Vaak vragen we ons af: waarom moeten we weten wat er in het verleden gebeurd is? Dat is toch allemaal voorbij. Kunnen we dan zeggen dat een vak geschiedenis zinloos is? Eigenlijk niet.
Geschiedenis is de dialoog tussen verleden, heden en toekomst. Door inzicht te krijgen in wat vroeger gebeurd is, kan je de huidige samenleving beter begrijpen. Je zal inzien dat de situatie van vandaag het resultaat is van een vroegere evolutie. Zonder het ontstaan van de landbouw en de verbeteringen die in de loop van de tijd zijn aangebracht, zouden we bijvoorbeeld nu nog rondtrekkende groepen zijn die voor hun voeding afhankelijk zijn van een geslaagde jacht. Zo kunnen we ervan uitgaan dat ook onze samenleving niet stilstaat: allerlei vernieuwingen zorgen ervoor dat we ons als mensen voortdurend moeten aanpassen.
In de zoektocht naar je eigen persoonlijke identiteit speelt de studie van het verleden onbewust een grote rol: je leert je eigen positie bepalen door ideeën en samenlevingen te bestuderen. Je leert af te wegen wat de voor- en nadelen zijn. Je beseft wat de mogelijke gevolgen kunnen zijn. Je bent in staat om maatschappelijke fenomenen vanuit meerdere perspectieven te bekijken. Zo breng je respect op voor andere meningen en vel je niet te snel een oordeel.
De media kunnen een gebeurtenis vandaag als iets positief of als iets negatief voorstellen. Zo gebeurt het ook bij de studie over het verleden. Bronnen bieden geen exacte weergave van dat verleden. Op basis van een kritische bronnenanalyse maken historici een bepaald beeld van het verleden. Dat beeld hangt af van hun persoonlijke situatie en van de context waarin ze leven. Het komt er dus op aan om altijd kritisch te zijn over de teksten die je leest of de afbeeldingen die je ziet. Dat is een vaardigheid die je ook vandaag zeker van pas zal komen.
Geschiedenis is meer dan data alleen. Geschiedenis is meer dan losse feitjes alleen. Data en feiten zijn meer een kapstok die je een goede achtergrond bieden om een stapje verder te gaan. Het is zinvol om te begrijpen hoe en waarom iets in de tijd verandert of gelijk blijft. Het is leerrijk om te verklaren hoe een individu bepalend kan zijn voor veranderingen. Het is boeiend om te analyseren welke invloed een lokaal proces op het internationale vlak heeft. Het is verrassend om te zien wat je allemaal uit foto's, spotprenten of films kan afleiden. Het is beklijvend om vast te stellen hoe hard mensen zich in het verleden hebben ingespannen voor de rechten van de mens.
In het vak geschiedenis van de tweede graad bestudeer je de samenlevingen uit het ancien régime: de middeleeuwen en de nieuwe tijd. Je toont belangstelling en waardering voor de samenleving uit deze historische periodes.
In de vakfiche vind je wat je voor elke leerinhoud moet kennen en kunnen. Er zijn natuurlijk historische vaardigheden die je op elke leerinhoud moet kunnen toepassen. Die vind je hier. Er worden in de vakfiche steeds dezelfde werkwoorden gebruikt. Om te weten wat die werkwoorden precies inhouden, lees je best de betekenis hieronder. Tenslotte krijg je nog enkele tips over het gebruik van een atlas en een begrippenlijst.HISTORISCHE VAARDIGHEDENOp alle leerinhouden zal je historische vaardigheden moeten toepassen. Deze zijn noodzakelijk om op een correcte manier om te gaan met bronnen. Je moet op het examen aantonen dat je de volgende vaardigheden beheerst: informatie uit gevarieerd bronnenmateriaal zoals afbeeldingen, brieven, dagboekfragmenten, diagrammen, films, foto’s, kaarten, memoires, reisverslagen, schema’s, spotprenten, tabellen, tekeningen…opzoeken, ordenen, selecteren en vergelijken;historische informatie situeren in het historisch referentiekader;op gevarieerd bronnenmateriaal de methode van de historische kritiek toepassen. Je vindt dit in elk handboek geschiedenis;historische informatie bevragen door gebruik te maken van de vermelde structuurbegrippen;in historische informatie de hoofd- en bijzaken van elkaar kunnen onderscheiden;in historische informatie feiten en meningen van elkaar kunnen onderscheiden;historische informatie interpreteren en structureren en verbanden leggen tussen informatie;je eigen standpunt bepalen tegenover een historisch probleem;de leerinhouden verbinden met de actualiteit.Als er geschreven bronnen gebruikt worden, zijn dit steeds Nederlandstalige bronnen. Je zal voor dit examen een kleine opdracht moeten uitvoeren waarbij je moet aantonen dat je» historische informatie uit bronnen kan structureren; » het resultaat van je kleine opdracht op een heldere manier kan weergeven.
GEBRUIK VAN WERKWOORDEN
Belangrijke aandachtspunten bij het gebruik van de werkwoorden.
In de tabel 'wat moet je kunnen?’ staat heel vaak dat je iets moet benoemen of uitleggen. Benoemen wordt gebruikt bij een begrip. Uitleggen wordt gebruikt bij een proces, evolutie of situatie. Beide woorden betekenen dat je in staat moet zijn om de inhoud in je eigen woorden te omschrijven. Het komt er niet op aan om exacte definities van bepaalde begrippen te geven, maar wel de begrippen juist te kunnen uitleggen in een bepaalde context. Situeren in de tijd betekent dat je geen exacte data moet geven, maar moet bepalen of een gebeurtenis voor of na een andere plaatsvond. Situeren in de ruimte betekent dat je moet bepalen in welk land of gebied iets plaatsvond.
Soms wordt het werkwoord vergelijken gebruikt. Als je twee begrippen of ideeën moet vergelijken met elkaar, moet je voor jezelf eerst de begrippen of ideeën goed formuleren en dan op zoek gaan naar overeenkomsten en verschillen. Verklaren betekent dan weer dat je moet kunnen uitleggen waarom iets op die manier geëvolueerd is. Als we 'illustreren’ vermelden, dan moet je in staat zijn om concrete voorbeelden te geven van een leerinhoud.
Toepassen komt ook voor in deze vakfiche. Het betekent dat je de theorie moet kunnen verbinden aan bronnen. Je krijgt bijvoorbeeld een bron en een vraag. Om op die vraag te kunnen antwoorden heb je zowel achtergrondkennis nodig als de bron zelf. Toepassen betekent ook dat je in staat moet zijn om verbanden te leggen tussen verschillende leerinhouden. We kunnen je ook vragen om kennis af te leiden uit bronnen of om bronnen te interpreteren.
Wanneer het werkwoord analyseren voorkomt, dan vragen we dat je deze inhoud zeer grondig beheerst. Vaak zal je aan de hand van teksten of afbeeldingen moeten bewijzen dat je de inhoud goed begrijpt, dat je de relatie legt met grotere structuren en dat je over die inhoud kan reflecteren. Dat betekent dat je bijvoorbeeld in staat moet zijn om de gevolgen van iets in te schatten, of de voor- en nadelen te bepalen. Je zal ook in staat moeten zijn om een probleem kritisch te bekijken en standpunten van voor- en tegenstanders vast te stellen.
Bij het beoordelen verwachten we dat je je eigen standpunt bepaalt. Hier komt het erop aan om na een grondige analyse je standpunt te formuleren met duidelijke argumenten.
ATLAS EN BEGRIPPENLIJST
Er worden in de tabellen veel begrippen aangereikt: het kan je helpen om een begrippenlijst aan te leggen of begrippenlijsten uit handboeken te gebruiken. Op het examen moet je geen historische atlas meebrengen. Het kan je wel helpen om bij de voorbereiding van je examen de kaarten van het ancien régime in een historische atlas te bekijken. Ze bieden een goede ondersteuning van de leerinhouden. Er worden op het examen wel vragen gesteld aan de hand van gegeven kaarten.
de historische periodes: prehistorie, oude nabije oosten, klassieke oudheid, middeleeuwen, nieuwe tijd, nieuwste tijd, eigen tijd
deze periodes benoemen
begin- en einddata van deze periodes benoemen
gebeurtenissen of bronnen situeren in de juiste historische periode
historische gebeurtenissen chronologisch ordenen
de historische periodes in andere samenlevingen
verschillen in historische periodes in andere samenlevingen benoemen, illustreren en toepassen
eeuw, decennium, millennium
deze begrippen benoemen
gebeurtenissen of bronnen uit het ancien régime situeren in de juiste eeuw
het ancien régime
dit begrip benoemen en toepassen
begin- en einddatum van het ancien régime benoemen
uitleggen of een gebeurtenis tijdens het ancien régime plaatsvindt
de vergelijking tussen de middeleeuwen en de nieuwe tijd
de veranderingen benoemen waarom we de middeleeuwen en de nieuwe tijd als een aparte periode bekijken
de gelijkenissen benoemen waarom we de middeleeuwen en de nieuwe tijd als één periode van het ancien régime bekijken
verklaren waarom het begrip ‘middeleeuwen’ pas ontstaan is in de nieuwe tijd
verklaren waarom de middeleeuwen (g)een breuk is met de klassieke oudheid
verklaren waarom de nieuwste tijd (g)een breuk is met de nieuwe tijd
continuïteit en verandering
historische gebeurtenissen benoemen als gebeurtenissen die gelijk gebleven zijn (continuïteit) of veranderd zijn in een bepaalde periode
de overgang van samenlevingen van jagers-verzamelaars naar een landbouwsamenleving
deze overgang situeren in de tijd
kaarten over het verleden
historische gebeurtenissen of rijken situeren op een kaart over het verleden
kaarten over het verleden en het heden vergelijken
centrum en periferiemaritiem en continentaalruraal en stedelijklokaal, regionaal, nationaal, Europees, mondiaal
deze ruimtelijke begrippen benoemen, illustreren en toepassen
de vier maatschappelijke domeinen: politiek, economisch, sociaal en cultureel
historische feiten situeren in het juiste domein
verbanden tussen de maatschappelijke domeinen
aantonen hoe gebeurtenissen het resultaat zijn van verbanden tussen de maatschappelijke domeinen
wisselwerking binnen de maatschappelijke domeinen
aantonen hoe gebeurtenissen het resultaat zijn van een wisselwerking binnen één maatschappelijk domein
gelijkenissen en verschillen in de demografische evolutie in het ancien régime
deze gelijkenissen en verschillen benoemen, illustreren en toepassen
gelijkenissen en verschillen in mobiliteit en transport in het ancien régime
algemene historische begrippen zoals agrarisch, centralisatie, clerus, cijns, decentralisatie, democratie, demografie, dynastie, grondwet, kolonisatie, koning, keizer, lijfeigenschap, macht, monarchie, nijverheid, overheid, privilege, republiek, staat, standenmaatschappij, vorst
deze begrippen benoemen en illustreren
begrippen in verband met de groei en de samenhang: aanleiding, belang, breuk, doel, gevolg, invloed, mentaliteit, middel, motief, oorzaak, proces, samenhang, structuur, traditie, verandering, verband
deze begrippen toepassen
begrippen in verband met de omgang met informatie: argumentatie, betrouwbaarheid, bruikbaarheid, feit, gezag, interpretatie, legende, leugen, mening, mythe, objectiviteit, primaire bron, redenering, secundaire bron, stereotype, subjectiviteit, veralgemening, vooroordeel, waarde
de Germaanse volksverhuizingen
de volksverhuizingen situeren in de tijd
de oorzaken van die volksverhuizingen beschrijven
de volksverhuizingen aan de hand van een kaart uitleggen
de gevolgen van die volksverhuizingen op het gebruik van talen in Europa uitleggen, illustreren en toepassen
het ontstaan en de groei van het Frankische rijk
de groei van het Frankische rijk aan de hand van een kaart uitleggen
het Frankische rijk op een kaart aanduiden en vergelijken met een kaart van de hedendaagse situatie
het bestuur
dit bestuur uitleggen, verklaren en toepassen
de geschiedschrijving over Karel de Grote kritisch analyseren
overeenkomsten en verschillen tussen het keizerrijk van Karel de Grote en het Romeinse keizerrijk
het jaartal noemen van de keizerskroning van Karel de Grote
deze overeenkomsten en verschillen afleiden uit bronnen
de culturele heropleving aan het Frankische hof
deze heropleving illustreren en verklaren
het doopsel van Clovis (=Chlodovech)
dit doopsel situeren in de tijd
de voordelen van die bekering uitleggen en toepassen
de relatie tussen de paus en de Franken
deze relatie illustreren en toepassen
de versnippering van het Frankische rijk door het Verdrag van Verdun
het Verdrag van Verdun situeren in de tijd
die versnippering aan de hand van een kaart uitleggen en vergelijken met een kaart van de hedendaagse situatie
de oorzaken van die versnippering verklaren
de rol van het gewoonterecht in die versnippering verklaren
de gevolgen van die versnippering uitleggen en toepassen
het begrip feodaliteit
dit begrip uitleggen
de rechten en plichten van de leenman (vazal) en de leenheer
deze rechten en plichten benoemen en verklaren
de begrippen achtervazal, kroondomein, kroonvazal, leen, leenheer, leenman, vazal
deze begrippen uitleggen
nadelige gevolgen van de feodaliteit op de koninklijke macht
deze gevolgen uitleggen, verklaren en toepassen
de standensamenleving
het begrip standensamenleving uitleggen
deze samenleving vergelijken met onze samenleving
de standen: adel, clerus en de derde stand
de bevolkingsgroepen die tot deze standen behoren benoemen
de rechten en de plichten van deze standen uitleggen en verklaren
de wederzijdse relatie van die drie standen analyseren
‘marginale’ groepen uit het ancien régime: begijnen, ‘heksen’, joden, ketters, mensen met een fysieke of mentale beperking, prostitués
verklaren waarom deze groepen ‘marginale’ groepen waren in de samenleving van het ancien régime
de verhouding tussen het gedrag van personen en de maatschappelijke normen van die tijd: normconformerend of normafwijkend
het gedrag van personen beoordelen als normconformerend of als normafwijkend gedrag
de vermenging van christelijke, Romeinse en Germaanse gebruiken
deze vermenging illustreren en toepassen
de begrippen celibaat, christianiseren, concilie, kardinaal, kerstenen, ketterij, paus, sacrament, schisma
de invloed van het christendom op het dagelijks leven
deze invloed illustreren en toepassen
de begrippen domein, gemene gronden, gesloten of zelfvoorzienende economie, heerlijke rechten, horige, lijfeigene, vroonhof en tenure
deze begrippen uitleggen en toepassen
het verschil uitleggen tussen lijfeigenschap en slavernij uit de klassieke oudheid
het domein als zelfvoorzienend systeem
verklaren waarom het domein een zelfvoorzienend systeem was
de rechten en plichten van de inwoners van het domein
deze rechten uitleggen, verklaren en toepassen
de kenmerken van de agrarische samenleving
deze kenmerken benoemen
de vernieuwingen in de landbouw vanaf de 10e eeuw: het drieslagstelsel, het gareel, de karploeg
deze vernieuwingen uitleggen
de invloed van deze vernieuwingen op de voedselproductie verklaren en toepassen
het ontstaan en de bloei van de stad
dit ontstaan en deze bloei situeren in de tijd
de redenen voor de heropbloei van de steden
deze redenen uitleggen, verklaren en toepassen
de plaats waar nieuwe steden ontstaan
deze plaatsen en hun voordelen benoemen en aanduiden op een kaart
de kenmerken van de stad
de middeleeuwse stad met een hedendaagse stad vergelijken op basis van grondplan, aantal inwoners, opbouw, activiteiten, bestuur,…
cijfergegevens over de verstedelijkingsgraad en de leefomstandigheden analyseren
de begrippen concentrisch grondplan, rooilijn, stadswallen
deze begrippen uitleggen en toepassen op een middeleeuwse stad
stadsplattegronden vergelijken en de verschillende historische ontwikkelingen van steden verklaren aan de hand van gegeven bronnen
de voornaamste gebouwen van een middeleeuwse stad: belfort, kathedraal, lakenhalle, marktplein, stadhuis
deze gebouwen herkennen op afbeeldingen
de functie van deze gebouwen benoemen
de keure met de privileges
de begrippen keure en privileges benoemen
de rol van de keure en de privileges in de strijd om de autonomie van de stad verklaren en toepassen
de poorter van een stad
het begrip ambacht
dit begrip uitleggen en illustreren
de monopoliepositie van de ambachten
deze monopoliepositie uitleggen, toepassen en analyseren
de vergelijking tussen ambachten en vakbonden vandaag
ambachten en vakbonden van vandaag met elkaar vergelijken
de gilden en de hanzen
actieve handel naar de jaarmarkten van Champagne
deze handel uitleggen en verklaren
deze handelsroute aanduiden op een kaart
de positie van Brugge in de internationale handel
deze positie uitleggen en verklaren
de handelsroutes in West-Europa aan de hand van een kaart uitleggen
de belangrijkste handelsproducten benoemen
de overgang van actieve handel naar passieve handel
deze overgang verklaren
de romaanse kunst
de romaanse kunst situeren in de tijd
uit verschillende voorbeelden romaanse kunst herkennen
de oorsprong van het woord ‘romaans’
die oorsprong uitleggen en verklaren
de kenmerken van de romaanse kunst
die kenmerken benoemen, illustreren en toepassen
de gotische kunst
de gotische kunst situeren in de tijd
de gotische kunst vergelijken met de romaanse kunst
uit verschillende voorbeelden gotische kunst herkennen
de oorsprong van het woord ‘gotisch’
de kenmerken van de gotische kunst
drie Vlaamse primitieven
drie Vlaamse primitieven opnoemen
de kenmerken van de Vlaamse primitieven
die kenmerken benoemen en illustreren
het belang en de invloed van de Vlaamse primitieven op de Europese kunst
het belang en die invloed verklaren en toepassen
uitleggen waarom de Vlaamse primitieven vernieuwend waren
de positieve elementen voor de koninklijke macht: erfelijkheid koningschap, geschoolde ambtenaren, Parlement van Parijs, zalving
deze elementen benoemen, verklaren en toepassen
de negatieve elementen voor de koninklijke macht: leenstelsel, privileges
het gevolg van de slag bij Bouvines (1214) voor de koninklijke macht
deze veldslag situeren in de tijd
dit gevolg uitleggen en verklaren
het gevolg van de slag bij Hastings (1066) voor de koninklijke macht
de positieve elementen voor de koninklijke macht: domesday book, sheriffs
de negatieve elementen voor de koninklijke macht: magna charta (1215), parlement
de magna charta situeren in de tijd
het begrip conquistador
de motieven voor de ontdekkingsreizen: cultureel, economisch en politiek
deze motieven uitleggen, verklaren en toepassen
de technische mogelijkheden voor de ontdekkingsreizen
deze mogelijkheden benoemen en verklaren
de bekendste ontdekkingsreizigers: Barentsz, Cartier, Columbus, Cook, Cortez, da Gama, Diaz, Eriksson, Magellaan, Pizarro
de verdienste van deze ontdekkingsreizigers benoemen
de route van deze ontdekkingsreizigers aan de hand van een kaart uitleggen
de ontdekkingsreizigers met het juiste Europese land verbinden
de Verdragen van Tordesillas (1494) en Zaragoza (1529)
de inhoud van deze verdragen uitleggen en aanduiden op een kaart
de landen die die verdragen sloten, benoemen
de invloed van deze verdragen uitleggen en verklaren
de evolutie in de cartografie als gevolg van de ontdekkingsreizen
deze evolutie uitleggen en verklaren
kaarten uit de klassieke oudheid, de middeleeuwen, de nieuwe tijd en de eigen tijd met elkaar vergelijken
de rol van Mercator in de cartografie
deze rol uitleggen en verklaren
de driehoekshandel
de handelsroutes aanduiden op een kaart
de koopwaar die verhandeld werd benoemen
de politieke gevolgen: het koloniaal imperialisme
deze gevolgen benoemen, verklaren, toepassen en analyseren
de sociale gevolgen: het bevolkingsaantal en de mengrassen
deze gevolgen benoemen, verklaren en toepassen en analyseren
de culturele gevolgen: opleggen van het christendom en de Europese taal
de economische gevolgen: monocultuur, roofbouw, uitbuiting in landbouw en mijnbouw, verspreiding van nieuwe gewassen en producten
de kenmerken van de slavenhandel
de kenmerken van deze handel benoemen, verklaren en toepassen en analyseren
het ontstaan en de verspreiding van het humanisme
het ontstaan en de verspreiding situeren in de tijd en in de ruimte
de kenmerken van het humanisme
deze kenmerken benoemen, verklaren en toepassen
de belangrijkste humanisten en hun ideeën: Descartes, Copernicus, Erasmus, Galilei, Locke, Macchiavelli, Thomas More, Vesalius, Vives
deze humanisten situeren in de tijd
ideeën van deze humanisten uit bronnen afleiden
ideeën van deze humanisten met de juiste bronnen verbinden
de oorzaken van de reformatie
deze oorzaken uitleggen, verklaren en toepassen
het begrip reformatie
het verband tussen het humanisme en de reformatie
dit verband uitleggen en verklaren
Maarten Luther en Johannes Calvijn en hun ideeën
deze personen situeren in de tijd en in de ruimte
hun ideeën uitleggen, verklaren en toepassen
hun ideeën vergelijken
de verspreiding van de protestantse strekkingen in Europa
deze verspreiding van een kaart afleiden
het begrip contrareformatie
de maatregelen van de contrareformatie
deze maatregelen uitleggen, verklaren en toepassen
deze maatregelen verbinden met wantoestanden in de Kerk
deze maatregelen verbinden met ideeën van de reformatie
de begrippen aflaat, catechismus, celibaat, dogma, index, inquisitie, sacramenten
deze begrippen uitleggen en verklaren
de renaissance
de renaissancekunst situeren in de tijd
de renaissancekunst vergelijken met kunst uit de middeleeuwen
de oorsprong van het woord ‘renaissance’
de kenmerken van de renaissancekunst
het verband tussen het humanisme en de renaissance
de barok
de barokkunst situeren in de tijd
de invloed van de barokkunst in onze gewesten uitleggen
de barokkunst vergelijken met kunst uit de middeleeuwen en de renaissance
de oorsprong van het woord ‘barok’
de kenmerken van de barokkunst
het verband tussen de barok en de godsdienst
het verband tussen de barok en de politiek
de vooruitgang in de landbouw
deze vooruitgang afleiden uit bronnen
aantonen dat deze vooruitgang niet overal in Europa hetzelfde was
de begrippen commerciële landbouw, koopkracht, voedergewassen
de voordelen van het vruchtwisselingsstelsel
deze voordelen uitleggen, verklaren en toepassen
de opkomst van het kapitalisme
het begrip ‘kapitalisme’ uitleggen, verklaren en toepassen
de veranderingen in de nijverheid verbinden met het kapitalisme
de kenmerken van een manufactuur
afbeeldingen van een manufactuur vergelijken met een ambachtsplaats en een moderne fabrieksruimte
benoemen welke kenmerken vernieuwend zijn
de voor- en nadelen van een manufactuur
deze voor- en nadelen benoemen, verklaren en toepassen
de technische vernieuwingen in de textielsector als begin van de industriële revolutie
de invloed van deze vernieuwingen uitleggen en verklaren
de gevolgen van de ontdekkingsreizen op de internationale handel
deze gevolgen uitleggen, verklaren, toepassen en analyseren
de begrippen aandelen, beurs, centrale bank, handelscompagnie, kaapvaart, stapelmarkt, wisselbrief
deze begrippen uitleggen, verklaren en toepassen
het handelskapitalisme
dit begrip uitleggen, verklaren en toepassen
het protectionisme
dit begrip uitleggen en verklaren
dit begrip toepassen op de specifieke Franse situatie onder minister Colbert
de Nederlanden als onderdeel van het Habsburgse rijk
aan de hand van een stamboom uitleggen hoe de Nederlanden in handen komen van de Habsburgers
de gebieden van het Habsburgse rijk onder Karel V aanduiden op een kaart
de vijanden van het Habsburgse rijk aanduiden op een kaart
het rijk van Filips II
het rijk van Filips II vergelijken met het rijk van Karel V aan de hand van kaarten
de redenen voor verzet tegen Filips II
deze redenen verbinden met de juiste bevolkingsgroep die zich verzet
de oorsprong van het begrip ‘geuzen’
deze oorsprong verklaren
het begrip ‘geuzen’ uitleggen
de oorzaken van de Beeldenstorm (1566)
de Beeldenstorm situeren in de tijd
het weerstandsrecht in het Plakkaat van Verlatinghe
dit recht uitleggen, verklaren en toepassen
de afspraken van de Vrede van Münster (1648)
de Vrede van Münster situeren in de tijd
deze afspraken benoemen
de gevolgen van de Vrede van Münster voor de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden
deze gevolgen aan de hand van een kaart uitleggen
het vorstelijk absolutisme in Frankrijk
het begrip ‘vorstelijk absolutisme’ uitleggen
de situatie in de nieuwe tijd vergelijken met de huidige situatie
de absolute macht van Lodewijk XIV of de zonnekoning op alle domeinen van de maatschappij
de absolute macht van Lodewijk XIV uitleggen, illustreren, verklaren en toepassen
zijn bijnaam ‘de zonnekoning’ verklaren
de droit divin
deze opvatting over de koninklijke macht verklaren en toepassen
de rol van het paleis van Versailles in de absolute macht van Lodewijk XIV
de religieuze en de politieke betekenis van het Edict van Nantes (1598) en het Edict van Fontainebleau (1685)
deze edicten situeren in de tijd
de belangrijkste beslissing van deze edicten benoemen
de religieuze en de politieke betekenis van deze edicten verklaren en toepassen
de moeilijkheden waarmee Lodewijk XIV werd geconfronteerd
deze moeilijkheden uitleggen, verklaren en toepassen
de constitutionele, parlementaire monarchie in Engeland
het begrip ‘constitutioneel’ uitleggen
het begrip ‘parlementair’ uitleggen
de koninklijke macht in Frankrijk en Engeland vergelijken
het ontstaan van de anglicaanse kerk
dit ontstaan verbinden met het privé-leven van Henrik VIII
de strijd tussen de koning en het parlement in de 17e eeuw
kenmerken van deze strijd uit bronnen afleiden
tegenstellingen in de visie op de macht tussen de koning en het parlement uit bronnen afleiden
de rol van de godsdienst in deze strijd uit bronnen afleiden
de betekenis van de Glorious Revolution (1688)
deze revolutie situeren in de tijd
deze betekenis uitleggen, verklaren en toepassen
het belang van de Declaration of Rights (1689)
dit document situeren in de tijd
het belang van dit document uitleggen, verklaren en toepassen
verklaren hoe dit document van Engeland een constitutionele monarchie maakt
de politieke situatie in Engeland, Frankrijk en de Nederlanden in de nieuwe tijd
deze politieke situatie vergelijken
de oorzaken voor het ontstaan van de verlichting
de politieke ideeën van de verlichting: grondwet, rechtsgelijkheid, rechtszekerheid, scheiding der machten, volkssoevereiniteit, vrijheid, weerstandsrecht
deze ideeën uitleggen, verklaren en toepassen
deze ideeën verbinden met de juiste filosofen
de invloed van deze ideeën op onze maatschappij verklaren
de religieuze ideeën van de verlichting: atheïsme, deïsme, tolerantie
de wetenschappelijke ideeën van de verlichting: de ratio, het vooruitgangsoptimisme
het verlicht despotisme
dit begrip verbinden met de uitspraak 'alles voor het volk, niets door het volk'
het beleid van verlicht despoot Jozef II
kenmerken van dit beleid uit bronnen afleiden
de oorzaken van de Amerikaanse revolutie
deze oorzaken benoemen en verklaren
de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring op 4 juli 1776
de datum van de onafhankelijkheidsverklaring benoemen
de invloed van de politieke verlichtingsideeën op de verklaring uitleggen, verklaren en toepassen
deze verklaring aan de hand van bronnen vergelijken met het Plakkaat van Verlatinghe
de Amerikaanse grondwet: republiek, federale staat, scheiding der machten, checks and balances
de invloed van de politieke verlichtingsideeën op deze grondwet uitleggen, verklaren en toepassen
deze grondwet aan de hand van bronnen vergelijken met de huidige situatie
het begrip ‘republiek’ uit de nieuwe tijd vergelijken met het begrip uit de klassieke oudheid
de oorzaken en de aanleiding van de Franse revolutie
deze oorzaken en de aanleiding uitleggen, verklaren en toepassen
deze oorzaken uit spotprenten afleiden
de Bestorming van de Bastille (14 juli 1789)
de datum van de bestorming benoemen
de symboliek van de Bastille uitleggen
de rol van een deel van de derde stand in deze bestorming uitleggen en verklaren
de invloed van deze bestorming uitleggen, verklaren en toepassen
De 'Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger'
de Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger vergelijken met de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring en de Amerikaanse grondwet
het belang van deze verklaring uitleggen
de gevolgen van de revolutie voor Frankrijk zelf
deze gevolgen verklaren
de invloed van het Frans bestuur onder Napoleon in onze gewesten: afschaffing standensamenleving, afschaffing ambachten, wetboeken, kadaster, decimaal stelsel, scheiding van kerk en staat, burgerlijke stand, staatsonderwijs, openbare onderstand
deze veranderingen uitleggen, verklaren, toepassen en analyseren
verklaren hoe voor- en tegenstanders van deze veranderingen aanleiding geven tot het ontstaan van de breuklijn tussen klerikalen en antiklerikalen in de 19e eeuw
de revolutie en het einde van het ancien régime
verklaren waarom de Franse revolutie het einde betekent van het ancien régime
het ontstaan en de groei van het Arabische rijk
deze evolutie uitleggen aan de hand van een kaart
het Arabische rijk aanduiden op een kaart
het Arabische rijk vergelijken met een hedendaagse kaart over de verspreiding van de islam
de islamitische jaartelling vanaf 622
aantonen dat het Arabische rijk een andere jaartelling heeft dan de christelijke
verklaren waarom 622 het begin is van de islamitische jaartelling
de vijf zuilen van de islam
deze zuilen benoemen en toepassen
de soennieten en de sjiieten
deze twee richtingen in de islam benoemen, verklaren en toepassen
aantonen dat die twee richtingen ook vandaag nog een rol spelen
de bijdrage van de Arabische cultuur en wetenschap aan de westerse cultuur
deze bijdrage uitleggen, verklaren en toepassen
verklaren waarom de Arabische cultuur en wetenschap verder stonden dan de westerse
de visie op het christendom in het Arabische rijk
deze visie afleiden uit bronnen
de precolumbiaanse beschavingen
illustreren dat er veel verschillende beschavingen onder dit begrip vallen
de kenmerken van beschavingen van de Inca’s en de Azteken
deze beschavingen aanduiden op een kaart
deze kenmerken uitleggen
overeenkomsten en verschillen tussen de beschavingen van de Inca’s en de Azteken
de invloed van de ontdekkingsreizen en de kolonisatie op deze beschavingen
deze invloed uitleggen, verklaren en toepassen
overeenkomsten en verschillen tussen niet-westerse beschavingen (Arabisch, Byzantijns, Inca’s en Azteken) en westerse beschavingen
bronnen verbinden met de juiste niet-westerse beschaving
Het historisch referentiekader
15%
Westerse samenlevingen in de middeleeuwen
36%
Westerse samenlevingen in de nieuwe tijd
Niet-westerse samenlevingen in het ancien régime
8%
Examenopdracht kwartetspel
5%
Memoria
Pelckmans
www.pelckmans.be
Janus
Die Keure
www.educatief.diekeure.be
Passages
Averbode
www.averbode.be
Pionier
De Boeck
www.vanin.be
STORIA classic, live en GO!
Van In
Atlas van de Algemene en Belgische geschiedenis