1 Toegepaste chemie
1.1 MATERIE: ZUIVERE STOFFEN EN MENGSELS
het begrip zuivere stof definiëren
het verschil bepalen tussen een enkelvoudige en een samengestelde stof
homogene mengsels: oplossingen en oplosbaarheid
het begrip oplosbaarheid definiëren en de belangrijkste factoren benoemen die de oplosbaarheid beïnvloeden
vanuit een gegeven voorbeeld bepalen wat oplosmiddel en opgeloste stof is
heterogene mengsels
disperse systemen zoals aerosol, schuim
emulsie, suspensie, legering, hydrofiel/polair en lipofiel/apolair
deze systemen definiëren
deze termen verwoorden en gevolgen van deze eigenschappen beschrijven
afhankelijk van aggregatietoestand van het deeltje en het medium voorbeelden van disperse systemen geven
1.2 GEDRAG VAN ZUUR – BASE REACTIES
zuur-base definitie volgens Bröndsted
de definitie geven van een zuur en een base volgens Brönsted
het begrip pH definiëren en toepassen
pH bepalen van zuur-base indicatoren, pH meter
de methoden voor pH-bepalingen beschrijven
sterkte van zuren en basen
voorbeelden geven van sterke en zwakke zuren
voorbeelden geven van sterke en zwakke basen
het begrip buffer in verband brengen met de pH-waarde
eenvoudige aflopende zuur-base reactievergelijkingen opstellen
1.3 KOOLSTOFCHEMIE
Alkanen
Alkenen
Alkynen
lcoholen en fenolen (mono-alcoholen, polyolen, fenolen)
Alkaanzuren
Aldehyden, ketonen, esters, aminen, amiden en ethers
de algemene formule en naamvorming van deze begrippen herkennen
de algemene formule en naamvorming van vertakte ketens van deze begrippen herkennen
1.4 BIOCHEMIE
de structuur van eiwitten (primaire, secundaire, tertiaire, kwaternaire) beschrijven
de structuur van een aminozuur tekenen
het amfoteer karakter van aminozuren met hun bufferende werking verklaren (zwitterion)
de chemische reactie voor de vorming van een peptidebinding verklaren en tekenen
enzymen
voorbeelden van enzymen: amylase en peptidase
het begrip enzym definiëren
de algemene naamvorming en werking (sleutel-slot) verklaren
de voorbeelden amylase en peptidase als enzym verklaren
het begrip denaturatie definiëren
sachariden (koolhydraten):
- de indeling van sachariden in mono-, di-, oligo- en polysachariden
- ringvormige en alifatische structuurformules van glucose, fructose, maltose, sacharose en zetmeel
de soorten sachariden opsommen, definiëren en telkens illustreren
deze structuurformules herkennen en tekenen
lipiden
- de indeling van lipiden in triglyceriden, fosfolipiden en steroïden
- cholesterol
- verzadigde en onverzadigde vetzuren
- structuurformules van glycerol en van vetzuren (R-COOH)
- triglyceriden
de soorten lipiden opsommen en beschrijven
verzadigde en onverzadigde vetzuren vergelijken
deze structuurformules herkennen en tekenen
de chemische reactie van de vorming van een triglyceride uitleggen en tekenen
het verschil en het belang voor de gezondheid van verzadigde en onverzadigde triglyceriden benoemen en verklaren
2 Toegepaste fysica
2.1 AGGREGATIETOESTANDEN – FASEOVERGANGEN
temperatuur en absolute temperatuur
de drie aggregatietoestanden definiëren en de waarneembare kenmerken geven
de symbolen van de grootheden en van de eenheden van temperatuur en absolute temperatuur in vraagstukken gebruiken
smelt- en stolproces bij zuivere stoffen
het smelt- en stolproces vanuit het deeltjesmodel verklaren
smelt- en stolproces bij oplossingen en mengsels
- smeltpuntverlaging
- smelttraject
- koudmakende mengsels
de symbolen van de grootheden en van de eenheden van temperatuur en absolute temperatuur in vraagstukken gebruiken
het optreden van een smelttraject bij verontreinigingen en mengsels met een voorbeeld verklaren
het voorkomen van koudmakende mengsels vanuit een voorbeeld verklaren
verdampen
- verzadigde en onverzadigde maximumdampdrukcurve
- luchtvochtigheid en relatieve vochtigheidsgraad
het onderscheid tussen een verzadigde en een onverzadigde damp benoemen
een maximumdampdrukcurve interpreteren
het verband leggen tussen de luchtvochtigheid en de maximumdampdrukcurve
2.2 OPPERVLAKTESPANNING EN CAPILLARITEIT
cohesie en adhesie
oppervlaktespanning
oppervlaktespanning verklaren met behulp van de cohesiekrachten
in concrete situaties het voorkomen van oppervlaktespanning aantonen
toepassingen zoals
- druk in een zeepbel
- streven naar de bolvorm
- bevochtigen van een oppervlak
deze toepassingen met behulp van de oppervlaktespanning beschrijven
factoren die de oppervlaktespanning beïnvloeden
- het toevoegen van tensioactieve stoffen
- het veranderen van de temperatuur
beschrijven hoe de factoren temperatuur en tensioactieve stoffen de oppervlaktespanning beïnvloeden
toepassingen van
- grensvlakspanning vloeistof
- vaste wand
- capillariteit en toepassingen
de vorm van het vloeistofoppervlak aan de rand van het vat toelichten vanuit de onderlinge grootte van cohesie- en adhesiekrachten
capillaire opstijging en neerdrukking verklaren via deze randeffecten
2.3 DIFFUSIE EN OSMOSE
het ontstaan van diffusie verklaren
factoren die de snelheid van diffusie beïnvloeden
- temperatuur
- aggregatietoestand
de invloed van de aggregatietoestand en de temperatuur op de diffusiesnelheid toelichten
het onderscheid tussen diffusie en osmose benoemen
de functie van de half doorlaatbare wand toelichten
hypotonische, isotonische en hypertonische oplossingen
hypotonische, isotonische en hypertonische oplossingen onderscheiden van elkaar
2.4 VISCOSITEIT
het begrip viscositeit definiëren
3 Farmaceutische toepassingen
begrippen
- internationale eenheden
- glaswerk: erlenmeyer, maatcilinder, maatbeker, maatkolf
- oxidatie, reductie, antioxidans
- kalibreren
- tarreren
etikettering van gevaarlijke producten
- de negen (GHS) pictogrammen
- gevarenaanduidingen
- voorzorgsmaatregelen
de negen (GHS) pictogrammen herkennen
H-zinnen herkennen als gevarenaanduidingen
P-zinnen herkennen als voorzorgsmaatregelen