Skip to Main Content

Vakfiche wiskunde 2 DF

Geldig van 01 januari 2021 tot en met 31 december 2021
 

content

Studierichting

2e graad Dubbele finaliteit
  • Bedrijf en organisatie
  • Maatschappij en welzijn

Referentiekader

ReferentiekaderOpmerking
Eindtermenhttp://eindtermen.vlaanderen.be/index.htm

Waarom leer je dit vak?

In onze samenleving is wiskunde overal. Zo zie je om je heen bijvoorbeeld vaak informatie in tabellen met getallen, in grafieken, diagrammen en schema's. Het vak wiskunde leert je relevante informatie onderscheiden van overbodige informatie en kritisch omgaan met deze overvloed aan cijfermateriaal en grafische voorstellingen.

Je hebt ongetwijfeld ook gemerkt dat je regelmatig alledaagse problemen moet oplossen of vragen moet beantwoorden waarvoor je wiskunde nodig hebt zoals meetkundige vraagstukken oplossen of een verband tussen variabelen toepassen. Die problemen zelfstandig aanpakken op een wiskundige manier is niet altijd gemakkelijk. Het vraagt doorzettingsvermogen en volharding.

Bovendien moet je een aantal basisleerinhouden beheersen en belangrijke wiskundige vaardigheden ontwikkelen om structuren en verbanden in het dagelijkse leven te herkennen en zo die concrete problemen op te lossen. De vraag naar praktisch bruikbare en concrete wiskunde is in onze samenleving dan ook erg groot. Het vak wiskunde biedt hier een antwoord op en leert je de wisselwerking maken tussen de theorie en de toepassing ervan in je dagelijkse leven.

Daarnaast vult het vak wiskunde ook andere vakken aan. Je leert ordenen, structureren, analyseren, werken volgens een plan. Ook in andere domeinen buiten wiskunde is dit erg nuttig.

Tenslotte heeft wiskunde ook zijn sporen nagelaten in culturele, historische en wetenschappelijke evoluties. Leer die herkennen en de mogelijkheden en beperkingen te waarderen.

Toon meer
Toon minder

Wat moet je leren?

Om je goed voor te bereiden op het examen, probeer je best deze studietips te volgen.

1.      Om oefeningen op te lossen moet je voldoende wiskundetaal beheersen anders begrijp je de oefening niet en zal je niet de juiste woorden vinden om ze op te lossen. Ga daarom altijd na of je de wiskundetaal bij de leerinhouden in de volgende tabellen voldoende begrijpt. Gebruik de juiste wiskundige symbolen en notaties: bijvoorbeeld bij het neerschrijven van de informatie van een grafische voorstelling of het noteren van een oplossing.

2.      Om het examen vlot af te leggen, moet je verschillende structuren in de wiskunde kunnen herkennen en toepassen. Oefen daarom veel en regelmatig. Maak verschillende soorten oefeningen over dezelfde leerinhoud. Bovendien krijg je meer zelfvertrouwen omdat je de verschillende soorten oefeningen herkent.

3.      Op het examen zal je vraagstukken moeten oplossen. Probeer ze eerst goed te begrijpen door ze een paar keer te lezen. Misschien helpt het je ook om de opgave voor jezelf te herformuleren. Daarna probeer je best om het vraagstuk te structureren: maak een duidelijk onderscheid tussen het gegeven en het gevraagde. Dat kan je bijvoorbeeld door het vraagstuk voor te stellen in een schets of een schema.

4.      Tot slot is het belangrijk dat je zelf controles inbouwt en je resultaat toetst op betrouwbaarheid: bijvoorbeeld toets het resultaat van een vergelijking aan je opgave.

5.      Studeren met leeftijdsgenoten kan motiveren en helpen je eigen mogelijkheden te vergroten.

De laatste jaren heeft ICT zijn intrede gedaan en het gewone rekenwerk overgenomen. Het biedt een ondersteuning en voor het tekenen van grafieken van verbanden tussen grootheden is het een knap en tijdbesparend middel. Het tekenen van grafieken komt immers meermaals voor bij de leerinhouden. Ook bij het oplossen van wiskundige problemen kan je ICT handig inzetten. Oefen dan ook voldoende en leer je ICT-hulpmiddelen en zijn instellingen goed kennen en gebruiken.

Rekenen en schatten

Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen? Wat moet je doen?

de getallen in decimale vorm, breukvorm en in wetenschappelijke notatie

decimale getallen en getallen in breukvorm uitrekenen met behulp van ICT

de wetenschappelijke notatie van een getal herkennen en toepassen

de wetenschappelijke notatie van een getal bepalen met ICT

de grootheden en bewerkingen

grootheden en bewerkingen herkennen bij het oplossen van problemen

schattend en benaderend rekenen

bij het oplossen van problemen verantwoord kiezen tussen schattend of benaderend rekenen met ICT

bij opeenvolgende berekeningen zinvol afronden

Algebraïsche verbanden

Tabellen en grafieken
Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen? Wat moet je doen?

het verband tussen variabelen in een gegeven betekenisvolle situatie: kranten en/of tijdschriften, informatiefolders, resultaten van een meetproces

een verband tussen variabelen herkennen

deze verbanden vertalen naar een tabelvorm

de informatie grafisch voorstellen in een assenstelsel, dat die de verbanden correct weergeeft

punten plaatsen op een assenstelsel met behulp van hun coördinaten

kenmerken uit tabellen en grafieken: grootheden, extreme waarden, stijgen, dalen of constant

deze kenmerken afleiden uit tabellen en grafische voorstellingen

Omgaan met formules
Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen? Wat moet je doen?

eenvoudige verbanden tussen variabelen

het verband tussen variabelen  herkennen

deze verbanden omzetten naar een formule

het effect van de verandering van de ene variabele op de waarde van de andere aangeven

de getalwaarden

deze waarden berekenen aan de hand van een formule

Samenhang tussen tabellen, grafieken en formules
Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen? Wat moet je doen?

de voorstellingswijzen van een verband tussen variabelen: verwoording, grafiek, formule en tabel en hun samenhang

de voorstellingswijzen weergeven op verschillende manieren

de samenhang tussen deze voorstellingswijzen herkennen

Eerstegraadsfuncties
Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen? Wat moet je doen?

de voorstellingswijzen van een eerstegraadsfunctie: verwoording, grafiek, formule en tabel en hun samenhang

deze voorstellingswijzen weergeven op verschillende manieren

de samenhang tussen deze voorstellingswijzen herkennen

de grafiek van een eerstegraadsfunctie

de grafiek van deze functie tekenen met behulp van ICT

de kenmerken van een eerstegraadsfunctie: nulpunt, tekenverloop, stijgen en dalen

het nulpunt aanduiden als het snijpunt van de rechte met de x-as

de grafische voorstelling omzetten naar een tekenverloop

het stijgen en dalen van een rechte herkennen aan de waarde van de richtingscoëfficiënt

de algebraïsche oplossingsmethoden voor een stelsel eerstegraadsvergelijkingen: gelijkstellings-, combinatie- en substitutiemethode of een combinatie van methodes

deze methodes toepassen om stelsel van twee vergelijkingen van de eerste graad met twee onbekenden op te lossen

een stelsel eerstegraadsvergelijkingen opstellen voor verbanden beschreven door twee eerstegraadsvergelijkingen

eenvoudige vraagstukken oplossen met behulp van een stelsel eerstegraadsvergelijkingen

de onderlinge ligging van twee rechten

de oplossing van een stelsel eerstegraadsvergelijkingen interpreteren als het snijpunt van twee rechten

een stelsel eerstegraadvergelijkingen grafisch oplossen met behulp van ICT

de ligging van twee grafieken vergelijken met behulp van ICT

Meetkunde

Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen? Wat moet je doen?

de meetkundige begrippen: evenwijdigheid en loodrechte stand in vlakke en beperkte ruimtelijke situaties

deze begrippen herkennen en benoemen op een schets of tekening

de gelijkvormigheid van driehoeken

de gelijke verhoudingen van de zijden van gelijkvormige driehoeken toepassen om lengten te berekenen

eenvoudige problemen oplossen met behulp van gelijkvormigheid, ondersteund met een schets of tekening

de stelling van Thales

deze stelling toepassen om lengten te berekenen

de verwante hoeken: supplementaire en complementaire hoeken

deze eigenschappen toepassen om hoeken te berekenen

de eigenschappen van driehoeken en cirkels: omgeschreven en ingeschreven cirkel

deze cirkels herkennen en benoemen op een tekening

de cirkel: straal en diameter, apothema en koorde, middellijn

lengten berekenen in een cirkel

de cirkel: middelpuntshoek en omtrekshoek

het verband tussen beide hoeken toepassen om hoeken in een cirkel  te berekenen

de stelling van Pythagoras

deze stelling toepassen om afstanden in een rechthoekige driehoek te berekenen

de driehoeksmeetkunde in een rechthoekige driehoek: sinus, cosinus en tangens

de goniometrische verhoudingen toepassen om lengten en hoeken te berekenen, ondersteund met een tekening

de goniometrische getallen berekenen met behulp van ICT

het maatgetal van een scherpe hoek berekenen als de goniometrische getallen gegeven zijn

de afstandsformule

de coördinaten van twee punten gebruiken om van afstanden in het vlak te berekenen

Statistiek

Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen? Wat moet je doen?

de soorten variabelen: kwalitatief en kwantitatief

de soorten variabelen herkennen en benoemen

de statistische gegevens uit frequentietabellen en grafische voorstellingen: enquêtes in jongerentijdschriften, internet, kranten

informatie terugvinden en interpreteren

de grafische voorstellingen: staaf-, taart-, lijndiagram, histogram

informatie aflezen en interpreteren

de centrummaten: gemiddelde, mediaan en kwartielen

deze getallen berekenen met behulp van ICT

besluiten trekken voor een reeks gegevens aan de hand van deze getallen

Welke opdracht moet je uitvoeren?

Dit vak heeft geen opdrachten

Welke bijlagen heb je nodig?

Bijlage
Wiskunde 2kso 2tso_bijlage formularium.pdf

Hoe verloopt het examen?

Het examen wiskunde 2kso / 2tso is een digitaal examen. Vraag je je af hoe een digitaal examen verloopt? De uitleg over onze digitale examens, de instructies en heel wat voorbeeldvragen vind je op http://examencommissiesecundaironderwijs.be/examens. Tijdens het examen stellen we https://examencommissiesecundaironderwijs.be/rekenapps ter beschikking. Je kan er thuis op voorhand vrij mee oefenen. Gebruik deze handleiding: https://wiki.geogebra.org/nl/Handleiding. Neem zeker een kijkje in de lijst van beschikbare commando’s in GeoGebra: https://wiki.geogebra.org/nl/Categorie:Commando%27s. Let op! Op het examen zelf kan je de handleiding en de lijst van commando’s niet gebruiken. Wij stellen niet alles waarmee je thuis oefent ter beschikking maar beperken ons tot toepassingen die hierboven staan opgesomd. De digitale rekenmachine op de chrome-boxen in het examencentrum kan je hier downloaden om te oefenen: https://chrome.google.com/webstore/detail/calculator/joodangkbfjnajiiifokapkpmhfnpleo?hl=nl
- Een balpen - Kladpapier - Het formularium
Het digitaal examen bestaat uit gesloten vragen: invulvragen, sleepvragen, dropdownvragen, interpretatie van afbeeldingen en tabellen, meerkeuzevragen. Er is geen giscorrectie.

Hoe beoordelen we het examen?

Voor de gesloten vragen - herken en gebruik je de wiskundige symbolen en notaties - voer je de bewerkingen met getallen vlot uit - pas je correct de reken- en tekenregels toe waar nodig en gevraagd - duid je het juiste antwoord aan om een punt te scoren - vul je je antwoord in met de juiste wiskundige notatie - rond je zinvol af - gebruik je correct en efficiënt ICT Op het platform worden de punten van het examen weergegeven op 100. De componenten hebben echter een verschillend gewicht.

Rekenen en schatten

10%

Algebraïsche verbanden

40%

Meetkunde

40%

Statistiek

10%

Met welk materiaal bereid je je voor?

Je moet zelf op zoek naar leermiddelen om je examen voor te bereiden. De Examencommissie stelt zelf geen leermiddelen ter beschikking. Je kan boeken of cursussen kopen in een (online of tweedehands-) boekenhandel of ontlenen in een bibliotheek.
Bij elke nieuwe editie van de vakfiche actualiseren we deze bibliografie. Toch is het best mogelijk dat bepaalde werken niet meer verkrijgbaar zijn of dat nieuwe werken die al op de markt zijn nog niet zijn opgenomen.
We maken bewust een selectie van leermiddelen die ons op dit ogenblik het meest aangewezen lijken om je voor te bereiden op onze examens. Zo willen we je helpen om je studie efficiënter aan te pakken. Je kan echter ook andere werken of cursussen gebruiken bij je voorbereiding op het examen.
Hieronder vind je enkele handboeken die vaak gebruikt worden in het secundair onderwijs. Ze bieden je voldoende ondersteuning om zelfstandig de leerstof te verwerken dankzij elektronische hulpmiddelen zoals oefeningen die de uitgever aanbiedt bij het handboek.

Methode
Uitgeverij
Gegevens

Van Basis tot Limiet
3 en 4 / tso-kso

Die Keure

www.diekeure.be

Matrix 3 en 4 / tso-kso

Pelckmans

www.pelckmans.be

Nieuwe Delta T / 3 en 4

Nieuwe Top / 3 en 4

Plantyn

www.plantyn.com

Pienter 3 en 4 / tso-kso

Van In

www.vanin.be

/
/