Skip to Main Content

Vakfiche geschiedenis 3 bso

Geldig van 01 januari 2023 tot en met 31 december 2023
 

content

Studierichting

3e graad bso
  • Kantoor / Logistiek
  • Kantoor / Kantooradministratie en Gegevensbeheer
  • Zorgkundige (Engels)
  • Zorgkundige (Frans)
  • Elektrotechnisch installateur (Frans)
  • Elektrotechnisch installateur (Engels)
  • Kinderbegeleider baby's en peuters (Frans)
  • Kinderbegeleider schoolgaande kinderen (Frans)
  • Kinderbegeleider baby's en peuters (Engels)
  • Kinderbegeleider schoolgaande kinderen (Engels)

Referentiekader

ReferentiekaderOpmerking
Eindtermenhttp://eindtermen.vlaanderen.be/index.htm

Waarom leer je dit vak?

Het vak geschiedenis maakt deel uit van de algemene vorming (PAV) in het beroepsonderwijs. Het doel van die algemene vorming reikt verder dan de leerinhouden die je in deze vakfiche vindt.

Zo is het bijvoorbeeld belangrijk dat je kan organiseren. Dit toon je al tijdens je voorbereiding. Je plant zelfstandig je examens. Je verzamelt uit verschillende bronnen informatie om je goed voor te bereiden. Wees kritisch als je hieruit je keuze maakt, zeker als je het internet gebruikt. Het vraagt oefening om informatie correct te lezen en te interpreteren: 'Is dit wel wat ik zocht? Kan het me verder helpen?'. Je bereidt je meestal zelfstandig voor op het examen. Het kan ook helpen om dat samen met anderen te doen.

Ook je examen afleggen vraagt een goede organisatie. Je verplaatst je daarvoor naar Brussel. Nadien leer je uit je ervaringen: na een minder goed resultaat pas je je voorbereiding aan. 

Onze opdrachten sluiten aan bij de dagelijkse werkelijkheid. Je zet je vaardigheden in om voor herkenbare problemen zinvolle oplossingen te vinden. Dit zal je helpen om sterker in het leven te staan, en om nieuwe uitdagingen aan te pakken.

Toon meer
Toon minder

Wanneer je op eigen benen staat, word je geconfronteerd met heel wat uitdagingen: je gaat op zoek naar werk, je gaat op zoek naar een woning en je start mogelijk een gezin. Als burger in België heb je in deze situaties heel wat rechten en plichten. Je moet formulieren invullen, je hebt een klacht, je wordt ziek of je komt in aanraking met het gerecht. Het is belangrijk om te weten wat je in deze situaties kan doen of waar je terecht kan voor meer informatie.

Je leeft hier in België. Je maakt deel uit van een samenleving die op een bepaalde manier georganiseerd is. België is een federale staat, waar de Vlaamse regering heel wat te zeggen heeft. België is ook een democratisch land, met vrije verkiezingen en politieke partijen. België heeft een systeem van sociale zekerheid, dat ons beschermt wanneer het nodig is.

Je woont tenslotte ook op de wereld. De Europese Unie en de Verenigde Naties beïnvloeden voor een stuk ons dagelijks leven. Er zijn heel wat conflicten op aarde, die soms bepaald worden door zaken uit het verleden. Op televisie zie je soms beelden van ongelijkheid en misschien vraag je je wel af hoe dat komt.

Het is belangrijk om te weten wat er in de actualiteit gebeurt. Je kan natuurlijk best kritisch omspringen met de informatie die de media ons geven.

Al deze thema's komen aan bod in het vak geschiedenis van de derde graad bso.

Wat moet je leren?

Voor elke component moet je op het examen aantonen dat je de volgende vaardigheden beheerst:

»       Je kan actuele gebeurtenissen situeren in tijd, ruimte en domeinen van de samenleving;

»       Je kan bepalen of iemand voor of tegen iets is en waarom;

»       Je kan informatie halen uit tekst-, klank-, beeld- en  audiovisuele bronnen. (ET 12)

»       Je kan informatie begrijpen en verwerken.

»       Je kan op grond van gerichte vragen (historische) informatie kritisch beoordelen. (ET 5, 3e leerjaar)

Als er geschreven bronnen gebruikt worden, zijn dit steeds Nederlandstalige bronnen.

 

In de volgende tabellen vind je wat je voor elke leerinhoud moet kunnen en wat je moet doen op het examen.

Let hierbij op de werkwoorden die gebruikt worden. We geven hieronder een omschrijving van elk werkwoord. Zo weet je precies hoe je je kan voorbereiden op het examen.

Benoemen betekent dat je letterlijk moet opsommen. Uitleggen betekent dat je over een begrip of situatie meer uitleg moet kunnen geven in je eigen woorden. Herkennen betekent dat je een begrip, kenmerk of situatie moet herkennen in opgegeven bronnen: een tekst, een formulier, een reglement, een brochure, een website…. Afleiden betekent dat je aan de hand van een gerichte vraag iets in een bron moet opzoeken. Invullen betekent dat je een formulier correct moet invullen. Ordenen betekent feiten in de juiste volgorde zetten van oud naar nieuw. Situeren in de tijd betekent dat je een gebeurtenis in de juiste eeuw kan plaatsen. Vergelijken betekent dat je gelijkenissen en verschillen kan geven. Conclusies trekken betekent dat je cijfers moet bekijken en daar een betekenis moet aan geven. Beoordelen betekent dat je je eigen mening moet geven over een bepaalde situatie.

1 Je staat op eigen benen

1.1 Je bent op zoek naar een job
Wat moet je kunnen?
Wat moet je doen?

De fasen in een zoektocht naar een job bespreken

  • taken van de VDAB en de RVA  benoemen, uitleggen en herkennen in voorbeelden
  • je juist inschrijven bij de VDAB
  • formulieren van de VDAB en de RVA op een correcte manier invullen
  • de begrippen beroepsinschakelingsuitkering, beroepsinschakelingstijd, loopbaan(begeleiding), knelpuntberoep, solliciteren, uitzendkantoor, werkzoekende uitleggen en herkennen in voorbeelden
  • gericht informatie opzoeken op de website van de VDAB en de RVA 

Vacatureberichten analyseren

gegevens halen uit vacatureberichten zoals soort werk, omschrijving van de job, profiel, diplomavereisten, contract, werktijdregeling,….

Andere vormen van onderwijs en opleiding bespreken

 

taken van CVO’s en SYNTRA in gegeven voorbeelden herkennen

1.2 Je bent aan het werk
Wat moet je kunnen?
Wat moet je doen?

Begrippen in verband met werk bespreken

  • de begrippen arbeidsovereenkomst, extralegale voordelen, loon, werkgever en werknemer uitleggen en herkennen in voorbeelden
  • soorten arbeidsovereenkomsten op basis van duur, de omvang van de prestaties en het soort werk  vergelijken en herkennen in voorbeelden
  • de begrippen zelfstandige, werknemer en overheidspersoneel herkennen in voorbeelden

De gegevens op een loonbriefje analyseren

brutoloon, nettoloon, belastbaar loon, bijdrage sociale zekerheid en bedrijfsvoorheffing op een loonbriefje herkennen

1.3 Je wordt beschermd tijdens je job
Wat moet je kunnen?
Wat moet je doen?

De vakbonden bespreken

  • de namen van de drie overkoepelende vakbonden: ACV, ABVV en ACLVB herkennen
  • de taak en de functie van vakbonden uitleggen en herkennen in voorbeelden
  • gericht informatie opzoeken op de website van een vakbond
 

Het arbeidsreglement bespreken

informatie uit een arbeidsreglement afleiden uit voorbeelden, zoals arbeidsduur, wettelijke feestdagen, wat je moet doen in geval van ziekte….

Rechten en plichten tijdens ziekte bespreken

  • het begrip arbeidsongeschiktheid herkennen
  • de taak van instellingen zoals het RIZIV en het ziekenfonds uitleggen
  • de werking van de terugbetalingen van ziektekosten uitleggen en herkennen in voorbeelden
  • de begrippen globaal medisch dossier, maximumfactuur en remgeld herkennen in voorbeelden
  • de ziekteverzekering, de hospitalisatieverzekering en de zorgverzekering met elkaar vergelijken
  • informatie afleiden uit documenten over rechten en plichten bij ziekte zoals brochures, websites,….

De pensioenen bespreken

de 3 pensioenpijlers (wettelijk pensioen, aanvullend pensioen en individueel pensioenspaarplan) herkennen in voorbeelden en vergelijken

1.4 Je bent (tijdelijk) niet aan het werk
Wat moet je kunnen?
Wat moet je doen?

Het OCMW en het CAW bespreken

  • taken en doelpubliek van het CAW en het OCMW uitleggen, herkennen in voorbeelden en vergelijken
  • mogelijkheden voor mensen met financiële problemen uitleggen en herkennen in voorbeelden
  • begrippen zoals bestaanszekerheid, leefloon, schuldbemiddeling, sociale lening, sociaal verhuurkantoor uitleggen en herkennen in voorbeelden

De werkloosheidsuitkering bespreken

  • de belangrijkste plichten van een werkzoekende benoemen
  • de elementen die een invloed hebben op de berekening van de werkloosheidsuitkering herkennen

1.5 Je gaat op eigen benen staan
Wat moet je kunnen?
Wat moet je doen?

Huren van een woning bespreken

  • het begrip woninghuurovereenkomst herkennen
  • informatie uit een woninghuurovereenkomst afleiden

Kopen van een woning bespreken

  • begrippen zoals brandverzekering, domicilie, EPC-waarde, hypothecaire lening of krediet, renovatiepremie, schuldsaldoverzekering, vastgoed, vergunning herkennen in voorbeelden
  • de rol van een immokantoor (of vastgoedmakelaar) en een notaris bij de aankoop en verkoop van een woning uitleggen
  • instellingen benoemen waar je met klachten of vragen terecht kan zoals de Huurdersbond, het Vlaams Woningsfonds, de VREG…
  • zoekertjes op immowebsites analyseren

Verzekeringen bespreken

  • formulier voor een verzekering correct invullen
  • in formulieren de verzekeringsmaatschappij (=verzekeraar), de verzekerde en de verzekeringsnemer herkennen
  • diefstalverzekering en verzekering burgerlijke aansprakelijkheid privé leven uitleggen en herkennen in voorbeelden
  • de begrippen franchise en polis uitleggen en herkennen in voorbeelden

Belastingen bespreken

  • de begrippen personenbelasting en BTW herkennen
  • begrippen zoals (digitale) belastingsaangifte, netto belastbaar inkomen uitleggen en herkennen in voorbeelden

De bank en betaalmiddelen bespreken

  • betaalmiddelen zoals cash, debetkaart, kredietkaart, overschrijving, domiciliëring, permanente opdracht, SMS en apps vergelijken en herkennen in voorbeelden
  • taken van de bank benoemen en herkennen in voorbeelden
  • risico’s op het kopen op afbetaling uitleggen en herkennen in voorbeelden

Rijbewijs en auto bespreken

  • conclusies trekken uit cijfers in verband met verkeersdoden en –gewonden
  • het Europees aanrijdingsformulier correct lezen, invullen en controleren aan de hand van een concrete situatie
  • de elementen die een invloed hebben op de berekening van de autoverzekering en de verkeersbelasting herkennen in voorbeelden

1.6 Je start een gezin
Wat moet je kunnen?
Wat moet je doen?

Samenlevingsvormen bespreken: huwelijk, wettelijk of feitelijk samenwonen

deze verschillen tussen samenlevingsvormen herkennen: partners, formaliteiten (wat moet je doen?), beëindiging of echtscheiding

Rechten en plichten rond zwangerschap en geboorte bespreken

  • formulieren voor aanvraag van gezinsbijslagen zoals kinderbijslag, kraamgeld of adoptiepremie correct lezen en invullen
  • het begrip kinderbijslag herkennen
  • instellingen benoemen waar je met vragen terecht kan zoals Child Focus, FAMIFED, Gezinsbond, huisarts, instellingen voor kraamzorg, Kind en gezin, Opvoedingswinkel, Tele-Onthaal, Sensoa  
  • borstvoedingsverlof, moederschapsverlof, ouderschapsverlof, vaderschapsverlof vergelijken en herkennen in voorbeelden

1.7 Je komt in aanraking met het gerecht
Wat moet je kunnen?
Wat moet je doen?

Rechtbanken in België bespreken

  • de indeling van de rechtbanken aan de hand van een gegeven schema verbinden met concrete voorbeelden
  • soorten misdrijven en straffen uitleggen en herkennen in voorbeelden
  • taken van een advocaat, het parket (=Openbaar Ministerie) en een rechter uitleggen en herkennen in voorbeelden
 

Vormen van geweld bespreken

  • vormen van geweld zoals brandstichting, carjacking, discriminatie, hooliganisme, inbraak, incest, partnergeweld, pedofilie, pesten, racisme, sexting, stalking, steaming, terrorisme, vandalisme en verkeersagressie herkennen in voorbeelden
  • oorzaken en oplossingen van geweld uitleggen, herkennen in voorbeelden en beoordelen

1.8 Je gaat verstandig om met media
Wat moet je kunnen?
Wat moet je doen?

Informatie door de media bespreken

  • aan de hand van gegeven bronnen uitleggen hoe de media ons informeren en beïnvloeden
  • de betrouwbaarheid van (digitale) informatie aan de hand van criteria beoordelen
  • de balans tussen privacy en informatie in concrete voorbeelden beoordelen

Sociale media bespreken

de invloed en de gevolgen van sociale media uitleggen en herkennen in voorbeelden

2 Je leeft in België

2.1 België en het verleden
Wat moet je kunnen?
Wat moet je doen?

Indeling van de geschiedenis in 7 periodes bespreken

  • een gebeurtenis of afbeelding verbinden aan de juiste periode: prehistorie, oude nabije oosten, klassieke oudheid, middeleeuwen, nieuwe tijd, nieuwste tijd of  eigen tijd
  • een jaartal verbinden aan de juiste eeuw en het juiste millennium
  • een gebeurtenis aanduiden op een tijdsbalk

Ontstaan van België bespreken

  • het ontstaan van België situeren in de tijd
  • uitleggen dat België een constitutionele parlementaire monarchie is
  • uitleggen dat België een democratische rechtsstaat is
  • de begrippen grondwet en scheiding der machten uitleggen en herkennen in voorbeelden
  • de veranderingen in het kiesstelsel (cijnskiesrecht, meervoudig, enkelvoudig en vrouwenstemrecht) uitleggen en ordenen in de tijd
  • de sociale strijd in de 19e eeuw uitleggen en herkennen in voorbeelden

De drie industriële revoluties bespreken

  • uitvindingen, energiebronnen, kenmerken van de drie revoluties ordenen en vergelijken
  • gevolgen van die revoluties beoordelen

Cultureel erfgoed in België bespreken

  • het begrip cultureel erfgoed uitleggen en herkennen in voorbeelden
  • cultureel erfgoed uit je omgeving benoemen en verbinden aan de juiste historische periode/de juiste soort erfgoed
  • het belang van het bewaren van cultureel erfgoed benoemen
  • de rol van de UNESCO uitleggen en herkennen in voorbeelden

2.2 België als federale staat
Wat moet je kunnen?
Wat moet je doen?

De federale staat bespreken

  • de indeling van België in gemeenschappen en gewesten benoemen op een kaart
  • de redenen waarom er gemeenschappen en gewesten zijn in België uitleggen
  • onderwerpen uit de Belgische actualiteit uitleggen en herkennen in voorbeelden
  • moeilijkheden en gevolgen van het beleid in België uitleggen en herkennen in voorbeelden (beleid over bijv. onderwijs, verkeer, migratie, gerecht, veiligheid, gezondheid, werk….)

2.3 België als democratische rechtsstaat
Wat moet je kunnen?
Wat moet je doen?

De democratische rechtsstaat bespreken

  • weten om de hoeveel tijd er Vlaamse, federale en Europese verkiezingen zijn
  • voorwaarden waaraan je moet voldoen om te mogen stemmen benoemen
  • uitleggen hoe je geldig kan stemmen
  • coalitie, (in)formateur, kiesplicht, lijsttrekker, meerderheid, opkomstplicht, oppositie, oproepingsbrief, referendum, volmacht, zetelverdeling herkennen in voorbeelden
  • wetgevende en uitvoerende macht op Vlaams en federaal niveau benoemen
  • standpunten uit de actualiteit verbinden aan de juiste Vlaamse politieke partijen of zelf standpunten geven
  • de huidige eerste minister en de Vlaamse minister-president benoemen en herkennen op een foto

2.4 België als welvaartstaat
Wat moet je kunnen?
Wat moet je doen?

De sociale zekerheid bespreken

  • de financiering van de sociale zekerheid uitleggen
  • het doel en het belang van de sociale zekerheid uitleggen

De moeilijkheden van het huidig systeem van de sociale zekerheid bespreken

  • moeilijkheden herkennen in voorbeelden of zelf voorbeelden geven
  • oorzaken en gevolgen van de hoge uitgaven en de beperkte inkomsten van de sociale zekerheid uitleggen en herkennen in voorbeelden
  • oorzaken en oplossingen van werkloosheid uitleggen en herkennen in voorbeelden

3 Je leeft in de wereld

Wat moet je kunnen?
Wat moet je doen?

De Eerste en de Tweede Wereldoorlog bespreken

  • het probleem, de feiten, de oorzaken en de gevolgen van die oorlogen uit gegeven bronnen of kaarten afleiden
  • belangrijke feiten uit die oorlogen chronologisch ordenen
  • de oorlogsvoering uit die oorlogen vergelijken met elkaar en met de huidige oorlogsvoering
  • bronnen in het juiste ‘kamp’ plaatsen
  • de oorzaken, de feiten en de gevolgen van de holocaust uit gegeven bronnen afleiden

Hedendaagse conflicten bespreken

  • het probleem, de feiten, de oorzaken, de gevolgen en de mogelijke oplossingen van die conflicten uit gegeven bronnen afleiden
  • deze bronnen beoordelen

De rol van de EU en de VN bespreken

  • het doel en het belang van de VN en de EU uitleggen, herkennen in voorbeelden en beoordelen
  • de belangrijkste bestuursorganen van de VN verbinden aan voorbeelden: VN-Veiligheidsraad, Algemene Vergadering en de gespecialiseerde organisaties zoals UNESCO, WHO, UNHCR, UNICEF
  • de belangrijkste bestuursorganen van de EU aan de hand van een gegeven schema verbinden aan voorbeelden: de Europese Raad, de Raad van Europa, de Europese Commissie, het Europees parlement
  • actuele thema’s waar de EU zich mee bezighoudt herkennen in voorbeelden
  • de invloed van de EU op ons dagelijks leven uitleggen en herkennen in voorbeelden

Culturele globalisering bespreken

  • de rol van multinationals in globalisering uitleggen en herkennen in voorbeelden
  • wederzijdse invloed van culturen herkennen in voorbeelden
  • verschillen en gelijkenissen in culturen herkennen in voorbeelden

Mondiale ongelijkheid bespreken

  • oorzaken en mogelijke oplossingen voor mondiale ongelijkheid uitleggen en herkennen in voorbeelden
  • kenmerken van derdewereldlanden herkennen in voorbeelden
  • acties en campagnes van NGO’s en andere organisaties herkennen in voorbeelden en beoordelen
  • begrippen zoals analfabetisme, fair trade, kindersterfte, lageloonlanden, levensverwachting, NGO, ontwikkelingsgraad uitleggen en herkennen in voorbeelden
  • conclusies trekken uit cijfers over de kenmerken van mondiale ongelijkheid

Welke opdracht moet je uitvoeren?

Dit vak heeft geen opdrachten

Welke bijlagen heb je nodig?

Dit vak heeft geen bijlagen

Hoe verloopt het examen?

120 minuten voor examens vanaf 01-01-2023 tot 31-12-2023
Voor het vak geschiedenis 3bso zijn de examens digitaal. Vraag je je af hoe een digitaal examen verloopt? De uitleg over onze digitale examens, de instructies en heel wat voorbeeldvragen vind je op http://examencommissiesecundaironderwijs.be/examens.
Kladpapier en een balpen
Het schriftelijk examen bestaat uit gesloten en open vragen. Het digitaal examen bestaat uit gesloten en open vragen. Er zijn verschillende vraagtypes: invulvragen, sleepvragen, dropdownvragen, meerkeuzevragen. Elk vraagtype heeft zijn eigen instructiezin, die duidelijk aangeeft wat je precies moet doen. Het is belangrijk dat je de verschillende vraagtypes vooraf inoefent. Op de website vind je een oefenexamen, waarin je ze kan uitproberen. Uiteraard is dit geen echt examen: de bedoeling is dat je de techniek van de digitale vraagtypes in de vingers krijgt.

Hoe beoordelen we het examen?

Voor de gesloten vragen: -moet je het juiste antwoord aanduiden, slepen of invullen om punten te scoren; -is het naargelang het vraagtype mogelijk om voor een gedeeltelijk juist antwoord punten te scoren; -is er geen giscorrectie. Voor de open vragen bekijken de correctoren of je antwoord: -een volledig en duidelijk antwoord is op de vraag; -ondubbelzinnig is; -duidelijk gestructureerd is. Soms kan je ook voor een gedeeltelijk juist antwoord punten scoren. We houden geen rekening met taalfouten.

Je staat op eigen benen

50%

Je leeft in België

25%

Je leeft in de wereld

25%

Met welk materiaal bereid je je voor?

De Examencommissie stelt zelf geen leermiddelen ter beschikking. Je kan ze kopen in een (online) boekhandel, op de tweedehandsmarkt  of ontlenen en raadplegen in een bibliotheek. De bibliotheken van de lerarenopleiding aan de universiteit of de hogeschool bieden heel wat leermiddelen aan. Je 

Voor dit vak is er niet één uitgave die alle leerinhouden bevat. Je moet zelf op zoek naar de geschikte leermiddelen en ook op websites kan je de nodige informatie vinden.  Websites veranderen al eens van naam of worden aangepast. Als je niet onmiddellijk op de juiste website terechtkomt, kan je die proberen te vinden via een goede zoekmachine.
Hieronder staan enkele handboeken die gebruikt worden in het secundair onderwijs. Ze kunnen je helpen om (onderdelen) van de  leerstof zelfstandig te verwerken. We verwijzen naar websites of andere uitgaven die je ook kunnen helpen bij je voorbereiding.

Methode
Uitgeverij
Gegevens

Boemerang

Van In

www.vanin.be

PAV Atelier (boekjes per thema zoals afstuderen, verkiezingen, WO II en de Europese Unie) 

Van In

www.vanin.be

MAVO & Ik 3 en 4

Van In

www.vanin.be

DOEL.PAV (Reeks met leerwerkboekjes rond thema's zoals veiligheid op het werk, armoede, inspraak...)

Averbode

www.averbode.be

Uitkijk: Zelfverzekerd (themabundel over Verzekeringen)

Plantyn

www.plantyn.com

Algemene Wereldatlas

Plantyn

www.plantyn.com

Website

Voor welke component kan je deze website gebruiken?

http://www.dekrachtvanjestem.be/

2 Je leeft in België 
 - het ontstaan van België
- de werking van het federale België
- de werking van de democratie

3 Je leeft in de wereld
- de rol van de EU e

www.jongerengids.be
watwat.be (sinds 2021)

1. Je staat op eigen benen
- rechten en plichten als minderjarige, zoals belastingen, rijbewijs, betaalmiddelen...

www.vdab.be

1 Je staat op eigen benen: 
- je bent op zoek naar en job
- regels in verband met werkloosheid
- voorbeelden van vacatures
- tips in verband met solliciteren

www.rva.be

1 Je staat op eigen benen: 
- je bent op zoek naar en job
- regels in verband met werkloosheid en uitkeringen

https://justitie.belgium.be/nl

1.7 Je komt in aanraking met het gerecht

www.notaris.be

1.5 Je gaat op eigen benen staan.
- een woning kopen

https://www.socialsecurity.be/

2.4 België als welvaarstaat
- de basisprincipes van de sociale zekerheid in België

www.wikifin.be

1.5 Je staat op eigen benen
- huren en kopen, verzekeringen, belastingen, de bank en betaalmiddelen...
 

https://www.vrt.be/vrtnws/nl/

Website waar je de actualiteit in binnen en buitenland kan opvolgen op vlak van de thema's die in deze vakfiches aan bod komen. (conflicten, armoede...)

/