Algemene competenties voor alle leerinhouden
Je krijgt in de eerste tabel een overzicht van alle competenties die je moet beheersen. De competenties zijn telkens toegepast op een concreet voorbeeld. In de volgende tabellen krijg je een overzicht van de leerinhouden die je voor dit vak moet beheersen. Op alle leerinhouden zal je de competenties uit de eerste tabel moeten toepassen.
(‘kunst’ wordt hier als algemeen begrip gebruikt voor alle leerinhouden)
1. Je kan doelbewust kijken naar kunst.
Alle leerinhouden
Voorbeeld:
De analyse van de compositie van een schilderij
2. Je kan kunst analyseren op basis van een specifieke vraagstelling.
Alle leerinhouden
Voorbeeld:
De betekenis van het ‘leitmotiv’ in de opera’s van Wagner
3. Je kan in woorden omschrijven hoe jij kunst ervaart.
Alle leerinhouden
Voorbeeld:
De emotie bij een muziekstuk
4. Je kan de evolutie van kunst in de tijd omschrijven.
Alle leerinhouden
Voorbeeld:
De brugfunctie van de postimpressionisten met de moderne kunst
5. Je kan omschrijven hoe kunst een reactie is op kunst uit een vorige periode.
Alle leerinhouden
Voorbeeld:
Het impressionisme als reactie op de romantiek
6. Je kan omschrijven waar de benaming van een kunststroming vandaan komt.
Alle leerinhouden
Voorbeeld
De betekenis van pop art
7. Je kan kunst in de juiste tijd situeren en chronologisch ordenen.
Alle leerinhouden
Voorbeeld:
De romantiek als kunststroming in de 19e eeuw
8. Je kan omschrijven hoe de tijd waarin het kunstwerk tot stand komt een effect heeft op het kunstwerk zelf en op de kunstenaar.
Alle leerinhouden
Voorbeeld:
De cultuurhistorische context van de periode 1945-1970 en de invloed hiervan op de kunst
9. Je kan kunst op de juiste plaats situeren.
Alle leerinhouden
Voorbeeld:
Voorbeelden van niet-westerse kunst
10. Je kan omschrijven hoe de plaats waar het kunstwerk tot stand komt een effect heeft op het kunstwerk zelf en op de kunstenaar.
Alle leerinhouden
Voorbeeld
Relatie tussen de industriële revolutie en de art nouveau
11. Je kan omschrijven hoe de maatschappelijke context waarin het kunstwerk tot stand komt een effect heeft op het kunstwerk zelf en op de kunstenaar.
Alle leerinhouden
Voorbeeld:
De invloed van ideologie op het expressionisme
12. Je kan een kunstwerk verbinden met de juiste stijlstroming en motiveren waarom.
Alle leerinhouden
Voorbeeld:
Werken van Gehry en Hadid als voorbeelden van deconstructivisme
13. Je kan stijlkenmerken aanduiden op een kunstwerk en uitleggen.
Alle leerinhouden
Voorbeeld:
Kenmerken van een romaanse kerk
14. Je kan stijlkenmerken verbinden met de juiste stijlstroming.
Alle leerinhouden
Voorbeeld:
Kenmerken van de art déco
15. Je kan stijlkenmerken van een stijlstroming opsommen.
Alle leerinhouden
Voorbeeld:
Kenmerken van het surrealisme
16. Je kan de juiste kunsthistorische begrippen en basisbegrippen uit de kunst hanteren. De begrippen die in de vakfiche staan, kan je uitleggen.
Alle leerinhouden
Voorbeeld:
Begrippen als tempo, ritme, vorm, compositie, volume, evenwicht, expressie, harmonie, melodie
17. Je kan de meest voorkomende materialen en technieken uit de kunst bespreken en verbinden met de juiste stijlstroming.
Alle leerinhouden
Voorbeeld:
Materialen en technieken van hedendaagse kunstenaars als Bijl, Panamarenko en Fabre
18. Je kan de meest voorkomende genres en onderwerpen uit de kunst bespreken.
Alle leerinhouden
Voorbeeld:
Filmgenres en filmtypes
19. Je kan het werk van de belangrijkste vertegenwoordigers van een stijlstroming herkennen.
Alle leerinhouden
Voorbeeld:
Vertegenwoordigers van de hedendaagse dans
20. Je kan de belangrijkste vertegenwoordigers van een stijlstroming opsommen. De namen van de kunstenaars die in de vakfiche staan, kan je verbinden met de juiste stijlstroming.
Alle leerinhouden
Voorbeeld:
Vertegenwoordigers van de romantische muziek
21. Je kan kunstwerken met elkaar vergelijken.
Alle leerinhouden
Voorbeeld:
De invloed van de bouwkunst van de klassieke oudheid op de kunst uit de 19e en de 20e eeuw
22. Je kan kunstwerken bespreken aan de hand van kijkwijzers.
Alle leerinhouden
Voorbeeld:
Kijkwijzer van beeldhouwkunst met vragen over materiaal, gereedschap, kleur, textuur, installatie, reliëf, licht en schaduw, verhouding tot de ruimte, compositie
23. Je kan onderzoeksvaardigheden in een kunsthistorische context hanteren: je kan teksten analyseren en kritisch benaderen, je kan recensies vergelijken, je kan websites van musea analyseren…
Alle leerinhouden
Voorbeeld:
Recensies over oscarwinnende films vergelijken
24. Je kan een persoonlijk en gefundeerd waardeoordeel vormen en formuleren over kunstwerken en je eigen waardeoordeel in vraag stellen.
Alle leerinhouden
Voorbeeld:
Je eigen waardeoordeel over een kunstwerk van Christo
25. Je kan kritisch omgaan met het media-aanbod.
Alle leerinhouden
Voorbeeld:
Websites over kunst beoordelen op hun inhoudelijke waarde
1 Kunst van de klassieke oudheid tot de 18e eeuw
1.1 De Griekse beschaving
alle competenties toepassen op beeldhouwkunst uit de Griekse beschaving
- de archaïsche periode bespreken zoals de kouros en de korè
- de klassieke periode bespreken zoals de discuswerper en de Venus van Milo
- de hellenistische periode bespreken zoals de Nikè van Samothrake en de Laocoöngroep
alle competenties toepassen op bouwkunst uit de Griekse beschaving
- tempels bespreken zoals die van de Akropolis in Athene
- delen van een zuil en een tempel aanduiden en benoemen
- kenmerken van de Dorische, Ionische en Korintische zuil bespreken
1.2 De Romeinse beschaving
alle competenties toepassen op de bouwkunst uit de Romeinse beschaving
- tempels bespreken zoals het Maison Carrée en het Pantheon
- burgerlijke bouwkunst zoals amfitheaters, aquaducten, atriumhuizen, basilica, forum, insulae, thermen en triomfbogen bespreken
1.3 De middeleeuwen
alle competenties toepassen op de romaanse beeldhouwkunst en bouwkunst
- beelden als onderdeel van timpaan, portaal of interieur van kerken bespreken zoals de Saint-Lazare kathedraal in Autun
- kerken bespreken zoals de Madeleine kerk in Vézelay
alle competenties toepassen op de gotische beeldhouwkunst en bouwkunst
- beelden als onderdeel van timpaan, portaal of interieur van kerken bespreken zoals de kathedraal in Chartres
- kerken bespreken zoals de kathedraal van Chartres
1.4 De renaissance
alle competenties toepassen op de beeldhouwkunst uit de renaissance
losstaande beelden bespreken zoals de David van Donatello, de David en de Pièta van Michelangelo
alle competenties toepassen op de bouwkunst uit de renaissance
kerken bespreken zoals de Santa Maria del Fiore in Firenze
alle competenties toepassen op de schilderkunst uit de renaissance
fresco’s en schilderijen bespreken zoals werken van Boticelli, Mantegna en Masaccio in Firenze en Mantua
fresco’s en schilderijen bespreken zoals werken van da Vinci en Michelangelo
schilderijen bespreken zoals werken van Rafaël en Titiaan
1.5 De barok
alle competenties toepassen op de beeldhouwkunst uit de barok
losstaande beelden bespreken zoals de David van Bernini
alle competenties toepassen op de bouwkunst uit de barok
kerken bespreken zoals de Il Gesùkerk in Rome en de Carolus Borromeuskerk in Antwerpen
alle competenties toepassen op de schilderkunst uit de barok
schilderijen bespreken zoals de werken van Caravaggio, Jordaens, Rembrandt, Rubens, Velázquez en Vermeer
2 Kunst van de 18e en de 19e eeuw
2.1 Beeldhouwkunst
alle competenties toepassen op de classicistische beeldhouwkunst
losstaande beelden bespreken zoals werken van Canova en Houdon
alle competenties toepassen op de impressionistische beeldhouwkunst
beelden bespreken zoals werken van Rodin
2.2 Bouwkunst en interieur
alle competenties toepassen op de classicistische bouwkunst
- kerken bespreken zoals het Panthéon in Parijs
- burgerlijke bouwkunst bespreken zoals het Petit Trianon in Versailles
alle competenties toepassen op de neostijlen
- neogotische bouwkunst bespreken zoals de Houses of Parliament
- eclecticisme bespreken zoals het justitiepaleis van Brussel
alle competenties toepassen op de ijzerarchitectuur
ijzerarchitectuur bespreken zoals de Eiffeltoren
alle competenties toepassen op de art nouveau
art nouveaugebouwen bespreken zoals de architectuur van Gaudí, Horta, Van de Velde en de Wiener Sezession
2.3 Schilderkunst en fotografie
alle competenties toepassen op het classicisme
schilderijen bespreken zoals werken van David en Ingres
alle competenties toepassen op de romantiek
schilderijen bespreken zoals werken van Constable, de Goya, Delacroix, Friedrich, Géricault en Turner
alle competenties toepassen op het realisme
schilderijen bespreken zoals werken van Courbet, Laermans en Millet
alle competenties toepassen op het impressionisme
schilderijen bespreken zoals werken van Degas, Manet, Monet, Pissarro en Renoir
alle competenties toepassen op het postimpressionisme
- schilderijen bespreken zoals werken van het pointillisme van Seurat en Signac
- schilderijen bespreken zoals werken van Cézanne, Ensor, Gauguin, Munch en Van Gogh
alle competenties toepassen op de eerste ontwikkelingen van de fotografie
fotografie bespreken zoals werken van Daguerre en Nièpce
2.4 Muziek
alle competenties toepassen op de classicistische muziek
muziek bespreken zoals werken van Mozart en Haydn
alle competenties toepassen op romantische muziek
muziek bespreken zoals werken van Beethoven, Brahms, Liszt, Schubert en Wagner
alle competenties toepassen op impressionistische muziek
muziek bespreken zoals werken van Debussy, Ravel en Fauré
3 Kunst van de 20e eeuw
3.1 Beeldende kunst
3.1.1 Beeldende kunst vóór 1945
alle competenties toepassen op het fauvisme
fauvistische werken bespreken zoals werken van de Vlaminck, Matisse en Wouters
alle competenties toepassen op het expressionisme
- expressionistische werken bespreken zoals werken van Die Brücke, Der Blaue Reiter, Kokoschka, Permeke en Van den Berghe
- het begrip Entartete Kunst bespreken en verbinden met de maatschappelijke context
alle competenties toepassen op het kubisme
kubistische werken bespreken zoals werken van Braque en Picasso
alle competenties toepassen op het dadaïsme
- dadaïstische werken bespreken zoals werken van Duchamp en Schwitters
- het begrip 'ready made' bespreken
alle competenties toepassen op het surrealisme
surrealistische werken bespreken zoals werken van Dalí en Magritte
alle competenties toepassen op de abstracte kunst
abstracte werken bespreken zoals werken van Kandinsky, Malevich en Mondriaan
alle competenties toepassen op de nieuwe zakelijkheid
werken bespreken zoals werken van Dix en Grosz
3.1.2 Beeldende kunst na 1945
alle competenties toepassen op de Cobragroep
werken van de cobragroep bespreken zoals werken van Alechinsky, Appel en Corneille
alle competenties toepassen op abstract expressionisme/informele kunst/action painting/colourfield painting
werken bespreken zoals werken van De Kooning, Dubuffet, Hartung, Kelly, Newman, Pollock, Rothko, Stella en Tapiès
alle competenties toepassen op de nieuwe figuratie
werken bespreken zoals werken van De Keyser en Raveel
alle competenties toepassen op de pop art
werken bespreken zoals werken van Lichtenstein, Rauschenberg, Rosenquist, Warhol en Wesselman
alle competenties toepassen op de minimal art
werken bespreken zoals werken van Flavin, Judd, LeWitt en Serra
alle competenties toepassen op environment/happening/installatie/performance
werken bespreken zoals de werken van Beuys, Ulay & Abramovic
alle competenties toepassen op de land art
werken bespreken zoals werken van Christo
alle competenties toepassen op het neo-expressionisme/Neue Wilden
werken bespreken zoals werken van Baselitz, Bervoets en de Neue Wilden
alle competenties toepassen op graffiti
werken bespreken zoals de werken van Basquiat en Haring
alle competenties toepassen op de hedendaagse kunst
werken bespreken zoals de werken van Bijl, Dumas, Fabre, Panamarenko en Tuymans
3.2 Bouwkunst en interieur
alle competenties toepassen op de art déco
bouwkunst en interieur bespreken zoals werken van de Amsterdamse School
alle competenties toepassen op het functionalisme
bouwkunst en interieur bespreken zoals werken van Bauhaus, Le Corbusier, Sullivan
alle competenties toepassen op het postmodernisme
bouwkunst en interieur bespreken zoals werken van Graves en Moore
alle competenties toepassen op het minimalisme
bouwkunst en interieur bespreken zoals werken van Ando
alle competenties toepassen op hightech/megabouwwerken
bouwkunst en interieur bespreken zoals het stadion van Bayern München
alle competenties toepassen op het deconstructivisme
- bouwkunst en interieur bespreken zoals werken van Gehry en Hadid
- bouwkunst en interieur bespreken zoals het Guggenheim Museum in Bilbao
3.3 Muziek
alle competenties toepassen op 20ste eeuwse modernistische muziek
muziek bespreken zoals werken van Bartók, Bernstein, Brossé, Orff, Prokofiev en Stravinsky
alle competenties toepassen op populaire muziek uit de 20ste eeuw
muzieksoorten bespreken zoals blues, dance, folk, gospel, jazz, metal, minimal music, pop, punk, rap, repetitieve muziek, rock en wereldmuziek
3.4 Dans
alle competenties toepassen op de moderne dans
danssoorten bespreken zoals werken van Bausch, Béjart, Cunningham, De Keersmaeker, Fabre, Forsythe, Graham, Platel en Vandekeybus
3.5 Fotografie en film
alle competenties toepassen op de fotografie
werken bespreken zoals werken van Anton Corbijn, Annie Leibowitz, Dorothea Lange en Man Ray
alle competenties toepassen op de film
- films bespreken zoals films van Eisenstein, Fellini, Godard, Hitchcock, Lynch en Welles
- filmgenres bespreken zoals de familiefilm, de horrorfilm, de musical, de oorlogsfilm, de propagandafilm, de sciencefiction, de thriller en de western
- filmtypes bespreken zoals de fictie en non-fuctiefilm, de mainstream en de experimentele film, de live-action en de animatiefilm
3.6 Niet-westerse kunst
niet-westerse kunst bespreken
- niet-westerse kunst met westerse kunst vergelijken
- kunstwerken verbinden met de juiste niet-westerse kunst: Afrikaanse kunst, Arabische kunst, Midden-Amerikaanse kunst, Oceanische kunst en Oosterse kunst