• literaire genres en hun kenmerken:
- misdaadliteratuur (Agatha Christie, Ian Fleming)
- fantasy (J.K. Rowling, Tolkien)
- postkoloniale literatuur (Nadine Gordimer, Doris Lessing, V.S. Naipaul, Roald Dahl, Salman Rushdie)
- gothic novel (Mary Shelley, Bram Stoker)
- kortverhaal (Edgar Allan Poe)
• literaire periodes en stromingen:
- 14de eeuw (Geoffrey Chaucer)
- Elizabethan era, 16de eeuw (William Shakespeare)
- neoclassicisme en verlichting, 18de eeuw (Daniel Defoe, Henry Fielding, Oliver Goldsmith, Jonathan Swift)
- romantiek, 1780-1830 (Lord Byron, John Keats, William Wordsworth, Jane Austen, Charlotte Brontë, Emily Brontë, Sir Walter Scott)
- victoriaanse periode, 1830-1880 (Charles Dickens, Thomas Hardy, William Thackeray)
- laat-victoriaanse periode, 1880-1914 (Sir Arthur Conan Doyle, E.M. Forster, W. Somerset Maugham, George Bernard Shaw, R.L. Stevenson, H.G. Wells, Oscar Wilde, Virginia Woolf, W.B. Yeats, Joseph Conrad, Henry James, Rudyard Kipling, Edgar Allan Poe, Mark Twain)
- modernisme, 1914-1945 (W.H. Auden, T.S. Eliot, Graham Greene, James Joyce, D.H. Lawrence, Dylan Thomas)
- war poetry (Rupert Brooke, Robert Graves, John McCrae, Wilfred Owen, Siegfried Sassoon)
- postmodernisme, na 1945 (Anthony Burgess, John Fowles, William Golding, Seamus Heaney, Iris Murdoch, George Orwell)
- The Angry Young Men (Samuel Beckett, John Osborne, Harold Pinter)
• literaire begrippen (zie bijlage)
elementen uit de literatuurgeschiedenis aanwenden om teksten in hun historische, politieke en sociale context te plaatsen
teksten linken aan een literaire stroming en dit motiveren
teksten analyseren met behulp van literaire begrippen