Skip to Main Content

Vakfiche Latijn 2 D

Geldig van 01 januari 2019 tot en met 31 december 2019
 

content

Studierichting

2e graad Doorstroom
  • Latijn

Referentiekader

ReferentiekaderOpmerking
Eindtermenhttps://www.onderwijsdoelen.be/

Waarom leer je dit vak?

Wie Latijn studeert, leert antieke teksten begrijpen en daarvan genieten. Taalreflectie is hierbij een eerste stap: als je de bouwstenen van de taal beheerst, kan je de tekst begrijpen. Dit tekstbegrip wordt bevraagd bij de lectuurreflectie. Cultuurreflectie ten slotte plaatst de tekst in een ruimere context en wil het tekstbegrip zo verdiepen.

Toon meer
Toon minder

1. Taalreflectie

Taalverwerving staat ten dienste van lectuur. Een goede kennis van woordenschat en grammatica vormt dus geen doel op zich maar is een voorwaarde om teksten te kunnen begrijpen. Bij de lectuur van authentieke teksten moet je daarom de volgende leerdoelen bereiken:

kennis van basisvocabularium, morfologie, syntaxis, prosodie en metriek gericht inzetten bij de lectuur;

vanuit de context van de lectuur gefundeerde keuzes maken;

een woordenboek gebruiken;

de doorwerking van specifiek vocabularium, zoals filosofische of juridische termen, in de moderne talen toelichten;

de constructies en formuleringen die typisch zijn voor de Latijnse taal op een correcte manier weergeven in het Nederlands.

2. Lectuurreflectie

Om teksten te begrijpen, moet je ze kunnen ontleden, interpreteren, becommentariëren en situeren in hun context. Je moet kunnen aantonen dat je die leerdoelen bereikt door een passage...

inhoudelijk in eigen woorden weer te geven;

te analyseren en te interpreteren vanuit taalkundig, letterkundig en/of cultuurhistorisch perspectief;

te vergelijken vanuit taalkundig, letterkundig en/of cultuurhistorisch perspectief met andere cultuuruitingen uit de oudheid of latere periodes;

te beoordelen: je mening over de passage formuleren en die onderbouwen met argumenten.

3. Cultuurreflectie

Authentieke teksten zijn het vertrekpunt voor een cultuurhistorische verkenning van de oudheid. Tegelijk bieden zij materiaal voor een vergelijking van antieke beschavingen met de onze en plaatsen zij zo ook onze leefwereld in een historisch perspectief. De antieke teksten zorgen voor een frisse, kritische blik op onze hedendaagse maatschappij.

Je moet kunnen aantonen dat je een tekst kan interpreteren vanuit zijn cultuurhistorische context door...

de tekst te situeren binnen de biografie van de auteur;

de plaats en het belang van de tekst in het oeuvre van de auteur te omschrijven;

de plaats en het belang van de tekst binnen de literaire traditie te omschrijven;

de tekst te kaderen binnen zijn historische context en in verband te brengen met de politieke, socio-economische en culturele factoren die zijn ontstaan en receptie beïnvloedden.

Je moet kunnen aantonen dat je een tekst kan vergelijken met andere cultuuruitingen en met teksten uit andere historische of hedendaagse contexten door...

gelijkenissen en verschillen aan te geven tussen deze verschillende cultuuruitingen;

relaties te benoemen tussen de antieke oudheid en andere culturen;

de normen en waarden van de Romeinen te toetsen aan andere culturen uit de oudheid;

de normen en waarden van de antieke oudheid te toetsen aan die van latere Europese stromingen.

Bij de Examencommissie verwachten we dat je authentieke Latijnse teksten kan begrijpen en interpreteren vanuit hun cultuurhistorische context. Zo krijg je meer inzicht in de taal en de literatuur van de Romeinse oudheid. Daarnaast komen op onze examens ook de kunst en cultuur, maatschappij en mentaliteit van antieke beschavingen aan bod. Deze moet je bovendien kunnen vergelijken met onze hedendaagse maatschappij.

Deze vakfiche sluit nauw aan bij de cesuurdoelen van de Vlaamse overheid. Deze cesuurdoelen vormen de basis voor onze examens. Zo toetsen we of je de vereiste vaardigheden en competenties voldoende beheerst.

De cesuurdoelen vind je op deze website: https://www.onderwijsdoelen.be/

 

 

 

Wat moet je leren?

De leerinhouden voor de taalreflectie en de lectuurreflectie zoals die hieronder beschreven staan moet je kunnen toepassen op de volgende teksten.

Proza: Caesar, De bello Gallico

  • boek I, 1
  • boek II, 24-26
  • boek V, 30-31
  • boek VI, 13-17
Poëzie: Ovidius, Metamorphoses

  • proloog, 1-4
  • boek III, 131-252
  • boek III, 370-510
  • boek IV, 55-166
  • boek VIII, 183-235
De leerinhouden voor de lectuurreflectie moet je bovendien kunnen toepassen op een tekst uit het oeuvre van Caesar die niet in deze lijst is opgenomen. Je mag daarvoor gebruik maken van een vertalend woordenboek.

De begrippen die je moet beheersen voor de taal- en de lectuurreflectie vind je in de bijlagen.

Voor de cultuurreflectie moet je de volgende boeken lezen. Ze geven je meer achtergrond bij de cultuurhistorische context van Caesar en Ovidius. Op het examen moet je kunnen aantonen dat je door het lezen van deze boeken het leven, het werk en de opvattingen van Caesar en Ovidius beter begrijpt. Je mag op het examen de boeken zelf bij je houden en gebruiken, je hoeft de inhoud dus niet uit het hoofd te leren.

  • Parenti, M. (2004). De moord op Julius Caesar: historische mythes over democratie. Antwerpen: Epo. ISBN 9064453624
  • Ransmayr, C. (1989), De laatste wereld.  Amsterdam: Bert Bakker. ISBN 9035107675
In de volgende tabellen vind je wat je voor elke leerinhoud moet kunnen en wat je moet doen op het examen om te bewijzen dat je dat kan. In de derde kolom geven we voorbeelden van wat je daarvoor moet kennen. Soms verwijzen we er naar de bijlage: hierin vind je nuttige begrippen terug voor taal- en lectuurreflectie.

Taalreflectie

Wat moet je kunnen?
Wat moet je doen?
Wat moet je kennen?

determineren

naamwoorden en werkwoorden determineren om de tekst te begrijpen 

In bijlage 2 vind je de begrippen die je moet kennen om naamwoorden en werkwoorden goed te determineren.

herkennen

de belangrijkste morfologische en syntactische eigenheden van de auteur herkennen en benoemen

In bijlage 3 vind je de begrippen die je moet kennen om het taaleigen en de stijl van de opgelegde auteurs te herkennen.

toelichten

de betekenis van Latijnse woorden verduidelijken aan de hand van woordsamenstelling en woordverwantschap

woordsamenstelling: betekenis van prefixen in-, prae-, sub- bv. importare < portare, praecedere < cedere, submittere < mittere...

woordverwantschap: bv. tardare < tardus, sceleratus < scelus, principatus < princeps...

vergelijken

gelijkenissen en verschillen vaststellen tussen Latijnse woorden in een tekst  en moderne vertalingen van diezelfde tekst

Dit geldt enkel voor de opgelegde teksten.

beoordelen

de meest geschikte betekenis kiezen van een woord dat meerdere betekenissen kan hebben, met behulp van een woordenboek en deze keuze verantwoorden

Dit geldt enkel voor de opgelegde teksten.

Lectuurreflectie

Wat moet je kunnen?
Wat moet je doen?
Wat moet je kennen?

parafraseren

de teksten in eigen woorden samenvatten

Hierboven ("Wat moet je leren?") vind je een volledig overzicht van de teksten.

herkennen

specifieke genrekenmerken herkennen en benoemen in de teksten

Caesar: genrekenmerken van de historiografie...

Ovidius:  genrekenmerken van de epiek, gelijkenissen en verschillen tussen epyllium en homerisch epos...

structureren

de opbouw van een tekst ontleden om de structuur en stijlementen te benoemen

In bijlage 1 vind je tips om de opbouw van een tekst te ontleden.

interpreteren

verzen scanderen en de expressieve waarde ervan uitleggen in relatie met de inhoud van de tekst

 

Dit geldt enkel voor de opgelegde teksten van Ovidius. In bijlage 3 vind je bij ‘metrum’ een overzicht van de te kennen begrippen.

 

 

interpreteren

stijlfiguren herkennen, benoemen en de expressieve waarde ervan uitleggen in relatie met de inhoud van de tekst

In bijlage 3 vind je een overzicht van stijlfiguren.

beoordelen

een eigen standpunt innemen ten opzichte van de vorm of de inhoud van de teksten en dat standpunt beargumenteren

Ovidius: dichterlijke vrijheid in zinsconstructies, en woordkeuze...

Caesar: derde persoon voor suggesties van onpartijdigheid, anekdotes, beschrijvingen, verslag...

evalueren en argumenteren

de onderlinge relatie tussen gedachtegang en taalgebruik enerzijds, en de onderliggende waarden en normen van de tekst anderzijds vaststellen en daarover kritisch reflecteren

 

Caesar: opvattingen omtrent geloof, de Kelten, druïden, de Nerviërs, propaganda...

Ovidius: opvattingen omtrent geïdealiseerde liefde, hoogmoed/hybris,man-vrouwverhouding, verbanning...

evalueren en argumenteren

de bedoeling van de auteur evalueren en argumenten geven om die evaluatie kracht bij te zetten.

Caesar: opvattingen omtrent geloof, de Kelten, druïden, de Nerviërs, propaganda...

Ovidius: opvattingen omtrent geïdealiseerde liefde, hoogmoed/hybris,man-vrouwverhouding, verbanning...

Cultuurreflectie

Wat moet je kunnen?
Wat moet je doen?
Wat moet je kennen?

herkennen

de invloed van de Griekse cultuur herkennen in de Romeinse cultuur

Ovidius: de Griekse oorsprong van mythen…

situeren

de opgelegde teksten situeren binnen het oeuvre van de auteur en in het literair genre

Dit geldt enkel voor de opgelegde teksten.

situeren

de auteur en zijn werk situeren binnen de cultuurhistorische context

Dit geldt enkel voor de opgelegde teksten.
De biografie van Ovidius en Caesar, de politiek-historische context van de Gallische veroveringen...

toelichten

voorbeelden geven van de diversiteit in de Romeinse maatschappij uit de opgelegde teksten

verhouding tussen populares en optimates, standenmaatschappij...

illustreren

illustreren hoe Romeinse ideeën, cultuuruitingen of maatschappelijke fenomenen actueel blijven

 

Caesar: het ontstaan van de taalgrens koppelen aan Caesars veroveringen...

Ovidius: receptie van de gelezen verhalen in beeldende kunst en literatuur...

toelichten

aan de hand van de opgelegde teksten verduidelijken dat de aanwezigheid van verschillende culturen in een samenleving tot integratie of conflicten kan leiden

Caesar: conflicten tussen verschillende Gallische en Germaanse stammen in Germanië zoals tussen de Sueven en de Helvetiërs of tussen de Aedui en de Sequani...

evalueren

de invloed van de cultuurhistorische context op de betekenis van de opgelegde teksten aantonen

Ovidius: politieke situatie in Rome onder Augustus...

vergelijken

concepten en visies op mens en maatschappij uit de opgelegde teksten vergelijken met hedendaagse opvattingen

Caesar: De Gallische standen-maatschappij, de godenverering, mensenoffers, positie van een militair...

Ovidius: vader-zoonrelatie

vergelijken

de beeldvorming van de Romeinen over zichzelf en andere samenlevingen beschrijven en vergelijken met de hedendaagse beeldvorming over andere culturen

Caesar: de Gallische of Germaanse samenleving versus de Romeinse samenleving...

Welke opdracht moet je uitvoeren?

Bij de leerinhouden vind je de boeken die je moet lezen voor de cultuurreflectie. Zij geven je meer achtergrond bij de cultuurhistorische context van Caesar en Ovidius. Op het examen moet je kunnen aantonen dat je door het lezen van deze boeken het leven, het werk en de opvattingen van Caesar en Ovidius beter begrijpt. De bijgevoegde tabel vat concreter samen wat we van jou verwachten.
Opdracht
Lectuuropdracht latijn 2 ASO.pdf

Welke bijlagen heb je nodig?

Bijlage
Latijn_2ASO_bijlage1.pdf
Latijn_2ASO_bijlage2.pdf
Latijn_2ASO_bijlage3.pdf

Hoe verloopt het examen?

150 minuten voor examens vanaf 01-01-2019 tot 31-12-2019
Het examen Latijn is een digitaal examen. Meer uitleg over onze digitale examens, de instructies en heel wat voorbeeldvragen vind je op http://examencommissiesecundaironderwijs.be/examens. Je krijgt drie Latijnse tekstfragmenten uit de opgelegde Latijnse teksten met een korte situering en een beperkte woordenlijst. Over die fragmenten worden vragen gesteld over de drie onderdelen: taalreflectie, lectuurreflectie en cultuurreflectie. Verder krijg je een niet-behandelde tekst uit het oeuvre van Caesar. Hieronder vind je enkele tips om je examen succesvol af te leggen. 1 Je leest eerst aandachtig de vragen. 2 Je leest de Latijnse tekst aan de hand van de leestips met aandacht voor zinsdelen en zinsdeelstukken (zie bijlage 1). 3 Je beantwoordt de vragen. 4 Je leest je antwoorden grondig na op spelfouten en op volledigheid. Voor open vragen verwachten we volzinnen. Zorg voor een duidelijk gestructureerd antwoord.
je identiteitskaart
kladpapier
Het digitaal examen bestaat uit gesloten en open vragen. Bij gesloten vragen formuleer je zelf geen antwoord. Je kiest een antwoord uit een aantal mogelijkheden of combineert gegeven elementen om een antwoord samen te stellen. Er zijn verschillende vraagtypes: invulvragen, sleepvragen, dropdownvragen, meerkeuzevragen... Elk vraagtype heeft een eigen instructiezin, die aangeeft wat je precies moet doen. Het is belangrijk dat je de verschillende vraagtypes vooraf inoefent. Op de website vind je een oefenexamen, waarin je ze kan uitproberen. Uiteraard is dit geen echt examen; de bedoeling is dat je de techniek van de digitale vraagtypes in de vingers krijgt. Open vragen zijn vragen waarop je het antwoord zelf formuleert. Dat antwoord kan erg kort zijn maar ook vrij lang. Soms moet je elementen uit de tekst letterlijk citeren, soms moet je de tekst samenvatten of herformuleren.

Hoe beoordelen we het examen?

Voor de gesloten vragen: - moet je het juiste antwoord aanduiden om punten te scoren - kan je naargelang van het vraagtype voor een gedeeltelijk juist antwoord ook punten scoren; soms moet je de vraag volledig juist beantwoorden (dat staat dan expliciet in de instructie) - is er geen giscorrectie. Bij open vragen beoordelen we enkel de inhoud van de antwoorden. We houden geen rekening met taalfouten. Het antwoord moet echter wel duidelijk geformuleerd zijn. Zorg daarom voor een gestructureerd antwoord in volzinnen. Als taalfouten het antwoord onbegrijpelijk maken, geven we geen punten voor dat antwoord, ook al heb je bepaalde inhoudelijke aspecten wel correct vermeld. Bij determineervragen verwachten we steeds volgende onderdelen in je antwoord: - werkwoorden determineren: vorm, wijs, tijd, persoon, getal, grondwoord - naamwoorden determineren: naamval, genus, getal, grondwoord, functie, dominant

taalreflectie

20 %

lectuurreflectie

55 %

cultuurreflectie

25 %

Met welk materiaal bereid je je voor?

Je moet zelf op zoek naar leermiddelen om je examen voor te bereiden. De Examencommissie biedt geen leermiddelen aan. Je kan boeken of cursussen kopen in een (online of tweedehands-) boekhandel of ontlenen in een bibliotheek. We verwijzen je vaak door naar websites waar je gratis studie- en oefenmateriaal kan vinden.
Bij elke nieuwe editie van de vakfiche actualiseren we deze bibliografie. Toch is het best mogelijk dat bepaalde werken niet meer verkrijgbaar zijn of dat nieuwe werken die al op de markt zijn nog niet zijn opgenomen. Ook websites veranderen al eens van naam of worden aangepast. Als je niet onmiddellijk op de juiste website terechtkomt, kan je die proberen te vinden via een goede zoekmachine.
We maken bewust een selectie van leermiddelen die ons op dit ogenblik het meest aangewezen lijken om je voor te bereiden op onze examens. Zo willen we je helpen om je studie efficiënter aan te pakken. Je kan echter ook andere werken, cursussen of audiovisuele middelen gebruiken bij je voorbereiding op het examen.

Methode
Uitgeverij
Gegevens

Ars Legendi: Peristylium Leesboek A

Plantyn

www.plantyn.com

015/363636

klantendienst@plantyn.com

 

Pegasus 4 Bronnenboek

Pelckmans

www.pelckmans.be

03/6602700

uitgeverij@pelckmans.be

 

Website
Hoe kan deze site je helpen? Wat vind je hier?

http://www.koxkollum.nl

Latijnse teksten met werkvertalingen

http://www.perseus.tufts.edu

Latijnse teksten van o.a. Caesar en Ovidius, met ontledingstools (Word Study Tool) en een degelijke Engelse vertaling

Andere leermiddelen of bronnen
Extra informatie
  • Parenti, M. (2004). De moord op Julius Caesar: historische mythes over democratie. Antwerpen: Epo. ISBN 9064453624
  • Ransmayr, C. (1989), De laatste wereld.  Amsterdam: Bert Bakker. ISBN 9035107675

 

referenties van de opgelegde teksten voor de cultuurreflectie

Opgelet: deze boeken zijn momenteel niet meer in druk. Ze zijn wel beschikbaar in heel wat openbare bibliotheken en soms nog tweedehands te verkrijgen.

  • Mallinckrodt, H. (2010). Prisma Woordenboek Latijn-Nederlands. Houten: Het Spectrum. ISBN 9789049106072
  • Pinkster, H. (2009). Woordenboek Latijn-Nederlands. Amsterdam: Amsterdam University Press. ISBN 9789089641229

woordenschat

  • Ackerman, J., Cool, W., De Paep, L., Gyselinck, W., Hillewaere, M., Mertens, B., ... Verlinden, A. (2014). Pegasus grammatica. Kalmthout: Pelckmans. ISBN 978-90-289-7083-0
  • Hus, W. (2005). Prisma taalbeheersing: grammatica Latijn. Houten: Het Spectrum. ISBN 9789027420848
  • Söllner, M. (2012). Prisma Taaltraining Latijn voor zelfstudie. Houten: Het Spectrum. ISBN 9789049108168

grammatica en oefeningen

  • Caesar, G.J. (1997). Oorlog in Gallië [De bello Gallico] (V. Hunink, Vert.). Amsterdam: Athenaeum-Polak & Van Gennep. ISBN 9025306314
  • D’hane-Scheltema, M. (2011). Ovidius. Metamorphosen. Amsterdam: Athenaeum-Polak & Van Gennep. ISBN 9789025368487

auteurs en teksten in vertaling

De vertalingen die in boekvorm zijn uitgegeven, zijn uitstekend studiemateriaal. Je vindt ze terug in de meeste bibliotheken. Let wel op, je moet zelf een Latijnse tekst kunnen begrijpen, het heeft geen zin om de vertaling van de opgelegde teksten uit het hoofd te leren.

 

  • Bartelink, G.J.M (2011). Geschiedenis van de klassieke letterkunde. Houten:  Het Spectrum. ISBN 9789031505227
  • Delabastita, D., Ghesquiere, R. & Van Gorp, H. (2007.) Lexicon van literaire termen. Groningen: Noordhoff Uitgevers. ISBN 9789001704957

achtergrondinformatie

films

  • (2001). Romeinse veldslagen en Julius Caesar. In Historische oorlogen [dvd]. Kobbegem: Het Laatste Nieuws.
  • Archer, M. & Lyons, W. (producers). (2004). Julius Caesar’s Greatest Battle [dvd]. Londen: BBC.
  • Barrett, M. (producer). (2006). The Rise and Fall of Rome [dvd]. Londen: BBC.

televisieseries

  • Edel, U. (regisseur). (2003). Julius Caesar [tv-serie]. Hilversum: Bridge Entertainment Group.
  • Gray, J. & Manners, K. (regisseurs). (2005).  Empire. Rome. Power. Murder [tv-serie]. Hilversum: Bridge Entertainment Group.
  • Heller, B., MacDonald, W.J. & Milius, J. (producers). (2005). Rome Seizoen I en II [tv-serie]. Brussel: Canvas

strips

  • Conrad, D. & Ferri, J.Y. (2015). De papyrus van Caesar. Bénifontaine: Les Editions Albert René. ISBN 9782864972723
  • Goscinny, R. & Uderzo, A. (1961). Asterix de Galliër. Parijs: Hachette.   ISBN 2012101127
  • Goscinny, R. & Uderzo, A. (1965). Asterix en de Ronde van Gallië. Parijs: Hachette.  ISBN 9782012101166
  • Goscinny, R. & Uderzo, A. (1970). Asterix en de Helvetiërs. Parijs: Hachette.  ISBN 9782012100886
  • Martin, J. (1993). Alex: De verloren legioenen. Doornik: Casterman. ISBN 9789030330066
  • Martin, J. & Venanzi, M. (2010).  Alex: Het testament van Caesar. Doornik: Casterman. ISBN 9789030364122

boeken

  • Green, M. (1998). Ontdek de wereld van de druïden. Haarlem: Gottmer Uitgevers Groep. ISBN 9023009738
  • Nouwen, R. (2003). Caesar in Gallië 58-51 v.C. Leuven: Davidsfonds. ISBN 9058262324
  • Oppermann, H. (2005). Julius Caesar: een biografie. Roeselare: Roularta.  ISBN 9789054668909
  • Van Royen, R. A. & Vegt, S. van der. (2002). De erfenis van Asterix. Amsterdam: Bert Bakker. ISBN 9035124340

 

 

historische fictie

Als je je nog meer wil onderdompelen in de antieke cultuur, kunnen deze bronnen interessant zijn. Wees je er wel van bewust dat het hier om historische fictie gaat. Je moet ze daarom kritisch benaderen en kan ze niet als rechtstreekse bron van informatie over de oudheid beschouwen. Toch geven ze een degelijk en onderhoudend beeld van de maatschappij en cultuur van de Romeinen. Zo kunnen ze je ondersteunen en motiveren bij je studie van de Latijnse taal en literatuur.