. Een becijfering mag maar moet niet. Deze becijfering wordt enkel als verduidelijking gezien en wordt niet mee opgenomen in de beoordeling. Je hebt kennis van en je weet alle harmonische verbindingen toe te passen van de tonaal functionele harmonie. Dat wil zeggen, kwint- sext-, kwart- sext- en dominantseptiemakkoorden zijn gekend en moet je kunnen toepassen. Deze akkoorden moet je eveneens in omkering kunnen toepassen, alsook modulaties naar de dominanttoonaard en paralleltoonaard. De nevenseptiemen mag je ook schrijven maar dat hoeft niet. Je kent ook de voornaamste stemvoerings- en cadenspatronen, thematische herhalingen en variaties, progressies en sequensen. - De onderdelen ‘analyse opgelegd werk’ en de ‘gedetailleerde analyse’ zijn mondelinge examens. Je hebt kennis vanaf de tweestemmigheid tot en met de polyfone en homofone stemvoeringen met de imitatie en de canon. De 'gedetailleerde analyse': je bereidt een gedetailleerde analyse voor aan de hand van ofwel een werk in één van de polyfone vormen (fuga, inventie, …) ofwel een werk in één van de homofone vormen (ABA-vorm, liedvorm, rondovorm, hoofdvorm (en sonatevorm). Je kan voor deze analyse één van jouw partituren nemen die je speelt op één van je examens. Je moet mondeling en zelfstandig jouw voorgelegde analyse kunnen verdedigen. De 'analyse opgelegd werk': Je krijgt op het examen de opdracht ‘analyse van een niet zelf gekozen compositie’. Je krijgt hiervoor een half uur voorbereidingstijd. Je analyseert het werk op vormniveau, op harmonisch en op melodisch niveau (zie inhoud harmonische schriftuur).
Een blauwe of zwarte balpen, een potlood en een gom. Het onderdeel 'harmonische schriftuur', met de bas- en sopraanopgave, mag je schriftelijk oplossen. Je werkt best in potlood (neem een gom mee) om de overige drie stemmen op te schrijven. Zo kan je jouw oplossing bijwerken indien nodig. Je brengt 2 kopieën (voor de jury) en 1 kopie (voor jezelf) mee van je gedetailleerde analyse. Dit wordt mee opgenomen in de evaluatie!
Kladpapier en de examenbladen (harmonische schriftuur + analyse opgelegd werk)

Hoe beoordelen we het examen?

Voor het onderdeel 'harmonische schriftuur' (50%): - stemvoering – volledigheid akkoorden en bindingsregels tussen de akkoorden – technisch-harmonische fouten - esthetisch: springen versus geleidelijke voortgang van elke stem onderling – stemvoering buitenstemmen - er is geen giscorrectie Voor het onderdeel 'gedetailleerde analyse' (25%): - is de basis gelegd in het benoemen van de formele, harmonische, ritmische, metrische en melodische structuur Voor het onderdeel 'analyse opgelegd werk' (25%): - idem examen 'gedetailleerde analyse' – dit examen is niet uitgebreid (op één blad)

onderdeel 'harmonische schriftuur'

50%

onderdeel 'gedetailleerde analyse'

25%

onderdeel 'analyse opgelegd werk'

25%

Met welk materiaal bereid je je voor?

Je moet zelf op zoek naar leermiddelen om je examen voor te bereiden. De Examencommissie stelt zelf geen leermiddelen ter beschikking. Je kan ze kopen in een (online) boekhandel of ontlenen en raadplegen in een bibliotheek. De bibliotheken van de lerarenopleiding aan de universiteit of de hogeschool bieden heel wat leermiddelen aan.

Bij elke nieuwe editie van de vakfiche actualiseren we deze bibliografie. Toch is het best mogelijk dat bepaalde werken niet meer verkrijgbaar zijn of dat nieuwe werken die al op de markt zijn nog niet zijn opgenomen. Ook websites veranderen al eens van naam of worden aangepast. Als je niet onmiddellijk op de juiste website terechtkomt, kan je die proberen te vinden via een goede zoekmachine.

We maken bewust een selectie van leermiddelen die ons op dit ogenblik het meest aangewezen lijken om je voor te bereiden op onze examens. Zo willen we je helpen om je studie efficiënter aan te pakken. Je kan echter ook andere werken of cursussen gebruiken bij je voorbereiding op het examen.

Hieronder staan enkele handboeken en verwijzen we naar websites  die je ook kunnen helpen bij je voorbereiding.

Titel

Auteur

ISBN/Gegevens

Algemene muziekleer

Dresden, Sem

9001 25800X

Vademecum van de algemene muziekleer

Gistelinck, Daniël

1091495076

Muziekleer in theorie en praktijk

Schouten Henri

9789049400422

Algemene Muziekleer

Willemze, Theo

9027418179

Functionele Harmonie 1 en 2

Geeurickx E.

D/1985/2613/6 en D/2003/2135/2

De figuratie in harmonie

Geeurickx E.

D/1969/0028/144

Kwintessens, een praktische benadering van de harmonieleer

Tilanus, Robijn

90-71939-08-01

Websites

Websites

hhtp://www.musica.nl

http://www2.siba.fi/kulttuuripalvelut/music.html

 

http://www.wereldmuziek.startkabel.nl

https://www.composer.rowy.net/harmonieleer/Cursus-Harmonieleer.pdf

www.ralfpisters.nl/teaching/cva/h1/harmonieleer.pdf

https://nl.wikipedia.org/wiki/Harmonieleer

http://www.nedmuz.nl/

www.mate.nl/werkervaring/muziekth%5B1%5D.pdf

http://composer.rowy.net/harmonieleer_muziektheorie.html

https://www.codarts.nl/proefexamen-muziektheorie/

/