Skip to Main Content

Vakfiche geschiedenis 2 bso

Geldig van 01 januari 2020 tot en met 31 december 2020
 

content

Studierichting

Geen studierichtingen gevonden

Referentiekader

ReferentiekaderOpmerking
Eindtermenhttp://eindtermen.vlaanderen.be/index.htm

Waarom leer je dit vak?

Algemene leerdoelen

Het vak geschiedenis maakt deel uit van de algemene vorming (PAV) in het beroepsonderwijs. Het doel van die algemene vorming reikt verder dan de leerinhouden die je in deze vakfiche vindt.

Zo is het bijvoorbeeld belangrijk dat je kan organiseren. Dit toon je al tijdens je voorbereiding. Je plant zelfstandig je examens. Je verzamelt uit verschillende bronnen informatie om je goed voor te bereiden. Wees kritisch als je hieruit je keuze maakt, zeker als je het internet gebruikt. (ET19) Het vraagt oefening om informatie correct te lezen en te interpreteren: 'Is dit wel wat ik zocht? Kan het me verder helpen?'. Je bereidt je meestal zelfstandig voor op het examen. Het kan ook helpen om dat samen met anderen te doen.

Ook je examen afleggen vraagt een goede organisatie. Je verplaatst je daarvoor naar Brussel. Nadien leer je uit je ervaringen: na een minder goed resultaat pas je je voorbereiding aan. 

 

Onze opdrachten sluiten aan bij de dagelijkse werkelijkheid. Je zet je vaardigheden in om voor herkenbare problemen zinvolle oplossingen te vinden. Dit zal je helpen om sterker in het leven te staan, en om nieuwe uitdagingen aan te pakken. 

Toon meer
Toon minder

Leerdoelen voor het vak geschiedenis

 

Heb je al eens ondervonden dat het in België anders is dan in andere landen? Je wil bijvoorbeeld op reis iets bestellen op restaurant, maar je kent de gerechten niet. Of je wil via het internet iets bestellen uit het buitenland, maar je kent je rechten niet.

Heb je al gemerkt dat onze samenleving vandaag helemaal anders is dan vroeger? In veel dorpen staan oorlogsmonumenten die de wereldoorlogen herdenken. Of je grootouders vertellen verhalen over 'de tijd van toen'. 

Het is boeiend om te ontdekken dat er verschillende culturen zijn. Het is interessant om te zien hoe onze samenleving veranderd is. 

Luister je wel eens naar het nieuws op de radio? Of volg je de actualiteit via een app op je smartphone? Dan heb je al over terrorisme gehoord. Dan weet je dat er regelmatig verkiezingen zijn in België. Dan besef je dat de politie instaat voor onze veiligheid. 

Het is belangrijk om te weten wat er in de actualiteit gebeurt. Het is zinvol om te weten waarvoor je bij welke maatschappelijke dienst in België terecht kan. Het is goed dat je beseft dat je rechten hebt, maar ook plichten. 

 

Al deze thema's komen aan bod in het vak geschiedenis van de tweede graad bso.

Wat moet je leren?

Hieronder vind je een korte uitleg over de vier leerinhouden. Het is voor elk van deze vier leerinhouden belangrijk om de actualiteit te volgen. Er worden op het examen immers vaak actuele artikels gebruikt. Er worden in de tabellen ook veel begrippen aangereikt: het kan je helpen om een begrippenlijst aan te leggen.

Bij 'rechten en plichten' moet je de democratie en het bestuur in België kunnen bespreken. Je moet weten wat je rechten en plichten zijn, en waar je terecht kan met klachten of vragen.

Bij 'andere tijden, andere culturen' moet je de 7 historische periodes bespreken. Je moet kenmerken van het dagelijks leven vergelijken met vroeger en vergelijken met andere plaatsen in de wereld.

Bij 'maatschappelijke diensten' moet je weten bij welke maatschappelijke diensten en voorzieningen je terecht kan als het nodig is.

Bij 'wereldproblemen en actualiteit' moet je belangrijke wereldproblemen bondig omschrijven.

Voor elk van deze vier leerinhouden moet je op het examen aantonen dat je de volgende vaardigheden beheerst:

»       informatie uit bronnenmateriaal halen;

»       bepalen of iemand voor of tegen iets is en waarom;

»       de leerinhouden toepassen op de actualiteit.

Als er geschreven bronnen gebruikt worden, zijn dit steeds Nederlandstalige bronnen.

 

In de volgende tabellen vind je wat je voor elke leerinhoud moet kunnen en wat je moet doen op het examen.

Rechten en plichten

Democratie
Wat moet je kunnen?
Wat moet je doen?

bestuurlijke organisatievormen bespreken

democratie, dictatuur, monarchie en republiek uitleggen en herkennen in voorbeelden

deze organisatievormen verbinden met de volgende landen: België, Nederland, Frankrijk, Engeland, Duitsland, VS, Rusland, Syrië, Noord-Korea

basisbegrippen van democratie bespreken

grondwet, meningsvrijheid, meerderheid, oppositie, persvrijheid, scheiding der machten, vrije verkiezingen uitleggen en herkennen in voorbeelden

Bestuur in België
Wat moet je kunnen?
Wat moet je doen?

de wetgevende macht benoemen

de wetgevende macht in de gemeente benoemen

de uitvoerende macht benoemen

de uitvoerende macht in de gemeente benoemen

verkiezingen in de gemeente bespreken

weten om de hoeveel tijd er verkiezingen zijn voor de gemeenten

kiesplicht, opkomstplicht, meerderheid, oppositie, zetelverdeling uitleggen en herkennen in voorbeelden

voorwaarden waaraan je moet voldoen om te mogen stemmen benoemen

de gemeenschappen en de gewesten in België herkennen

de gemeenschappen en de gewesten benoemen en aanduiden op een kaart

de RSZ bespreken

de afkorting voluit schrijven

de taak van de RSZ uitleggen

nettoloon en brutoloon herkennen in voorbeelden

Rechten en plichten
Wat moet je kunnen?
Wat moet je doen?

rechten en plichten bespreken

het verschil tussen rechten en plichten uitleggen

rechten en plichten in België verbinden met de juiste leeftijd

je mening geven over rechten en plichten

uitleggen waarom rechten en plichten belangrijk zijn

uitleggen waar je terecht kunt over informatie over rechten en plichten

formele en informele afspraken herkennen in voorbeelden

handelingsonbekwaamheid uitleggen en herkennen in voorbeelden

Verdrag van de Rechten van de Mens bespreken

het doel en ontstaan van dit verdrag uitleggen

schendingen van dit verdrag herkennen in voorbeelden of zelf voorbeelden geven

Verdrag van de Rechten van het Kind bespreken

het doel en ontstaan van dit verdrag uitleggen

schendingen van dit verdrag herkennen in voorbeelden of zelf voorbeelden geven

toepassingen van dit verdrag herkennen in voorbeelden of zelf voorbeelden geven

discriminatie, racisme en vooroordelen bespreken

deze begrippen uitleggen, herkennen in voorbeelden of zelf voorbeelden geven

je mening geven over voorbeelden

aanranding, incest, seksuele meerderjarigheid, verkrachting bespreken

deze begrippen uitleggen, herkennen in voorbeelden of zelf voorbeelden geven

je mening geven over voorbeelden

weten waar je met klachten, meldingen of vragen rond seksualiteit, rond rechten,….terecht kan

de juiste diensten of instellingen benoemen waar je met klachten, meldingen of vragen terecht kan

De media en reclame
Wat moet je kunnen?
Wat moet je doen?

informatie door de media bespreken

aantonen aan de hand van gegeven bronnen hoe de media ons informeren en beïnvloeden

vormen van massacommunicatie uitleggen, vergelijken of herkennen in voorbeelden

de betrouwbaarheid van informatie beoordelen aan de hand van opgegeven criteria

reclame bespreken

doelstellingen van reclame zoals gedragsbeïnvloeding, merkbekendheid en merkgetrouwheid uitleggen, herkennen in voorbeelden of zelf voorbeelden geven

adverteerder, doelgroep en productnaam herkennen in een advertentie

reclametrucs zoals close-up, fotoshop, gebruik van kleuren, herhaling, productplacement, teaser, viral marketing uitleggen en herkennen in voorbeelden

Andere tijden, andere culturen

Wat moet je kunnen?
Wat moet je doen?

de indeling van de geschiedenis in 7 periodes bespreken

een gebeurtenis of afbeelding verbinden aan de juiste periode: prehistorie, oude nabije oosten, klassieke oudheid, middeleeuwen, nieuwe tijd, nieuwste tijd of  eigen tijd

een jaartal verbinden aan de juiste eeuw en het juiste millennium

een gebeurtenis aanduiden op een tijdsbalk

instrumenten om de tijd te meten bespreken

astronomisch uurwerk, atoomklok, slingeruurwerk, stopwatch, zandloper, zonnewijzer uitleggen, herkennen in voorbeelden en verbinden aan de juiste periode

begrippen in verband met de tijd bespreken

tijdrekening, tijdzone, wintertijd, zomertijd uitleggen en herkennen in voorbeelden

het verschil tussen geschreven en ongeschreven bronnen bespreken

dit verschil uitleggen, herkennen in voorbeelden of zelf voorbeelden geven

dagelijks leven van mensen in een andere tijd of op een andere plaats met je eigen leven vergelijken

kenmerken van het dagelijks leven van mensen in een andere tijd of een andere plaats uitleggen, verbinden aan de juiste periode of aan de juiste plaats en gelijkenissen of verschillen met het eigen leven herkennen zoals

  • eetgewoontes, typische producten en gerechten
  • gezondheid: hygiëne, levensverwachting, seksualiteit, ziektes, zorg voor het lichaam, zwangerschap

  • onderwijssituaties: analfabetisme, gemengd, leeftijd, leerkracht, vakken, verplichting

  • vrije tijd: jongerenculturen, tijd voor vrije tijd, waarden en normen, welke activiteiten

  • woonsituaties: grootte, huishoudelijke apparaten, materiaal, nomadisch, sedentair, stad of platteland, verschillen in rijkdom, verstedelijking

  • werksituaties: handenarbeid, hygiëne, kinderarbeid, loon, plaats, sector

Maatschappelijke diensten

Wat moet je kunnen?
Wat moet je doen?

maatschappelijke diensten bespreken

het doel en de taken van maatschappelijke diensten zoals Awel, CAW, Child Focus, CLB, JAC, Jongerengids, OCMW, ombudsdiensten, TeleOnthaal, VDAB, Zelfmoordlijn1813 en ziekenfondsen uitleggen en herkennen in voorbeelden

de afkortingen CAW, CLB, JAC, OCMW, VDAB voluit kunnen schrijven

gemeentelijke diensten bespreken

de taken van gemeentelijke diensten zoals bevolking, bibliotheek, bouwdienst, brandweer, burgerlijke stand, containerpark, cultuurdienst, jeugddienst, opvoedingswinkel, sociale dienst (OCMW), strafregister, wetswinkel en woonwinkel uitleggen en herkennen in voorbeelden

documenten bespreken

de bankkaart, de bloedgroepkaart, de ICE-card, de identiteitskaart, de kredietkaart, de leerlingenkaart, de reispas en het rijbewijs herkennen in voorbeelden

rechten en plichten van deze documenten uitleggen en toepassen op voorbeelden

nutsvoorzieningen bespreken

weten bij welke organisaties je terecht kan voor elektriciteit, energie, internet, telefonie en water

politiediensten bespreken

de begrippen aangifte, misdrijf, orde- en tuchtmaatregelen, politiezone, police-on-web, proces-verbaal uitleggen, herkennen in voorbeelden of zelf voorbeelden geven

Wereldproblemen en actualiteit

Wat moet je kunnen?
Wat moet je doen?

armoede in België en in de wereld bespreken

uit gegeven bronnen over armoede het probleem, de feiten, de oorzaken, de gevolgen en de oplossingen afleiden

oorzaken en gevolgen benoemen

armoede in België nu aan de hand van gegeven bronnen vergelijken met vroeger

armoede in de wereld aan de hand van gegeven bronnen vergelijken

oorlog en vrede bespreken

algemene oorzaken waarom oorlog kan uitbreken, benoemen

uit bronnen afleiden of ze voor of tegen de oorlog zijn

redenen benoemen waarom kindsoldaten gebruikt worden in oorlogssituaties

soorten oorlog zoals burgeroorlog, guerrilla-oorlog, kernoorlog, wereldoorlog uitleggen, vergelijken en in voorbeelden herkennen

actuele thema's, conflicten en wereldproblemen bespreken

uit gegeven bronnen het probleem, de feiten, de oorzaken, de gevolgen en de oplossing afleiden

actuele thema's, conflicten en wereldproblemen in tijd en ruimte situeren zoals

  • oorlog in Syrië, conflict tussen Israël en Palestina, Tweede Wereldoorlog
  • terrorisme
  • vluchtelingencrisis
  • globalisering
  • .....

de euro als betaalmiddel bespreken

de landen waar de euro gebruikt wordt benoemen

de redenen waarom de euro werd ingevoerd beschrijven

het jaartal wanneer de euro werd ingevoerd benoemen 

Welke opdracht moet je uitvoeren?

Dit vak heeft geen opdrachten

Welke bijlagen heb je nodig?

Dit vak heeft geen bijlagen

Hoe verloopt het examen?

90 minuten voor examens vanaf 01-01-2020 tot 31-12-2020
Voor het vak geschiedenis 2bso - alle studierichtingen- zijn de examens digitaal. Vraag je je af hoe een digitaal examen verloopt? De uitleg over onze digitale examens, de instructies en heel wat voorbeeldvragen vind je op http://examencommissiesecundaironderwijs.be/examens.
Kladpapier en een balpen
Het schriftelijk examen bestaat uit gesloten en open vragen. Het digitaal examen bestaat uit gesloten en open vragen. Er zijn verschillende vraagtypes: invulvragen, sleepvragen, dropdownvragen, meerkeuzevragen. Elk vraagtype heeft zijn eigen instructiezin, die duidelijk aangeeft wat je precies moet doen. Het is belangrijk dat je de verschillende vraagtypes vooraf inoefent. Op de website vind je een oefenexamen, waarin je ze kan uitproberen. Uiteraard is dit geen echt examen: de bedoeling is dat je de techniek van de digitale vraagtypes in de vingers krijgt.

Hoe beoordelen we het examen?

Bij de gesloten vragen gelden de volgende regels: - Je moet de antwoorden aanduiden, verslepen, uit een lijst kiezen of invullen. Als je dit niet doet, kan je geen punten krijgen voor die vraag. - Er is geen giscorrectie. Dit betekent dat je voor een fout antwoord geen punten verliest. - Bij sommige vragen kan je ook een deel van een punt verdienen, als je antwoord voor een deel juist is. Bij andere vragen krijg je enkel punten als je de vraag volledig juist beantwoordt. In dat geval lees je hierover een boodschap in de vraag. Bij de open vragen gelden de volgende regels: - je antwoord moet een volledig en duidelijk antwoord zijn op de vraag; - je antwoord moet ondubbelzinnig zijn. - je antwoord moet gestructureerd zijn. Soms helpen we je met de structuur van je antwoord door al een deel van het antwoordgedeelte in te vullen. - Je kan punten schoren voor een gedeeltelijk juist antwoord - We houden geen rekening met schrijffouten in je antwoord..

Rechten en plichten

40%

Andere tijden, andere culturen

20%

Maatschappelijke diensten

20%

Wereldproblemen en actualiteit

20%

Met welk materiaal bereid je je voor?

Je moet zelf op zoek naar leermiddelen om je examen voor te bereiden. De Examencommissie stelt zelf geen leermiddelen ter beschikking. Je kan ze kopen in een (online) boekhandel of ontlenen en raadplegen in een bibliotheek. De bibliotheken van de lerarenopleiding aan de universiteit of de hogeschool bieden heel wat leermiddelen aan.

Voor dit vak is er niet één uitgave die alle leerinhouden bevat. Je moet zelf op zoek naar de geschikte leermiddelen en ook op websites kan je de nodige informatie vinden.  Websites veranderen al eens van naam of worden aangepast. Als je niet onmiddellijk op de juiste website terechtkomt, kan je die proberen te vinden via een goede zoekmachine.
Hieronder staan enkele handboeken die gebruikt worden in het secundair onderwijs. Ze kunnen je helpen om (onderdelen) van de  leerstof zelfstandig te verwerken. We verwijzen naar websites of andere uitgaven die je ook kunnen helpen bij je voorbereiding.

Methode
Uitgeverij
Gegevens

Boemerang

Van In

www.vanin.be

MIX

DOEL.PAV

Averbode

www.averbode.be

Uitkijk

Plantyn Kleine Wereldatlas

Plantyn

www.plantyn.com

Wat kan je er vinden?

Waar kan je het vinden?

Informatie over de component Rechten en Plichten (democratie, het bestuur in België, rechten en plichten ...)

https://www.dekrachtvanjestem.be/

informatie rond thema's als politie, arbeid, het gerecht... op maat van jongeren.

https://www.tzitemzo.be/jongeren/thema2
Kies voor de thema's bij jongeren 

informatie rond de actualiteit geschreven in eenvoudige taal

http://www.wablieft.be/nl/krant

/