Skip to Main Content

Vakfiche Frans mondeling 3kso/3tso

Geldig van 01 januari 2024 tot en met 31 december 2024
 

content

Studierichting

3e graad kso
  • Muziek (*stopt in 2025)
  • Beeldende Vorming (*stopt in 2025)
3e graad tso
  • Farmaceutisch Technisch Assistent (*stopt in 2025)
  • Fotografie (*stopt in 2025)
  • Handel
  • Onthaal en Public Relations
  • Sociale en Technische Wetenschappen
  • Lichamelijke Opvoeding en Sport (*stopt in 2025)

Referentiekader

ReferentiekaderOpmerking
Eindtermenwww.onderwijsdoelen.be
AndereEuropees Referentiekader voor de Talen: http://downloads.slo.nl/Repository/taalprofielen-2015.pdf

Waarom leer je dit vak?

Internationale contacten en contacten met anderstaligen zijn vandaag erg gewoon. Wil je je horizon verruimen via rechtstreeks contact met anderstalige culturen en een actieve rol spelen in onze maatschappij, dan moet je dus vreemde talen leren.

Toon meer
Toon minder

Afhankelijk van de communicatiesituatie worden boodschappen anders geformuleerd. Om te kunnen communiceren met anderstaligen, moet je daarom een boodschap kunnen begrijpen vanuit een bepaalde context en kunnen overbrengen in functie van een bepaalde context en een bepaald publiek. Hoe beter je daarop inspeelt en je taal daarop afstemt, hoe doeltreffender je communiceert. Je verzorgt daarom je taal en je maakt gebruik van de beleefdheidsconventies, alledaagse omgangsvormen en uitdrukkingen die eigen zijn aan de vreemde taal. Eenzelfde boodschap - bijvoorbeeld dat je iets niet weet - formuleer je inderdaad op een andere manier voor anderstalige vrienden dan voor een anderstalige volwassene die aan een infobalie werkt. 

Bovendien kan je een taal niet loskoppelen van de cultuur die haar voedt. Wil je doeltreffend communiceren, dan moet je cultuuruitingen die specifiek zijn voor de streek waar een taal gesproken wordt, kunnen herkennen. Je moet in staat zijn om bewust om te gaan met die gelijkenissen en verschillen met je eigen cultuur door erop in te spelen in je communicatie.

Als je vreemde talen leert, moet je dus leren inspelen op verschillende communicatiesituaties. Globaal zijn er dat vier: je gebruikt taal om iets te doen in de privésfeer, als lid van de samenleving, voor je opleiding of voor je werk.

Bij de Examencommissie verwachten we dat je voor elk van deze communicatiesituaties boodschappen kan begrijpen en doeltreffend overbrengen. Op onze examens moet je aantonen dat je dit doel bereikt. De vakfiches moderne vreemde talen van de Examencommissie sluiten immers nauw aan bij de eindtermen van de Vlaamse overheid, die meertaligheid en communicatieve competenties centraal stellen. De geactualiseerde eindtermen moderne vreemde talen werden globaal gelinkt aan de niveaus van het ERK. Deze internationaal gehanteerde niveaus bieden je een hulpmiddel om je taalvaardigheidsniveau in te schatten.

De eindtermen moderne vreemde talen vind je op deze website: http://www.ond.vlaanderen.be/curriculum/secundair-onderwijs/.

Meer informatie over het Europees Referentiekader voor de Talen (ERK) vind je op deze website: http://downloads.slo.nl/Repository/taalprofielen-2015.pdf.

Wat moet je leren?

Voor het examen Frans derde graad kso en tso moet je deze vaardigheden globaal beheersen op het niveau A2/B1 van het ERK. In de volgende tabellen vind je wat je voor elke vaardigheid moet kunnen en wat je moet doen op het examen om te bewijzen dat je dat kan.

Om globaal het niveau A2/ B1 te bereiken waarop je deze vijf vaardigheden moet beheersen, moet je voldoende grammatica en woordenschat kennen. Eindterm 32 geeft aan welke kenniselementen je zeker moet verwerven. In Van Dale Grammatica Frans kan je opzoeken welke grammaticale inhouden verwacht worden op A2/B1-niveau.

Als je die kennis gaat inzetten, moet je bovendien bewust nadenken over je taal en taalgebruik om zo je taalbeheersing te versterken.

Verderop vind je concrete leermiddelen die je kunnen helpen om je huidige niveau in te schatten en je vaardigheden verder te ontwikkelen om het niveau A2/B1 te bereiken.

Luisteren en lezen

Je moet boodschappen kunnen begrijpen zowel uit geschreven teksten (bijv. een krantenartikel) als uit gesproken teksten (bijv. een reclamespot). Het gaat hoofdzakelijk om teksten waarmee je in het dagelijkse leven geconfronteerd kan worden, maar ook narratieve en artistiek-literaire teksten kunnen aan bod komen. De concrete kenmerken van deze teksten vind je in de eindtermen.

Voor luisteren kan je zowel audiofragmenten als videofragmenten krijgen op het examen.

Wat moet je kunnen?
Wat moet je doen?

begrijpen

 

het onderwerp van een tekst bepalen

de hoofdgedachte van een tekst weergeven

de gedachtegang van een tekst volgen

relevante informatie uit een tekst selecteren

de tekststructuur en -samenhang herkennen

analyseren en structureren

de inhoud van een geschreven tekst op een overzichtelijke manier ordenen

Je zal dit moeten doen voor verschillende tekstsoorten. Elke tekstsoort heeft een bepaald doel. Onderstaande tabel geeft je enkele voorbeelden.

Tekstsoort
Doel van de tekst
Voorbeeld van een tekst

informatieve tekst

Deze teksten willen informatie meedelen om je kennis te verrijken.

een nieuwsbericht

prescriptieve tekst

Deze teksten willen je beïnvloeden om iets te doen of om iets op een bepaalde manier te doen.

een reclameboodschap

argumentatieve tekst

Deze teksten bouwen een redenering op om je te overtuigen.

een column

narratieve tekst

Deze teksten willen feiten en gebeurtenissen vertellen om je mee te nemen in een verhaal.

een reisverhaal

artistiek-literaire tekst

Deze teksten geven gevoelens en gedachten weer op een creatieve manier of willen een esthetische taalbeleving stimuleren.

een fragment uit een strip

De volgende tabel geeft een paar concrete voorbeelden van gesproken en geschreven teksten in een bepaalde communicatiesituatie. Dit is geen volledige opsomming, enkel een illustratie, daarom zijn er ook lege vakjes in deze tabel.

Je beluistert of leest een tekst ...
voorbeelden van gesproken teksten
voorbeelden van geschreven teksten

in de privésfeer

 

een gesprek tussen buitenlandse leeftijdsgenoten over hun lievelingsmuziek

een gedetailleerde routebeschrijving naar een bestemming waarvoor je een aantal keren moet overstappen

een trailer van een film

een liedje

een artikel in een populair wetenschappelijk tijdschrift voor de jeugd

een huurcontract voor een auto

een eenvoudig geschreven bijsluiter bij medicijnen

als lid van de samenleving

 

een reclamefilmpje met een duidelijk verhaal erin

een verhaal over het leven van een bekende persoonlijkheid

voor je opleiding

 

een gedicht

een bevestigingsbrief van een bedrijf voor een buitenlandse stage

voor je werk

uitleg over veiligheid op de werkvloer tijdens een buitenlandse stage

Strategieën

Als je een tekst grondig wil begrijpen, zal je een aantal strategieën moeten beheersen.

Vóór je de tekst beluistert of leest, is het belangrijk dat je je afvraagt wat je al weet over het onderwerp van de tekst en dat je aandachtig de vragen doorneemt. Zo bereid je je voor en kan je gericht luisteren of lezen.

Probeer altijd eerst de aangeboden tekst globaal te begrijpen. Je zal niet altijd alle woorden verstaan, maar probeer je zo goed mogelijk te concentreren, zodat je de gehele context begrijpt.

Verder kan je proberen om gebruik te maken van visuele ondersteuning zoals beelden bij een luisterfragment of een tekening bij een leestekst. Op je kladblad mag je ook informatie uit de teksten noteren, samenvatten … om een antwoord voor te bereiden.

Ten slotte kan je ook proberen om de betekenis van bepaalde woorden af te leiden uit hun context.

Woorden die je niet begrijpt en die echt noodzakelijk zijn voor een goed tekstbegrip kan je tijdens het examen opzoeken in dit digitale woordenboek: http://www.vandale.nl/opzoeken/woordenboek#.VWVmmH9jvg8.

Een geschreven tekst kan je natuurlijk ook herlezen om een onduidelijke passage te doorgronden.

Schrijven en spreken

Je moet een boodschap doeltreffend kunnen overbrengen. Je moet kunnen communiceren in situaties die informeel en formeel zijn. Het spreekt voor zich dat je in die situaties telkens de gepaste omgangsvormen en beleefdheidsformules gebruikt.

Voor schrijven doe je dat in de vorm van een formulier, een vragenlijst, een mededeling, een brief of e-mail…

Zowel voor schrijven als voor spreken kan de opdracht vertrekken van een korte tekst die je moet begrijpen of een schema.

Wat moet je kunnen?
Wat moet je doen?

beschrijven

 

informatie geven en vragen

instructies geven 

iets of iemand beschrijven

een spontane mening of reactie geven of beschrijven 

echte of verzonnen situaties, gebeurtenissen en ervaringen beschrijven

vertellen

vertellen over je dromen, verwachtingen en ambities

een verhaal navertellen

uitleggen

zaken uitleggen en toelichten, een presentatie geven

De volgende tabel geeft een paar concrete voorbeelden van opdrachten die je moet kunnen uitvoeren in een bepaalde communicatiesituatie. Dit is geen volledige opsomming, enkel een illustratie.

Je spreekt of schrijft ...
voorbeelden van gesproken teksten
voorbeelden van geschreven teksten

in de privésfeer

aan je buitenlandse vriend(in) vertellen hoe je de toekomst ziet

vertellen waar je op reis gaat en uitleggen waarom je die bestemming hebt gekozen

een bericht achterlaten voor een huisgenoot in een buitenlands gastgezin: waar je naartoe bent gegaan, wat je gaat doen, wanneer je terug zal zijn

als lid van de samenleving

 

een ongeluk op straat beschrijven aan de politie

via mail meer specifieke informatie aanvragen over de ligging van een vakantiehuis

meeschrijven aan een doorlopend verhaal op een internetpagina

een schadeformulier invullen bij een aanrijding

voor je opleiding

de plot van een boek navertellen en zeggen wat je ervan vond

voor je werk

informatie geven aan een klant over een product of een dienst

een voorstel doen voor een excursieprogramma aan een buitenlandse partner op grond van toeristische informatie

Strategieën

Als je doeltreffend wil communiceren, zal je een aantal strategieën moeten beheersen.

Om je spreek- of schrijfopdracht voor te bereiden, lees je eerst goed de opdracht om precies te weten wat je moet doen en hoe je daarbij moet inspelen op de communicatiesituatie. Is die formeel of informeel? Hoe kan je je taalgebruik daarop afstemmen?

Probeer eerst een spreek- of schrijfplan te maken om je ideeën te ordenen. Ze geven je houvast om je opdracht beter uit te voeren. Hou er ook rekening mee dat een gepaste lay-out, zoals de indeling in paragrafen, de betekenis van je tekst ondersteunt.

Soms zal je misschien even vastzitten en niet goed weten hoe je iets kan zeggen. Laat je dan niet ontmoedigen en blijf je concentreren op je taak. Probeer de dingen op een andere manier te formuleren en je doel te bereiken met wat je wel kan zeggen. Vergeet ook niet dat je bij het spreken gebruik kan maken van lichaamstaal om je boodschap beter over te brengen of te ondersteunen.

Voor sommige opdrachten krijg je bovendien ondersteunend materiaal van de examinatoren. Dit kunnen foto's zijn, tekeningen, sleutelwoorden, een voorbeeld, een tekst, een schema … Vergeet die niet te gebruiken, ze zullen je niet alleen inspiratie geven maar kunnen je ook helpen om je vlotter uit te drukken.

Maak voor schrijfopdrachten eerst een kladversie. Lees die goed. Je kan kiezen of je die kladversie eerst op papier of onmiddellijk op je computer maakt. Je mag ook tijdens het examen dit digitale woordenboek gebruiken:
http://www.vandale.nl/opzoeken/woordenboek#.VWVmmH9jvg8.

Om je voor te bereiden op het examen, oefen je het best ook met andere digitale hulpmiddelen zoals een verklarend woordenboek, een synoniemenwoordenboek of een online grammatica.

Gesprekken voeren

Je moet een face-to-facegesprek of een telefonisch gesprek kunnen beginnen, aan de gang houden en afsluiten. Je moet dus zelf het gesprek kunnen leiden en de examinator in het gesprek betrekken. Het spreekt voor zich dat je bij alle gesprekken gepaste omgangsvormen en beleefdheidsformules gebruikt.

Wat moet je kunnen?
Wat moet je doen?

informele gesprekken voeren

 

een spontane mening of voorkeur geven en op een spontane mening of voorkeur van anderen reageren

een waardering en gevoelens uiten en op een waardering en gevoelens van anderen reageren

zaken regelen

 

eenvoudige voorstellen doen en op eenvoudige voorstellen reageren

je mening geven en voorstellen doen om
- problemen op te lossen en / of
- praktische beslissingen te nemen

je uit de slag trekken in alledaagse situaties en op reis

een klacht uiten en opvolgen
reageren op een klacht en een klacht doorgeven

informatie uitwisselen

 

informatie geven en vragen

aanwijzingen en instructies vragen en opvolgen

De volgende tabel geeft een paar concrete voorbeelden van gesprekken die je moet kunnen voeren in een bepaalde communicatiesituatie. Dit is geen volledige opsomming, enkel een illustratie.

Je voert een gesprek ...
waarin je ...

in de privésfeer

 

een vriend vertelt wat je vindt van een film die je net gezien hebt

de voor- en nadelen van een vakantiebestemming bespreekt

als lid van de samenleving

een ongeluk meldt bij een alarmcentrale

voor je opleiding

bijkomende informatie vraagt over een opdracht

voor je werk

een klant adviseert over een artikel in een verkoopgesprek

een klacht uit over verkeerd geleverde goederen

Strategieën

Om je gespreksopdracht voor te bereiden, lees je eerst goed de opdracht om precies te weten wat je moet doen en hoe je daarbij moet inspelen op de communicatiesituatie. Is die formeel of informeel? Hoe kan je je taalgebruik daarop afstemmen?

Soms zal je misschien even vastzitten en niet goed weten hoe je iets kan zeggen. Laat je dan niet ontmoedigen en blijf je concentreren op je taak. Probeer de dingen op een andere manier te formuleren en je doel te bereiken met wat je wel kan zeggen. Vergeet ook niet dat je tijdens een gesprek gebruik kan maken van lichaamstaal om je boodschap beter over te brengen of te ondersteunen.

Vergeet daarbij niet dat je je gesprekspartner kan vragen om iets te herhalen of om trager te spreken als je iets niet begrijpt.

Soms kan je de indruk hebben dat je gesprekspartner jou niet begrijpt. Je kan dan gedeeltelijk herhalen wat je net hebt gezegd om na te gaan of je gesprekspartner je volgt. Eventueel kan je ook proberen om je zin op een andere manier te formuleren.

Als je weet wat je wil zeggen, denk dan ook nog even na hoe je het gesprek gaat beginnen en afsluiten. Noteer daar eventueel wat sleutelwoorden voor. Probeer daarnaast enkele woorden op te schrijven om het gesprek gaande te houden. Die woorden kunnen je helpen als er een stilte valt.

Welke opdracht moet je uitvoeren?

Dit vak heeft geen opdrachten

Welke bijlagen heb je nodig?

Dit vak heeft geen bijlagen

Hoe verloopt het examen?

25 minuten voor examens vanaf 01-01-2024 tot 31-12-2024
Voor het mondelinge examen bereid je je voor in een apart voorbereidingslokaal. Je brengt enkel je identiteitskaart mee. In het voorbereidingslokaal krijg je een mapje met opdrachten, kladpapieren en een pen van de toezichter. Een mondeling examen bestaat altijd uit drie opdrachten: een spreekopdracht en twee gespreksopdrachten. Je hebt 20 minuten voorbereidingstijd. Je kan op een scherm volgen hoeveel tijd je nog hebt. Je mag enkel sleutelwoorden opschrijven, geen volledige zinnen. Het examen vindt plaats in een apart examenlokaal. Als de voorbereidingstijd voorbij is, komt een examinator je ophalen. Twee examinatoren nemen het examen af. In het examenlokaal laat je je identiteitskaart zien.
identiteitskaart
kladpapier balpen
Het mondelinge examen bestaat uit een aantal opdrachten. Een spreekopdracht voer je alleen uit, bij een gespreksopdracht ga je in gesprek met de examinator. Elke opdracht is op dezelfde manier geformuleerd; we schetsen eerst een situatie en dan krijg je een omschrijving van wat je moet doen. Vervolgens geven we een aantal tips en aandachtspunten. Bij de meeste opdrachten horen prenten, foto's, stukjes tekst ... die je zowel tijdens de voorbereiding als tijdens het examen kan gebruiken.

Hoe beoordelen we het examen?

Bij spreekvaardigheid beoordelen we inhoud en presentatie (samenhang, vlotheid, toon en register), bij gespreksvaardigheid inhoud en interactie (actieve deelname, vlotheid, toon en register). Woordenschat, grammatica en uitspraak/intonatie beoordelen we over het hele examen. Bij woordenschat en grammatica letten we zowel op bereik (variatie en complexiteit) als op correctheid.

Spreken

20 %

Gesprekken voeren 1

15 %

Gesprekken voeren 2

15 %

Woordenschat

20 %

Grammatica

20 %

Uitspraak en intonatie

10 %

VAKVERHOUDING
Frans mondeling 3kso/3tso40 (01-01-2016-31-12-2099)
Frans schriftelijk 3kso/3tso60 (01-01-2016-31-12-2099)

Met welk materiaal bereid je je voor?

Je moet zelf op zoek naar leermiddelen om je examen voor te bereiden. De Examencommissie stelt zelf geen leermiddelen ter beschikking. Je kan ze kopen in een (online) boekhandel of ontlenen en raadplegen in een bibliotheek. De bibliotheken van de lerarenopleiding aan de universiteit of de hogeschool bieden heel wat leermiddelen aan.
Bij elke nieuwe editie van de vakfiche actualiseren we deze bibliografie. Toch is het best mogelijk dat bepaalde werken niet meer verkrijgbaar zijn of dat nieuwe werken die al op de markt zijn nog niet zijn opgenomen. Ook websites veranderen al eens van naam of worden aangepast. Als je niet onmiddellijk op de juiste website terechtkomt, kan je die proberen te vinden via een goede zoekmachine.
We maken bewust een selectie van leermiddelen die ons op dit ogenblik het meest aangewezen lijken om je voor te bereiden op onze examens. Zo willen we je helpen om je studie efficiënter aan te pakken. Je kan echter ook andere werken of cursussen gebruiken bij je voorbereiding op het examen.
Hieronder staan enkele methodes die vaak gebruikt worden in het secundair onderwijs. Ze bieden je voldoende ondersteuning om de leerstof zelfstandig te verwerken. We verwijzen naar websites of andere uitgaven die je ook kunnen helpen bij je voorbereiding.
Probeer in elk geval zoveel mogelijk te oefenen en de taal actief te gebruiken. Het volstaat niet om leerboeken te verwerken of om theoretische kennis op te doen om voor het examen te slagen. Je succes hangt vooral af van je communicatieve vaardigheden.

Methode/grammatica/woordenschat

Uitgeverij
Gegevens

Nouveau Quartier libre 5

Mistral T6

Grammaire trajet (Édition revue)

Grammaire L’essentiel (Nouvelle édition)

Pelckmans

www.pelckmans.be                                                                       

Audace 5

Die Keure

www.diekeure.be/nl-be/educatief

C’est gagné 5

Van In

www.vanin.be

Coup de Pouce 6 T

Vocabulaire 2000 (Édition révisée)

Plantyn

www.plantyn.com/secundair-onderwijs/frans/coup-de-coeur

Website

Hoe kan deze site je helpen? Wat vind je hier?

www.concours.olyfran.org/

Website van de taalwedstrijd Olyfran. Hier kan je testen hoe je in bepaalde taalsituaties kan reageren. Ook woordenschat- en grammaticakennis komen aan bod. Let op: je moet je eerst registreren. Kies het niveau A2. Als dat goed lukt, ga je over naar het niveau B1.

bonjourdefrance.com/test

Website waarop je kan testen of je het gevraagde niveau haalt. Let op: je score op zelftests helpt je je kennis in te schatten, maar biedt geen garantie op slagen voor de Examencommissie.

savoirs.rfi.fr/fr/apprendre-enseigner/langue-francaise/test-de-placement-ndeg2-b1/1

Website om je niveau te testen. Je beantwoordt 15 vragen (verschillende vaardigheden). Je krijgt daarna meteen je resultaat met een beschrijving van je niveau en tips om je Frans te verbeteren.

www.goethe-verlag.com/tests/NF/NF.HTM

Website met 200 tests om je Franse woordenschat in te oefenen.

www.leplaisirdapprendre.com/portfolio/activites-fle-en-ligne/

Website om de verschillende vaardigheden te oefenen. Maakt gebruik van materiaal van andere websites.

www.france-education-international.fr/diplome/delf-tout-public/niveau-b1/entrainement?langue=fr

 

Ook een website om je vaardigheden te oefenen. Geen autocorrectie maar er is wel een verbetersleutel.

lepetitscribe.com/

 

Website om te werken aan je luister- en leesvaardigheid. Oefeningen met autocorrectie. Kies het niveau A2. Als dat goed lukt, ga je over naar het niveau B1.

www.audio-lingua.eu/

Hier kan je luisteren naar korte audiofragmenten, geen beeld. Op deze website vind je geen oefeningen.

gabfle.blogspot.com/

Website voor luistervaardigheid. In het overzicht links kan je een thema kiezen. Selecteer een document  A2 of B1. Er zijn presentaties en authentieke dialogen, wel enkel audio. De dialogen zijn uitgeschreven en sommige woorden en (grammaticale) structuren worden toegelicht in het Frans. Bij de meeste dialogen zijn er ook oefeningen met autocorrectie.

www.podcastfrancaisfacile.com/apprendre-le-francais/french-communication-dialogues-fle-daily-life-listen-mp3

Website voor luistervaardigheid. Een hele reeks gesproken teksten en dialogen (audio) verdeeld over uiteenlopende thema’s. De dialogen zijn uitgeschreven en er zijn soms oefeningen voorzien om bepaalde structuren en grammaticale onderwerpen in te oefenen. Kies het niveau 'intermédiaire’.  

www.rfi.fr/fr/podcasts/journal-fran%C3%A7ais-facile/

Elke dag kan je hier het nieuws uit Frankrijk en uit de wereld beluisteren in vereenvoudigd Frans.

www.flevideo.com

Website voor luistervaardigheid, waarbij je kijkt naar korte videofragmenten. Vraagjes met autocorrectie en (soms) transcriptie van de tekst van de video’s. Kies bovenaan Élémentaire (A2). Als dat goed lukt, ga je over naar 'Intermédiaire (B1)’. 

www.linguo.tv

Website met luisterfragmenten, maar zonder oefeningen. Je moet een (gratis) account aanmaken. Korte videoreportages waarvan je verschillende versies kan bekijken: de originele versie met of zonder ondertitels en een versie met ondertitels met een traag of een zeer traag spreektempo. Kies niveau A2/B1. De website staat nog niet helemaal op punt.  

apprendre.tv5monde.com/fr

Website met lessen op basis van videoreportages. Kies het niveau 'Intermédiaire’.

bonjourdefrance.com/niveaux-de-francais

Website met lessen. Kies het niveau 'Intermédiaire’.

www.verbuga.eu

 leconjugueur.lefigaro.fr/

Dit zijn twee websites waarop je de werkwoordvervoegingen kan instuderen.

Apps/Youtube-kanalen/tijdschriften

Hoe kan dit je helpen? Wat vind je hier?

Babbel

Bestaat nog niet in het Nederlands, er wordt vertrokken vanuit het Engels. Werkt met beelden. Naarmate je vordert, krijg je ook grammaticale tips.

Duolingo

 

In het Engels. Gratis app, maar bevat wel advertenties. Je moet een profiel aanmaken als je je vorderingen wil bijhouden. Werkt met levels, zoals games. Er bestaat ook een plusversie waarvoor je betaalt.

Memrise

Vertrekt vanuit het Nederlands. Zowel gratis versie met advertenties als betalende versie. Minder gestructureerd dan Duolingo. Deze app zet erg in op herhaling.

Nu Beter Frans

Elke werkdag krijg je een test met 4 meerkeuzevragen om je kennis van het Frans te testen én te verbeteren.

Reverso

App met woordenboekfunctie. Je krijgt een hele reeks mogelijke vertalingen met context en voorbeeldzinnen, en je kan al je opgezochte woorden opslaan. Daarna kan je een lijstje van die termen inoefenen via de studeerfunctie.

French verb master

Een handige app om de Franse werkwoorden te oefenen.

Quizlet

Zeer handig om woordenschat in te oefenen. Je kan zelf woordenlijsten creëren, maar je kan ook bestaande woordenlijsten opzoeken en inoefenen.

Français avec Pierre

youtube.com/channel/UCVgW9ZQaGBk6fsiPgE2mYDg

youtube.com/playlist?list=PLcoQWyFpRIxjqHAr-WgPu6C0whuKH8tk7

Abonneer je op het YouTube-kanaal. Pierre is een leraar Frans die samen met zijn echtgenote filmpjes maakt over allerlei onderwerpen.

Via deze tweede link vind je zijn grammaticalessen.

JKL - le français à portée de main

youtube.com/c/JKLlefran%C3%A7ais%C3%A0port%C3%A9edemain

Kies hier een les van niveau A2/B1.

Français authentique

 youtube.com/user/francaisauthentique/videos

Allerlei interessante tips om Frans te leren (spreken).

Parlez-vous French ?

youtube.com/channel/UC5E3cis5nJyfuiU5_bzvIwg?app=desktop&cbrd=1

Ook op dit kanaal kan je je abonneren. Veel uitleg over grammaticale moeilijkheden in het Frans.

fr.metrotime.be

De Franstalige tegenhanger van het Nederlandstalige Metrotime. Gratis Belgisch dagblad met korte artikels over de actualiteit.

20minutes.fr

Gratis Frans dagblad met artikels over de actualiteit.