de begrippen beeldend materiaal en beeldende techniek in al hun facetten (potlood, pastel, krijt, houtskool, pen, inkt, penselen, borstels, soorten verven, papier, soorten dragers, grafische computersoftware en -hardware, …) herkennen en beschrijven
de eigenschappen van het begrip beeldend materiaal in al zijn facetten (potlood, pastel, krijt, houtskool, pen, inkt, penselen, borstels, soorten verven, papier, soorten dragers, grafische computersoftware en -hardware, …) toelichten, interpreteren, analyseren, onderzoeken, aantonen, mee experimenteren, ontdekken en combinaties ervan doelgericht zelfstandig gebruiken in functie van het beeldend verhaal dat je wilt vertellen via beeldende technieken
de expressiemogelijkheden van het begrip beeldende techniek in al zijn facetten (potlood, pastel, krijt, houtskool, pen, inkt, penselen, borstels, soorten verven, papier, soorten dragers, grafische computersoftware en -hardware, …) toelichten, interpreteren, analyseren, onderzoeken, aantonen, mee experimenteren, ontdekken en doelgericht zelfstandig gebruiken om een beeldend verhaal te vertellen via een gepaste drager
het verband tussen de gekozen beeldende techniek en andere beeldende technieken aantonen
het begrip beeldende techniek in al zijn facetten (potlood, pastel, krijt, houtskool, pen, inkt, penselen, borstels, soorten verven, papier, soorten dragers, grafische computersoftware en – hardware, …) onderzoeken en het gebruik ervan aantonen in diverse artistieke beroepen en in de kunstwereld