Internationale contacten en contacten met anderstaligen zijn vandaag erg gewoon. Wil je je horizon verruimen via rechtstreeks contact met anderstalige culturen en een actieve rol spelen in onze maatschappij, dan moet je dus vreemde talen leren.
Afhankelijk van de communicatiesituatie worden boodschappen anders geformuleerd. Om te kunnen communiceren met anderstaligen, moet je daarom een boodschap kunnen begrijpen vanuit een bepaalde context en kunnen overbrengen in functie van een bepaalde context en een bepaald publiek. Hoe beter je daarop inspeelt en je taal daarop afstemt, hoe doeltreffender je communiceert. Je verzorgt daarom je taal en je maakt gebruik van de beleefdheidsconventies, alledaagse omgangsvormen en uitdrukkingen die eigen zijn aan de vreemde taal. Eenzelfde boodschap - bijvoorbeeld dat je iets niet weet - formuleer je inderdaad op een andere manier voor anderstalige vrienden dan voor een anderstalige volwassene die aan een infobalie werkt.
Bovendien kan je een taal niet loskoppelen van de cultuur die haar voedt. Wil je doeltreffend communiceren, dan moet je cultuuruitingen die specifiek zijn voor de streek waar een taal gesproken wordt, kunnen herkennen. Je moet in staat zijn om bewust om te gaan met die gelijkenissen en verschillen met je eigen cultuur door erop in te spelen in je communicatie.
Als je vreemde talen leert, moet je dus leren inspelen op verschillende communicatiesituaties. Globaal zijn er dat vier: je gebruikt taal om iets te doen in de privésfeer, als lid van de samenleving, voor je opleiding of voor je werk.
Bij de Examencommissie verwachten we dat je voor elk van deze communicatiesituaties boodschappen kan begrijpen en doeltreffend overbrengen. Op onze examens moet je aantonen dat je dit doel bereikt. De vakfiches moderne vreemde talen van de Examencommissie sluiten nauw aan bij de leerplannen van het GO!, het OVSG en het VVKSO. Ze werden globaal gelinkt aan de niveaus van het ERK. Deze internationaal gehanteerde niveaus bieden je een hulpmiddel om je taalvaardigheidsniveau in te schatten.
Meer informatie over het Europees Referentiekader voor de Talen (ERK) vind je op deze website: http://downloads.slo.nl/Repository/taalprofielen-2015.pdf.
Voor het examen Duits derde graad tso moet je deze vaardigheden globaal beheersen op het niveau A2/B1 van het ERK. In de volgende tabellen vind je wat je voor elke vaardigheid moet kunnen en wat je moet doen op het examen om te bewijzen dat je dat kan. In de eerste tabellen staan de leerinhouden, in de tweede tabellen enkele concrete voorbeelden in een bepaalde communicatiesituatie.Verderop vind je concrete leermiddelen die je kunnen helpen om je huidige niveau in te schatten en je vaardigheden verder te ontwikkelen. Om globaal het niveau A2/ B1 te bereiken waarop je deze vijf vaardigheden moet beheersen, moet je uiteraard ook voldoende grammatica en woordenschat kennen. Ook daarvoor vind je suggesties die een kompas kunnen zijn om de nodige kennis te verwerven.
Je moet boodschappen kunnen begrijpen zowel uit geschreven teksten (bijv. een krantenartikel) als uit gesproken teksten (bijv. een reclamespot). Het gaat hoofdzakelijk om teksten waarmee je in het dagelijkse leven geconfronteerd kunt worden, maar ook narratieve en artistiek-literaire teksten kunnen aan bod komen. De concrete kenmerken van deze teksten vind je in de leerplannen.
Voor luisteren kan je zowel audiofragmenten als videofragmenten krijgen op het examen.
begrijpen
het onderwerp van een tekst bepalen
de hoofdgedachte van een tekst weergeven
de gedachtegang van een tekst volgen
relevante informatie uit een tekst selecteren
de tekststructuur en -samenhang herkennen
analyseren en structureren
de inhoud van een tekst op een overzichtelijke manier ordenen
Je zal dit moeten doen voor verschillende tekstsoorten. Elke tekstsoort heeft een bepaald doel. Onderstaande tabel geeft je enkele voorbeelden.
informatieve tekst
Deze teksten willen informatie meedelen om je kennis te verrijken.
een nieuwsbericht
prescriptieve tekst
Deze teksten willen je beïnvloeden om iets te doen of om iets op een bepaalde manier te doen.
een reclameboodschap
argumentatieve tekst
Deze teksten bouwen een redenering op om je te overtuigen.
een discussie
narratieve tekst
Deze teksten willen feiten en gebeurtenissen vertellen om je mee te nemen in een verhaal.
een reisverhaal
artistiek-literaire tekst
Deze teksten geven gevoelens en gedachten weer op een creatieve manier of willen een esthetische taalbeleving stimuleren.
een fragment uit een strip
De volgende tabel geeft een paar concrete voorbeelden van gesproken en geschreven teksten in een bepaalde communicatiesituatie. Dit is geen volledige opsomming, enkel een illustratie, daarom zijn er ook lege vakjes in deze tabel.
in de privésfeer
een gesprek over een uitstapje tussen familieleden in een gastgezin
een trailer van een film
een liedje
productinformatie op etiketten van levensmiddelen
een artikel in een populair wetenschappelijk tijdschrift voor de jeugd
als lid van de samenleving
telefonische reisinformatie
een reclamefilmpje met een duidelijk verhaal erin
informatieborden in een postkantoor
voor je opleiding
een gedicht
een uitnodiging voor een buitenlandse stage
voor je werk
een korte uitleg over de locatie en de openingstijden van een kantine
Als je een tekst grondig wil begrijpen, zal je een aantal strategieën moeten beheersen.
Vóór je de tekst beluistert of leest, is het belangrijk dat je je afvraagt wat je al weet over het onderwerp van de tekst en dat je aandachtig de vragen doorneemt. Zo bereid je je voor en kan je gericht luisteren of lezen.
Probeer altijd eerst de aangeboden tekst globaal te begrijpen. Je zal niet altijd alle woorden verstaan, maar probeer je zo goed mogelijk te concentreren, zodat je de gehele context begrijpt.
Verder kan je proberen om gebruik te maken van visuele ondersteuning zoals beelden bij een luisterfragment of een tekening bij een leestekst. Op je kladblad mag je ook informatie uit de teksten noteren, samenvatten … om een antwoord voor te bereiden.
Ten slotte kan je ook proberen om de betekenis van bepaalde woorden af te leiden uit hun context.
Woorden die je niet begrijpt en die echt noodzakelijk zijn voor een goed tekstbegrip kan je tijdens het examen opzoeken in dit digitale woordenboek: http://www.vandale.nl/opzoeken/woordenboek#.VWVmmH9jvg8.
Een geschreven tekst kan je natuurlijk ook herlezen om een onduidelijke passage te doorgronden.
Je moet een boodschap doeltreffend kunnen overbrengen. Je moet kunnen communiceren in situaties die informeel en formeel zijn. Het spreekt voor zich dat je in die situaties telkens de gepaste omgangsvormen en beleefdheidsformules gebruikt.
Voor schrijven doe je dat in de vorm van een formulier, een vragenlijst, een mededeling, een brief of e-mail…
Zowel voor schrijven als voor spreken kan de opdracht vertrekken van een korte tekst die je moet begrijpen of een schema.
beschrijven
informatie geven en vragen
instructies geven
iets of iemand beschrijven
een spontane mening of reactie geven of beschrijven
echte of verzonnen situaties, gebeurtenissen en ervaringen beschrijven
vertellen
vertellen over je dromen, verwachtingen en ambities
een verhaal vertellen
rapporteren
verslag uitbrengen
uitleggen
zaken uitleggen en toelichten
De volgende tabel geeft een paar concrete voorbeelden van opdrachten die je moet kunnen uitvoeren in een bepaalde communicatiesituatie. Dit is geen volledige opsomming, enkel een illustratie.
aan je vakantieliefde vertellen hoe je de toekomst ziet
een briefje voor het prikbord van een camping schrijven om te vragen of iemand jouw reisgids heeft gevonden
een e-mail sturen aan een vakantievriend om te beschrijven wat je gedaan hebt sinds jullie laatste ontmoetingeen bericht achterlaten voor een huisgenoot in een buitenlands gastgezin: waar je heen bent gegaan, wat je gaat doen, wanneer je terug zult zijn
bij een dokter de aard van een klacht beschrijven
via mail meer specifieke informatie aanvragen over de ligging van een vakantiehuis
de weg naar het station uitleggen aan een groep buitenlandse medeleerlingen
zeggen hoe je met de kopieermachine moet werken
informatie geven aan een klant over een product of een dienst
een bestelformulier invullen
Om je spreek- of schrijfopdracht voor te bereiden, lees je eerst goed de opdracht om precies te weten wat je moet doen en hoe je daarbij moet inspelen op de communicatiesituatie. Is die formeel of informeel? Hoe kan je je taalgebruik daarop afstemmen?
Probeer eerst een spreek-of schrijfplan te maken om je ideeën te ordenen. Ze geven je houvast om je opdracht beter uit te voeren.
Soms zal je misschien even vastzitten en niet goed weten hoe je iets kan zeggen. Laat je dan niet ontmoedigen en blijf je concentreren op je taak. Probeer de dingen op een andere manier te formuleren en je doel te bereiken met wat je wel kan zeggen. Vergeet ook niet dat je bij het spreken gebruik kan maken van lichaamstaal om je boodschap beter over te brengen of te ondersteunen.
Voor sommige opdrachten krijg je bovendien ondersteunend materiaal van de examinatoren. Dit kunnen foto's zijn, tekeningen, sleutelwoorden, een voorbeeld… Vergeet die niet te gebruiken, ze zullen je niet alleen inspiratie geven maar kunnen je ook helpen om je vlotter uit te drukken.
Maak voor schrijfopdrachten eerst een kladversie. Lees die goed na en schrijf dan pas je tekst over in het net.
Je moet een face-to-facegesprek of een telefonisch gesprek kunnen beginnen, aan de gang houden en afsluiten. Je moet dus zelf het gesprek kunnen leiden en de examinator in het gesprek betrekken. Het spreekt voor zich dat je bij alle gesprekken gepaste omgangsvormen en beleefdheidsformules gebruikt.
informele gesprekken voeren
een spontane mening of voorkeur geven en op een spontane mening of voorkeur van anderen reageren
een waardering en gevoelens uiten en op een waardering en gevoelens van anderen reageren
zaken regelen
eenvoudige voorstellen doen en op eenvoudige voorstellen reageren
je uit de slag trekken in alledaagse situaties en op reis
een klacht uiten en opvolgen reageren op een klacht en een klacht doorgeven
informatie uitwisselen
aanwijzingen en instructies vragen en opvolgen
De volgende tabel geeft een paar concrete voorbeelden van gesprekken die je moet kunnen voeren in een bepaalde communicatiesituatie. Dit is geen volledige opsomming, enkel een illustratie.
een vriend(in) complimenteert met kledingvertelt wat je in het weekend gedaan hebt of gaat doenje medeleven betuigt bij een vervelende gebeurteniseen klacht uit over een fout op een rekening in een café
een diefstal aangeeft bij de politie
met medeleerlingen bespreekt hoe je een bepaalde opdracht gaat uitvoeren
een klant adviseert over een artikel in een verkoopgesprek
Je gesprek bereid je op dezelfde manier voor als je opdracht(en) voor spreken.
Vergeet daarbij niet dat je je gesprekspartner kan vragen om iets te herhalen of om trager te spreken als je iets niet begrijpt.
Soms kan je de indruk hebben dat je gesprekspartner jou niet begrijpt. Je kan dan gedeeltelijk herhalen wat je net hebt gezegd om na te gaan of je gesprekspartner je volgt. Eventueel kan je ook proberen om je zin op een andere manier te formuleren.
Als je weet wat je wil zeggen, denk dan ook nog even na hoe je het gesprek gaat beginnen en afsluiten. Noteer daar eventueel wat sleutelwoorden voor. Probeer daarnaast enkele woorden op te schrijven om het gesprek gaande te houden. Die woorden kunnen je helpen als er een stilte valt.
Lezen
33 %
Luisteren
Schrijven
34 %
Alles klar?
Van In
http://www.vanin.be
03/4805511
secundair.onderwijs@vanin.be
Bestimmt so!
Pelckmans
www.pelckmans.be
03/6602720
uitgeverij@pelckmans.be
Punkt de
Die Keure
http://www.educatief.diekeure.be
050/471288
educatieve.uitgaven@diekeure.be
Optimal
Langenscheidt
www.klett-langenscheidt.de/Deutsch_als_Fremdsprache/
Themen Aktuell
Hueber
www.hueber.de/deutsch-als-fremdsprache/
https://www.goethe.de/de/spr/kup/tsd.html
https://dialangweb.lancaster.ac.uk/
Deze websites kunnen je helpen je ERK-niveau in te schatten.
www.dw.de/deutsch-lernen/deutsch-interaktiv/s-9571
www.schubertverlag.de/aufgaben/uebungen_a2/a2_uebungen_index.htm
www.schubertverlag.de/aufgaben/uebungen_b1/b1_uebungen_index.htm
http://www.alumniportal-deutschland.org/deutsche-sprache/deutsch-auf-die-schnelle.html?et_rp=1
www.caleidoduits.wordpress.com
Op deze websites vind je een combinatie van verschillende vaardigheden.
www.goethe-verlag.com/tests/DN/DN.htm
test om je passieve taalkennis te verbeteren (dus van het Duits naar het Nederlands), van makkelijk tot moeilijk
www.kiraka.de/startseite/
lees- en luisterteksten van gemakkelijk tot gemiddeld
www.aufgaben.schubert-verlag.de/index.htm
oefeningen voor zowel woordenschat als grammatica, van niveau A tot C (ERK), om je schriftelijk taalgebruik te verbeteren
www.interglot.com
www.uitmuntend.de
twee goede digitale woordenboeken
www.dw.de/deutsch-lernen/s-2055www.deutschland.dewww.tagesthemen.dewww.zdf.dewww.grenzecho.be
Op deze websites vind je teksten die aansluiten bij het niveau dat je zou moeten bereiken voor het examen.
Schuss (uitgeverij Averbode, www.averbode.be, 013/780111)
Vitamin de (www.vitaminde.de)
Deutsch Perfekt! (Spotlight Verlag, www.deutsch-perfekt.com, info@spotlight-verlag.de)
Taaltijdschriften spelen vaak in op actuele onderwerpen en bieden oefeningen aan die je kunnen helpen om je leesvaardigheid verder te ontwikkelen.
LEMCKE, C. e.a., Berliner Platz 2 neu Level A 2 (Lehr- und Arbeitsbuch mit 2 Audio-CDs und “Im Alltag EXTRA”), Langenscheidt, 2010, ISBN 9783126060707KAUFMANN, S. e.a., Berliner Platz 3 neu Level B 1 (Lehr- und Arbeitsbuch mit 2 Audio-CDs und “Im Alltag EXTRA”), Langenscheidt, 2011, ISBN 9783126060578
SANDER, I. e.a., Mittelpunkt neu B1+, Ernst Klett Verlag, 2013, ISBN 978312-6766456
Met deze boeken kan je verschillende vaardigheden inoefenen.
CRISTENSEN P. e.a. Duits voor Dummies, uitgeverij Pearson Education Benelux, 2002, ISBN 9043006483WEERMANN, E., Pons Basiswortschatz Deutsch im Griff, Ernst Klett Verlag, 1999, ISBN 3125609798
Met deze boeken kan je je woordenschat oefenen en uitbreiden.
FANDRYCH, C., e.a., Klipp und Klar Übungsgrammatik Grundstufe Deutsch in 99 Schritten, mit Lösungen Ernst Klett Sprachen, 2010, ISBN 9783126753227LUSCHER, R., Grammatica in gebruik – Duits, uitgeverij Intertaal, 2003, ISBN 9054512415
Met deze boeken kan je je grammatica oefenen en uitbreiden.