Skip to Main Content

Vakfiche burgerlijk en handelsrecht 3 tso

Geldig van 01 januari 2023 tot en met 31 december 2023
 

content

Studierichting

3e graad tso
  • Secretariaat Talen
  • Handel

Referentiekader

ReferentiekaderOpmerking
Leerplannen(1.) OVSG O/2/2014/313 (handel) (2.) OVSG O/2/2009/327 (secretariaat-talen) (3) GO 2008 /81/1/J /SG/ 1/ III// D/ (handel) (4) GO 2008/83//1 M/SG/1/ III//D/(secretariaat-talen) (5) KOV D/2017/13.758/005 (handel) (6) KOV D/2010/7841/008 (secretariaat-talen)

Waarom leer je dit vak?

Waar mensen samenleven en samenwerken is er nood aan regels om dit samenleven en samenwerken mogelijk te maken. Hoe complexer de samenleving, hoe meer regels nodig worden om dit samenleven mogelijk te maken. Het geheel van al deze regels die door de overheid worden opgelegd noemt men het recht. 
 
Het vak Burgerlijk en Handelsrecht is enerzijds een algemeen vormend vak. In onze samenleving kom je dagelijks in aanraking met rechtsregels: het verkeersreglement, de regels bij de aankoop van een wagen, het sluiten van een verzekeringsovereenkomst ... Dit vak zorgt er dus in de eerste plaats voor dat je 'mee' bent als burger in onze samenleving door de belangrijkste begrippen en regels uit het nationaal recht te kennen.
Anderzijds zal je als toekomstig werknemer, zowel in de private sector (=de bedrijfswereld) als de publieke sector(=de overheid), of als zelfstandige in contact komen met het recht. Dit vak geeft je, samen met het vak Sociaal en Fiscaal Recht, een inzicht in een aantal juridische onderwerpen waar je tijdens je loopbaan zeker mee te maken krijgt.

Het vak (en het examen) bestaat uit vijf componenten. De eerste component bevat een aantal inleidende thema's: het begrip recht, de bronnen van het recht, de indeling van het recht, de uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht in België ... Via deze thema's krijg je een goed beeld welke rechtsregels er zijn, hoe verschillende soorten rechtsregels tot stand komen en hoe en waar rechtsregels worden afgedwongen.

Voor de tweede component bestudeer je een aantal thema's uit het personenrecht: o.a. de kenmerken van een persoon, de verwantschap tussen personen, samenlevingsvormen zoals het huwelijk ....

In de derde component, komen een aantal onderwerpen uit het goederenrecht aan bod: o.a. de soorten goederen, de basisprincipes van het erfrecht ...

Het laatste onderdeel van het burgerlijk recht, de vierde component, gaat over de meest voorkomende overeenkomsten: de koopovereenkomst, de (woning)huurovereenkomst en de verzekeringsovereenkomst ...

De laatste component van het examen is het handelsrecht dat stilaan evolueert naar een "ondernemingsrecht". De voorwaarden om te starten met een onderneming, de rechten en de plichten van ondernemers, een aantal specifieke regels die enkel voor ondernemingen geldt komen hier aan bod.

Het is niet de bedoeling dat je hele procedures volledig en tot in het detail uit je hoofd leert. Het is vooral van belang dat betekenis van de belangrijkste juridische basisbegrippen en hoofdprincipes onder de knie hebt. Bovendien zullen we je vaardigheid testen om uit teksten met een juridische inhoud (huurovereenkomst, verzekeringsovereenkomst, brochure van de overheid) de belangrijkste en correcte informatie kan halen. We zullen ook nagaan of je de regels en procedures kan toepassen op eenvoudige voorbeeldsituaties.
De vaardigheid om de meest actuele, relevante en correcte informatie op te zoeken zal je ook moeten gebruiken om je examen goed voor te bereiden. Het recht verandert immers constant. Je moet dus de rechtsregels en wetgeving opzoeken die op het moment van het examen van toepassing zijn. (vb. het huurdecreet vanaf januari 2019, de nieuwe regels voor ondernemingen vanaf september 2018 ...).
 

Toon meer
Toon minder

In de tabel Wat moet je doen? van de vakfiche staan verschillende werkwoorden.  Deze werkwoorden duiden aan op welke manier je de leerstof dient te verwerken en wat je zal moeten doen op het examen. In dit overzicht verduidelijken we de betekenis van deze werkwoorden:

een juridisch begrip definiëren:
Als je een begrip moet definiëren dan moet je zelf de volledige en correcte wettelijke definitie van een begrip kunnen geven. In dat geval is er geen ruimte om het begrip in je eigen woorden weer te geven aangezien er dan gevaar is dat de betekenis niet helemaal dezelfde is. Het werkwoord definiëren komt slechts een paar keer voor bij een aantal essentiële begrippen (o.a. een verbintenis, een overeenkomst, een koopovereenkomst, ...). Het kan ook betekenen dat je een foutieve definitie moet verbeteren of een onvolledige definitie moet aanvullen.

beschrijven
Als je een begrip of een regeling moet beschrijven dan betekent dit dat je de betekenis van het begrip of de regeling moet begrijpen en dat je de betekenis van het begrip of de regeling in je eigen woorden kan geven. 
 
herkennen:
Herkennen betekent dat je de kennis van  juridisch begrip, een rechtsregel of een procedure in een situatie verbindt met een voorbeeldsituatie. Het betekent dus dat je kan aantonen dat je de betekenis van het begrip kent en dat je het woord zelf kan gebruiken in de juiste context. 

illustreren:
Illustreren betekent dat je van een algemeen concept voorbeelden kan geven.

opsommen:
Als je begrippen moet opsommen, volstaat het dat je de gevraagde begrippen in (in een gevraagde volgorde) kan geven.  

vergelijken:
Als je begrippen met elkaar moet kunnen vergelijken, betekent dit dat je de gemeenschappelijke kenmerken en de verschillende kenmerken van de begrippen kan aanduiden.

toepassen:
Als je een procedure of een  rechtsregel moet toepassen, dan betekent dit dat je op een voorbeeldsituatie de rechtsregels die je kent moet gebruiken om zo tot een oplossing van een juridische vraag te komen.

informatie afleiden:
Als  je basisinformatie uit een tekst of een juridische document moet afleiden, betekent dit dat je informatie uit een document moet halen om zo een correct antwoord te kunnen geven op de vraag. In de vraag of in de tekst kunnen woorden zitten waarvan je zelf de betekenis moet kennen.

Wat moet je leren?

Recht: Inleidende begrippen

De definitie, het nut en kenmerken van het recht
Wat moet je kennen?

Wat moet je doen?

het recht en het nut van recht

het begrip recht en het nut van recht beschrijven en met voorbeelden illustreren

de kenmerken van rechtsregels

de kenmerken van rechtsregels beschrijven en herkennen in voorbeelden

Het nationaal recht
Wat moet je kennen?

Wat moet je doen?

het principe van de scheiding der machten
 

 

 

de grondwet

de taken van de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht beschrijven, illustreren en herkennen in voorbeelden

het principe van de scheiding der machten beschrijven


de grondwet:

  • het doel van de grondwet beschrijven
  • uit de inhoudstafel van de grondwet afleiden welke thema's in de grondwet aan bod komen

de wetgevende macht:

  • de federale en de Vlaamse wetgevende instellingen
  • wetten en decreten
 

de federale en de Vlaamse wetgevende instellingen opsommen en hun taken beschrijven, illustreren en herkennen

het begrip federale wet beschrijven

het begrip decreet beschrijven

de federale wet en het decreet met elkaar vergelijken

 

de uitvoerende macht:

  • de federale en de Vlaamse instellingen van de uitvoerende macht
  • de huidige federale eerste minister en de huidige Vlaamse minister-president

de instellingen van de federale uitvoerende macht en de instellingen van de Vlaamse uitvoerende macht opsommen en hun taken beschrijven, illustreren en herkennen

de namen van de huidige federale eerste minister en de huidige Vlaamse minister-president herkennen

de rechterlijke macht:

  • de taak van de rechterlijke macht
  • de rechtbanken en gerechtshoven en hun bevoegdheden
  • de eerstelijns en tweedelijns juridische hulp
  • het verschil tussen burgerlijke zaken en strafzaken
  • de actoren bij een burgerlijke proces o.a. de advocaat, de rechter, de griffier, de eiser, de verweerder ...
  • de actoren bij een strafproces o.a. de dader, het slachtoffer, de burgerlijke partij, het openbaar ministerie of parket
  • actuele ontwikkelingen en thema's binnen de rechterlijke macht: o.a. herstelbemiddeling, elektronisch toezicht ...

de taak van de rechtelijke macht beschrijven, illustreren en herkennen in voorbeelden

op basis van een actueel schematisch overzicht (voorbeeld zie bijlage) afleiden welke rechtbank of gerechtshof bevoegd is voor een bepaald geschil

de begrippen eerstelijns juridische hulp en tweedelijns juridische hulp beschrijven en herkennen in voorbeelden

organisaties opsommen waar je terecht kan voor juridische hulp

uit een voorbeeld afleiden of een geschil een burgerlijke zaak, een strafzaak of een gemengde zaak is

de actoren van een burgerlijk proces en een strafproces benoemen

informatie afleiden uit teksten (vb. krantenartikels, brochures...) over actuele thema's binnen de rechterlijke macht.

de indeling van het nationaal recht:

  • de indeling van het nationaal recht in het privaatrecht en het publiek recht;
  • de indeling van het nationaal recht in de verschillende rechtstakken: het burgerlijk recht, het strafrecht, het handelsrecht, het arbeidsrecht, het handelsrecht, het economisch recht en het grondwettelijk of administratief recht.

de begrippen nationaal recht, privaatrecht en publiekrecht beschrijven, illustreren en herkennen in voorbeelden

de opgesomde rechtstakken beschrijven, illustreren en herkennen in voorbeelden

de bronnen van het nationaal recht:

  • de wet in materiële zin (o.a. wet, decreet, ordonnantie, koninklijk besluit en besluit van de Vlaamse regering) en de wet in de formele zin (=federale wet)
  • de rechtsleer
  • de rechtspraak
  • de gewoonte

de wet in materiële en in formele zin illustreren en herkennen.

de wet, het decreet, de ordonnantie, het koninklijk besluit en het besluit van de Vlaamse regering beschrijven en herkennen.

de andere bronnen van het recht illustreren en herkennen in voorbeelden

Het internationaal recht
Wat moet je kennen?
Wat moet je doen?

het begrip Internationaal recht

de invloed van het interrnationaal recht op het nationaal recht illustreren

de bronnen van Internationaal recht:

  • de instellingen van de Europese Unie: de Europese commissie, het Europees Parlement en de Europese Raad en de Raad van de Europese Unie
  • Europese Verdragen: o.a. het Verdrag van de Europese Unie, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
  • Europese verordeningen en richtlijnen
  • internationale verdragen: o.a. Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind, Internationaal Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap

op basis van een actueel schema (voorbeeld zie bijlage ) de taken van de wetgevende Europese instellingen toelichten en herkennen in voorbeelden

Europees recht illustreren met voorbeelden

Europese richtlijnen en Europese verordeningen met elkaar vergelijken

Internationaal recht illustreren met voorbeelden

Het personenrecht

Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?

de soorten personen

  • de natuurlijke persoon
  • de rechtspersoon

de begrippen natuurlijk persoon en rechtspersoon beschrijven, illustreren en herkennen.

de kenmerken van natuurlijke personen en rechtspersonen met elkaar vergelijken

de regeling betreffende de naam en de voornaam van een persoon

de huidige regeling over de keuze van de naam en de voornaam (o.a. de procedure, de mogelijkheden, de gevolgen) beschrijven en toepassen in een eenvoudige voorbeeldsituatie

Uit (een onderdeel van) een brochure over de verandering van je naam of voornaam informatie afleiden (vb. toelaatbaarheid, procedure, kosten ...) en gebruiken in een eenvoudige voorbeeldsituatie

de wettelijke woonplaats en de verblijfplaats van een persoon

 

de wettelijke woonplaats en verblijfplaats van een persoon beschrijven, met elkaar vergelijken en herkennen in voorbeelden.

de nationaliteit van een persoon: de procedures en voorwaarden om de Belgische nationaliteit te verkrijgen


de naturalisatie

de begrippen nationaliteit en naturalisatie beschrijven

op basis van (een onderdeel van) een brochure over het verkrijgen van de Belgische nationaliteit de basisinformatie afleiden over de wijze en de procedure om de Belgische nationaliteit te verkrijgen en deze informatie in een eenvoudige voorbeeldsituatie toepassen

de bekwaamheid van een persoon:

  • de feitelijke bekwaamheid, de rechtsbekwaamheid en de handelingsbekwaamheid
  • de bekwaamheid van een minderjarige en het ouderlijk gezag
  • de bescherming van meerderjarige handelingsonbekwamen

de verschillende vormen van bekwaamheid beschrijven, met elkaar vergelijken en herkennen in een voorbeeld

de regeling van de bekwaamheid van een minderjarige  en het ouderlijk gezag beschrijven en gebruiken in een eenvoudige voorbeeldsituatie

uit een (onderdeel van een) brochure of tekst over de bescherming van handelingsonbekwame personen basisinformatie kunnen afleiden en gebruiken in een eenvoudige voorbeeldsituatie

de verschillende samenlevingsvormen:

  • het huwelijk: voorwaarden, formaliteiten, gevolgen en einde
  • de wettelijke samenwoning: voorwaarden, formaliteiten, gevolgen en einde
  • de feitelijke samenwoning: voorwaarden, formaliteiten, gevolgen en einde

de drie samenlevingsvormen beschrijven en met elkaar vergelijken

de regels over de samenlevingsvormen gebruiken in een eenvoudige voorbeeldsituatie

Juridische begrippen in verband met de samenlevingsvormen: ambtenaar van de burgerlijke stand, schijnhuwelijk, echtscheiding door onderling toestemming, echtscheiding door onherstelbare ontwrichting, huwelijksakte

deze begrippen beschrijven, illustreren en herkennen.

het huwelijksvermogen:

  • het wettelijk stelsel, het stelsel van scheiding der goederen en het stelsel van de algehele gemeenschap
  • het huwelijkscontract
  • het huwelijksvermogen en zelfstandigen

de verschillende huwelijksvermogensstelsels beschrijven en met elkaar vergelijken

de regels van het huwelijksvermogensrecht gebruiken in een eenvoudige voorbeeldsituatie

het begrip huwelijkscontract beschrijven

het belang van het huwelijksvermogensrecht voor zelfstandige verklaren

 

het samenlevingscontract

het samenlevingscontract beschrijven

De verwantschap:

  • de bloedverwantschap en de aanverwantschap
  • de lijn en de graad van verwantschap

de begrippen bloedverwant en aanverwant beschrijven, illustreren en herkennen

op basis van een voorbeeldsituatie (vb. een stamboom) de vorm, de lijn en de graad van de verwantschap tussen twee familieleden bepalen.

Illustreren dat de vorm, de lijn en de graad van verwantschap in andere rechtstakken of voor andere regelingen van belang zijn

de wet op de privacy en de commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer

beschrijven op wie de Wet op de privacy van toepassing is

beschrijven wat het doel is van de Wet op de privacy

de taken van de commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer beschrijven

Het goederenrecht

Wat moet je kennen?
Wat moet je doen?

de soorten goederen:

  • roerende goederen en onroerende goederen
  • lichamelijke en niet-lichamelijke goederen

de roerende en onroerende goederen beschrijven, met elkaar vergelijken en herkennen in voorbeelden

de begrippen lichamelijke en niet-lichamelijke goederen beschrijven, met elkaar vergelijken en herkennen in voorbeelden

de aankoop van een onroerend goed:

  • de procedure van een online openbare verkoop via de notaris
  • de procedure van een onderhandse verkoop

de verschillende stappen bij een online openbare verkoop van een onroerend goed beschrijven

de verschillende betrokkenen bij een online openbare verkoop beschrijven en herkennen.

de verschillende stappen bij een onderhandse verkoop van een onroerend goed beschrijven
de verschillende betrokkenen bij een onderhandse verkoop beschrijven en herkennen

de belangrijkste documenten bij de verkoop van een onroerend goed herkennen

de regeling over de aankoop van een onroerend goed toepassen in een eenvoudige voorbeeldsituatie

uit (een onderdeel van) een brochure of een tekst over de aankoop van een onroerend goed de gevraagde basisinformatie afleiden

juridische begrippen over de aankoop van onroerende goederen: registratierechten, authentieke akte, immokantoor, onderhandse akte of compromis

deze begrippen beschrijven, illustreren en herkennen.

Het eigendomsrecht:

  • de betekenis van het eigendomsrecht
  • de wijzen waarop het eigendomsrecht beperkt kan worden: onteigening, mede-eigendom en rechtsmisbruik
  • de naakte eigendom en het vruchtgebruik

het recht op eigendom definiëren

de inhoud van het eigendomsrecht beschrijven

de begrippen onteigening, mede-eigendom en rechtsmisbruik van eigendom beschrijven en herkennen in voorbeelden

de naakte eigendom en het vruchtgebruik beschrijven en de rechten van de naakte eigenaar en de vruchtgebruiker met elkaar vergelijken

het erfrecht: 

  • de erfgenamen van de 1ste, 2de, 3de en 4de orde
  • de regels van de wettelijke erfopvolging en het erfect van de langstlevende echtgenoot
 

beschrijven wie de erfgenamen van de 1ste, 2de, 3de en 4de orde zijn

op basis van een eenvoudige familieschets of stamboom en met de hulp van een actueel schema van de erfopvolging de regels van de wettelijke erfopvolging en de het erfrecht van de langstlevende echtgenoot toepassen.

de begrippen schenking en testament beschrijven en met elkaar vergelijken

de schenking en het testament:

  • de schenking
  • het testament; de verschillende soorten en de vormvoorwaarden

de schenking en het testament beschrijven en met elkaar vergelijken

de verschillende soorten testamenten opsommen en met elkaar vergelijken

de regels over het opstellen van een testament toepassen in een eenvoudige voorbeeldsituatie

uit (een onderdeel van) een brochure of tekst die handelt over erfopvolging, testament en schenking de basisinformatie afleiden en gebruiken in een eenvoudige voorbeeldsituatie

Overeenkomsten

Inleidende begrippen
Wat moet je kennen?
Wat moet je doen?

de verbintenis en de overeenkomst

de begrippen verbintenis en overeenkomst definiëren

de begrippen verbintenis en overeenkomst met elkaar vergelijken

de bronnen van een verbintenis: o.a. verbintenis uit overeenkomst, verbintenis uit onrechtmatige daad en verbintenis uit oneigenlijke overeenkomst

de verschillende bronnen van verbintenissen illustreren en herkennen in voorbeelden

de geldigheidsvoorwaarden voor een overeenkomst

de vier geldigheidsvoorwaarden voor een overeenkomst opsommen, illustreren en herkennen in een voorbeeld.

de regels over de geldigheid van een overeenkomst toepassen in een eenvoudige voorbeeldsituatie

de koopovereenkomst
Wat moet je kennen?
Wat moet je doen?

de koopovereenkomst

het begrip koopovereenkomst definiëren

de levering en de eigendomsoverdracht

de begrippen levering en eigendomsoverdracht beschrijven, met elkaar vergelijken en herkennen in voorbeelden

de hoofdverplichtingen van de verkoper: de leveringsplicht en de plicht tot vrijwaring tegen uitwinning wegens verborgen gebreken

de verplichtingen van de koper: de plicht tot het betalen van de prijs en het ontvangen van de goederen

uit een gegeven geschreven koopovereenkomst (vb. verkoop van een tweedehandswagen) informatie over de koper, de verkoper, de rechten en de plichten, de levering, de betaling, de eigendomsoverdracht afleiden.

de regeling van de wettelijke garantie bij de aankoop van consumptiegoederen

de regeling over de wettelijke garantie bij de aankoop van consumptiegoederen door een professionele verkoper toepassen op een eenvoudige voorbeeldsituatie

uit de algemene voorwaarden van een koopovereenkomst bij een professionele verkoper de basisinformatie afleiden over de levering, de eigendomsoverdracht, de garantie, de betaling ... 

de huurovereenkomst
Wat moet je kennen?
Wat moet je doen?

de woninghuurovereenkomst, de handelshuurovereenkomst en de huurovereenkomst van gemeen recht

de woninghuurovereenkomst definiëren

het toepassingsgebied van de woninghuurovereenkomst, de handelshuurovereenkomst en de huur van gemeen recht met elkaar vergelijken en herkennen in voorbeelden

de rechten en de plichten van de huurder en de verhuurder bij een woninghuurovereenkomst én bij de handelshuurovereenkomst

op basis van een woninghuurovereenkomst of een handelshuurovereenkomst of een (passage uit een) brochure over de woning- of handelshuur basisinformatie  afleiden: over: de gegevens van de huurder en de verhuurder, de informatie van het verhuurde goed, de duur van de overeenkomst, de beëindiging van de huur door de huurder en de verhuurder, de duur van de opzegtermijnen, de indexatie van de huurprijs, de herziening van de huurprijs, de rechten en de plichten van de huurder, de plaatsbeschrijving ...

de juridische begrippen; huurindexatie, herziening van de huurprijs, opzeggen van de huur, plaatsbeschrijving en huurwaarborg

deze begrippen illustreren en herkennen

de verzekeringsovereenkomst
Wat moet je kennen?
Wat moet je doen?

de verzekeringsovereenkomst

het begrip verzekeringsovereenkomst definiëren

de betrokken partijen bij een verzekeringsovereenkomst (de verzekerde, de verzekeraar, de verzekeringsnemer en de begunstigde)  herkennen in voorbeelden

de persoonsverzekeringen

voor de meest voorkomende persoonsverzekeringen (o.a. hospitalisatieverzekering, ongevallenverzekering) beschrijven en herkennen welk risico ze verzekeren en welke prestatie de verzekeraar moet leveren

de schadeverzekeringen

voor de meest voorkomende schadeverzekeringen beschrijven en herkennen welk risico ze verzekeren en beschrijven welke prestatie de verzekeraar moet leveren (o.a. brandverzekering, verzekering burgerlijke aansprakelijkheid gezinsleven …)

de autoverzekeringen

voor de meest voorkomende autoverzekeringen beschrijven en herkennen welk risico ze verzekeren en welke prestatie de verzekeraar moet leveren (o.a. verzekering burgerlijke aansprakelijkheid wagen, omniumverzekering, gedeeltelijke omniumverzekering, bijstand verzekering)

de volgende juridische begrippen: verzekeringspolis, verzekeringspremie, franchise, aansprakelijkheid, verzekeringsmakelaar

deze begrippen herkennen

uit een verzekeringspolis of een gelijkaardig document van een verzekeraar de volgende basisinformatie afleiden:   de gegevens van de partijen, de risico's die de verzekering dekt, de schade die door de verzekering wordt gedekt, de uitzonderingen, de betaling van de premie, het bedrag van de franchise ...

Het handelsrecht

De onderneming
Wat moet je kennen?
Wat moet je doen?

Het begrip onderneming

het begrip onderneming definiëren

uit een eenvoudige voorbeeldsituatie afleiden of een organisatie een onderneming is of niet

 

de bestaande (uitdovende) vennootschapsvormen ( o.a. de naamloze vennootschap, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid)

de (nieuwe) vennootschapsvormen (o.a. de naamloze vennootschap, de besloten vennootschap, de coöperatieve vennootschap en de maatschap met en zonder rechtspersoonlijkheid)

 

de bestaande (uitdovende) vennootschappen (bvba, nv, comm.v, cv.) en hun belangrijkste eigenschappen herkennen

de nieuwe vennootschapsvormen ( de nv, de vc; de bv en de maatschap) en hun belangrijkste eigenschappen herkennen

op basis van de belangrijkste juridische kenmerken (aantal vennoten, de aansprakelijkheid van de vennoten, de overdraagbaarheid van aandelen, rechtspersoonlijkheid) de nieuwe vennootschapsvormen met elkaar vergelijken

in een eenvoudige voorbeeldsituatie een keuze maken tussen een van de nieuwe vennootschapsvormen op basis van de juridische kenmerken en deze keuze argumenteren.

de zelfstandige zaak of eenmanszaak

de kenmerken van de eenmanszaak beschrijven, illustreren en herkennen

de voordelen en de nadelen van de eenmanszaak opsommen en beschrijven

in een eenvoudige voorbeeldsituatie de keuze maken tussen een eenmanszaak of een vennootschap en deze keuze argumenteren

 

starten als onderneming:

  • het ondernemingsloket
  • de kruispuntbank voor ondernemingen

uit een (onderdeel van een) brochure over de start met een onderneming de basisinformatie afleiden over de voorwaarden om te starten en de formaliteiten

de taken en het nut van het ondernemingsloket beschrijven

het nut van de kruispuntbank voor ondernemingen beschrijven

 

De plichten van de handelaar
Wat moet je kennen?
Wat moet je doen?

consumentenkrediet: verkoop op afbetaling, leasing, kredietopening

de meest voorkomende vormen van consumentenkrediet beschrijven en herkennen in voorbeelden
de nadelen en de gevaren van consumentenkrediet beschrijven

de voorlichting van de consument over het product of de dienst die aangeboden wordt:

  • benaming
  • samenstelling
  • etikettering
  • prijsaanduiding
  • hoeveelheidsaanduiding

de eisen die de wet stelt over de voorlichting van de consument illustreren

veel voorkomende handelspraktijken; solden, verkopen met verlies, opruiming en solden, verkopen op afstand, gezamelijk aanbod

de meest voorkomende handelspraktijken beschrijven, illustreren met voorbeelden en herkennen.

De rechten van de onderneming
Wat moet je kennen?
Wat moet je doen?

de ondernemingsrechtbank

de bevoegdheden van de rechtbank van de ondernemingsrechtbank beschrijven en illustreren;

de samenstelling van de ondernemingsrechtbank beschrijven
 

het insolventierecht: het toepassingsgebied en de basisregeling over de periode die de faillissementsprocedure voorafgaat

het doel van de procedure van de gerechtelijke reorganisatie

de belangrijkste actoren bij de procedure van ondernemingen in moeilijkheden benoemen

het faillissement:

  • het toepassingsgebied
  • het verloop van de procedure
  • de betrokkenen bij de procedure

beschrijven op wie de faillissementsprocedure van toepassing is

de belangrijkste stappen in de faillissementsprocedure van het faillissement op een tijdslijn weergeven

de belangrijkste betrokkenen bij een faillissementsprocedure en hun taken benoemen zoals de gefailleerde, de curator of insolventiefunctionaris en de ondernemingsrechtbank.

Welke opdracht moet je uitvoeren?

Dit vak heeft geen opdrachten

Welke bijlagen heb je nodig?

Bijlage
Europese instellingen.jpg
organigram_hoven_en_rechtbanken.pdf
Europa.pdf

Hoe verloopt het examen?

100 minuten voor examens vanaf 01-01-2023 tot 31-12-2023
Voor het vak burgerlijk recht en handelsrecht 3tso zijn de examens digitaal. Vraag je je af hoe een digitaal examen verloopt? De uitleg over onze digitale examens, de instructies en heel wat voorbeeldvragen vind je op http://examencommissiesecundaironderwijs.be/examens.
kladpapier een balpen
Het digitaal examen bestaat uit gesloten vragen. Er zijn verschillende vraagtypes: invulvragen, sleepvragen, dropdownvragen, meerkeuzevragen ... Elk vraagtype heeft zijn eigen instructiezin, die duidelijk aangeeft wat je precies moet doen. Het is belangrijk dat je de verschillende vraagtypes vooraf inoefent. Op de website vind je een oefenexamen, waarin je ze kan uitproberen. Uiteraard is dit geen echt examen: de bedoeling is dat je de techniek van de digitale vraagtypes in de vingers krijgt.

Hoe beoordelen we het examen?

Bij de gesloten vragen gelden volgende regels: - je moet het juiste antwoord aanduiden, slepen of invullen om punten te scoren; - bij sommige vragen kan je een deel van de punten verdienen, als je de vraag gedeeltelijk juist beantwoordt. Bij andere vragen krijg je enkel punten als je de vraag volledig juist beantwoordt. In dat geval staat dit duidelijk aangegeven in de vraag. - er is er geen giscorrectie, dit betekent dat je geen punten verliest bij een fout antwoord. We houden geen rekening met taalfouten, maar juridische begrippen die in de vakfiche voorkomen moet je wel correct kunnen schrijven. Een foute schrijfwijze zal bij dit soort begrippen als een fout antwoord worden gezien.

Inleidende begrippen

25 %

Het personenrecht

25 %

Het goederenrecht

15 %

Overeenkomsten

25 %

Het handelsrecht

10 %

Met welk materiaal bereid je je voor?

Je moet zelf op zoek naar leermiddelen om je examen voor te bereiden. De Examencommissie stelt zelf geen leermiddelen ter beschikking.
Voor het vak burgerlijk recht en handelsrecht bestaat een groot deel van je voorbereiding uit het opzoeken van de meeste recente en correcte informatie. Er zijn immers weinig of geen handboeken voor het secundair onderwijs te vinden waar je de volledige inhoud van deze vakfiche kan vinden. Sommige onderdelen vind je terug in een hoofdstuk van een bepaald onderwerp, andere leerinhouden kan je de best opzoeken op de websites van overheidsinstellingen.
Het actief op zoek gaan naar correcte en recente juridische informatie maakt deel uit van de competenties die we in het vak Burgerlijke en Handelsrecht willen testen.
Hieronder vind je een overzicht een beperkt aantal handboeken, maar het zijn vooral de  websites die je op goede weg kunnen zetten bij het verzamelen van de juiste informatie Ook websites veranderen al eens van naam en van plaats of worden aangepast. Als je niet onmiddellijk op de juiste website terechtkomt, kan je die proberen te vinden via een goede zoekmachine.
 

Methode
Uitgeverij
Gegevens

Praktisch Burgerlijk Recht

Van In

http://www.vanin.be/nl/de-boeck-website
Handboek voor het Hoger Onderwijs - bevat meer info dan nodig

Praktisch Handelsrecht

Van In

http://www.vanin.be/nl/de-boeck-website
Handboek voor het Hoger Onderwijs - bevat meer info dan nodig

Handel & Wij

Plantyn

https://www.plantyn.com/web/nl/secundair-onderwijs/handel/de-handel-en-wij
Sommige info kan je vinden in deze boekenreeks. Het niet nodig om de volledige reeks aan te schaffen, maar zoek in de bib enkel onderdelen voor de thema's die je kan gebruiken.

Thema of leerinhoud

Website

Het nationaal recht: Scheiding der machten, de grondwet, de federale en de Vlaamse wetgevende en uitvoerende macht

www.dekamer.be
Bij publicaties > parlementaire infosteekkaarten

www.dekrachtvanjestem.be
Website gemaakt door het Vlaams parlement met uitgebreide info over de werking van de wetgevende en uitvoerende macht 

De rechterlijke macht

www.rechtbanken-tribunaux.be
Website met informatie over alle rechtbanken en gerechtshoven
www.justitie.belgium.be/nl
Website over alle thema's binnen justitie en actuele info rond rechtbanken en procedures

 

De bronnen van het nationaal recht en internationaal recht

www.e-justice.europe.be
Europese website met beknopte juridische info over elke lidstaat en info over de Europese Verdragen

www.europa.eu/european-union/law_nl

Europese website met de basisprincipes van het Europees Recht

Het personenrecht

www.justitie.belgium.be/nl/themas_en_dossiers/personen_en_gezinnen
Website van het ministerie van Justitie met info over personen en gezinnen, adoptie, nationaliteit,...

Bescherming van de persoonlijke levenssfeer

www.gegevensbeschermingsautoriteit.be
Website van de Belgische dienst die zorgt dat persoonsgegevens zorgvuldig worden
gebruikt en beveiligd

Het goederenrecht

www.notaris.be
Website van de notaris met recente info en brochures over de verkoop van onroerende goederen, het erfrecht, testamenten, vruchtgebruik,... 

 

Wonen, huren, kopen

www.wonenvlaanderen.be
Website over het huren en kopen van een woning in Vlaanderen

De wettelijke garantie

/